Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Vorige week verscheen in de pers dat zes Europese lidstaten aan de Europese Commissie vragen om niet enkel nog te werken met het one-out-all-out-principe binnen de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW). Volgens dit principe zou Vlaanderen maar één waterloop hebben die voldoet aan de doelstellingen van de richtlijn. Nieuwe indicatoren zouden meer nuance kunnen brengen dan enkel de stempels van ‘voldoende’ of ‘onvoldoende’ en ook de vooruitgang van de waterkwaliteit binnen een waterloop aangeven.
Daarnaast vragen de lidstaten ook om een duidelijke definitie op te nemen van wat achteruitgang van de toestand van water inhoudt. In Vlaanderen is er slechts één waterloop die voldoet aan de Kaderrichtlijn Water. Tegen 2027 zullen 10 procent of vijftien waterlichamen van de 195 voldoen aan de Kaderrichtlijn Water. Het gaat om een non-paper die circuleert.
De Kaderrichtlijn Water is er sinds 2000. Er werd in 2019 nog een ‘fitness check’ op uitgevoerd met grote publieke participatie. De evaluatie van deze check was positief. De boodschap van de Europese Commissie was duidelijk. KRW is een zeer belangrijke pijler van het Europees milieubeleid en moet behouden blijven in zijn huidige vorm. Het feit dat de lidstaten de gevraagde doelen niet bereiken, heeft volgens de fitness check te maken met te weinig focus en integratie op deze richtlijn in de regionale milieuwetgeving en onvoldoende budgetten, niet met de kwaliteit van de wetgeving. Kortom, de Europese Commissie stelt in haar fitness check dat er een gebrek aan politieke wil is om eraan te voldoen.
Minister, op het Watercongres in Leuven verklaarde u dat u achter de Kaderrichtlijn Water staat, maar dat u ook achter de eis staat om de kaderrichtlijn te versoepelen en zowel het het one-out-all-out-principe als het verslechteringsprincipe aan te passen. Dit zijn twee van dé grote fundamenten binnen de Kaderrichtlijn Water.
Klopt het dat u dat hebt verklaard? Mijn vraag is dan ook wat het nu is. Staat u achter de Kaderrichtlijn Water? Of probeert u er alles aan te doen om deze kaderrichtlijn te versoepelen?
Als de principes van de non-paper op Vlaanderen toegepast worden, wat zou daarvan dan de impact zijn op de beoordeling van het oppervlaktewater in Vlaanderen? Zal daarmee de gezondheid van de Vlaming en het milieu beter beschermd worden?
Welke stappen zult u ondernemen om ervoor te zorgen dat de waterkwaliteit op het terrein merkelijk verbetert, in plaats van pogingen te doen om de gezondheids- en milieueisen met betrekking tot de waterkwaliteit te versoepelen en zo de gezondheid van mens en milieu op het spel te zetten?
Minister Demir heeft het woord.
Mevrouw Schauvliege, bedankt voor de vraag. Ik hou wel niet van verzinsels, dus ik wil de puntjes op de i zetten, want daar bent u bijzonder goed in. Ik weet niet waar u vandaan haalt dat ik de kaderrichtlijn wil versoepelen. Dan heb ik de afgelopen vier jaar onterecht veel bagger over mij heb gekregen.
Ik heb bijzonder hard gewerkt op die waterkwaliteit, ondanks heel veel tegenstand die ik helaas heel eenzaam heb ondergaan, want ik heb op geen enkel moment steun gehad van gelijk welke partij in dit parlement. Ik vind het beneden alle niveau dat u hier nu komt beweren dat ik de kaderrichtlijn zou willen versoepelen. Die non-papers, die door zes Europese landen zoals Nederland, Oostenrijk, Duitsland, Denemarken, Finland en Luxemburg zijn neergelegd, komen niet van mij. Het zijn die landen die die non-papers op tafel hebben gelegd. Sta mij toe te zeggen dat Duitsland en Oostenrijk groene leefmilieuministers hebben.
Tijdens de directie-generaal Europese Zaken en Coördinatie (DGE) heeft mijn kabinet geen standpunt ingenomen over deze non-papers, maar we hebben wel gevraagd om discussies te houden om, met het oog op 2027, te kijken hoe we de doelstelling van Kaderrichtlijn Water gaan behalen, en wat de impact daarvan is op toekomstige vergunningen. Dat is eigenlijk op lange termijn nagaan welke miserie er op ons afkomt. Ik denk dat het niet meer dan normaal is dat we ons daarop voorbereiden, dus daar wil ik formeel in zijn. Ik sta achter de Kaderrichtlijn Water en het doel ervan, namelijk het beschermen en verbeteren van de waterkwaliteit.
