Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
De heer Wynants heeft het woord.
Minister, in principe heeft deze vraag niets te maken met de voorgaande. Wel worden we hierover telkens lastiggevallen in de voetbalwereld. Ik ken liever het antwoord van de minister, dan dat ik zelf iets moet verkondigen, terwijl de basis niet bij mij ligt, maar bij de regering.
Ik heb een persoonlijke mening, ik geef een klein detail. Nu schrijven de kranten over een kosten-batenanalyse die is verschenen, maar dat heeft er totaal niets mee te maken. De vragen zijn in eerste instantie: hoe wordt het stadion gezet? Wie gaat het zetten? Op welke manier? Extern of intern? In mijn ogen moet de Belgische Voetbalbond zich onafhankelijk opstellen. Maar nu geef ik mijn mening en dat mag ik niet doen.
Minister, hoe wordt u daarmee lastiggevallen? Hoe moeten wij als partij, inclusief u, reageren op al die moeilijke vragen?
De heer Bajart heeft het woord.
Minister, ik sluit me daarbij aan. Ik vind het zeer interessant dat die vraag wordt gesteld en dat we uw visie daarover kunnen kennen. Ook zou ik graag weten hoe u de samenwerking ziet tussen het Vlaamse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest. Het is een moeilijk dossier, enerzijds voor het financiële luik, maar dat gebeurt met de private sector, en anderzijds om uit te leggen hoe de samenwerking tot stand zal komen. Daar gaat het uiteindelijk om.
De heer Sintobin heeft het woord.
Daarjuist heb ik de aanzet al gegeven. Hier in de commissie Sport zult u ongetwijfeld weer uw petje opzetten van de minister van Sport, daar bedoel ik niets verkeerds mee. Maar het gaat veel verder. Dit dossier gaat over meer dan enkel de vraag of we voor of tegen een nationaal stadion zijn, of voor of tegen een eurostadion op Parking C. Het is een Brusselse kwestie.
De Vlaamse Regering heeft in het verleden trouwens ook altijd bij monde van Kris Peeters gesteld dat de bouw van dit stadion niet kan worden losgekoppeld van een optimalisatie en een verbreding van de ring rond Brussel. Ik hoop dat de Vlaamse Regering hetzelfde standpunt huldigt als in het verleden en dat u vandaag bevestigt dat Vlaanderen geen enkele financiële inspanning zal doen voor de bouw van een eurostadion op Parking C. Ik weet dat ik bij een andere minister moet zijn met mijn vragen over een verbreding en optimalisatie van de ring, maar we kunnen er toch niet omheen.
U bent ongetwijfeld op de hoogte van de zoveelste brief van de gemeente Grimbergen naar minister-president Geert Bourgeois, minister Ben Weyts en minister Joke Schauvliege. Het gaat er ook over dat men dat voetbalstadion niet los kan zien van een aantal andere grote projecten die op stapel staan in de noordrand. Iedereen aan deze tafel zal toch erkennen dat er daar een groot probleem is qua verkeerscongestie en dat dat enkel zal verergeren als dat stadion er zou komen op Parking C. Misschien moet u ingaan op het verzoek van de gemeente Grimbergen en nog andere actoren om hen eens te horen.
Los van de vragen die ik in een andere commissie aan een andere minister zal stellen, wil ik u dit vragen. De laatste vraag van de heer Van Hauthem werd behandeld in de commissie Algemeen Beleid, waar de minister-president zei dat de regering niets financiert en inderdaad de optimalisatie en verbreding van de ring aan dit dossier koppelt. Kunt u dat bevestigen?
