Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Vraag om uitleg over de Israëlische deelname aan het songfestival en de positie van minister Benjamin Dalle en de Vlaamse Regering
Verslag
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
Minister, het geweld in Gaza duur nu al meer dan vijf maanden. De intensiteit van het geweld is verontrustend. De berichten die ons bereiken uit de Gazastrook, zijn ronduit schokkend en hartverscheurend. Meer dan dertigduizend Palestijnen zijn omgekomen in het conflict, waarvan 70 procent kinderen en vrouwen. Er worden ook nog steeds 134 mensen gegijzeld door de terreurorganisatie Hamas. Dit zijn hallucinante cijfers.
We blijven onverminderd aan de kant van de burgerslachtoffers staan. Er zijn al heel wat initiatieven genomen, onder meer door onze minister Caroline Gennez, om extra humanitaire hulp te voorzien.
Ondertussen klinkt ook de roep om een boycot van Israël steeds luider. Er gaan stemmen op om Israël uit te sluiten van het Eurosongfestival, het EK voetbal en de Olympische Spelen.
Begin deze maand gaf de minister-president in de plenaire vergadering nog aan dat een boycot zich moet richten tegen een regime, en niet tegen individuele burgers die sporten of die aan cultuur doen of tegen academici die hun job uitoefenen.
Een dag later verklaarde u, minister Dalle, dat u voorstander bent om Israël niet te laten deelnemen aan het Eurosongfestival. U hebt ook aan VRT gevraagd om dat standpunt over te maken aan de European Broadcasting Union (EBU), die het Songfestival organiseert.
Ik heb dan ook maar één vraag, minister.
Wat is het nu eigenlijk het standpunt van de Vlaamse Regering met betrekking tot een culturele boycot van Israël, en met name tot de uitsluiting van Israël van het Eurosongfestival?
Minister, sinds bijna een half jaar is de situatie op het terrein hallucinant. Er zijn eigenlijk geen woorden meer om de gruwel, het leed dat zich ter plekke afspeelt, te beschrijven, sinds 7 oktober, toen deze nieuwe oorlog op gang werd gebracht. Dan heb ik het nog niet over wat er daarvoor al gebeurde en ook niet over alles wat daarna volgde. Op dit moment is er een georkestreerde hongersnood van een bevolking die letterlijk geen richting meer uit kan. Om over het lot van de gijzelaars, waarnaar mevrouw Lambrechts verwees, nog maar te zwijgen.
De huidige oorlog is niet meer of minder dan een slachting, die nu al bijna zes maanden aan de gang is en waarbij het internationaal humanitair recht aanhoudend wordt geschonden door het Israëlische regime. Dit is een feit. Dit is een vaststelling.
Recent verklaarde u in de pers dat een deelname van Israël aan het Eurosongfestival vanwege die oorlog in Gaza niet door de beugel kan. De organisatie van het Eurovisiesongfestival is in handen van de European Broadcasting Union, die eerder al Rusland uitsloot van deelname wegens de inval in Oekraïne. VRT is lid van de EBU. Als minister van Media bent u bevoegd voor VRT.
Mijn vragen zijn veelvoudig.
Heeft VRT omtrent deze zaak een positie ingenomen ten aanzien van de EBU, de European Broadcasting Union?
Wordt de positie die u hebt ingenomen, gesteund door de voltallige Vlaamse Regering, gezien de eerdere uitspraken van de minister-president in de plenaire vergadering over een boycot op cultureel vlak?
Is VRT van plan om tijdens de week van het Songfestival extra programma’s aan te bieden die duiding geven bij de geschiedenis van het conflict en bij de huidige situatie?
Minister Dalle heeft het woord.
Dank u wel, collega’s, voor deze vraag. Ik ben niet alleen minister van Media maar, zoals u weet, ook minister van Jeugd en bevoegd voor de coördinatie van de kinderrechten. Het Verdrag inzake de Rechten van het Kind is duidelijk: kinderen hebben recht op bescherming tegen oorlog. Daarnaast hebben kinderen die gewond, verwaarloosd of slecht behandeld zijn als gevolg van oorlog, recht op hulp om hun gezondheid en waardigheid te herstellen. Als ik kijk naar de situatie in Gaza, kan ik alleen maar vaststellen dat er ernstige inbreuken gebeuren tegen dit verdrag, dat tevens door Israël ondertekend werd. Ook het internationaal humanitair recht is manifest geschonden.
