Verslag vergadering Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën en Begroting
Verslag
De heer Keulen heeft het woord.
Minister-president, dit is een vraag die in Limburg van groot maatschappelijk belang is, en die u nog wel een paar keer onder de ogen zal worden geschoven. Het is een vraag waarbij opvolging zich opdringt, ook gezien het maatschappelijke belang.
In de vorige Vlaamse Regering werd het Strategisch Actieplan voor Limburg in het Kwadraat (SALK), gezien de belangrijkheid ervan, getrokken door de minister-president. De nieuwe Vlaamse Regering heeft omtrent dit dossier, buiten wat in het regeerakkoord staat, nog geen verklaringen afgelegd over de belangrijkheid ervan en over wie specifiek de trekker zal worden, vandaar ook de vraagstelling aan zowel de minister-president als aan de functioneel bevoegde minister.
Voorzitter, collega’s, een dossier als dit vraagt een korte opvolging en voortdurend bijsturen, zeker nu we in Limburg binnenkort daadwerkelijk geconfronteerd zullen worden met de sluiting van Ford. Die sluiting is aangekondigd op 24 oktober 2012. De rest van Vlaanderen denkt dat dit gepasseerd is, dat we dit achter de rug hebben, terwijl het drama zich pas concreet gaat voltrekken tegen het einde van dit jaar. Dat komt nu heel dichtbij.
Ondertussen is ook al bekend dat er nog bijkomende middelen vrijgemaakt worden, onder meer door de Europese Unie. België heeft steun van het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) aangevraagd naar aanleiding van 512 ontslagen medewerkers bij Ford en 10 van zijn leveranciers. De Europese Commissie heeft ondertussen voorgesteld om België 570.945 euro uit het EFG beschikbaar te stellen, om 479 ontslagen werknemers bij Ford aan een nieuwe baan te helpen. Die steun komt er boven op de reeds toegezegde steun door de vorige Vlaamse Regering, zoals verwoord door de toenmalige minister-president Peeters in de commissie Economie van 28 maart 2013.
Het ging concreet over de volgende bedragen. Ten eerste: 57,9 miljoen euro middelen die uitgetrokken waren voor Ford voor verdere investeringen, maar die nu gebruikt zouden worden voor SALK. Ten tweede: 92,9 miljoen euro steun die Ford reeds ontvangen had, maar die teruggevorderd zou worden. Ten derde: 66,5 miljoen euro komende van de EU en goedgekeurd door de Raad en die specifiek werd toegewezen in verband met de sluiting van Ford, met daarbij een cofinanciering van 66,5 miljoen euro van de Vlaamse overheid, maar die gedeeltelijk gefinancierd zou worden met de middelen uit het eerste punt, dus die 57,9 miljoen euro. Ten vierde zou er ook nog aanspraak kunnen worden gemaakt op een gedeelte van de 25 miljoen euro die opgenomen was in het relanceplan van de toenmalige Vlaamse Regering, dat werd uitgesmeerd over heel Vlaanderen. Ten slotte werd aan de Limburgse Investeringsmaatschappij (LRM) een marktconforme lening van 100 miljoen euro toegekend om te investeren in de provincie.
We zijn ondertussen ongeveer zes maanden verder dan de laatste keer dat SALK besproken werd in de schoot van dit parlement. De datum van de effectieve sluiting nadert zienderogen. Een nauwe opvolging is dan ook meer dan ooit aan de orde, minister-president. Op welke wijze zal de 570.945 euro uit het EFG-fonds worden aangewend? Is hier niet, zoals bij middelen van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) en het Europees Sociaal Fonds (ESF), een cofinanciering van de Vlaamse overheid aan verbonden? En zo ja, is die cofinanciering opgenomen in de begroting, of zal daarvoor gezorgd worden? Kunt u een herbevestiging doen van de aangegane engagementen van de vorige Vlaamse Regering omtrent de bedragen die ik daarnet heb opgesomd? Hoeveel van de 25 miljoen euro van het globale Vlaamse relanceplan zal er nu effectief gebruikt worden in Limburg? Wat is de stand van zaken met betrekking tot de uitvoering van het SALK?
