Verslag vergadering Commissie voor Binnenlands Bestuur, Gelijke Kansen en Inburgering
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
De heer Verbeurgt heeft het woord.
Minister, deze vraag is al enige tijd geleden ingediend, maar was op mijn vraag uitgesteld. Ze handelt over de op zondag 3 maart verijdelde jihadistische terreuraanslag. Toen heeft de federale politie vier mensen opgepakt in het kader van een onderzoek naar die jihadistische terreuraanslag. Het zou gaan om drie minderjarigen en een persoon van 18 jaar. Een van de verdachten is een 15-jarige die recent naar Ninove zou zijn verhuisd. Zij zouden een aanslag hebben willen plegen op een concertzaal in Brussel. Volgens de informatie in de pers was het plan nog niet heel concreet, maar vonden de veiligheidsdiensten het toch noodzakelijk om in te grijpen.
Het is niet de eerste keer dat in ons land op korte tijd een aanslag wordt verijdeld. Het Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse (OCAD) ziet een stijging van het aantal meldingen van mogelijk terrorisme en extremisme. Vorig jaar zijn er in ons land 332 meldingen binnengekomen, een stijging met 41 procent vergeleken met vorig jaar. De piek van het aantal meldingen of dreigingen lag in oktober en november, volgens het OCAD mede wegens het conflict in Gaza. Daarnaast zag men ook door de aanslag op Zweedse voetbalsupporters een duidelijke opstoot in het aantal meldingen.
Minister, concreet over deze casus heb ik de volgende vragen.
De verdachte in Ninove zou niet bekend zijn geweest bij de lokale integrale veiligheidscel (LIVC). Wordt er een analyse gemaakt vanuit de vraag of het mogelijk zou zijn geweest om deze verdachte toch op de radar van de LIVC te krijgen?
Hoe wordt omgegaan met casussen die wel bekend zijn bij de LIVC, maar vervolgens verhuizen? Op welke manier wordt ervoor gezorgd dat die op de radar blijven?
De verdachten zouden een aanslag hebben willen plegen op een concertzaal in Brussel. Wordt er overleg gepleegd met het OCAD en de Staatsveiligheid omtrent locaties met een verhoogd risico op een aanslag, en dan in het bijzonder locaties die binnen de Vlaamse bevoegdheden vallen, zoals cultuurinstellingen, scholen, sportstadiums en dergelijke meer?
Is er wegens het hogere aantal meldingen van mogelijk terrorisme en extremisme een verhoogde waakzaamheid en voorzichtigheid bij de LIVC’s, zeker wat minderjarigen betreft? Zo ja, hoe uit die zich?
Minister Rutten heeft het woord.
Dank u wel voor uw vraag, collega Verbeurgt.
Helaas toont de actualiteit aan dat we nooit op onze lauweren mogen rusten als het gaat over gewelddadige radicalisering. Die is nooit weg. We moeten dus waakzaam blijven en ons preventiebeleid versterken. Ik ben dan ook blij dat we met dit parlement hebben beslist om dat te verankeren in een decreet. U weet dat onze lokale integrale veiligheidscellen sinds het najaar van 2023 extra waakzaam zijn door de geopolitieke situatie, die – dat hoeft niet te verbazen – voor spanningen in de samenleving zorgt.
Specifiek wat de casus Ninove betreft, moet ik u vooreerst antwoorden dat het onderzoek nog loopt en dat ik dus geen details kan delen. Dat begrijpt u, neem ik aan. Ik kan u wel meegeven dat deze casus vanaf het begin om een gerechtelijk dossier ging waarover per definitie geen informatie met de lokale integrale veiligheidscel inzake radicalisme, extremisme en terrorisme (LIVC R) gedeeld kon worden. Mijn kabinet en mijn diensten hebben wel onmiddellijk contact opgenomen met de burgemeester van Ninove en het ondersteuningsaanbod vanuit Vlaanderen, met onder meer de expertenpool, kenbaar gemaakt. De stad Ninove is daarop ingegaan. Heel concreet zal er een expert deelnemen aan de volgende bijeenkomst van de LIVC R met het oog op de verdere opvolging naar aanleiding van deze gebeurtenissen. Indien de betrokken minderjarige op termijn opnieuw zou vrijkomen, is het namelijk van enorm groot belang dat men deze zaak dan verder opvolgt.