Ik heb altijd verwezen naar het aantal slachtoffers – waaronder kinderen – die vallen in de Gazastrook. Sinds kort komt daar ook de hongerdood bij als doodsoorzaak. Die situatie is volstrekt onaanvaardbaar. Ik denk dat we allemaal de verantwoordelijkheid hebben om ons daartegen te blijven uitspreken, tegen de schendingen van het internationaal recht. Die schendingen gebeuren trouwens door beide partijen, maar in dezen op dit moment toch het meest manifest langs Israëlische kant.
De Vlaamse Regering bekrachtigde recent het Jeugddecreet dat het Vlaams Parlement eerder goedkeurde. Daarin worden kinderrechten als ethisch en wettelijk kader gehanteerd, en worden kinderrechten gedefinieerd als alle fundamentele rechten van kinderen die zijn vastgelegd in het Verdrag inzake de Rechten van het Kind, de Grondwet en de Europese, regionale en internationale verdragen waarin België partij is. Als verdediger van kinderrechten is mijn antwoord dan ook kort: we kunnen niet aanvaarden dat kinderrechten worden geschonden en we moeten alle middelen inzetten om dat te stoppen. De enige echte manier om dat te doen, is natuurlijk door een beslissing van Israël om over te gaan tot een onmiddellijk staakt-het-vuren toe te passen en om humanitaire hulp mogelijk te maken, op alle mogelijke manieren.
Het Eurovisiesongfestival, waar het hier over gaat, wordt georganiseerd door de European Broadcasting Union (EBU). VRT is een van de vele leden van de EBU. Ze hebben mij laten weten dat ze als lid van de EBU hun bezorgdheden over de deelname van Israël overgemaakt hebben. Als publieke omroep staat VRT met beide voeten in de samenleving en wil ze een verbindend aanbod en verhaal brengen met respect voor verschillende standpunten en meningen. VRT heeft aangegeven dat de actuele situatie in het Midden-Oosten dit verhaal moeilijk maakt.
U had ook een derde vraag, collega Almaci, over extra programmatie door VRT over het lopende conflict. Daarover heeft VRT mij het volgende meegedeeld: “De VRT-nieuwsdienst is de leverancier van informatie en duiding voor de publieke omroep en besteedde in 2023 en 2024 aandacht aan het conflict in het Midden-Oosten. Er werd een dossier aangelegd over het conflict, waarbij ook aandacht ging en gaat naar extra uitleg en duiding. Kortom, de Vlaming kan terecht op alle kanalen van VRT NWS voor onpartijdige informatie en duiding over het conflict in het Midden-Oosten.” Een kleine persoonlijke noot: ik vind dat het woord dat u hanteert … ‘conflict’ klinkt nogal eufemistisch. Namelijk een slachting in Gaza, dat zijn ook woorden die ik zou durven te hanteren in dezen.
Ik herhaal wel dat ik als minister – en dat is ook de toedracht van de vragen – ten persoonlijken titel mijn mening heb gegeven over de deelname van Israël aan Eurosong. Voor mij is het belangrijkste resultaat niet dat Israël niet zou deelnemen aan Eurosong. Dat is niet wat we moeten beogen, denk ik. Wat we moeten beogen, is dat er een einde komt aan de schendingen van internationale mensenrechten, zodat Israël wel degelijk kan meedoen aan Eurovisie. Ook mijn collega van de Franse Gemeenschap, collega Linard, heeft haar bezorgdheid geuit, dat hebt u gezien.
Er werd ook gepeild naar het standpunt van de volledige Vlaamse Regering, naar het standpunt van de minister-president die ook bevoegd is voor Buitenlandse Zaken. Wat dat betreft, kan ik verwijzen naar zijn toelichting in de plenaire vergadering van 6 maart jongstleden.