Heel de discussie gaat natuurlijk over dat one-out-all-out-principe waarbij het nul of een is. Als ik de non-papers goed heb bekeken, dan wordt er gepleit om andere factoren waar er vooruitgang is, zichtbaarder te maken zodat dat voor heel wat actoren op het veld een soort motivatie is.
Aangezien het one-out-all-outprincipe behouden blijft – ik geef dit formeel mee – zal dit geen impact hebben op de globale beoordeling van het oppervlaktewater in Vlaanderen. Het zal wel een meer genuanceerd beeld geven met inzage voor welke parameters we al wel de milieukwaliteitsnormen halen, en voor welke parameters we extra inspanningen dienen te leveren. Die non-papers zijn dus niet door ons ingediend, die zijn door groene ministers binnen Europa ingediend. Ik denk dat het logisch is dat ik, vanuit Vlaanderen, die non-papers opvraag en kijk wat erin staat en wat er gevraagd wordt.
Ik hoop dat u stopt met leugens te vertellen. Ik denk dat ik de afgelopen vier jaar altijd mijn nek heb uitgestoken voor heel wat milieudossiers. Dat is mij door niemand in dank afgenomen, maar daarvoor doe ik het ook niet. Je moet niet in deze stoel zitten om applaus te krijgen, dan kun je beter meedoen in het theater, zangeres of balletdanseres worden, of weet ik veel, maar geen minister worden.
Waterkwaliteit ligt me nauw aan het hart. Ik verwijs naar wat ik de afgelopen jaren – en daar heb ik elke vrijdag in de Vlaamse Regering een zware strijd voor moeten voeren – heb gerealiseerd. Ik verwijs bijvoorbeeld naar de Blue Deal, waar we meer dan een half miljard euro voor hebben vrijgemaakt. Ik verwijs ook naar de stroomgebiedbeheerplannen 2022-2027 samen met het bijhorende maatregelenprogramma. Dat is voorgelegd aan de Vlaamse Regering en is ook goedgekeurd. Dat hele pakket bevat meer dan 1100 acties, waarvan het grootste deel op het vlak van waterkwaliteit.
Samen met de stroomgebiedbeheerplannen heb ik trouwens op eigen initiatief een conceptnota ‘de grote STROOMversnelling’ laten goedkeuren. Daarin worden vanuit dit erg grote pakket aan acties een reeks belangrijke klemtonen gelegd. Ik wil zo een grote stroomversnelling realiseren in de uitvoering van het maatregelenprogramma.
Een belangrijke klemtoon ligt bij de afvalwaterzuivering. Door de nieuwe samenwerkingsovereenkomst met Aquafin voor de waterzuivering, het besluit van de Vlaamse Regering (BVR) rond de saneringsplicht en het verzameldecreet water, dat vorige week in deze commissie behandeld werd, heb ik drie werven afgerond om de actoren in het waterzuiveringsbeleid te responsabiliseren.
Een ander belangrijk onderwerp waarop vooruitgang geboekt is, is ecologisch herstel. Om de gebiedsgerichte realisatie te versterken, is bij elk van de Regionale Landschappen een medewerker aangeworven die projecten uit het maatregelenprogramma en het Vlaams Adaptatieplan (VAP) versneld moet helpen uitvoeren. Ik heb bijkomende investeringsmiddelen vrijgemaakt, bijvoorbeeld voor ecologisch herstel als hermeandering of vistrappen. Daarnaast heb ik in 2023 de projectoproep ‘Levend water’ gelanceerd. Daarin zijn 28 projecten voor een bedrag van 8,8 miljoen euro geselecteerd voor lokale overheden – provincies, gemeenten, lokale actoren – om de hydromorfologie van kleinere waterlopen te verbeteren. De oproep voor 2024 is trouwens recent gelanceerd.
Intussen is binnen de administratie een programmamanagement opgezet voor de opvolging en aansturing van de stroomgebiedbeheerplannen en de conceptnota. We kijken ook al vooruit. Met een vernieuwde aanpak voor de volgende stroomgebiedbeheerplannen werken we aan sterker gedragen en uitvoerbare plannen met verdergaand engagement en eigenaarschap van alle betrokken actoren.
Ik wil ook dat deze lijn doorgetrokken wordt. Ik verwijs naar het Blue Deal-decreet dat verankerd is. Elke regering zal er dus werk van moeten maken. Hier was ook een brede steun om met een Blue Deal-legislatuurnota de structurele verankering van het waterbeleid te verzekeren. Daardoor kunnen er doelstellingen worden vastgelegd voor de verbetering van de waterkwaliteit, de vermindering van de overstromingsrisico’s en de vermindering van de waterschaarste door droogte. Daar hoort dan ook een structurele financiering bij.