De heer Beenders heeft het woord.
Minister-president, ik hoef niet te herhalen wat collega Keulen verteld heeft over de financieringsstromen. Het geeft aan dat de vorige Vlaamse Regering heel wat actie heeft ondernomen om de sluiting van Ford zo goed mogelijk op te vangen.
Zijn vraag is ook terecht. Ik heb overwogen om een hele reeks bijvragen te stellen, maar zal dat toch niet doen, anders zitten we hier morgen misschien nog.
Ik wil de voorzitter en de minister-president een ander voorstel doen. Het is van 18 juli 2013 geleden dat er een ad-hoccommissie is opgericht, waarin alle geïnteresseerde parlementsleden een stand van zaken rond SALK gepresenteerd kregen. We zijn nu enkele dagen voor een toelichting aan de taskforce, die in Limburg gepland staat en waar ook een stand van zaken van SALK zal worden gepresenteerd. Intussen zijn we ook twee maanden voor de sluiting van Ford. Daarom lijkt het mij opportuun om te vragen om opnieuw een ad-hoccommissie op te richten, specifiek rond SALK, waarbij het hele project uit de doeken wordt gedaan door deze Vlaamse Regering en we op al onze vragen antwoorden kunnen krijgen. Zo kunnen we ook de opvolging, die absoluut noodzakelijk is in dit dossier, bevestigen.
Ik wil graag afsluiten met mijn concrete vraag. Kan er op korte termijn een aanvulling op de ad-hoccommissie van 18 juli 2013, een nieuwe ad-hoccommissie, worden gepland om een uitvoerige stand van zaken te krijgen over de uitvoering van het SALK-programma?
Mevrouw Remen heeft het woord.
Minister-president, ik sluit me aan bij de heer Keulen dat er dringend vooruitgang moet worden geboekt. Er moet zeker worden gefocust op de opleiding van de ontslagen werknemers. Minister-president Bourgeois heeft vorige week in Het Belang van Limburg bevestigd dat er vooral steun zou komen aan de lokale kmo’s in Limburg. Opleiding is goed, maar het is vooral de tewerkstelling die heel belangrijk is in Limburg, vooral dan het creëren van duurzame jobs in de private werkgelegenheid. Het zou goed indien we via de LRM die 10 miljoen euro concreet zouden kunnen aanwenden om de private tewerkstelling en de kmo’s in Limburg te ondersteunen. Onze provincieraadsleden zullen er nauwgezet op toekijken dat de beschikbare middelen worden gebruikt voor die private duurzame tewerkstelling in Limburg. Dat is het enige dat Limburg maar ook Vlaanderen in dezen zal vooruithelpen.
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Mijnheer Keulen, u hebt dit punt terecht op de agenda geplaatst. U hebt de datum van 24 oktober 2012 aangehaald, een datum die in het Limburgs collectief geheugen zal geprent blijven. U hebt er ook terecht op gewezen dat de grote gevolgen van de sluiting zich nog moeten voltrekken en dat die datum nu wel heel snel nadert.
De middelen uit het EFG-fonds zullen worden ingezet in een reeks van acties die de ontslagen personen zullen ondersteunen in hun zoektocht naar een nieuwe en passende baan. Concreet wordt dit zeer grondig opgevolgd door de betrokken Vlaamse overheidsdiensten, meer bepaald in een nauwe samenwerking tussen het ESF-Agentschap Vlaanderen, de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling (VDAB) en VDAB-Limburg. Zowel op de werkvloer als procedureel en financieel omvat deze samenwerking de nodige elementen om een nauwgezette opvolging te garanderen.