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
Dank u wel voor uw toelichting, minister Dalle. We zijn inderdaad allemaal samen verantwoordelijk om ons uit te spreken tegen de felle schending van het humanitair recht. Het siert u dat u dat zo fel doet. Het is eigenlijk echt te betreuren dat die felle uitspraak ten persoonlijken titel is en dat dat niet in naam van de Vlaamse Regering is gebeurd, want u gaat verder dan een bezorgdheid uiten, als ik het goed begrepen heb. U gaat verder, want u zegt dat u voorstander bent om niet mee te doen, om Israël niet te laten meedoen met het Eurovisiesongfestival. Het is jammer dat u minister-president Jambon niet hebt kunnen overtuigen om u te steunen in waar u voor staat, namelijk die culturele boycot.
Als het iets kan tellen voor u, minister Dalle, de steun van Vooruit voor die culturele boycot hebt u heel zeker. Wij steunen u en wij kunnen hier maar oproepen in de commissie dat meer en meer mensen u steunen. Dat we toch iets van signaal kunnen geven dat we dat niet langer kunnen tolereren, mensen uitmoorden, momenteel met de wapens van de hongersnood. Uiteraard is het nodig dat er een staakt-het-vuren komt om het geweld te stoppen. Uiteraard is een tweestatenoplossing nodig. Maar ook die kleine stappen, die signalen die we zouden kunnen geven door te zeggen dat het niet past dat Israël meedoet in een songfestival, een festival dat uitermate een verbindende functie heeft. Het is jammer dat dit signaal niet wordt gegeven door de hele Vlaamse Regering.
Dank u wel, minister, dank u wel ook voor uw antwoorden. Ik ben …‘blij’ is een vreemd woord om te gebruiken in dezen, maar ik ben een stuk … ‘gerustgesteld’ is ook het woord niet. Maar u zult mij begrijpen dat het moeilijk is om in dat kader een passend woord te vinden. Ik ben in ieder geval tevreden dat VRT bezorgdheden heeft overgemaakt. Ik weet niet in hoeverre binnen de European Broadcasting Union een lidstaat, of een lid van de vereniging, kan zeggen: “Niet in onze naam.” Ik heb vastgesteld dat Finland en Estland in ieder geval het Eurovisiesongfestival zélf al gaan boycotten. Nu, natuurlijk is het dit jaar een Waalse vertegenwoordiger namens ons land, dus kan Vlaanderen daar in principe weinig rond inpakken, maar het is wel duidelijk dat deze zaak de gemoederen beroert.
Eerlijk gezegd begrijp ik niet waarom in dergelijke situatie de European Broadcasting Union niet gewoon zelf beslist wat ze met Rusland heeft gedaan, namelijk de uitsluiting van Israël. Dat is het eerste onbegrijpelijke, vind ik, in de positionering van de EBU. In die context stelt het me dus ergens gerust dat VRT bezorgdheden heeft overgemaakt. Ik weet niet in welke zin, en ik weet ook niet welk gewicht dat dan heeft binnen de EBU. Ik ben ook van die mening dat u, als minister van Media, met uw positionering ook een zeker signaal uitzendt richting die EBU. Alleen, en daar moet ik mevrouw Lambrecht wel in bijtreden, wij delen uw mening: ik vind het ongelooflijk spijtig dat de Vlaamse Regering, bij monde van de minister-president, die positie niet deelt. Je kunt natuurlijk immers hele straffe resoluties goedkeuren vanuit de meerderheid rond Rusland, maar het is heel vreemd als je dan met twee maten en twee gewichten meet als het dan gaat over een ander land dat gebruikmaakt van dezelfde praktijken, in dit geval het Israëlische regime. Het is dus heel jammer dat uw positie niet gesteund is – en dat u dat hier eigenlijk ook moet toegeven – door de voltallige Vlaamse Regering.
Ik hoop dat die positie nog verandert. Dat is meteen ook mijn oproep, om dit opnieuw op de agenda van de Vlaamse Regering te zetten. De situatie op het terrein is dermate onmenselijk, onmenselijk in alle opzichten van het woord, dat blijvende druk, ook van de Vlaamse Regering, nodig is. Er is druk nodig van het voltallige culturele veld, van het voltallige sportveld, van al die events die toch niet gewoon kunnen doorgaan terwijl onschuldige mensen collectief worden gestraft op de meest gruwelijke manier, met dagelijkse bombardementen, uithongering et cetera? Daar moet de Vlaamse Regering volgens mij echt het signaal geven: “Niet in onze naam en wij zullen er alles aan doen, met elk diplomatiek middel, om daar tegenwicht aan te bieden.” Dit gaat immers om een diplomatiek middel.
