Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Verslag
Mevrouw Claes heeft het woord.
Er is nog heel wat werk aan de winkel om de leercultuur in Vlaanderen te versterken en de Vlaming meer aan het leren te krijgen. Levenslang leren is het beste instrument om onze werknemers beter te wapenen voor de toekomst en onze werklozen of niet-beroepsactieven meer mogelijkheden te geven om aan de slag te gaan. Het Partnerschap Levenslang Leren heeft de opdracht om het levenslang leren een boost te geven. Aan het einde van de legislatuur is het nuttig om de balans op te maken.
Belofte maakt schuld. Op mijn vraag over levenslang leren en het partnerschap in deze commissie antwoordde u, minister, dat het actieplan ‘Koers zetten naar een lerend Vlaanderen’ eerstdaags binnen de Vlaamse Regering wordt besproken. In dit jaarrapport wordt een stand van zaken gegeven per actie. Het biedt dus een overzichtelijke stand van zaken en beschrijft de initiatieven voor 2024.
Hoe evalueert u het actieplan? Werden de doelstellingen behaald? Welke werkpunten zijn er?
Welke lessen leert u uit het rapport? Welke initiatieven zullen de komende maanden nog worden genomen?
Welke elementen moeten zeker worden meegenomen naar de volgende legislatuur?
Minister Brouns heeft het woord.
Collega Claes, het actieplan en jaarrapport maken nogmaals duidelijk dat levenslang leren een gedeelde verantwoordelijkheid is van heel wat belanghebbenden. Dit maakt het zowel boeiend als complex. Het vergt een samenhangende aanpak, waar het Partnerschap Levenslang Leren en het Expertisecentrum Innovatieve Leerwegen in 2023 verder op hebben ingezet.
Het jaarrapport fungeert niet als een strikt monitoringsrapport, maar heeft de ambitie om een overzichtelijke stand van zaken te geven van alle initiatieven uit de diverse domeinen die gericht zijn op het versterken van levenslang leren. Bij de publicatie van het jaarrapport 2022 concludeerde ik dat er rond levenslang leren veel gebeurd was en ook voor 2023 kan ik zeggen dat we verder zijn gegaan op dat elan.
Zoals elk jaar trek ik heel wat lessen uit het rapport. Ik benoem de belangrijkste.
Eerst en vooral zijn er de cijfers. We zien enkele positieve trends rond levenslang leren, zoals blijkt uit bijvoorbeeld de werkbaarheidsmonitor 2023 van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV), waaruit blijkt dat werknemers aanzienlijk minder leertekorten ervaren ten opzichte van 2019.
Daarbovenop hebben we waardevolle ervaringen opgedaan met vernieuwende projecten in het kader van de relance. Denk aan de competentiechecks, het gemeenschappelijk initiatiefrecht in het Vlaams opleidingsverlof of de oproep ‘Opleidingen van de Toekomst’.
Ook de krapte op de arbeidsmarkt lijkt echt wel iets in beweging te hebben gezet. Het besef dat opleiden het nieuwe rekruteren is, begint toch echt wel door te dringen in het bedrijfsleven.
Tegelijkertijd stellen we vast dat er zeker nog werkpunten zijn, bij zowel werkgevers als werknemers. We hebben nog een lange weg te gaan om iedereen ervan te overtuigen hoe belangrijk het is om regelmatig je vaardigheden bij te werken, in het bijzonder in een steeds sneller veranderende wereld en arbeidsmarkt.
Met deze geleerde lessen in het achterhoofd, vertel ik graag iets over de initiatieven die de komende maanden op til zijn.
Het Partnerschap Levenslang Leren zal zich verder verdiepen in enkele specifieke thema's. Een van de thema’s is het concept van brugfiguren in levenslang leren.
Via het Expertisecentrum Innovatieve Leerwegen rollen we het mobiliserend project ‘Iedereen leert’ verder uit. Via dit initiatief willen we komen tot vijftien vernieuwende en baanbrekende projecten rond levenslang leren in Vlaanderen.
