Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Vraag om uitleg over de correcte verkeersinformatie in navigatiesystemen
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
Mevrouw Moors heeft het woord.
Minister, naar aanleiding van een parlementaire vraag van collega Meuleman blijkt dat lokale besturen niet alle gewijzigde verkeerssituaties correct doorgeven. Bepaalde wijzigingen worden ingevoerd in de verkeersbordendatabank, andere komen in de IRGN-databank (Interactieve Reglementen Gelinkt Notuleren) terecht. Andere wijzigingen worden niet doorgegeven. Het resultaat hiervan is dat weggebruikers die gebruik maken van navigatiesystemen op de verkeerde informatie vertrouwen. In een reactie liet u weten dat de problemen tegen 2025 van de baan zouden moeten zijn. Tegen dan moet IRGN gekoppeld zijn aan de verkeersbordendatabank.
Mijn vraag voor u, minister, is de volgende: Hoe wilt u ervoor zorgen dat weggebruikers, in afwachting van een geïntegreerde databank, steeds op de hoogte zijn van gewijzigde verkeerssituaties?
De heer Bex heeft het woord.
Minister, voor ik mijn vraag start, wil ik hulde brengen aan Elisabeth Meuleman, die dit dossier aan de oppervlakte heeft gebracht. Ik heb haar beloofd dat ik haar zou vermelden, dat is bij deze gebeurd.
Zij stelde inderdaad vast dat de stad Oudenaarde twee jaar geleden al beslist heeft om in een aantal woonstraten geen vrachtverkeer meer toe te laten. Dat is iets dat we kunnen toejuichen, maar er wordt vastgesteld dat er ook nu nog regelmatig vrachtwagens passeren. Er staan wel verkeersborden, maar hun navigatiesysteem stuurt hen toch die richting uit. Dit is geen alleenstaand geval. Er zijn tal van gewijzigde verkeerssituaties die bestuurders niet te zien krijgen op het scherm van hun gps omdat ze vaak niet in de databanken gestopt worden die de aanbieders van navigatiesystemen gebruiken om hun wegenkaarten up-to-date te houden.
Uit uw antwoord op een schriftelijke vraag van collega Meuleman, blijkt dat dit komt omdat slechts 129 gemeenten nieuwe situaties rechtstreeks in de verkeersbordendatabank ingeven. Een ander deel doet dat niet, omdat het te veel werk veronderstelt of omdat ze niet geloven in het systeem. Alle lokale besturen zijn wel verplicht om de Vlaamse overheid op de hoogte te brengen van nieuwe situaties, maar die komen in een andere databank terecht – IRGN – die niet gekoppeld is aan de verkeersbordendatabank. Zoals collega Moors al zei, zouden tegen 2025 de problemen echter van de baan moeten zijn. Tegen dan moet de IRGN gekoppeld zijn aan de verkeersbordendatabank. Ondertussen blijven weggebruikers wel verstoken van alle juiste verkeersinformatie, met alle risico’s voor de verkeersveiligheid van dien.
Mijn vragen aan de minister zijn de volgende.
Hoe komt het dat zoveel gemeenten de data niet ingeven in de verkeersbordendatabank?
Welke stappen hebt u gezet om de IRGN te koppelen aan de verkeersbordendatabank?
Wat is de stand van zaken inzake die koppeling? Hoe wilt u verzekeren dat deze koppeling er effectief komt, en wanneer zal dat het geval zijn?
Zult u steden en gemeenten in afwachting aanmoedigen, of zelfs verplichten, om de wijzigingen onmiddellijk zelf door te voeren?
Ik neem aan dat de lijst van gemeenten die de wijzigingen doorvoeren, bij u bekend is, aangezien u hebt verwezen naar die 129 gemeenten. Kunt u de lijst van deze gemeenten ter beschikking stellen van het parlement?
Minister Peeters heeft het woord.
Dank u wel voor de vragen, collega's. Ik denk dat het de eerste keer is dat we het hebben over de verkeersbordendatabank. Zoals de heer Bex zegt, hebben we inderdaad enerzijds een verkeersbordendatabank waar alle lokale besturen al hun verticale signalisatie kunnen inbrengen via een webtoepassing. Anderzijds is er een databank waar de aanvullende reglementen kunnen worden opgenomen. De twee systemen staan los van elkaar.