Nogmaals, de Europese richtlijn is wat ze is. Ik stel vast dat uw Duitse en Oostenrijkse zusterpartijen non-papers hebben ingediend. Ik denk dat het normaal is dat ik ze opvraag en zie wat erin staat. Dat neemt niet weg, mevrouw Schauvliege, dat ik de afgelopen vier jaar mijn verantwoordelijkheid heb genomen. Ik heb het afgelopen weekend nog voor 150 miljoen euro aan rioleringswerken goedgekeurd. Het is ongezien wat we de afgelopen jaren hebben goedgekeurd aan rioleringswerken.
U kunt nooit zeggen dat iets goed is of niet goed is, alles wat ik doe is slecht. Bon, dat is uw verantwoordelijkheid. Ik denk dat de kiezer daarover zal oordelen. Ik heb altijd mijn nek uitgestoken ondanks heel veel tegenstand en ondanks heel veel weerstand, zowel in het parlement, de regering als in de samenleving, maar we doen dat voor het algemeen belang. Ik besef ook dat we er nog niet zijn. Dat betekent niet dat we de komende legislatuur niet verder moeten werken aan de werf die is opgestart. Ik denk dat het een hele grote sprong is wanneer u dat vergelijkt het verleden.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, ik hoor hier precies hetzelfde riedeltje als bij de Natuurherstelwet. Veel spierballengerol, zeggen wat Vlaanderen allemaal doet, en tegelijkertijd lobbyen achter de schermen om de boel te saboteren.
Dit is mijn vraag aan u: bent u ermee bezig de vragen uit die non-paper op de politieke agenda te krijgen op Europees niveau? Die vraag komt niet van mij, maar van heel veel milieubewegingen die ongerust zijn en van alle kanten horen dat u daarmee bezig bent. Het is eigenlijk hetzelfde scenario als bij de Natuurherstelwet, waarbij u voor de bühne allerlei dingen verklaart, maar achter de schermen iets totaal anders doet.
Ik herhaal dus mijn vraag, minister. Bent u achter de schermen bezig met lobbyen om het one-out-all-out-principe en het verslechteringsprincipe van de Kaderrichtlijn Water in vraag te stellen? U hebt al verklaard dat u voor de Kaderrichtlijn Water bent. Dat zal iedereen verklaren, dat zijn de grote principes. Maar het gaat over die twee uitgangspunten. Bent u ermee bezig om die achter de schermen aan te passen en te versoepelen, zodat u ervoor zorgt dat u betere rapporten voor Vlaanderen op tafel kunt leggen, of niet?
Minister Demir heeft het woord.
Dank u, mevrouw Schauvliege. Ik denk dat u aan uw eerste minister moet vragen wat hij achter de schermen heeft zitten uitspoken.
Het enige wat wij hebben gevraagd … We hebben inderdaad die non-papers. Het is waar, sorry. U doet alsof wij achter de schermen ik-weet-niet-wat aan het doen ben. Het is uw eerste minister. (Opmerkingen van Mieke Schauvliege)
Stel de vraag dus aan uw eerste minister. Ik zit niet in de federale regering. Ik ben niet de voorzitter van de leefmilieuraad. Dat zijn uw ministers. Het is heel gemakkelijk om nu de schuld door te schuiven. Ik werk door, ook rond natuurherstel. Of er nu een wet komt vanuit Europa, ‘Sjakkamakka’ of eender welk werelddeel, ‘I don’t care’. Ik doe gewoon verder. Het stikstofdecreet voorziet een heel natuurherstelplan. We gaan de komende jaren meer dan 1,5 miljard euro steken in natuurherstel. Maar dat is natuurlijk ook niet genoeg. Het zal nooit genoeg zijn voor u en uw partij, mevrouw Schauvliege. Sta me toe dat ik verder werk, zowel aan natuurherstel als aan de waterkwaliteit, maar ik doe het inderdaad op een iets meer realistische manier dan de groenen dat zouden doen. Als de groenen het zouden doen zou er niks bewegen. Nougatbollen.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, ik stel vast dat u niet antwoordt op mijn vraag. Ik kan dus alleen maar besluiten dat u hier theater staat op te voeren maar achter de schermen iets anders doet. Minister, de gezondheid van de mensen staat voorop in onze voorstellen. Ik stel vast dat u dat in woorden wel doet, maar in daden iets totaal anders uitvoert.
De vraag om uitleg is afgehandeld.