Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
De heer Maertens heeft het woord.
Op 20 maart 2024 was er opnieuw een staking van de buschauffeurs van De Lijn in Antwerpen. Zij vinden dat er te veel bussen defect zijn, en dat er te weinig technisch personeel is om deze afdoende te herstellen zodat de rit kan verlopen zoals gepland. Uit West-Vlaanderen, uit Kortrijk en Brugge, bereiken mij gelijkaardige signalen waarbij ochtenddiensten niet kunnen uitrijden omdat bussen defect zijn. Heel specifiek wordt daar verwezen naar een heel aantal elektrische bussen.
Minister, uit het antwoord op mijn schriftelijke vraag nummer 606 blijkt dat er nog steeds een tekort is aan chauffeurs, maar ook aan technici.
Vandaar vond ik het nuttig om hierrond volgende vragen te stellen.
Hoe beoordeelt u de inspanningen van De Lijn om technici aan te werven? Hoeveel vacatures zijn er momenteel en wat is de verwachting voor 2024? Hoeveel vacatures verwacht men ingevuld te krijgen?
Kunt u een overzicht geven van hoeveel bussen op dit moment defect zijn en niet kunnen uitrijden? Is dit een algemeen probleem, of zijn er uitschieters per operationeel gebied of stelplaats? Zijn er bepaalde tendensen te ontwaren?
Ik heb er al naar verwezen: is er effectief een significant verschil tussen de problemen met oudere dieselbussen en nieuwe elektrische bussen? Dat zijn de signalen die ik krijg, maar ik had hierover graag wat meer objectieve informatie.
Minister Peeters heeft het woord.
Dank u wel, mijnheer Maertens, voor uw vragen. Ook hier liever geen stakingen, ook niet omtrent de vloot of omtrent een gebrek aan personeel. Liever sociale vrede in het belang van de reiziger.
Wat betreft de inspanningen van De Lijn om technici aan te werven en de vraag rond de vacatures, kan ik u meegeven dat De Lijn volop inzet op de rekrutering. Zij kampt echter ook met krapte op de arbeidsmarkt. In sommige regio's, vooral in het Mechelse, is het toch wel een groot probleem om mensen met de nodige technische kennis aan te werven. Daar zit men, zo zegt De Lijn, zeker niet op het verwachte resultaat.
Anderzijds geeft De Lijn ook duidelijk mee dat zij deze week nog een nieuwe rekruteringscampagne heeft opgestart. Zeker in de regio’s met een grote krapte start ze een nog intensievere campagne. Wat dat betreft blijft ze daar dus volop op inzetten. Ze gaat ook, onder andere, contacten leggen met schoolverlaters en aanwezig zijn op jobexposés. Ze gaan sollicitatietrainingen geven om zodoende de pool van mogelijke kandidaten te kunnen vergroten. We hebben het hier ook al meermaals aangegeven: De Lijn zet zichzelf als aantrekkelijke werkgever ‘in the picture’ om het tekort aan personeel zo snel mogelijk weg te werken. Op dit ogenblik zijn er 67 openstaande vacatures bij De Lijn. Daar probeert men zo snel mogelijk te zorgen dat daar een en ander wordt bijgebeend.
Wat betreft de voertuigen, kan ik antwoorden dat, zoals u weet en meermaals is gezegd, er de twee voorgaande legislaturen veel bespaard werd op De Lijn. Er is weinig geïnvesteerd in de vloot, met als gevolg dat we nu een fel verouderde vloot hebben. We proberen dat deze legislatuur weg te werken door enerzijds extra investeringsmiddelen te geven aan De Lijn, en anderzijds ook door volop in te zetten op de vergroening van de vloot. Ook daar knelt het schoentje. Een aantal bussen zijn defect omdat ze te oud zijn.
Daarbij komt dat er te weinig technisch personeel voorhanden is om de bussen die defect zijn maar misschien niet te oud zijn, te herstellen. Men heeft natuurlijk het juiste personeel nodig. We denken wel dat dat in de toekomst kan worden bijgebeend indien we bijkomend technisch personeel kunnen aanwerven en anderzijds ook de vergroening van de vloot volop kunnen doorzetten. U weet dat elektrische voertuigen veel minder onderhoud nodig hebben dan dieselbussen die al tien of twaalf jaar oud zijn – dat is de gemiddelde levensduur van de huidige bussen. Dat speelt dus allemaal, maar alleszins is daar vooruitgang vast te stellen.
Op uw derde vraag of er een significant verschil is tussen de problemen met de dieselbussen en de nieuwe elektrische bussen, kan ik antwoorden dat De lijn aangeeft dat de leeftijd van de voertuigen de meest determinerende factor is in de betrouwbaarheid van de vloot. Het zijn vooral de oudere dieselbussen die zorgen voor een grotere uitval. Daar moet het nodige personeel worden ingezet om ervoor te zorgen dat die bussen zo snel mogelijk gerepareerd en hersteld worden.
De zeer oude bussen willen we zo snel mogelijk uitfaseren. Die uitfasering, dat is al meermaals aan bod gekomen, van de Euro 3- en Euro 4-bussen is echter gekoppeld aan de introductie van de nieuwe elektrische bussen, en daar zit bij de fabrikanten, zoals geweten, ook wel wat vertraging. Er zijn minder problemen met de elektrische bussen. De problemen situeren zich bij de levering. Er zijn wel mankementen met de hybride bussen. Daarover is De Lijn met de leveranciers in regelmatig overleg. Men kijkt daar ook naar de waarborgen die gegeven zijn. In ieder geval is men in overleg met de leveranciers van de hybride bussen.