Zijn er, wat Grimbergen betreft, andere mogelijkheden? Ik denk aan het terrein Schaarbeek-Vorming. In het kader van deze vraag wil ik mijn suggestie herhalen en de mening van een aantal voorzitters van voetbalclubs naar voren brengen. Zij zeggen dat een eurostadion in het licht van 2020 niet nodig is. Zorg dat je een aantal stadions hebt in Vlaanderen die beantwoorden aan alle mogelijke FIFA-normen, en dan is het probleem meteen opgelost. Daarbij komt, zeggen diezelfde clubs, dat als het stadion er komt en wordt gebruikt door Royal Sporting Club Anderlecht, dat concurrentievervalsing is, want dan kan die club genieten van een aantal faciliteiten en andere clubs niet.
Er is ook nog de kwestie van de Heizel en de atletiekpiste. Wat is de stand van zaken? Voormalig minister-president Peeters en de Vlaamse Regering hadden toen ook die kwestie van de atletiekpiste en de Memorial Van Damme gekoppeld aan het hele dossier.
De heer Van den Heuvel heeft het woord.
De voorbije maanden is hierover al enkele keren gediscussieerd. De regering heeft ook een standpunt ingenomen. Er moeten nog heel wat vragen worden beantwoord. De heer Sintobin heeft er enkele genoemd. De mobiliteit is natuurlijk een heel belangrijke en delicate zaak. Er is ook de samenhang met de commerciële en andere ontwikkelingen op de Heizel, met het NEO-complex eromheen.
Minister, ik zie tegelijk wel fiere Belgen pronken met drie of vier matchen voor Euro 2020. Het is bijna vanzelfsprekend dat die plaatsvinden in het nieuwe stadion, als je die heren mag geloven. De vraag die de collega’s hier opwerpen, is terecht. Wat zijn de jongste ontwikkelingen? Is de Vlaamse Regering de laatste weken gecontacteerd om dit dossier mee te begeleiden?
De heer Wouters heeft het woord.
Als ik een tip mag geven? Als u toch een inbreng hebt, minister, voor het stadion van de nationale ploeg, wil ik u suggereren om de Bosuil voor te stellen. Dan komen de interlands terug op hun authentieke plaats.
Minister Muyters heeft het woord.
Ik moet u allemaal fantastisch teleurstellen, want ik heb hier niets mee te maken, echt niets. Als minister van Sport weet ik van niets. Ik heb die brief niet gezien. Ik ben ook niet op de hoogte van de stand van zaken. Ik ben op geen enkele manier betrokken. Ik zou ook niet weten via welke van mijn bevoegdheden, die gemeenschapsbevoegdheden zijn, en dus te maken hebben met de Vlaamse Gemeenschap, ik betrokken zou kunnen zijn bij een bouwwerk in Grimbergen.
Ik weet veel van voor de verkiezingen, in functie van mijn vorige bevoegdheid, als minister van Ruimtelijke Ordening en een beetje Financiën. Ik weet welke brieven er toen zijn verstuurd. Het is de traditie, en dat is ook nu zo, dat de engagementen en vragen die toen golden nog altijd gelden in de nieuwe regering. Dat betekent effectief: geen financiering voor vergunningen, mobiliteitsplannen. Daar staat niets van in de begroting. Ik denk dat dat allemaal blijft. Ik begrijp uw vragen zeker als minister van Sport, maar ik moet u teleurstellen: u kunt bij mij niet terecht.
De heer Sintobin heeft het woord.
Ik had geen ander antwoord verwacht. Ik heb dat ook aangegeven in mijn betoog. Ik heb me alleen maar aangesloten bij de vraag omdat die op de agenda stond en omdat mijn vraag over de optimalisatie en verbreding van de ring niet ontvankelijk werd verklaard.
Ik begrijp volledig dat u in het licht van het beleidsdomein Sport geen antwoord op mijn vraag kunt geven. Ik ben in elk geval al blij dat u bevestigt dat er geen financiering is. Ik kan u, in uw functie van minister van Sport, misschien de brief van Grimbergen bezorgen. U kunt die natuurlijk ook opvragen bij een van uw collega’s, dan bent u volledig op de hoogte.
De vraag om uitleg is afgehandeld.