Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking en Toerisme
Verslag
De heer Vanlouwe heeft het woord.
Minister-president, in de zomer van 2023, na ongeveer veertig jaar conflict en maanden van economisch en humanitair isolement vielen de troepen van Azerbeidzjan de Armeense enclave Nagorno-Karabach, Artsakh in het Armeens, binnen. Op enkele dagen vielen er honderden doden en gewonden, niet alleen militairen, maar ook heel wat burgers, zelfs kinderen. Tegelijk sloegen ongeveer 108.000 van de 120.000 Armeense bewoners die leefden in Artsakh, op de vlucht. Vaders, moeders, hele gezinnen hebben hun hebben en houden achtergelaten. Tot op vandaag is de hoofdstad Stepanakert een spookstad.
Eind september werden diverse politieke leiders van de Armeense bevolking in Nagorno-Karabach vervolgd en opgepakt. Ze werden veelal afgevoerd naar Azerbeidzjan. De bevoegdheid over de autonome regio werd ontbonden. Die is officieel geannexeerd door Azerbeidzjan. Voor sommigen, de Azeri en het andere vijandige buurland Turkije, was dat het einde van het conflict, dat eigenlijk al jaren aansleept, maar het is allesbehalve een gewenste oplossing. Er was eerst de humanitaire crisis, er zijn meerdere oorlogen geweest, en nu is er eigenlijk sprake van een etnische zuivering, waarbij de regio dan nog getransformeerd werd in een verlaten, desolaat gebied. Het autoritaire regime van Azerbeidzjan heeft, samen met Turkije, al meerdere malen duidelijk gemaakt territoriale ambities te koesteren met betrekking tot delen van de Armeense republiek. Wat staat er ons dus nog te wachten?
We hebben ons hier meermaals gebogen over dit conflict. In onze resolutie van oktober riepen we met het Vlaams Parlement in een politieke dialoog de Europese Commissie op om de Armeense bevolking en vluchtelingen te steunen en de diplomatieke druk op Azerbeidzjan hoog te houden. Op 26 oktober drong de Raad ook aan op nieuwe steun aan Armenië en het opnieuw aanvatten van de dialoog tussen Azerbeidzjan en Armenië.
Op 13 november verhoogde de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid het aantal medewerkers van de Europese Unie voor de civiele samenwerking tussen de Europese Unie en Armenië. Ook breidde hij de Europese missie uit die instaat voor het monitoren van de grens tussen Armenië en Azerbeidzjan. Op 8 december kwam er ook een soort milde detente tussen de partijen. Er waren maatregelen van vertrouwen, waaronder het vrijlaten van politieke gevangenen. Toch waren er ook spanningen. Zo zijn er zelfs Franse diplomaten uitgewezen uit Azerbeidzjan. Ook spreekt Azerbeidzjaans president Aliyev nog steeds oorlogstaal. Hij beschuldigde onder meer Frankrijk van het aanwakkeren van het conflict.
Begin januari gaf de Europese Commissie een antwoord op onze politieke dialoog. Hoge vertegenwoordiger Borrell geeft aan dat er een reactie moet komen van de Europese Unie. De rechten en vrijheden van de Armeniërs moet gegarandeerd worden, ook voor de Armeniërs die willen terugkeren naar Nagorno-Karabach. We mogen niet vergeten dat nog steeds meer dan honderdduizend mensen uit hun steden en dorpen verjaagd zijn. De hoge vertegenwoordiger stelde ook dat er een toegang moet zijn voor humanitaire steun en dat er een permanente internationale aanwezigheid zou kunnen worden gegarandeerd.
We stellen echter vast dat daar heel weinig gevolg aan wordt gegeven. Er zijn andere conflicten in de wereld die ook bijzonder erg zijn, zoals Gaza en Oekraïne, maar ik stel vast dat dit conflict, waarbij er ook sprake is van vele doden en van een etnische zuivering, amper aandacht krijgt. Wij, en ook andere landen, hebben gewezen op een internationaal onderzoek naar de militaire operaties en de etnische zuivering door de Republiek Azerbeidzjan. Daar wordt geen gehoor aan gegeven. Er is dringend een oplossing nodig. Meer dan honderdduizend Armeniërs zijn ontheemd en verjaagd van hun thuisland. De hoofdstad is momenteel een spookstad, zoals ik al zei.
