Verslag vergadering Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën, Begroting en Justitie
Verslag
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Op zaterdag 23 maart 2024 vond de Vlaamse industrietop plaats in Antwerpen. De focus lag daarbij vooral op innovatie, en het gebeurde in het kader van het meerdaagse event Flanders Technology & Innovation (FTI). Op die top kwamen heel wat sectorfederaties bijeen, en natuurlijk ook de Vlaamse Regering en meer dan driehonderd Vlaamse CEO’s, om een gesprek of debat te hebben over de toekomst van de industrie in Vlaanderen.
Daar zijn een aantal speerpunten naar voren gekomen en in een pact gegoten tussen de regering en de top van de Vlaamse industrie. Dat ging over vijf thema’s: concurrentievermogen en internationale handel, investeringsbeleid en rechtszekerheid, innovatie, talent en energie, en ten slotte: circulaire transitie.
Ik heb daarover eenvoudig de volgende vraag: wat zal de concrete follow-up zijn van die top die heeft plaatsgevonden en van de krijtlijnen die daar zijn uitgezet, met een aantal doelstellingen rond investeringen en rond innovatie? Is er een traject uitgestippeld met beleidsmaatregelen of opvolgingsmomenten, die moeten leiden tot concrete output van die top?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Mijnheer Van Rompuy, de eerste Vlaamse industrietop vond inderdaad plaats in het kader van het FTI-slotfestival. Zo kon de Vlaamse Regering de Vlaamse industriële innovatiecultuur en de belangrijkste technologische ontwikkelingen extra in de kijker zetten. Dat is des te belangrijker in een tijd waarin opeenvolgende crises ervoor zorgen dat de Vlaamse industrie het op dit moment niet gemakkelijk heeft.
Ik evalueer de top als positief. Wij gaven op die top een duidelijk signaal dat de industrie ook in de toekomst de motor van onze welvaart zal blijven. In mijn gesprekken in de marge van de top werd duidelijk dat de aanwezigheid van de industrie in Vlaanderen allerminst vanzelfsprekend is. Een sterke industriële onderbouw is echter noodzakelijk om, bijvoorbeeld, de duurzaamheidsdoelstellingen te kunnen bereiken.
Daarnaast is de industrietop een mooi praktijkvoorbeeld van de nauwe samenwerking tussen beleid en industrie. Dit wat de industrietop betreft, maar we hebben natuurlijk sinds het begin van de legislatuur al het industrieforum, dat twee keer per jaar samenkomt. Daar voeren we eigenlijk in dezelfde samenstelling overleg met elkaar. Daar bespreken en evalueren we de beleidsmaatregelen die belangrijk zijn voor de Vlaamse industrie.
De top heeft concrete resultaten opgebracht. In het Toekomstpact nemen de Vlaamse Regering en de industriefederaties enkele gezamenlijke engagementen in. Zo legt deze regering de krijtlijnen voor een ambitieus Vlaams industriebeleid uit en wil het de industrie van de toekomst bouwen in Vlaanderen en Europa, gebaseerd op vijf pijlers.
Die pijlers zijn: een versterking van ons concurrentievermogen en van de internationale handel, een garantie op investeringen en rechtszekerheid, een impuls voor innovatie, een focus op talent, en een blijvende inzet voor betaalbare energie, met bevoorradingszekerheid en aandacht voor het klimaat en voor een circulaire economie.
Het is evident, daar hebt u gelijk in, dat het Toekomstpact niet enkel bij woorden mag blijven. Daarom zal er binnenkort een evaluatiemoment over de industrietop en het industrieforum gepland worden met de federaties. Verder wil ik ook op Europees niveau bekijken of de uitkomsten van de industrietop kunnen doorstromen naar het rapport dat Mario Draghi momenteel opstelt over de concurrentiekracht van de EU.
Ten slotte kwamen er tijdens de industrietop zaken naar boven die aangepakt moeten worden op een ander beleidsniveau. Zo dient het federale niveau de toegenomen loonkostenhandicap weg te werken, het gunstig fiscaal klimaat voor onderzoek en ontwikkeling (O&O) te vrijwaren en de lasten op arbeid te verlagen. Ook de hefbomen voor de beperking van de werkloosheid in de tijd en een gedifferentieerde energiemix met een blijvende rol voor kernenergie zitten aan de overkant van de straat.
De EU dient zich daarentegen te focussen op het herstel van de interne concurrentie en de vermindering van de regelgevingsdruk voor de industrie. Verder roepen wij de Unie op om werk te maken van ambitieuze en evenwichtige internationale handelsakkoorden, meer strategische onafhankelijkheid, en om in Europa ingevoerde goederen aan dezelfde strenge productnormen te laten voldoen als onze eigen producten. Dat wordt ook geagendeerd op de industrietop die collega Brouns later dit voorjaar zal voorzitten, in het kader van het EU-voorzitterschap.
