Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Innovatie en Wetenschapsbeleid
Verslag
Mevrouw Claes heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, in de vorige legislatuur is er een hervorming geweest van de sociale economie. De laatste drie sluitstukken hebben geen uitvoeringsbesluiten gekregen. Maatwerk en lokale diensteneconomie waren daarvan toch belangrijke onderdelen. Op dat ogenblik waren er heel wat besprekingen geweest om tot uitvoeringsbesluiten te komen, maar die zijn niet meer door het parlement geraakt. Er is geen akkoord over bereikt. Daardoor tikt uw klok, minister, want in januari 2015 zou het Maatwerkdecreet en het decreet Lokale Diensteneconomie in werking moeten treden. Daarom is mijn vraag om uitleg een dwingende vraag.
Minister, wat is de timing van de uitvoeringsbesluiten? Waar zal het uitvoeringsbesluit andere accenten leggen dan de laatste versies van de vorige minister? Wat is de stand van zaken van het overleg met de koepels en sociale partners?
In de vorige regeerperiode was het overleg met de koepels en de sociale partners heel ver gevorderd. Er is uiteindelijk geen akkoord bereikt. Ook het overleg met de sociale partners heeft wel een belangrijke rol gespeeld. Minister, hoever staat het daar nu mee? Wat moeten we verwachten en op welke termijn? Zullen er grondige aanpassingen gebeuren, of begint u helemaal opnieuw?
Mevrouw Vermeulen heeft het woord.
Het Maatwerkdecreet is een werk van heel lange adem. Ik herinner me een eerste aankondiging van toenmalig minister Van Brempt van ongeveer tien jaar geleden, toen ze een beschutte werkplaats bezocht. Toen waren de beschutte werkplaatsen aan het panikeren en nerveus aan het worden. De sociale economie had vorig jaar ook al te horen gekregen dat er nog een decreet in werking zou worden gesteld, maar dat was om verschillende redenen niet haalbaar.
Snelheid is in deze zaak optioneel, duidelijkheid is des te belangrijker. Er zijn toch veel uitvoeringsbesluiten die heel ruim zijn in omvang, maar vooral van technische aard. Minister, in hoeverre werden de sociale partners, vertegenwoordigd in de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV), geconsulteerd bij het vaststellen van de uitvoeringsbesluiten? Zullen er overgangsbepalingen worden opgenomen in de uitvoeringsbesluiten opdat de bestaande werkplaatsen de nodige tijd krijgen zich in regel te stellen met het nieuwe decreet?
De heer Beenders heeft het woord.
Ik heb alle begrip voor de ongerustheid in de sector, niet alleen bij de koepels, maar vooral bij de individuele ondernemingen. Er zijn vandaag 97 sociale werkplaatsen, 67 beschutte werkplaatsen en die lezen vandaag een zinnetje in het Vlaams regeerakkoord: “Zoals voorzien zal begin 2015 het nieuwe decreet maatwerk uitgevoerd worden.”
Vandaag is er geen enkele duidelijkheid gegeven aan de sector of die uitvoeringsbesluiten effectief op korte termijn door de Vlaamse Regering worden goedgekeurd. 1 januari, wanneer er wordt gestart met de implementatie van het nieuwe decreet, komt heel dichtbij. Zowel de koepels als de ondernemingen blijven in het ongewisse over wat en wanneer effectief in werking zal treden. Ik sluit dan ook aan bij de vragen van mevrouw Claes. Er moet op korte termijn zeker duidelijkheid komen.
Maar de hervorming, de gelijkschakeling van de sociale en beschutte werkplaatsen, omvat niet enkel de Vlaamse subsidies in het beleidsdomein Sociale Economie. De gelijkschakeling heeft ook een impact op federale inbreng en de afspraken binnen het sociaal overleg in de sector.
Minister, er zijn een aantal federale tegemoetkomingen die federale materie zullen blijven, vooral de structurele vermindering van de RSZ. Anderzijds worden er een aantal doelgroepmaatregelen geregionaliseerd zoals Activa of Sine (sociale inschakelingseconomie). Hebt u al contact gehad met uw collega’s van de Federale Regering? Is er al contact geweest met de federale diensten? Wat wel mogelijk is, want tijdens de regeringsonderhandelingen stoppen ambtenaren niet met werken. Als er nog geen contact is geweest, hoe zult u dit dan op korte termijn aanpakken? Is er binnen de Vlaamse Regering duidelijkheid over de implementatie en afstemming van de te regionaliseren federale maatregelen binnen het Maatwerkdecreet, want dat kunnen we momenteel niet lezen in het regeerakkoord?