De heer Maertens heeft het woord.
Dank u voor uw antwoord, minister. U hebt een aantal dingen duidelijk gesteld, andere iets minder. U spreekt over 67 vacatures. Ik neem aan dat dat dan gaat over de technici en niet de algemene vacatures, waar ook chauffeurs en dergelijke bij zitten. Mocht dat anders zijn, dan vraag ik graag nog een rechtzetting of verduidelijking daarover.
Twee, als het dan gaat over welke bussen het vaakst defecten opleveren, dan blijken dat dan toch die oude dieselbussen te zijn. En inderdaad, ik denk dat we daar wel een verstandig vervangingsbeleid moeten voeren. We zijn daarmee bezig, de middelen zijn daar nu ook meer dan voorheen voorzien. Ik denk dat dat belangrijk is, maar de essentie blijft natuurlijk het tekort aan technici. Als je dat hoort, dan blijkt dat toch elke keer opnieuw. U zegt zelf dat het vooral in de regio Mechelen een probleem is.
Van Hool kwam gisteren ook opnieuw ter sprake in de plenaire zitting. Het toekomstperspectief daar is natuurlijk niet goed. Men gaat daar richting een faillissement normaal gezien, wat dan ook weer jobverlies zal opleveren voor verschillende mensen. Het is misschien moeilijk om het daarover te hebben in deze context, maar misschien is net dat ook een opportuniteit, niet alleen voor bedrijven in de regio, in de onmiddellijke regio – daar hebben we in de media al veel over gelezen –, maar ook voor De Lijn , denk ik. Als we spreken over de regio Mechelen, dan liggen Koningshooikt en Lier niet veraf. Misschien zijn er opportuniteiten om goede technici aan te werven, mensen die het anders wat moeilijker zullen hebben. Mensen met wat meer ervaring, ik zal het zo uitdrukken, die vanwege hun leeftijd moeilijker aan een andere job geraken elders. De Lijn kan daar echt wel een opportuniteit in zien, denk ik.
Ik vraag dan ook aan u of daar specifiek naar gekeken wordt? Er is een algemene campagne, maar misschien moeten we ook echt wel heel gericht kijken richting Van Hool.
Minister Peeters heeft het woord.
Misschien nog eventjes ter verduidelijking: die 67 vacatures staan open voor technici voor heel Vlaanderen. In die zin probeert De Lijn dus uiteraard om zo snel mogelijk mensen te rekruteren, door – zoals ik al zei – naar al die jobexpo’s te gaan en in de picture te komen als een aantrekkelijke technische werkgever. Dat gaat dus vooral over die technici.
Het grootste tekort is er natuurlijk, zoals ik daarstraks ook al zei, in de regio Mechelen. Door het feit dat de vloot verouderd is, zijn daar ook sneller defecten en daarom moet men daar ook meer herstellingen uitvoeren en is er dus die nood aan die technici.
Als er bij Van Hool dan toch een faillissement moet komen, al denk ik dat we niet moeten vooruitlopen op de feiten, dan hopen we uiteraard alsnog dat er een doorstart mogelijk is. U weet dat wij bij De Lijn heel wat bussen van Van Hool hebben. Er zijn een achthonderdtal bussen van Van Hool en ik denk zo’n 1200 van VDL. Voor die bussen hebben we nog onderhoudscontracten en dergelijke meer. U verwijst ernaar dat daar heel wat technici zijn. Ja, maar anderzijds zullen we ook toekomstgericht nog veel onderhoud aan onze – ook recentere – bussen nodig hebben, dus we hopen alleszins dat daar al dan niet een doorstart mogelijk is. Ik denk dat iedereen dat hoopt. Zo kan men sowieso ook in de toekomst verder een beroep doen op de diensten van de firma.
Kortom, we blijven het zeker opvolgen. De uitfasering van de oude voertuigen moet zo snel mogelijk. Dat doen we door investeringen, die 120 miljoen euro die we extra aan De Lijn gegeven hebben jaarlijks, om in het kader van het openbaredienstencontract (ODC) zo snel mogelijk die uitfasering van de oude bussen mogelijk te maken. Daarnaast blijft De Lijn ook volop inzetten op de rekrutering van nieuwe technici, maar uiteraard ook nieuwe chauffeurs.
De heer Maertens heeft het woord.
Bedankt voor uw aanvullingen, minister. Inderdaad, die 67 vacatures zijn over heel Vlaanderen. Dan had ik dat goed begrepen.
Wat Van Hool betreft, wil iedereen uiteraard dat dat bedrijf verder kan leven en leveren in de toekomst, dat het actief blijft en dat daar een doorstart komt. Alle berichtgeving daarover spreekt toch ook over een doorstart die, als hij er komt, gepaard gaat met heel wat afvloeiingen, met heel wat ontslagen. Ik denk dus dat daar toch een opportuniteit zit: mensen met ervaring, mensen met kennis van zaken, zeker als het gaat over bussen. Dan is dat misschien, of is dat zeker, een opportuniteit die we vanuit De Lijn, vanuit de Vlaamse overheid, met beide handen moeten grijpen. Niet alleen om onszelf te helpen, om De Lijn te helpen, maar ook om die mensen een degelijke job te blijven aanbieden.
De vraag om uitleg is afgehandeld.