Er is ondanks een tijdelijk staakt-het-vuren nog steeds een sluimerend gevaar voor het hervatten van het geweld in de regio nadat onder meer grenswachters werden gedood door Azerbeidzjaanse militairen. Iedereen die er geweest is, weet hoe gevaarlijk de situatie daar is. Als men nog maar Nagorno-Karabach gaat bezoeken, komt men terecht op een zwarte lijst en is men persona non grata omdat men het land heeft bezocht.
Minister-president, hebt u bijkomende informatie over het conflict? Zal de Vlaamse Regering de Europese Commissie en de hoge vertegenwoordiger, de heer Borrell, herinneren aan de vragen die niet zijn beantwoord, met name de oproep voor een internationaal onderzoek waarbij de militaire operaties door Azerbeidzjan en de etnische zuivering van de Armeniërs uit Nagorno-Karabach worden onderzocht? Is de Europese Commissie bereid om economische relaties te gebruiken als hefboom om een duurzame oplossing te bekomen? Ik wijs er onder meer op dat wij Russisch gas krijgen via Azerbeidzjan. De Europese Unie heeft een deal afgesloten met Azerbeidzjan voor de levering van gas. Dat blijkt uiteindelijk Russisch gas te zijn. Op die manier ontwijkt Rusland de sancties van de Europese Commissie en doet de Europese Unie alsof er niets aan de hand is. Welk gevolg wordt er gegeven aan onze resoluties, onze aanbevelingen die gedaan zijn in de politieke dialoog?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Mijnheer Vanlouwe, zoals u stelt, blijft de situatie in Nagorno-Karabach schrijnend. Meer dan honderdduizend etnische Armeniërs zijn inmiddels uit de regio verdreven. Om deze mensen te blijven steunen, hebben Commissievoorzitter Von der Leyen, de hoge vertegenwoordiger Borrell, de Amerikaanse buitenlandminister Blinken en de Armeense premier Pasjinjan op 5 april jongstleden in Brussel vergaderd. Ze hebben er hun steun voor de soevereiniteit, democratie, territoriale integriteit en sociaal-economische veerkracht van Armenië uitgesproken.
Concreet heeft de EU een steunpakket in de vorm van een weerbaarheids- en groeiplan ter waarde van 270 miljoen euro aan Armenië toegekend voor de periode 2024-2027. De Verenigde Staten zullen eveneens 65 miljoen dollar vrijmaken voor hulp aan het land. Hierbij hopen de EU en de VS om de samenwerking met Armenië uit te breiden en het land veerkrachtiger te maken. Door in te zetten op politieke hervormingen, economische ontwikkeling en humanitaire steun zal de westerse steun bijdragen aan de langetermijnbehoeften van de vluchtelingen en de ontheemden uit Nagorno-Karabach.
Ik ga uw twee andere vragen samen beantwoorden. Zoals ik in het verleden in deze commissie heb aangegeven, steunt de Vlaamse Regering de vredesgesprekken tussen Armenië en Azerbeidzjan. In februari jongstleden hebben de Azerbeidzjaanse president en de Armeense premier elkaar ontmoet in Duitsland en aangegeven de vredesbesprekingen te willen voortzetten. Dit is een hoopvol signaal voor meer stabiliteit in de regio.
Wat betreft de resoluties waarnaar u verwijst, stel ik vast dat die geen vragen stellen aan de Vlaamse Regering. Eurocommissaris Sefcovic en de hoge vertegenwoordiger Borrell hebben de vragen van het Vlaams Parlement aan de Europese Commissie beantwoord per brief op respectievelijk 20 oktober en 20 december 2023.
De heer Vanlouwe heeft het woord.
Minister-president, dank voor uw antwoord. Het is inderdaad een positieve zaak dat er financiële steun is. Natuurlijk hoop ik ook dat er druk wordt gezet op vijandige landen zoals Azerbeidzjan want geld alleen zal het conflict niet oplossen. Ik hoop dan ook dat er uiteindelijk toch wel de nodige druk kan worden gezet om dat internationaal onderzoek te doen naar de militaire operaties van Azerbeidzjan maar dus de etnische zuivering. Hier is daadwerkelijk een bevolkingsgroep wegens de etnie gedwongen om te verhuizen nadat er eerst militaire aanvallen gebeurden. Ik stel vast dat het ene conflict het andere niet is en dat men soms – dat is uiteraard geen verwijt aan de Vlaamse Regering – voor het ene conflict de ogen sluit en dat er zeer veel aandacht is voor een ander conflict.