Wat betreft de verkeersbordendatabank, waarover mevrouw Meuleman een vraag heeft ingediend en verkeerdelijk de conclusie trok dat dit de volledige verantwoordelijkheid is van de Vlaamse overheid, is het duidelijk dat het aan de lokale besturen is om hun wijzigingen in de verkeersbordensignalisatie te melden in de verkeersbordendatabank en in de webtoepassing. Dat is tot op heden geen verplichting. Hierdoor, en doordat het niet afdwingbaar kan worden gemaakt, stellen we inderdaad vast dat lokale besturen dat niet doen. Het is vaak een extra taak en veelal komt men daar vanwege workload of vergetelheid niet toe. Specifiek voor Oudenaarde heeft het stadsbestuur contact met ons kabinet genomen om te vragen wat precies moet gebeuren.
Onbekend is onbemind, ik denk dat daar het schoentje een beetje wringt. Alleszins zal de Vlaamse overheid alles op alles zetten om de steden en gemeenten nog meer te motiveren, en informatie te geven omtrent die databank. Men deed dat reeds in het verleden via workshops. De website is zeer toegankelijk en er zijn opleidingen en een helpdesk. Bijkomend worden er ook jaarlijks infosessies georganiseerd, onder andere door de Vlaamse Stichting Verkeerskunde (VSV), over het opstellen van aanvullende reglementen, begeleid door een medewerker van het Departement Mobiliteit en Openbare Werken (DMOW). Deze zijn specifiek gericht naar de mobiliteitsambtenaren die hier verder mee aan de slag kunnen gaan.
Bijkomend tracht men sowieso om een aantal projecten op te starten, samen met het Agentschap Binnenlands Bestuur (ABB), om te komen tot een integratie van de databanken, dus zowel die van de verkeersreglementen als die van de verticale signalisatie. Dit omdat een betere datakwaliteit toch wel van groot belang is, enerzijds voor de weggebruikers, maar zeker ook in het kader van de verkeersveiligheid. Dit project zal dan ook zorgen voor een optimalisatie van de processen. Het doel is om de verkeersborden in te laten voeren in de databanken door de lokale wegbeheerders, om dat nog eens extra aan te moedigen en te vergemakkelijken.
In het najaar van 2025 worden de resultaten van dat integratieproject verwacht. Nu wordt er dus zoveel mogelijk gesensibiliseerd en aangemoedigd om daarop in te tekenen. Men zal in 2025 dan ook de resultaten van dat project in kaart brengen.
Tot slot is het ook nog van belang om te benadrukken dat de Vlaamse overheid slechts de open data aanbiedt, maar verder niet betrokken is bij de verwerking door de private bedrijven, zoals onder meer de navigatiesystemen – denk aan Google Maps, TomTom en Waze. Als er wijzigingen komen, geven we de lokale besturen de boodschap om dat best ook telkens aan die navigatiesystemen door te geven. Dat heb ik zelf ook al vanuit het lokaal niveau moeten doen. Daarnaast moeten die systemen van de bestuurders uiteraard ook steeds up-to-date gehouden worden. Je moet regelmatig het systeem updaten waarmee je je laat navigeren, om zodoende ook de meest recente informatie te hebben.
Tot slot, mijnheer Bex, wat betreft de 129 gemeentes die er op dit ogenblik wel al mee aan de slag zijn geweest. Ik heb die lijst nu niet bij, maar ik zal die opvragen bij de administratie. Ik neem aan dat men die wel degelijk heeft en dan kan die ook ter beschikking gesteld worden (zie bijlage).
Mevrouw Moors heeft het woord.
Dank u voor uw uitgebreide antwoord, minister. Ik heb niet onmiddellijk een bijkomende vraag. Het is inderdaad zo dat kleinere gemeenten, waarschijnlijk vanwege de workload, het nalaten om die update te doen, niettegenstaande we er allemaal toch wel van overtuigd zijn dat het cruciaal is. Iemand die vertrouwt op zijn gps-toestel en dan moet vaststellen dat de weginfrastructuur op een bepaalde locatie gewijzigd is, vindt dat natuurlijk niet aangenaam. Dat kan leiden tot onnodige boetes of onnodige onveilige situaties, dus daar moet zeker aan gewerkt worden.
