Verslag vergadering Commissie voor Onderwijs
Verslag
Mevrouw Yalçin heeft het woord.
Minister, samen met enkele Limburgse parlementsleden was ik een tijdje geleden te gast op de voorstelling van het memorandum van de Limburgse LOP-werkingen (lokaal overlegplatform). In dit memorandum wordt duidelijk aangegeven dat de huidige gebiedsafbakening van de LOP’s niet meer van toepassing is op de situatie van vandaag. Dit komt door onder andere gemeentefusies en veranderende leerlingenstromen. De LOP’s zijn dan ook vragende partij om deze gebiedsafbakening samen te herbekijken.
In het verleden stelde ik u al enkele schriftelijke vragen over de LOP-werking, evaluatie en gebiedsafbakening. Het antwoord luidde dat een algemene evaluatie van de LOP’s en de gebiedsafbakening niet voorzien was.
De LOP’s kunnen een krachtig instrument zijn om lokaal een impact te hebben én bij te dragen aan een goede organisatie van onderwijs, maar ze stoten zelf nog vaak op uitdagingen en hindernissen. Ook in het kader van capaciteitstekorten in de B-stroom zouden de LOP’s een interessante partner kunnen zijn.
Ik stel u hierover graag de volgende vragen.
Blijft u nog steeds bij uw standpunt om, ondanks de vraag vanuit de LOP’s zelf, geen evaluatie van de gebiedsafbakening te voorzien? Indien ja, waarom vindt u dit niet nodig?
Ziet u een rol weggelegd voor de LOP’s om scholen te begeleiden/aanmoedigen in het inrichten van een B-stroom, om zo tegemoet te komen aan maatschappelijke uitdagingen en ervoor te zorgen dat elke leerling die een plaatsje nodig heeft in 1B, daarvoor ook in zijn eigen buurt terechtkan?
Minister Weyts heeft het woord.
Al van bij de start van de LOP’s, 22 jaar geleden, in 2002, was het een moeilijke evenwichtsoefening met de regioafbakening. Kijk maar naar de recente oefening op dat vlak: we stoten op dezelfde problemen. Ik heb er begrip voor dat men lokaal soms toenadering vindt met bijkomende gemeenten. Dat is prima. Het is bijgevolg niet zo dat er op lokaal niveau geen samenwerking mogelijk is die de werkingsgebieden van het LOP overstijgt. In mijn eigen regio zie je bijvoorbeeld dat in het LOP Beersel - Halle - Sint-Pieters-Leeuw ook Pepingen samen aanmeldt, alhoewel zij daartoe niet verplicht zijn, met het LOP en zo samenwerkt. Je kunt dus als school perfect aansluiten bij een LOP voor de aanmeldingsprocedure.
Het klopt zeker dat er wegens gemeentefusies een aantal aanpassingen nodig zijn. Daar zullen we het straks over hebben naar aanleiding van Onderwijsdecreet XXXIV (OD XXXIV). De naam van een aantal LOP’s zal naar aanleiding van de fusies ook nog aangepast worden.
Mijn focus deze legislatuur inzake de LOP’s lag bij hun werking. Zo schafte ik de nood af aan een dubbele meerderheid bij het LOP om een beslissing te nemen over het aanmeldingsdossier. Voorheen moest er een meerderheid zijn bij zowel de onderwijspartners als de niet-onderwijspartners om hier beslissingen over te nemen. Nu wordt de aanmeldingsprocedure goedgekeurd door een gewone meerderheid van de onderwijspartners van het LOP. Op die manier hoop ik een meer moderne vergadercultuur te installeren en is er ook ruimte om nieuwe keuzes te maken zonder steeds te blijven hangen in het status-quo. De vorige beslissingsmechanismen, met die dubbele meerderheid, maakten het heel moeilijk om welke verandering dan ook te realiseren.
Het was geen beleidsprioriteit voor mij deze legislatuur om daarnaast ook een gebiedswijziging door te voeren. Dat zou trouwens interfereren met de oefening die we deden in het kader van de regiovorming.
Wat betreft de B-stroom, vind ik het cruciaal dat elke leerling voldoende keuze heeft in zijn regio om een bepaalde studierichting te volgen. Daarvoor is het noodzakelijk dat er ook voldoende plaatsen zijn, ook in de B-stroom. U weet dat wij enkel kunnen aanmoedigen en stimuleren – onderwijs organiseren is niet onze bevoegdheid – en daarom heb ik geprobeerd om het zo aanlokkelijk mogelijk te maken om plaatsen te creëren in de B-stroom. Wij voorzien in een jaarlijks extra werkingsbudget van 10 miljoen euro vanaf 2024 tot en met 2027 om scholen te ondersteunen die bijkomende plaatsen creëren in de B-stroom of in het bso. Bovendien werd recent de oproep ‘Capaciteitsmiddelen Onderwijs 2025’ goedgekeurd, voor een budget van 75 miljoen euro. Hierbij is er specifiek aandacht en voorrang voor deze doelgroep – de B-stroom en het bso.