Minister, mijn vraag aan u is dus of u dit blijvend op de agenda van de Vlaamse Regering zult zetten. En dan dank ik u voor het feit dat u ten persoonlijken titel uw nek hebt uitgestoken, maar is mijn vraag om dan, in uw titel als minister, de positionering opnieuw op de agenda te zetten. Met het verstrijken van de tijd wordt de situatie er alleen maar penibeler op, denk ik. Als al de rest niet werkt, moet ook het morele gewicht van dit soort beslissingen beginnen mee te spelen. Dat is mijn oprechte overtuiging.
De heer Meremans heeft het woord.
Ik wil me niet uitspreken over wat daar gebeurt. Uiteraard is het vreselijk dat daar kinderen en mensen uitgehongerd raken. Maar men spreekt hier over een culturele boycot. Nu wil ik eventjes iets aanhalen. Ik geef gewoon maar een voorbeeld. Op 19 januari 2023 heeft het Europees Parlement in een resolutie aandacht gegeven aan de mensenrechtensituatie in Marokko, waarbij men zegt dat activisten en journalisten daar bedreigd worden. Marokko voert al jaren een repressief beleid tegen die mensen. Als we spreken over een culturele boycot, gaan we dan ook daar een culturele boycot over uitspreken? (Opmerkingen)
Ik wil dat niet vergelijken. Ik bedoel gewoon dat als je het over een culturele boycot hebt, je alles in overweging moet nemen. Ik spreek over bepaalde Afrikaanse landen. Betekent dat nu dat wij bijvoorbeeld met Rwanda, dat blijkbaar ook in Oost-Congo bepaalde zaken doet die volgens mij … Ik ben daar niet ter plekke, maar wat ik verneem … De vraag is of we onze culturele boycot dan ook gaan uitspreken tegenover Rwanda. (Opmerkingen)
Ik verwijs naar Turkije, dat op een gegeven moment milities en dorpen heeft bestookt in Syrië. Er zijn bombardementen uitgevoerd op Koerdische dorpen. Dan is de vraag of we daar ook een culturele boycot over gaan uitspreken. (Opmerkingen van Katia Segers)
Ik praat niets goed. Maar betekent dat dan dat wij tegen een Rwandese muzikant gaan zeggen dat hij niet meer mag optreden in de Koninklijke Vlaamse Schouwburg (KVS) in Brussel? (Opmerkingen van Annick Lambrecht)
Ik geef maar mee, collega's, dat je niet één stuk eruit kunt halen en de rest niet. Je moet alles in zijn geheel bekijken. De termen ‘culturele boycot’ en ‘academische boycot’ zijn uitgesproken. Dan zijn er volgens mij meerdere landen waarover je gaat zeggen: sorry, maar van die boer geen eieren meer. Daarmee wil ik niets goedpraten, voor alle duidelijkheid. Ik praat niets goed, maar ik vraag wel om dat geheel te bekijken. En dan moet je zeggen: die wel en die dan niet. Dat is een moeilijke afweging.
Wat Eurovisie betreft, denk ik dat het de autonomie van VRT is, of in dit geval de RTBF, om iemand af te vaardigen.
Ik wil niet in die polemiek geraken, maar als men woorden als ‘culturele boycot’ uitspreekt, op basis van wat is dat dan? Schendingen van mensenrechten of misdaden tegen de menselijkheid? Op dat ogenblik moet je ook eerlijk zijn en zeggen dat er ook nog andere landen zijn die daarvoor in aanmerking komen. Ik geef dat gewoon maar mee. Nogmaals, ik doe daarmee niets af aan het leed en de schendingen en wat dan ook, maar ik probeer het gewoon meer in een internationale context te bekijken.
De heer Van de Wauwer heeft het woord.