Ik hoor dat u in het najaar van 2025 een eerste evaluatie verwacht van de koppeling. We kijken daarnaar uit, maar nogmaals, ik denk dat er toch wel een bijkomende sensibilisering kan gebeuren. Vooral de kleinere gemeentes moet men aanzetten om de nodige info te geven, in het belang van de eigen weggebruikers van hun eigen grondgebied.
De heer Bex heeft het woord.
Dank u wel, minister. Ik neem ervan akte dat we die lijst van gemeenten zullen krijgen. Ik wil even abstractie maken van uw terechte opmerking met betrekking tot die navigatiesystemen: dat moet worden geüpdatet, men moet daar zorgen dat de informatie up-to-date is. Maar de rest van uw antwoord, daar moet ik eerlijk van zeggen dat dat allemaal redelijk kafkaiaans klinkt.
De gemeenten voeren wijzigingen uit aan de verkeersreglementering en de manier waarop dat dan in die databanken terechtkomt. Daar hangt toch wel een zeer grote flou artistique rond. Als je nu bijvoorbeeld in je dorpskern een zone 30 organiseert, of je gaat zoals hier in het voorbeeld het vrachtverkeer in bepaalde straten verbieden, wat voor zin heeft dat dan als dat niet doorkomt in de databanken? Wat voor zin heeft dat als dat zelfs in die gps-systemen die het wel correct opvolgen, niet in die systemen terechtkomt? Ik had gedacht dat dat een fout van het verleden was en dat het tegen 2025 opgelost gaat zijn, maar nu spreekt u toch eerder over een project dat we gaan evalueren, enzovoort.
Voor mij is dat eigenlijk heel helder: een gemeente die een wijziging doorvoert, moet ervoor zorgen dat die wijziging in een systeem komt en dat dat uiteindelijk correct geregistreerd wordt. En dan is het toch wel mijn vraag hoe dat uiteindelijk gaat gebeuren. Als ik het goed begrijp, blijft het afhangen van de capaciteit en de welwillendheid van de gemeenten om dat te doen, en is er nog geen perspectief op die integratie en op het feit dat dat wel zal worden doorgevoerd. Kunt u dat toch nog wat verduidelijken? Ik snap het misschien niet goed, maar ik zie nog geen grote wijzigingen die zullen zorgen dat dit in de toekomst niet meer kan gebeuren. Ik hoop dat ik mij vergis en dat u dat kunt verduidelijken.
Minister Peeters heeft het woord.
Ik wil dat zeker nog eventjes verduidelijken, mijnheer Bex. Het is op dit ogenblik geen verplichting. Het is aan de lokale besturen om het initiatief te nemen om het effectief in te voeren. En ik denk ook wel dat zij het belang ervan moeten inzien. Want opnieuw: we weten allemaal dat de meerderheid rijdt op navigatiesystemen, dat velen wat betreft verkeersborden door de bomen het bos niet meer zien. Het is belangrijk dat, als men een wijziging doorvoert, bijvoorbeeld een zone 30, men dat ook doorgeeft aan de verkeersbordendatabank, opdat het automatisch wordt gecapteerd door al die digitale navigatiesystemen.
In principe zou je dus zeggen: op een moment dat een lokaal bestuur of een gemeenteraad een beslissing neemt en de borden gaat zetten, moet het ook even nadenken om het in de digitale tool te zetten. Ik zie dat niet als een kafkaiaanse toestand. Ik zie dat eerder als een heel nuttige toestand, want daardoor hebben de navigatiesystemen automatisch de juiste informatie, en we weten dat heel veel mensen rijden met die navigatiesystemen.
Wat is de bedoeling? Op dit ogenblik doen 129 van de ruim driehonderd lokale besturen het al. Dat is dus al goed. De anderen is men continu aan het motiveren en sensibiliseren, cursussen aan het geven, om aan te tonen hoe eenvoudig het is om elke wijziging door te geven in die verkeersbordendatabank.
Specifiek in Oudenaarde ging het om een tonnagebeperking. Als je wilt dat die tonnagebeperking wordt afgedwongen en overal in de gps-toestellen wordt gemeld, dan geef je het best ook in in die tool. Ik zeg het: Oudenaarde heeft al contact opgenomen. Ik denk dat het daar eerder onwetendheid dan onwil was. Kafkaiaans wil ik het ook niet noemen, want het is eigenlijk heel eenvoudig in te geven in het systeem, maar men moet gewoon de reflex hebben om het te doen.