Over deze middelen is al positief advies verleend door de Europese Commissie. Het verrast me een beetje. Het gaat hier over bijzonder veel middelen. De Commissie adviseert daarover en de beslissing komt toe aan de raad en het parlement. De middelen van de Europese Unie dekken een deel van de totale kosten. De totale gebudgetteerde kosten voor de implementatie van de passende acties bedragen 1.141.890 euro. Daarvan wordt 50 procent, zijnde 570.945 euro, opgenomen vanuit het EGF-fonds. De andere helft omvat een cofinanciering vanuit de VDAB en vanuit de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA) inzake werkloosheidsuitkeringen. Het is dus fifty Europa, fifty RVA en VDAB. De definitieve beslissing van Europa moet nog worden genomen. De Commissie heeft daar een adviserende rol in.
De vorige Vlaamse Regering bestemde 24 miljoen euro voor de financiering van het SALK via een provisioneel krediet naar aanleiding van de begrotingscontrole 2013 en 57 miljoen euro uit het Hermesfonds via reservering voor het Ford Genk-investeringsprogramma.
Van het provisioneel krediet van 24 miljoen euro werd in 2013 reeds 7.349.000 euro aangewend. Het saldo werd overgedragen naar 2014. In 2014 werd dit saldo volledig aangewend. Van de 57 miljoen euro uit het Hermesfonds werd al 47,5 miljoen aangewend.
Ik kan formeel bevestigen dat deze Vlaamse Regering het engagement heeft om de toegekende budgettaire middelen aan te wenden waartoe zij bestemd zijn.
Het bedrag van de vordering aan Ford Genk bedroeg 42,9 miljoen euro. Er is een kwijtschelding van deze terugvordering opgenomen in de totale overeenkomst met betrekking tot de verwerving van de gronden van Ford Genk.
Wat de EFRO/ESF-middelen betreft, is in het SALK-uitvoeringsplan inderdaad sprake van 66,5 miljoen euro. Hiervoor is het echter nog wachten op de definitieve goedkeuring van het operationele programma door de Europese Commissie.
Ook de middelen voor LRM kan ik herbevestigen. De Vlaamse overheid heeft het kapitaal van de ParticipatieMaatschappij Vlaanderen (PMV) verhoogd met 100 miljoen euro. PMV zet dit op zijn beurt om in een marktconforme lening aan LRM. Die 100 miljoen euro kan door LRM worden opgenomen in schijven van 20 miljoen euro. Daarvan is effectief al 60 miljoen euro opgenomen.
De 25 miljoen euro voor de relancemaatregelen waar u naar verwijst, hebben inderdaad betrekking op een provisionele vastlegging die in 2012 op het Hermesfonds genomen werd onder de lijn “relancemaatregelen naar aanleiding van diverse herstructureringen”. Dat zijn dus geen specifieke Limburg-middelen die zijn aangewend voor generieke maatregelen zoals Made Different, aanwervingspremies, concurrentiepact. Er zijn natuurlijk ook middelen aangewend specifiek voor Limburg.
Zoals ook in het regeerakkoord wordt gesteld, is een daadkrachtige implementatie en opvolging van het SALK essentieel om de beoogde resultaten te behalen. Het regeerakkoord stelt tevens dat de Vlaamse Regering zal zorgen voor een sterke regie op het terrein. Op het niveau van de administratie wordt de uitvoering van het SALK in zijn totaliteit opgevolgd door de afdeling Stafdienst van de Vlaamse Regering bij het departement DAR (Diensten voor het Algemeen Regeringsbeleid). Ter ondersteuning van deze projectmonitoring werd een monitoringstool geïnstalleerd en is een ambtelijke werkgroep actief.
De provincie Limburg besliste van bij het begin om ook haar projecten via deze tool te beheren en op te volgen. Recent is binnen de Vlaamse Regering ook overeengekomen om de uitvoering van het SALK, in lijn met de werkwijze onder de vorige Vlaamse Regering, te blijven opvolgen via de bestaande taskforce die opnieuw zal fungeren als overleg- en supervisieorgaan.