Ten slotte wijs ik nog op iets heel recents, namelijk gisteren. Blijkbaar is er ook een procedure aangespannen voor het Internationaal Gerechtshof van de Verenigde Naties in Den Haag. Laten we hopen dat daar misschien een oplossing kan worden gevonden. Ik denk dat onder meer Armenië de argumentatie van etnische zuivering en tegelijkertijd van discriminatie bovenhaalt.
Ik heb geen specifieke vragen meer, maar ik wilde dat nog aanbrengen in het debat.
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Ik wil uiteraard ook even tussenkomen, omdat de situatie daar heel schrijnend blijft. Ik deel de mening van collega Vanlouwe wel dat het niet de bedoeling mag zijn dat dit conflict ondergesneeuwd zou raken omdat we geopolitiek met meerdere conflicten geconfronteerd worden. Dat is zeker onze bedoeling niet. Het is goed – u haalde dat zelf aan – dat Armenië en Azerbeidzjan rond de tafel gaan zitten en dat wordt gekeken naar een vredesverdrag, maar we blijven natuurlijk zitten met al die mensen op het terrein die in een heel penibele situatie zitten. Er moet heel dringend humanitaire hulp zijn. Het is dus goed dat die financiële middelen er zijn. Ik hoop dat ze snel op de juiste plaats terechtkomen. Dat delen we dus. We weten ook dat Armenië steeds meer naar ons, naar de Europese Unie, naar het Westen kijkt als bondgenoot. We moeten daar dus ook volop op inzetten. Ik dacht ook dat zij bijvoorbeeld denken aan een toetreding tot de Europese Vredesfaciliteit.
Minister-president, bent u daarvan op de hoogte, en wat is uw houding ten opzichte van die versterkte samenwerking? Gaan we dat ook proactief steunen?
De heer Deckmyn heeft het woord.
Bedankt voor de vraagstelling. De situatie is uiteraard schrijnend. Ik wil mij zeker aansluiten bij de twee vorige sprekers. We hebben hier al heel veel debatten en discussies hierover gehad, en ook resoluties goedgekeurd. Het conflict in Nagorno-Karabach was eigenlijk de kroniek van een aangekondigde dood. Door de geopolitieke ontwikkelingen van de jongste jaren was de tijd eigenlijk rijp voor Azerbeidzjan om met de steun van Turkije Artsakh te veroveren. Daarbij kan alleen worden vastgesteld dat we eigenlijk geconfronteerd worden met een voldongen feit. De vlucht van meer dan honderdduizend Armeniërs uit Nagorno-Karabach, uit Artsakh is een feit en de hoofdstad Stepanakert is een verlaten, desolate hoofdstad geworden. Een van de zaken die ik hier in het verleden al aankaartte, niet alleen specifiek in deze context, maar ook in een andere context, naar aanleiding van de oorlog in Oekraïne, is dat er Russisch gas via Azerbeidzjan naar het Westen komt. De vraag is of dat misschien als drukkingsmiddel kan worden gebruikt vanuit Europa, en of Vlaanderen daar eventueel binnen Europa op kan wijzen. De dialoog bevorderen tussen Armenië en Azerbeidzjan is immers natuurlijk van groot belang. We moeten alle mogelijke middelen gebruiken om daar tot een vreedzame oplossing te komen en ervoor te zorgen dat wat is gebeurd, voor een stuk ongedaan kan worden gemaakt. Ondertussen zouden Armenië en Azerbeidzjan blijkbaar on speaking terms zijn, als ik het zo mag zeggen. Dat is al iets. Het probleem blijft echter dat dit conflict in de schaduw van andere conflicten blijft, zoals dat in Oekraïne, dat in Israël enzovoort. Iedereen weet dat. Armenië zit nu in een moeilijke situatie en heeft uiteraard alle mogelijke steun nodig. Het is bekend dat Armeniërs goed kunnen lobbyen overal in de wereld, maar nu zitten ze echt wel met een probleem, en dat is uiteraard jammer. De Armeniërs verdienen een beter lot. Ik hoop dat we met zijn allen hun situatie kunnen verbeteren.
Minister-president Jambon heeft het woord.
Dank u wel. Wat de European Peace Facility (EPF) betreft, ken ik de jongste stand van zaken niet. Maar we zullen dat doorgeven, om het aan het verslag toe te voegen. Verder deel ik natuurlijk de bezorgdheden van de collega’s.
De vraag om uitleg is afgehandeld.