Als het dan over die evaluatie gaat: men is aan het kijken hoe het nog eenvoudiger kan. Daar heeft het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV), samen met een aantal lokale besturen en Digitaal Vlaanderen, een project opgezet om te kijken hoe men nog meer kan automatiseren en meer gericht op inzetten. Dat is een project waar verschillende partners aan samenwerken, en waarvan men tegen eind 2025 de resultaten verwacht.
Mocht dat eerder kunnen … U zegt zelf dat maar recent aan het licht is gekomen dat zo weinig, of eigenlijk 50 procent van de lokale besturen, er gebruik van maakt. Opnieuw, in het belang van een goede verkeersdoorstroming en een goede naleving van alle reglementen die er zijn, denk ik dat je moeilijk kunt verwachten dat de Vlaamse overheid voor elke gemeenteweg moet weten waar de borden staan. Men moet dat dus niet doorgeven aan de Vlaamse overheid, maar men geeft het wel best in de verkeersbordendatabank in zodat het voor alle navigatiesystemen duidelijk is.
Ik noem dat geen kafkaiaanse toestand. Het is eerder een tool om het voor iedereen makkelijker te maken. Het is echt niet zo omslachtig om er werk van te maken, maar het moet nog wat meer in de bekendheid gebracht worden. Ik denk dat we vooral daarop focussen.
Ik ga in op uw vraag om lokale besturen te verplichten om het te doen, en de bedenking rondom kleine lokale besturen en de workload. Ik denk dat er meer workload zit in het maken van een verkeersreglement en die agenderen op de gemeenteraad, en het plaatsen van verkeersborden, dan in het aanmelden op de verkeersdatabank. Ik denk dat we daarop de aandacht moeten vestigen, en dat we alle lokale besturen wakker moeten maken om er gebruik van te maken. In het kader van die navigatiesystemen kan het bijdragen aan meer verkeersveiligheid, en een duidelijke sturing van het verkeer conform de nieuwe wijzigingen die zijn doorgevoerd.
Mevrouw Moors heeft het woord.
Dank u, minister. Ik ben er samen met u van overtuigd dat we aandacht moeten blijven vragen van de lokale besturen, zodat ze, na het vele werk dat een aanpassing van het politiereglement vraagt en de borden die geplaatst moeten worden, als afsluitende actie die oplading in de verkeersbordendatabank doen. Ik denk dat het heel belangrijk is dat de mensen die toegang hebben tot de wegen van hun eigen grondgebied, weten of hun navigatiesysteem up-to-date is. De lokale besturen kunnen daar een grote bijdrage aan leveren. Ik doe dus een warme oproep aan de lokale besturen, van grote of kleine gemeenten of van steden, om die afsluitende actie inderdaad te doen na het afleveren van het politiereglement via de gemeenteraad, en dus toch ook een oplading in de verkeersbordendatabank te doen.
De heer Bex heeft het woord.
Minister, u hebt mij een beetje verkeerd begrepen in wat ik bedoelde met kafkaiaanse toestanden. Ik vind het niet kafkaiaans dat een gemeente iets moet ingeven in een digitaal systeem om duidelijk te maken dat de reglementering veranderd is. Ik vind het kafkaiaans dat er daar in 2024, waar alles toch al in grote mate gedigitaliseerd zou moeten zijn, zo’n uitleg voor nodig is om uit te leggen waarom dat nog niet het geval is, en dat we de gemeenten daar niet toe verplichten. Dat is gewoon de essentie zelve om in 2024 een verkeersbeleid te voeren. We verplichten de gemeenten om dat te doen met een wijziging van hun verkeersreglement: je mag niet zomaar beginnen overal borden te zetten. Ik vind dat wij ook als Vlaamse overheid moeten zeggen aan gemeenten dat, als iets verandert, dat ook ingegeven moet worden in die databank.
Ik ga eens met collega Meuleman bekijken of wij toch in die zin niet nog een initiatief kunnen nemen. U bent blijkbaar niet van plan om zelf zo’n initiatief te nemen. Maar ik vind het eigenlijk echt de logica zelve dat alle gemeenten dat zouden moeten doen. We moeten daar niet mee wachten tot 2025, want ook in 2024 zou de digitalisering al zover moeten zijn, denk ik.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.