Minister, op de sectorale afspraken tussen werkgevers en werknemers heeft de gelijkschakeling een bijzondere impact. Hebt u al een zicht op de verschillen binnen het paritair comité 327 en de vele cao’s binnen de sector? Gaat u het overleg opstarten met de vertegenwoordigers van werknemers en werkgevers? Welke rol zult u zich hierbij aanmeten? Zijn er binnen de Vlaamse Regering bijkomende afspraken gemaakt over dit sociaal overleg?
Minister Homans heeft het woord.
De twee uitvoeringsbesluiten zijn al principieel goedgekeurd door de Vlaamse Regering: het uitvoeringsbesluit decreet Maatwerk op 4 april 2014 en het uitvoeringsbesluit decreet Lokale Diensteneconomie op 14 april 2014. In het regeerakkoord is opgenomen dat we begin 2015 gaan beginnen met de uitvoering, dus niet op 1 januari 2015. Het is van groot belang om onmiddellijk te starten.
Ik ben niet van plan om nog veel aan te passen, omdat we die uitvoeringsbesluiten zo snel mogelijk definitief moeten goedkeuren in de schoot van de Vlaamse Regering. Dan kunnen we zo snel mogelijk starten. Daar ben ik natuurlijk toe bereid. Het zal noodzakelijk zijn om op een bepaald tijdstip – wat mij betreft tamelijk snel – een evaluatie te doen, waaruit misschien zal blijken dat er bijsturing nodig is.
Ik heb al overleg gehad met alle organisaties die bij de totstandkoming van die twee decreten zijn betrokken. Zij zijn ook van oordeel dat we beter nu kunnen beginnen, en dat we eventueel kunnen evalueren en bijsturen waar nodig. Iedereen is vragende partij om zo snel mogelijk, begin 2015, te starten.
Mevrouw Vermeulen, de overgangsmaatregelen zijn al bepaald in de huidige regeling. Het zijn overgangsmaatregelen van vier jaar. En ze zijn er wel degelijk.
Mijnheer Beenders, u stelt specifieke vragen, onder andere over het doelgroepenbeleid. U weet dat het merendeel van die vragen betrekking heeft op de bevoegdheden van minister Muyters. Ik raad u aan om die vragen aan hem te stellen. U beseft toch welke minister bevoegd was in de vorige legislatuur voor het uitwerken van dit alles?
Mevrouw Claes heeft het woord.
Minister, ik ben blij dat u zegt dat de uitvoeringsbesluiten zoals ze waren voorbereid, effectief zullen worden goedgekeurd, waardoor er een evaluatie kan volgen op het moment dat er moet worden bijgestuurd.
De heer Beenders verwijst naar opmerkingen die de Vlaamse Federatie van Beschutte Werkplaatsen (VLAB) maakte ten aanzien van de uitvoeringsbesluiten. Mag ik daaruit besluiten dat, als u vandaag zegt dat u het laat zoals het is, er met de bezorgdheden van de VLAB op het einde van de vorige legislatuur geen rekening wordt gehouden? En dat er bij de evaluatie een eventuele bijsturing komt? Of ga ik te snel?
Minister Homans heeft het woord.
Neen, u gaat niet te snel. De VLAB heeft bij de totstandkoming van de uitvoeringsbesluiten, die niet mijn verantwoordelijkheid zijn, bepaalde kritiek geuit. (Opmerkingen van mevrouw Sonja Claes)
Ik weet dat u dat weet, maar het is wel belangrijk dat iedere aanwezige dat ook weet. Met bepaalde kritieken is er geen rekening gehouden, maar dat maakt nu net het onderwerp uit van een gesprek dat we moeten hebben met de koepels, en van dat al dan niet op te nemen in een evaluatie. Op bepaalde punten hebben zij inderdaad heel terechte kritiek.
De heer Beenders heeft het woord.
Ik heb de vragen vooral gesteld omdat in de vorige legislatuur de middelen voor een aantal doelgroepmaatregelen net in de bevoegdheid Sociale Economie zaten. Ik hoor nu dat ik me moet wenden tot de minister van Werk. Ik neem daar akte van. We zullen dat bekijken.
Ik hoor dat men snel wil overgaan tot een evaluatie. Als de uitvoeringsbesluiten zullen worden geïntegreerd en geïmplementeerd, zijn we toch al snel een jaar verder. Ik wil vragen om niet te snel te evalueren, maar om aan de sector de tijd te geven om zich te kunnen aanpassen zodat we niet binnen zes maanden een analyse of een evaluatie krijgen die misschien iets te snel is.
De vraag om uitleg is afgehandeld.