U vroeg hoe er wordt omgegaan met verhuizingen en op welke manier ervoor wordt gezorgd dat men op de radar blijft. Dat vond ik een heel terechte opmerking. Via de ‘information officer’ worden dossiers normaal wel overgedragen van de ene politiezone naar de andere. Ook een burgemeester of de gemandateerde van een burgemeester kan een casus aanmelden bij andere gemeenten wanneer iemand verhuist. Ik moet daar wel bij zeggen dat er in het tweede geval sprake is van kunnen, niet van moeten. Maar we zijn volop aan het werk, onder meer via een interfederaal akkoord, om dat verplicht te maken. Ik denk dat we daar geen gaten mogen laten, ook al is dat misschien niet zo bedoeld. Het kan niet zijn dat men door een verhuis even wat minder op de radar staat en dat informatie niet gedeeld wordt. U weet dat ik erop hamer dat informatie telkens opnieuw moet worden gedeeld.
U wou nog weten of er overleg gepleegd wordt tussen de veiligheidsdiensten omtrent de locaties met een verhoogd risico. Dat is in eerste instantie een federale bevoegdheid. Het is wel zo dat het veiligheidsniveau nog steeds op 3 staat. Dat is een verhoogde waakzaamheid voor het hele Belgische grondgebied. Het OCAD evalueert elke keer opnieuw de dreigingen en bepaalt dan casus per casus de volgende stappen die er te nemen zijn.
De heer Verbeurgt heeft het woord.
Dank u voor uw antwoord, minister. Het is goed om te horen dat er vanuit uw diensten zeer kort op de bal is gespeeld en er een aanbod is gedaan aan de lokale besturen. Ik denk dat dat belangrijk is, zeker aangezien we – en we hebben die discussie ook al vaak gehad – ons ervan bewust moeten zijn dat er steeds meer nieuwe gemeenten met radicalisering geconfronteerd worden die daar vroeger misschien niet mee geconfronteerd werden, en dat het ook nieuwe vormen aanneemt. Het is dus essentieel om die kennis uit te wisselen en hen te ondersteunen. Ik ben blij te horen dat er een expert naar de LIVC R in Ninove zal gaan.
Ten tweede geeft u zeer terecht aan dat die informatie-uitwisseling geen ‘kan’ is, maar dat dat een automatisme moet worden, zodat wanneer mensen verhuizen, ze wel degelijk op de radar blijven, zeker ook in het licht van de zeer snelle radicalisering die we steeds vaker zien, waarbij iemand op heel korte termijn heel snel heel drastisch radicaliseert, vaak ook op heel jonge leeftijd. Het is toch echt belangrijk dat we niemand van de radar laten verdwijnen. Ik denk dat dat een goede zaak is. Ik ben ook blij te horen dat u daar een initiatief voor zult nemen. Hebt u een zicht op de timing daarvan? U spreekt over een interfederaal akkoord. Op welke timing gokt u?
Een laatste element, dat niet in mijn vraag stond, maar dat ik aanhaal in het licht van de meest recente kennis en naar aanleiding van de aanslag in Rusland, is de dreiging van Islamitische Staat in de Khorasan Provincie (ISKP). Ik weet dat er vanuit de federale inlichtingendiensten bijvoorbeeld extra informatie is aangeleverd aan lokale besturen rond het conflict in Gaza. Wordt er ook rond de dreiging vanuit ISKP extra informatie aangeleverd aan lokale besturen en LIVC’s over hoe men het best met die mogelijke dreiging omgaat, waar men het best op let, of er elementen zijn waar men het best rekening mee houdt in het kader van de dreiging van ISKP, die volgens minister Van Tigchelt momenteel toch echt zeer hoog op de radar staat?
Minister Rutten heeft het woord.
Ik heb me net even laten informeren, omdat het laatste deel van uw vraag redelijk recent is. Er is, zegt mijn kabinetschef, wel contact met het OCAD, maar voorlopig is er daar voor ons land nog niets in te melden. Maar ik volg dat uiteraard op de voet.
U wilde ook weten wat de timing is. Het is de federale overheid die trekker is. Ik zou zeggen: hoe rapper, hoe liever. Wij verlenen in elk geval onze volledige samenwerking. Ik hoop dat dat nog snel kan gebeuren. Het zou al te zot zijn dat er eerst iets moet gebeuren, voordat men in actie schiet. Dus wat dat betreft, mag het vooruit gaan.
De heer Verbeurgt heeft het woord.
Het zal u niet verwonderen dat het wat mij betreft altijd en overal vooruit mag gaan. Ik zal ook mijn federale collega's aansporen om daar ook in de Kamer de nodige aandacht voor te vragen. Want ik ben het volmondig met u eens dat we er echt voor moeten zorgen dat er geen gaten in het systeem vallen en dat bijvoorbeeld iets heel simpels als een verhuis ertoe zou leiden dat iemand van de radar verdwijnt. Laat ons daar inderdaad vooral werk van maken. U kunt op mijn fractie rekenen om dat ook aan de overkant mee te verdedigen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.