Het debat is hier geëvolueerd naar een stevig staaltje van ‘whataboutisme’: verwijzen naar wat er elders gebeurt, om in dit concrete geval dan toch geen acties te moeten ondernemen. Ik betreur dat. Wat we hier zien, zijn inderdaad al meer dan dertigduizend burgerslachtoffers, van wie de helft kinderen en vrouwen, de meest zwakken. Dat zijn allemaal onschuldige mensen. Ik vind dat serieus genoeg om de optie van een boycot hier wel te overwegen, een boycot als een diplomatiek middel wanneer andere middelen blijkbaar niet helpen. Ik wil hier niet over Israël, maar wel over het Israëlische regime spreken. Blijkbaar helpt er geen enkele andere manier om hen te stoppen.
En dan ben ik blij, minister, al is ‘blij’ niet het juiste woord, dat u zich hier wel heel duidelijk over hebt uitgesproken. Als lid van de meerderheid betreur ik ook dat dat niet namens de voltallige Vlaamse Regering is. Ik vind dat erg, in dit geval. Ik ben heel blij, minister, dat u dat wel hebt gedaan.
Ik vind het ook laf van de EBU dat ze hier geen verdere stappen ondernemen, zoals ze dat ten aanzien van Rusland na de inval in Oekraïne wel hebben gedaan. Dit is heel duidelijk een geval van twee maten en twee gewichten. Je dan verschuilen achter het argument dat het Eurovisiesongfestival een evenement van verbinding binnen Europa moet zijn en dat er daar geen ruimte is voor politiek, dat vind ik laf. Als er meer dan dertigduizend mensen gestorven zijn, van wie zoveel kinderen, en nu inderdaad nog meer door hongerdood, dan gaat dit niet meer over politiek. Dit is geen meningsverschil. Het gaat hier over mensenrechten, over het internationaal humanitair recht dat op zo’n flagrante manier geschonden wordt. Dan begrijp ik die wegkijkende houding van de EBU niet.
Ik ben dus tevreden, minister, dat u ten minste een poging hebt ondernomen om dit ook aan te kaarten binnen de EBU. Het is nu inderdaad niet VRT die de inzending doet, maar ik hoop dat ook de RTBF alsnog verder bekijkt wat zij hier verder mee gaat doen. Ik heb wel nog een concrete vraag voor u, minister. U was eigenlijk al heel consequent vanaf het begin van dit conflict. U hebt het opgenomen voor de kinderen en jongeren die daar in de regio wonen en voor hun kinderrechten. U bent ook voorzitter van de Raad van de Europese Unie voor Jeugd. Ik vroeg mij af of u deze problematiek daar ook op de agenda hebt geplaatst, vanuit het perspectief van de kinderrechten.
Mevrouw Coudyser heeft het woord.
Voor de volledigheid van het verslag wil ik in dit debat toch een citaat van de minister-president laten noteren. Ik citeer: “Wij zijn van mening dat een boycot zich moet richten tegen een regime, en niet tegen individuele burgers die sporten, die aan cultuur doen, of academici die hun job uitoefenen. Op dat vlak aligneren wij ons op de Europese lijn. Ik stel ook vast dat de Federale Regering evenmin boycotacties ondersteunt.”
We moeten uiteraard steeds opties openhouden, maar we moeten ook opletten dat we niet met twee standaarden gaan werken. Hamas wordt momenteel ook toch niet adequaat geboycot. Denk maar aan de Toppers in Qatar. (Opmerkingen van Orry Van de Wauwer)
Mevrouw Segers heeft het woord.
Dank u wel. Ik ben blij dat deze belangrijke kwestie tot een belangrijk debat leidt.