Namens de Vlaamse Regering maken de SALK-ministers deel uit van de taskforce. Dat zijn zeven van de negen ministers. Als minister-president zit ik de taskforce voor. Minister Schauvliege en minister Gatz maken er geen deel van uit.
De vertegenwoordigingen van de provincie Limburg, de werkgeversorganisaties, de werknemersorganisaties, de LRM, het Limburgs klimaatbedrijf Nuhma, de stad Genk en de Vlaamse Industrieraad blijven ongewijzigd. De vertegenwoordiger van het kabinet van de eerste minister moet natuurlijk opnieuw worden aangeduid. Verder is de heer Vandeurzen van het Ondernemersplatform Limburg als waarnemer aan de taskforce toegevoegd.
Het directiecomité van het SALK, dat na de goedkeuring van het SALK door de vorige Vlaamse Regering is opgericht, wordt in stand gehouden. Het directiecomité volgt het uitvoeringsplan op en heeft de taak echte uitvoeringsmogelijkheden en -moeilijkheden te detecteren. Het gaat om de moeilijkheden waarmee entiteiten worden geconfronteerd en om de zoektocht naar gepaste domeinoverschrijdende oplossingen indien blijkt dat binnen meerdere domeinen gezamenlijk actie moet worden ondernomen.
Indien het wordt geconfronteerd met een bevoegdheidsprobleem dat de voortgang van het SALK zou bemoeilijken, legt het directiecomité bepaalde zaken voor aan de Vlaamse Regering en aan de bevoegde minister. Het koppelt tevens geregeld terug naar de Vlaamse Regering.
Het directiecomité omvat een administratieve vertegenwoordiging, samengesteld uit de meest betrokken entiteiten van de Vlaamse overheid, en een politieke vertegenwoordiging, afkomstig uit de kabinetten van de SALK-ministers. Het was uiteraard nodig de samenstelling aan te passen naar aanleiding van de aantreding van de nieuwe Vlaamse Regering.
Het directiecomité zal eerstdaags vergaderen. Zoals iedereen weet, vergadert de taskforce op 17 oktober 2014 in Limburg. De taskforce zal geregeld vergaderen met de Vlaamse Regering, de Federale Regering en de Limburgse actoren, met inbegrip van de sociale partners, om de monitoring van de uitvoering en de resultaten te evalueren en om desgevallend oplossingen uit te werken voor de problemen waarmee ze worden geconfronteerd.
De reeds vermelde monitoringtool is sinds eind februari 2014 operationeel. De projectinformatie is in de tool ingegeven. Op basis hiervan is in april 2014 een eerste stand van zaken opgesteld. Dit heeft geleid tot het eerste overzichtsrapport, dat van 9 mei 2014 dateert. In dat rapport wordt de toenmalige situatie van de verschillende SALK-projecten toegelicht. Het doel was een specifieke basis voor de monitoring van het SALK te creëren.
Gelet op de politieke situatie van dat ogenblik is het rapport van 9 mei 2014 niet meer politiek gevalideerd. Ik heb gevraagd dit rapport tegen midden november 2014 te actualiseren. Een van de eerste opdrachten van het directiecomité en van de taskforce zal eruit bestaan het bijgewerkt rapport politiek te valideren. Hierdoor zal het mogelijk worden dit rapport als een nulmeting te hanteren.
Dit sluit enigszins aan bij de vraag van de heer Beenders. Het Vlaams Parlement beslist wat in deze commissie of in een ad-hoccommissie zal gebeuren. Dat is de wijsheid van het Vlaams Parlement. Indien er een opvolging komt, kan die echter beter gebeuren op het ogenblik dat de monitoring tot een gevalideerd rapport en een nulmeting heeft geleid. Hierover kan dan een gedachtewisseling plaatsvinden. Dit lijkt me beter dan nu te verklaren dat het allemaal loopt, maar dat er nog geen perfecte monitoring is en dat het nog niet mogelijk is de situatie op het terrein perfect weer te geven. Zodra het monitoringssysteem werkt, zullen de indicatoren worden benut. Het beleid dat de provincie ontwikkelt, wordt evenzeer in deze tool ingegeven. Dit biedt de mogelijkheid een totaaloverzicht te geven.