Het industrieforum als zodanig werkt natuurlijk verder, hopelijk ook met de volgende regering. Het zal de concrete maatregelen die afgesproken zijn in het pact opvolgen, om te zien dat die ook effectief uitgevoerd zullen worden.
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Minister-president, ik begrijp dat er in essentie een evaluatiemoment voorzien wordt, maar misschien is het nuttig om de mensen die actief zijn rond FTI ook in te zetten voor een concrete follow-up, om de krachtlijnen die in het pact staan een concrete vertaling te geven en toe te werken naar bepaalde clusters. In het verleden is het ook al gebeurd dat er werd gefocust op clusters waar we al sterk staan, om daar nog bijkomende inspanningen te doen.
U hebt ook verwezen naar uitdagingen die er nog zijn op het andere niveau. Er kan dus gevraagd worden om een Overlegcomité te hebben, of een overlegmoment, over de verschillende regeringen heen, met als prioriteit de versterking van de competitiviteit van onze industrie. Dat is toch een belangrijk thema en zal dat de komende jaren ongetwijfeld ook blijven. Daarvoor moeten de krachten gebundeld worden. Vooral de belangen van Vlaanderen zijn daar het grootst, omdat de industrie in wezen een Vlaamse aangelegenheid is.
Ik denk dat dat een concrete output zou kunnen zijn. Ik doe dus een beetje een oproep aan de regering om te proberen om, naast het evaluatiemoment dat men voorzien heeft, ook te kijken naar een aantal andere concrete stappen om dit thema, met name de zwakke competitiviteit van de Vlaamse industrie op dit ogenblik, in het bijzonder door loonkost, energiekost en vergunningen. Ik roep op om daar non-stop aan te werken, zodat we niet eens een overleg hebben over Audi, en een ander moment elders, maar dat er een gestructureerde aanpak is waarbij we het thema niet loslaten. De Vlaamse welvaart is in essentie verbonden met een toekomst voor onze industrie. De industrie staat in heel Europa onder druk, maar in Vlaanderen zeker niet minder dan in de rest van Europa.
De heer Muyters heeft het woord.
Bedankt collega, voor het stellen van de vraag. Het is een onderwerp dat mij ook enorm interesseert. Ik was ook aanwezig op de industrietop.
Minister-president, ik was net iets te laat – mijn trein had vertraging, dat is niets speciaals in dit land – maar ik heb nog net gehoord dat u ook sprak over de Europese industrietop. Als ik goed ingelicht ben, met name door de kranten, is dat morgen en overmorgen, op 17 en 18 april. Er zijn uiteraard heel wat vragen vanuit de industrie naar Europa toe, over een ‘level playing field’, en over het niet geven van subsidies door overheden. Laat de bedrijven, en niet de overheden, met elkaar concurreren. Dat is al een tijdje mijn stelling. Hebt u enig idee of dat element ook aan bod zal komen op die Europese industrietop? Is er kans om daar stappen vooruit te zetten, volgens u?
Voor de rest sluit ik mij aan bij wat Peter Van Rompuy naar voren heeft gebracht, en zeker als er op het federale niveau nog wat zaken geforceerd kunnen worden, zijn wij daar mee vragende partij voor.
Minister-president Jambon heeft het woord.
Mijnheer Van Rompuy, laat het duidelijk zijn: het is niet de bedoeling om alleen te evalueren. Ik heb zonet gezegd dat, naast de industrietop die we net gehad hebben, sinds 2020 ook het industrieforum bestaat. Dat gaat verder, en het zal natuurlijk de engagementen die genomen zijn op de industrietop verder onder de loep nemen, en de regering aan die engagementen houden en kijken wat we daarvoor doen. Het is dus inderdaad absoluut niet de bedoeling dat het bij loze woorden blijft of stilvalt.
Trouwens, de vijf elementen die ik heb opgenoemd zijn ook in concrete actiepunten vertaald. Die zullen dus mee opgevolgd worden in het industrieforum.
Mijnheer Muyters, het level playing field, niet enkel binnen Europa, maar ook met andere regio’s – om China niet te noemen –, is effectief een element dat we vanuit Vlaanderen op de agenda van die industrietop geplaatst hebben. Wat daaruit zal komen is moeilijk te voorspellen. Waarschijnlijk zullen er bij een eerste agendering niet meteen al doortastende dingen gebeuren, maar het is op de agenda gezet door Vlaanderen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.