Collega Lambrecht, dank voor de vraag vanuit het perspectief van buitenlands beleid, maar het is ook vanuit het perspectief van media en beleid een heel belangrijk issue. Aansluitend bij wat collega Coudyser zegt gaat het niet over cultuur, sport enzovoort, maar over mensenlevens. Het gaat over een slachting die momenteel aan de gang is en we zien dat de EBU inderdaad twee maten en twee gewichten hanteert. De oorlog die woedt in Rusland is vreselijk, de oorlog die woedt in Gaza is vreselijk, en elk onschuldig burgerslachtoffer is er een teveel. Dan moet er een signaal kunnen worden gegeven, ook op een cultuur- en mediaforum. De vergelijking, collega Meremans, met Rwanda en Marokko gaat niet op. Die doen niet mee met het Eurovisiesongfestival. Waarover heb je het? (Opmerkingen)
De EBU heeft beslist om Rusland uit te sluiten, daarom zou ze vandaag ook Israël moeten uitsluiten. We mogen onze ogen niet dicht doen, we mogen niet accepteren wat er gebeurt, we moeten ons uitspreken en zeggen dat dit echt een grove schending van de mensenrechten is.
U bent al tussengekomen, mevrouw Coudyser.
Het is gewoon technisch. Mijn micro stond niet open bij mijn tussenkomst. Ik neem aan dat het citaat … Ik weet niet hoe het in het verslag zal worden opgenomen.
Minister Dalle heeft het woord.
Ik zal beginnen met de rol van de EBU en de plaats van de individuele deelnemers. De EBU is een organisatie die is samengesteld uit publieke omroepen. De Israëlische publieke omroep is lid, mee verantwoordelijk voor Eurovision en vaardigt een Israëlische kandidaat af. Dat is dus iets anders dan puur een individueel artiest. Het is een publieke organisatie.
Dit gezegd zijnde hebben de Vlaamse Regering, de minister-president of de minister van Media daar geen zeggenschap over. De EBU is een autonome organisatie die is samengesteld uit leden. Het Vlaamse lid ter zake, VRT, heeft bedenkingen geuit, maar men neemt een beslissing met alle verschillende leden samen. Ik begrijp diegenen die zeggen “Jammer, minister, dat u daar geen regeringsstandpunt over hebt” op politiek en communicatief vlak. Maar ik kan geen dossier op de regering brengen over de beslissing van de EBU. Dat komt de regering niet toe. Dat wil ik toch opmerken. Het is de EBU die beslist en het standpunt van deze of gene Vlaamse minister of van de Vlaamse Regering is niet bepalend. Je kunt daar in de schoot van de regering geen beslissing over nemen.
Dit sluit ook aan bij de vraag van collega Van de Wauwer over het voorzitterschap van de Europese Unie. Ik heb in de Raad Jeugdzaken van de Europese Unie al gewezen op het belang van de kinderrechten en de urgente vraag om die te respecteren. Ik zal dat blijven doen. Maar de organisatie van Eurovision kan daar niet geagendeerd worden of aan bod komen. Ik heb dat signaal ook gegeven op de conferentie in Gent, die over inclusief jeugdwerk ging. Ik zal dat bij komende gelegenheden te gepasten tijde opnieuw onder de aandacht brengen.
Er is hier een boeiend debat ontstaan over een zogenaamde culturele boycot. Ik heb geduid dat de situatie bij de EBU toch specifieker is dan een algemeen debat over een culturele boycot. Tegelijk vind ik de bedenking van collega Meremans om zeer behoedzaam te zijn, terecht. Vele landen in de wereld schenden mensenrechten, internationaal recht, kinderrechten. Dat kan niet telkens aanleiding geven tot een debat of ze mogen deelnemen aan events zoals Eurovision. Als je dat doet, ga je, denk ik, een heel moeilijke periode tegemoet.
Ik heb daar zeer lang over nagedacht. Je moet daar zeer behoedzaam mee zijn. Maar er zijn een aantal elementen die ertoe geleid hebben om mijn persoonlijk standpunt te uiten. Een objectief element is de tussenkomst van het Internationaal Gerechtshof. Dat is een puur objectief juridisch element in het dossier. Er zijn ook de cijfers en de realiteit op het terrein. Het is niet geëvenaard in de recente geschiedenis dat er zoveel burgerdoden vallen en zoveel kinderen sterven. De verantwoordelijke van het United Nations Relief and Works Agency for Palestine Refugees in the Near East (UNRWA) heeft gezegd dat er op vier maanden tijd meer kinderslachtoffers zijn gevallen dan de afgelopen vier jaar in alle conflicten in de wereld samen. Dat toont toch aan dat dit conflict – ik heb het al gezegd, het woord ‘conflict’ is een eufemisme –, dat deze situatie in Gaza vrij ongekend is.