Het is mijn bedoeling zesmaandelijks een voortgangsrapport op te stellen. Ik weet niet zeker wanneer het rapport politiek zal worden gevalideerd. Dat kan midden tot eind november 2014 gebeuren. Zodra dat in orde is, kunnen we hierover allicht rapporteren. We kunnen dan misschien ook afspreken dat we hier zesmaandelijkse voortgangsrapporten bespreken. Dit verhindert natuurlijk niemand tussendoor vragen om uitleg te stellen of controles uit te voeren.
Het is evident dat we allemaal bezorgd zijn om de sociaal-economische situatie. Als het erop aankomt, moeten we duurzame jobs creëren. Ik heb in dit verband een en ander opgevangen. De vraagsteller is in Limburg natuurlijk beter geplaatst dan ik. Volgens mij wordt er op dit vlak in elk geval goed werk geleverd. Er wordt effectief gestreefd naar de creatie van nieuwe jobs door de aantrekking van nieuwe bedrijven en door de uitbreiding van bestaande bedrijven.
De bedrijven moeten ook innoveren. Na dit debacle dat in Limburg een catastrofe inzake tewerkstelling veroorzaakt, hebben we er vooral belang bij te proberen nieuwe grote vestigingen aan te trekken. Limburg heeft er echt ook belang bij te trachten een sterk weefsel van kmo’s te creëren. Op die manier kan de kwetsbaarheid immers wat kleiner worden. Indien met een kmo iets zou gebeuren, zullen de sociale gevolgen niet zo groot zijn. Een opeenvolging van kmo’s die ten onder gaan, kan natuurlijk ook heel catastrofaal zijn, maar meestal gaat dit met meer veerkracht gepaard en zullen weer nieuwe initiatieven worden genomen. We moeten dan ook inzetten op het ondernemerschap en op de creatie van jobs.
In elk geval heeft de Vlaamse Regering de ambitie de plannen van de vorige Vlaamse Regering voort te zetten en hier, in samenspraak met alle actoren, volop werk van te maken. Het gaat om heel wat actoren. Het is altijd indrukwekkend te zien hoe de mensen in Limburg zich verenigen om, in samenspraak met al die actoren, volop voor de uitvoering van het SALK te gaan.
De heer Keulen heeft het woord.
Minister-president, ik dank u voor uw uitgebreid antwoord. Ik zou u eerst een haast collegiale vraag willen stellen. Zou ik een kopie van uw antwoord kunnen krijgen? U hebt immers veel cijfers en feiten vermeld.
Het lijkt me, zoals u ook hebt verklaard, belangrijk dat de Vlaamse Regering zich als een betrouwbare partner opstelt. De feiten tonen aan dat dit ook gebeurt en dat u een betrouwbare contractant bent.
U doet het in elk geval beter dan Ford. Ik zeg dit als lid van Open Vld. Tot drie weken voor de aankondiging van de sluiting op 24 oktober 2012 heeft Ford volgehouden dat drie nieuwe modellen naar Limburg zouden komen. Iedereen voelde aan dat het bedrijf dit onmogelijk hard kon maken.
De Vlaamse Regering heeft niet enkel meteen empathisch gereageerd, maar heeft ook een hele batterij aan maatregelen en instrumenten in de steigers gezet om de maatschappelijke en economische gevolgen van de sluiting op te vangen.
Wat de monitoring betreft, hebt u verwezen naar een aantal instanties die op het terrein meten en opvolgen of de engagementen concreet worden uitgerold en in praktische maatregelen worden omgezet. Die regierol moet verder worden vervuld. Ik heb de indruk dat dit naar behoren verloopt.