Verder zal ik vanuit mijn bevoegdheid verdere stappen zetten om het gemeenschappelijk initiatiefrecht binnen het Vlaams opleidingsverlof te verlengen naar het schooljaar 2024-2025.
Ook binnen het Europees voorzitterschap wordt er volop ingezet op levenslang leren. Zo organiseerden we de OESO Skills Summit en is er vandaag en gisteren de conferentie rond levenslang leren. Daarnaast eindigt op 8 mei het Europese Jaar van de Vaardigheden.
Collega, gezien de grote tekorten op de arbeidsmarkt en de groeiende vraag naar gekwalificeerd personeel is het cruciaal dat we ons onderscheiden door innovatie en talent. Daarom is het noodzakelijk dat Vlaanderen ook in de volgende legislatuur zal blijven investeren in levenslang leren.
Barack Obama zei het recent nog in Puurs: “Samenlevingen zullen anders moeten gaan denken over arbeidsproductiviteit en verloning. We zullen ook levenslang moeten leren. Er wacht ons veel sociale reorganisatie.” Ik sluit me daarbij aan. Iedereen zal zijn verantwoordelijkheid moeten opnemen in dit verhaal. Het gaat niet op om daarvoor alleen naar de overheid te kijken. Ook de burger, de ondernemer, de opleidingsverstrekker, iedereen kan daartoe bijdragen.
Wat de aanpak betreft, denk ik persoonlijk dat het belangrijk is om een focus te leggen, om ons te concentreren op de meest prioritaire gebieden. Een van de keuzes die we bijvoorbeeld zouden kunnen maken, is om ons meer te richten op de verwachte competenties op de arbeidsmarkt en hoe we tekorten en mismatches gaan aanpakken samen met opleidingsverstrekkers, ondernemingen, sectoren enzovoort. Ook een gerichter aanbod voorzien vanuit de overheid voor werknemers die zich fundamenteel willen gaan omscholen lijkt mij een belangrijke werf te worden.
Wat we in elk geval, ook na deze legislatuur, zullen moeten blijven doen is samenwerken, naar mekaar luisteren en uitdagingen op een gedeelde manier aanpakken. Het actieplan en partnerschap waren en zijn daarvoor waardevolle initiatieven die niet zomaar van de ene op de andere dag zullen verdwijnen.
Mevrouw Claes heeft het woord.
Bedankt om uw visie toe te lichten, minister.
Ik denk dat we het over veel zaken eens zijn: Vlaanderen staat aan de top qua innovatie en onze grondstof is kennis. Daarom moeten we blijven investeren in levenslang leren om onze kennis bij te schaven, om te kunnen inspelen op de tendensen en veranderingen op de arbeidsmarkt. Zoals u daarnet zei, is dat een gedeelde verantwoordelijkheid en moet iedereen daar zijn rol in kennen. Nog niet iedereen heeft die mentaliteitswijziging door of heeft door dat we daar verder op moeten inzetten, dat er ook heel wat mogelijkheden zijn om bij te scholen en om te vormen en dat er ook heel wat incentives, initiatieven en projecten – het gaat heel breed – zijn, waarmee op dat aspect wordt ingezet. Ik denk dat we ook moeten beseffen dat dit niet van de ene op de andere dag gerealiseerd zal zijn.
We hebben die tendens ingezet, het Partnerschap Levenslang Leren heeft de tools en heeft inzichten verworden. Ik wil vooral de oproep doen om daarop te blijven inzetten, zodat we die mentaliteitswijziging bij zowel de overheid, het bedrijfsleven als de burgers kunnen bewerkstelligen. Het is nu uit de startblokken geschoten, dus we kunnen daar nu mee verder.
Ik heb geen bijkomende vragen.
Daar is geen verplichting toe, zeker niet als er overeenstemming is over de visie.
De vraag om uitleg is afgehandeld.