Ik vind het zelf persoonlijk ook bijzonder moeilijk om zo’n prachtig verbindend evenement tussen Europese burgers georganiseerd te zien op een moment dat er heel veel burgerslachtoffers en ook kinderslachtoffers vallen. De EBU heeft daar redenen voor. Ze zijn niet over één nacht ijs gegaan, ze hebben duidelijke regels. Zij kunnen ook uitleggen wat het verschil is tussen de Oekraïense en de Israëlische situatie omdat leden op een andere manier worden beoordeeld. Ze hebben een gegronde en onderbouwde redenering die gebaseerd is op hun manier van werken. Maar dat ontslaat mij niet van de verplichting om mijn eigen inzicht te delen en vooral ook de nadruk te leggen op het belang van respect voor de kinderrechten. Dat is wat er gebeurd is. Ik zal dat ook blijven doen. Maar het is uiteindelijk aan de EBU om de beslissing ten gronde te nemen.
En dan het laatste punt, ik herhaal: mijn hoop is niet dat Israël niet zal deelnemen aan Eurovision, dat is absoluut niet mijn hoop. Mijn hoop is dat de mensenrechtenschendingen stoppen en dat het doden van onschuldige slachtoffers stopt, zodat Israël wel degelijk op een goede manier kan deelnemen aan Eurovision.
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
Dank u wel, minister. We hebben begrepen dat het niet opnieuw op de agenda van de Vlaamse Regering kan komen. Het is ook niet iets wat erop kan komen, maar woorden zijn zeer belangrijk. Ze gaan vaak daden vooraf. Ik kan het niet genoeg herhalen, het komt niet van mezelf: ook signalen zijn heel belangrijk.
Een signaal in dezen had kunnen zijn dat de Vlaamse Regering echt expliciet zou hebben gezegd, wetende dat ze daar niet eens de eindzeggenschap over hebben, dat het voor hen, en ook voor het Vlaams Vredesinstituut, onmogelijk is dat een land zoals Israël zou zingen op het Eurovisiesongfestival, en dat het nog wat punten van de andere landen wil. Dat zou toch een krachtig signaal zijn.
Ik betreur het enorm dat de Vlaamse Regering dat zelfs niet wil doen. Het moet voor u zeer lastig zijn om deel uit te maken van zo’n Vlaamse Regering. Het is niet het enige. Ik ga geen opsomming geven van al de rest. We zagen hier welke partij voor elkaar in de handen klapte. We weten genoeg. Ik betreur het standpunt van de Vlaamse Regering in dezen heel fel.
Minister Dalle, ik ben niet blij, we mogen dat woord in dezen niet gebruiken, maar u hebt ten minste de moed om een signaal te geven dat dit niet kan. Dank u.
Collega’s, als het International Court of Justice, het Internationaal Gerechtshof, zegt dat er een risico bestaat op genocide – dat is ondertussen al een hele tijd geleden – en een land gaat verder, nog verder dan het al bezig was, in de ontmenselijking en de behandeling van de bevolking, die onderzocht wordt als slachtoffer van genocide, dan valt op dat moment elke relativering weg. Je kunt veel debatteren: over welk land, wanneer niet, ... Maar als dat geen ongelofelijk duidelijk signaal is dat er iets zeer grondig mis is, en dat het regime bezig is met iets dat alle grenzen aan het overschrijden is, dan weet ik het niet meer.
Als democraat vind ik dat het relativeren van zo’n signaal op zich al een gevaar inhoudt. Ik begrijp dat we moeten debatteren over wanneer wel en wanneer niet, maar dit staat buiten alle verdenking. Als er een onderzoek is gestart naar genocide, beste vrienden, waar praten we dan nog over? Waar praten we dan nog over? Dan is er geen debat meer, waarbij we de zaken in de weegschaal leggen. De feiten op het terrein zijn zo gruwelijk dat dat debat voor een ander moment en voor andere cases is, waarbij je nog zou kunnen zeggen dat je twijfelt.