Wat de rapportering betreft, is ‘the proof of the pudding in the eating’. Om de geesten scherp en bij de les te houden, lijkt het me goed op gezette tijdstippen te rapporteren. Ik ben in dit geval veeleer uw mening toegedaan. We kunnen, net zoals met betrekking tot de Beheersmaatschappij Antwerpen Mobiel (BAM) en de pps-constructies voor de scholenbouw is gebeurd, in deze commissie een modus operandi afspreken. Hierdoor zouden we tot rapporteringen kunnen overgaan op het ogenblik dat iets te rapporteren valt. Dit kan bijvoorbeeld om de zes maanden. Hierdoor zouden niet enkel de Limburgse leden, maar alle Vlaamse volksvertegenwoordigers en iedereen die zich aangesproken voelt, vernemen wat er gebeurt.
Dit beperkt natuurlijk de mogelijkheden van elk verkozen lid van dit huis niet om tussentijds vragen om uitleg te stellen of om, indien dit zich als noodzaak zou opdringen, te interpelleren.
Minister-president, ik dank u voor uw antwoord en vooral ook voor uw toezegging. De engagementen van de Vlaamse Regering zullen ook op het terrein ten uitvoer worden gebracht.
De heer Beenders heeft het woord.
Minister, ik wil u zeker ook voor uw antwoord bedanken. Dat de nieuwe Vlaamse Regering het SALK-programma integraal zal uitvoeren, stemt ons uiteraard gelukkig. Aangezien ik iets niet goed heb begrepen, wil ik evenwel nog een vraag stellen.
Het betreft de wijze waarop zal worden gerapporteerd. Ik ben het niet helemaal eens met de heer Keulen. Ik hoor in uw woorden veeleer een vorm van vrijblijvendheid. Volgens mij zijn snelheid, betrouwbaarheid en verantwoordelijkheid hier echt op zijn plaats. We bevinden ons nu twee maanden voor de sluiting van Ford Genk. We beseffen dat misschien nog niet goed. Ik merk in Limburg dat veel mensen nog niet beseffen wat op hen afkomt. Er staan enkele duizenden jobs op de tocht. Vanaf 1 januari 2015 hebben we geen tijd meer om te wachten op een of ander rapportage- of monitoringsmodel. Die mensen willen snel antwoorden. Zij willen dat iedereen duidelijk toont dat er betrouwbaarheid aanwezig is en dat verantwoordelijkheden worden genomen.
Aangezien ze hiervoor in eerste instantie naar ons kijken, zou ik erop willen aandringen dit rapport zo snel mogelijk naar de Vlaamse volksvertegenwoordigers te sturen. We moeten de echte stand van zaken kennen om vervolgens in onze regio, indien dit nodig zou zijn, nog een tandje bij te steken.
Het is niet de bedoeling op deze manier oppositie te voeren. Het gaat erom jobs te creëren. We moeten over de nodige kennis beschikken om het SALK-programma te helpen uitvoeren. We moeten de duizenden mensen die hun job verliezen zo snel mogelijk opvangen. Dat is mijn eerste bekommernis. Ik wil niet dat dit in een sfeer van vrijblijvendheid terechtkomt.
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Mijnheer Keulen, op zich is dit geen probleem. Ik moet me tot de commissiesecretaris wenden. Hij kan u nog een kopie van mijn antwoord bezorgen. Ik had slechts een exemplaar bij. Het gesproken woord telt natuurlijk. Ik volg nooit letterlijk de hele tekst.
Mijnheer Beenders, ik dank u voor uw constructieve houding. Ik merk ook enige kritiek op. Dat is uw plicht. Ik wil echter beklemtonen dat het feit dat in november 2014 over een eerste nulmeting zou worden gerapporteerd, niet inhoudt dat er ondertussen niets gebeurt.