Verder kijk ik inderdaad ook naar de LOP’s om het inschrijvingsrecht van alle leerlingen te vrijwaren. Om dit recht te vrijwaren moet ook vraag en aanbod van opleidingen, Vlaanderenbreed, in evenwicht zijn. De LOP’s kunnen daarom samen met de lokale onderwijsverstrekkers, die bevoegd zijn voor het onderwijsaanbod, naar oplossingen zoeken. Op die manier zorgen ze ervoor dat er lokaal voldoende aanbod voorhanden is.
Mevrouw Yalçin heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik was serieus onder de indruk van het overleg met de Limburgse LOP’s. Ik denk dat de aanwezige collega’s van de verschillende partijen dezelfde indruk hadden.
Het is heel duidelijk dat ze de LOP’s naar een hoger niveau willen tillen. Er was heel veel bereidheid om aan de slag te gaan. Er zijn heel veel goede ideeën geopperd. Er was een heel goede en harmonieuze samenwerking tussen de voorzitters, die dat vrijwillig doen, en de aanwezige LOP-deskundigen. Zij die aanwezig waren, kunnen dat zeker beamen.
Ik vond het memorandum een zeer interessant stuk. Ik ben ervan overtuigd dat de voorzitter dat aan het kabinet zal hebben bezorgd. Ik denk dat er echt goede elementen zijn om de LOP-werking in de toekomst naar een hoger niveau te kunnen brengen.
Ik heb nog een bijkomende vraag. In het LOP-memorandum gaat men nog een stap verder, in het kader van de problematiek in 1B. Zij doen het voorstel om in elke middenschool, ongeacht het programma in de tweede en derde graad, verplicht een A- en een B-stroom in te richten. Dat is hun voorstel. Ik weet dat u zult zeggen dat we zelf geen onderwijs kunnen inrichten en dat u dat niet kunt verplichten. Maar ik zou toch graag weten wat u daarvan denkt. Dit is hun voorstel om effectief in de eerste graad, ongeacht wat er in de tweede en derde graad wordt aangeboden, zowel een A- als een B-stroom in te richten, zodat er wat gelijkheid is op het veld.
Minister Weyts heeft het woord.
Mijn bevoegdheden zijn enigszins beperkt. Ik hoor het pleidooi om die alsnog uit te breiden, zodat ik zou kunnen decreteren wie waar welk onderwijs moet organiseren. Ik ben niet ongevoelig voor zo’n pleidooi ter versterking van mijn bevoegdheden, alleen vrees ik dat dat mogelijk zou kunnen indruisen tegen artikel 24 van de Grondwet.
Daarnaast denk ik toch vooral dat we niet aan een ander mogen vragen wat we zelf niet kunnen bewerkstelligen. Het is toch wel vreemd. Het LOP dient net om met de onderwijspartners afspraken te maken over de organisatie van het onderwijs binnen de betrokken regio. Ze hebben daar dus zelf de tools voor en kunnen zelf de onderwijspartners aanspreken wanneer ze tekorten vaststellen. Het is net de idee om lokaal samen te werken en afspraken te maken. Dat vereist natuurlijk dat eenieder zijn of haar verantwoordelijkheid neemt en een deel van die verantwoordelijkheid zelf opneemt. Dat is de hele idee: proberen om de afwezigheid van verplichtingen op te vangen en het via die weg te bewerkstelligen. Vanuit mijn kant tracht ik dan met wortels te werken. Als u zegt dat wortels niet volstaan en dat we ook met een stok aan de slag moeten gaan, dan ben ik absoluut bereid om die stok te krijgen en die vervolgens te hanteren, alleen vrees ik dat wetten en praktische bezwaren dat in de weg staan.
Mevrouw Yalçin heeft het woord.
Ik zal de laatste zijn om u die stok in handen te geven, minister. We moeten alles binnen de wettelijke mogelijkheden bekijken.
De situatie die u schetst, is natuurlijk een ideale situatie. U kaatst de bal terug en zegt dat het LOP alle tools heeft om, zeker in die eerste graad, te kunnen forceren dat je in zowat elke school een A- en B-stroom kunt inrichten. Maar laat het nu net daarin zijn dat er op het veld moeilijkheden blijken te zijn. In mijn regio, West-Limburg, zijn er scholen die heel bewust geen B-stroom inrichten. Er zijn daarnaast scholen die dat wel doen, omdat ze hun maatschappelijke verantwoordelijkheid hierin erkennen. Dat maakt dat de druk op die een of twee scholen zeer groot wordt. Dan blijf je ook binnen het LOP dezelfde discussie voeren. Je hebt daar ook geen stok. Je kunt niemand verplichten, u kunt dat ook niet. We moeten dus wel iets doen. Ik verwijs naar de aanmeldingsprocedure. Er zullen in de B-stroom geen plaatsen zijn. Dat is een probleem dat we grondig moeten bekijken. Ik zie dat u daar heel enthousiast over bent.
Ik laat het hierbij. Ik hoop dat we ergens de tools kunnen vinden om binnen de LOP’s, die zeer goede werkingen hebben, toch nog een tandje te kunnen bijsteken.
De vraag om uitleg is afgehandeld.