Op het moment dat er een zaak hangende is voor het Internationaal Gerechtshof over of er een genocide gaande is, en als er een uitspraak is geweest om alles te doen om de bevolking te beschermen, heeft dat geen tel. Als democraat gaan alle haren op mijn arm rechtstaan als we dat gaan inbrengen in een debat, om te zeggen dat het misschien … Laat ons dat debat gerust theoretisch voeren, maar in deze case is er gewoon geen misverstand mogelijk. Er is geen misverstand mogelijk.
Het is onze historische verantwoordelijkheid om daar ook heel duidelijk over te zijn. Collega’s, dan moet het mij van het hart: een potentiële deelname van Israël aan Eurosong is gewoon grotesk in die context, grotesk. Hetzelfde met sportwedstrijden, ook op dat vlak hebben we met Rusland heel snel ingegrepen.
Collega’s van de N-VA, jullie hebben zelfs de Inter-Parliamentary Union (IPU) met Rusland opgezegd, omdat jullie dat niet aanvaardbaar vonden. Dat is de vriendschapswerking tussen parlementairen, waarvan sommigen zich misschien ook tegen het regime keren. Dus daar hebben jullie heel snel een politieke boycot ingevoerd. Ik stoor me aan de twee maten en de twee gewichten waarmee er door de Vlaamse meerderheid wordt omgegaan met Rusland, en hoe wordt omgegaan met Israël. Dat staat gewoon zwart-op-wit, zichtbaar voor iedereen. Hoeveel verder moet het nog gaan? Dit legt een morele druk, als je als land zegt: niet in onze naam, wij zijn het niet eens.
Het feit dat we het kantoor van Flanders Investment & Trade (FIT) in Tel Aviv nog openlaten, het feit dat de Vlaamse Regering niet thuis geeft met betrekking tot de wapentransporten, dat zijn allemaal illustraties van de onwil om in te grijpen, vooral van één partij binnen de meerderheid. Want cd&v en Open Vld hebben in de plenaire vergadering van 6 maart duidelijk gemaakt dat ze wel een boycot willen.
Hetzelfde in de Federale Regering, met mevrouw De Sutter en mevrouw Gennez. Er zijn heel duidelijke boodschappen uitgesproken. Kolonisten die extremistisch zijn, komen ons land niet meer binnen. De ambassadeur is op het matje geroepen. Ook wij als partij vragen een boycot. Het is heel duidelijk dat er één regeringspartner is die dat niet wil. In het licht van de geschiedenis zal daar snoeihard over geoordeeld worden. Dat is heel erg duidelijk.
Laat ons dus stoppen met de relativering. Laat ons onder ogen zien dat er hier een knoert van een probleem is, met twee maten en twee gewichten, waarbij bij sommige regimes, hoe extreemrechts ze ook zijn, en hoe extreem ze ook zijn in hun behandeling van onschuldige bevolking, het woord boycot blijkbaar toch niet in de mond genomen kan worden. Op een moment dat Finland, Estland, Zweden en IJsland duidelijke signalen hebben laten horen richting de EBU.
Laat dit dan mijn hoop zijn. Vandaag is het 21 maart. Er is gisteren een brief gepubliceerd van negenhonderd academici. Een academische boycot en een culturele boycot worden in vraag gesteld. Er zijn vandaag geen samenwerkingen met Israël vanuit de culturele sector, vanwege die context. Academici roepen zelf op aan de regering, inclusief de Vlaamse, om te doen wat ze kunnen om druk te zetten op Israël.
Dan wordt er gezegd dat we geen academische en culturele boycot invoeren. Het komt vanuit die sectoren zelf. Ik vind de houding van de EBU onbegrijpelijk. Ik vind de positionering die VRT heeft genomen het minimum minimorum, hetzelfde voor u als mediaminister. Eigenlijk hadden dit Vlaams Parlement – ooit begonnen als cultuurgemeenschap – en deze Vlaamse meerderheid – met een Vlaams-nationalistische partij die het ooit opnam voor volkeren die onderdrukt werden – volmondig moeten zeggen dat ze volle gas vooruitgaan, dat ze er alles aan gaan doen om deze gruwel te stoppen. Wat dat betreft, zal ik niet stoppen met dat te zeggen.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.