Ik heb daarnet een overzicht gegeven van de middelen die worden aangewend. Wat een aantal bedragen betreft, is die aanwending volledig uitgevoerd. Een aantal acties lopen. Dat we nog op het EFG wachten, betekent niet dat de VDAB op het terrein geen acties onderneemt. Ik heb vernomen dat de LRM goede acties onderneemt. Ik heb van de VDAB vernomen dat er goed werk wordt geleverd. Er wordt heel deskundig omgesprongen met de mensen die nu al een omscholing naar een nieuwe job zoeken.
U hebt natuurlijk gelijk. Ik wil elke misvatting hierover echter tegenspreken. Dat we op een nulmeting wachten, betekent niet dat er ondertussen geen acties lopen. Die nulmeting, die door de administratie wordt uitgevoerd, moet grondig zijn. De administratie heeft hiervoor indicatoren ontwikkeld. De nulmeting moet ons in staat stellen zesmaandelijks de stand van zaken en de vooruitgang te meten.
Het is evident dat we niet op een monitoring wachten alvorens actie te ondernemen. Net om die reden zijn al die maatregelen zo snel na 24 oktober 2012 in lijn gebracht. Gelukkig worden die acties tegelijkertijd door heel veel actoren uitgevoerd. Ik zou dan ook willen vragen dit onderscheid te maken.
Ik weet niet of we erbij gebaat zouden zijn een monitoring die nog niet is gevalideerd en die nog moet worden verfijnd hier te bespreken. Het belangrijkste is dat we weten dat werk wordt gemaakt van het SALK. Iedereen is alert. Alle actoren doen dit op het terrein en de Vlaamse Regering heeft het vaste voornemen op dit vlak het stuur in handen te houden.
Ik noteer dat de nulmeting ergens in november 2014 klaar zal zijn. Ik stel voor de nulmeting tijdens de eerstvolgende nuttige commissievergadering na de begrotingsbesprekingen te bespreken. Vervolgens kunnen we dit met een vast ritme zesmaandelijks blijven opvolgen. Dit lijkt me een goede werkwijze.
De heer Keulen heeft het woord.
Ik wil nog even iets over het psychologisch klimaat op dit ogenblik zeggen. Nu ontstaat bij iedereen in Limburg een zekere sense of urgency. De aankondiging dateert van 24 oktober 2012. Dat was vlak na de gemeenteraadsverkiezingen. Sommigen zoeken daar wat achter. Zij denken dat daarmee tot dan is gewacht. Eigenlijk blijft dat hetzelfde. Het resultaat is immers wat het is. Na een dergelijke mokerslag gaat een provincie letterlijk en figuurlijk tegen de vlakte. Op een zeker ogenblik, als de eerste emoties zijn verteerd, gaat iedereen weer aan het werk. Nu komen we in de laatste rechte lijn terecht.
Als we de werknemers van de toeleveranciers meetellen, worden daar in mijn eigen gemeente driehonderd gezinnen door getroffen. Iedereen is nu bij de les. Het loopt af en iedereen begint naar een andere baan uit te kijken.
Ford Genk was steeds een van de beste betalers in de provincie. Mensen vertrokken daar niet meteen. Wegens familiale redenen ken ik de bouwsector vrij goed. Het verschil tussen wat iemand in de bouwsector kan verdienen en wat iemand bij Ford kon en nog steeds kan verdienen, is aanzienlijk. Bij de mensen die nu nog bij Ford aan de slag zijn, begint het besef te dagen dat ze daadwerkelijk nieuwe horizonten moeten kiezen. Wat hun job betreft, moeten ze beseffen dat het bijna voltooid verleden tijd is en dat ze keuzes moeten maken.
Minister-president, om die reden is het belangrijk dat de Vlaamse Regering op het terrein aanwezig is. U bent op dat ogenblik enigszins het gezicht van de blijvende verbintenis tussen Vlaanderen en de getroffen provincie Limburg.
De vraag om uitleg is afgehandeld.