Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
De heer Coenegrachts heeft het woord.
Minister, in De Standaard stond een artikel over 23 zonevreemde woningen gelegen in VEN-gebied (Vlaams Ecologisch Netwerk) in Brakel. Men vertelde daarover dat die woningen geen ontwikkelingsmogelijkheden meer zouden hebben volgens de voorschriften van een nieuw ontwerp-RUP (ruimtelijk uitvoeringsplan). In de praktijk zou dat neerkomen op een uitdoofscenario, zo werd alleszins geschreven, waarbij die zonevreemde woningen op lange termijn zouden moeten worden afgebroken.
Als we kijken naar de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO), artikel 4.4.12, tot en met 4.4.15, mogen eigenaars hun bestaande zonevreemde woningen gelegen in ruimtelijk kwetsbaar gebied, zoals bosgebied en VEN-gebied, enkel verbouwen. De bestemmingsvoorschriften zijn op zichzelf geen weigeringsgrond bij de beoordeling van aanvragen voor een omgevingsvergunning voor het verbouwen van een bestaande zonevreemde woning. Het heropbouwen op dezelfde plaats of een andere plaats is natuurlijk resoluut verboden.
De ontwikkelingsmogelijkheden van bestaande zonevreemde constructies in ruimtelijk kwetsbaar gebied zijn dus al aanzienlijk beperkt. Als je dan 40 procent van de buitenmuren van de constructie afbreekt, dan is er sprake van herbouw, wat niet is toegelaten in VEN-gebied, zoals ik al zei. Als je dit natuurlijk koppelt aan de renovatieverplichtingen, dan daalt de waarde van die eigendommen aanzienlijk en beperkt het de mogelijkheden om te investeren in isolatie en energetische maatregelen.
Minister, bij dat artikel en de situatie zoals we die lazen in de krant, had ik toch enkele vragen over uw visie rond het beperken van die basisrechten. Kan dat via een RUP, gezien de artikelen in de VCRO waarover ik het had? Onderschrijft u een dergelijke beperking? Kunt u daar wat meer toelichting over geven? Gaat u akkoord met de stelling dat het beperken van de basisrechten op dit soort van zonevreemde constructies beschouwd moet worden als waardevermindering? Zijn er vergoedingsmechanismes voorzien voor eigenaars die daarmee geconfronteerd worden? Is dat nodig en zijn daar decretaal voldoende handvatten voor of moeten we denken aan een decreetswijziging?
Minister Demir heeft het woord.
Beste collega, u verwijst naar een gemeentelijk RUP van de gemeente Brakel waarin er aan een aantal zonevreemde woningen enkele beperkte bijkomende ontwikkelingsmogelijkheden worden gegeven ten opzichte van de decretale basisrechten voor zonevreemde woningen. Het RUP steunt hierbij op het gemeentelijk structuurplan.
Zoals uitdrukkelijk bepaald in de VCRO kan een gemeentelijk RUP de decretale basisrechten inderdaad aanvullen of uitbreiden, zoals u aangeeft. Dat heeft de gemeente Brakel dus voor een aantal woningen gedaan.
Er zijn ook een 21-tal woningen gelegen in VEN- en/of habitatgebied die niet opgenomen zijn in het RUP. Dat zijn beleidskeuzes die de gemeente Brakel gemaakt heeft. Voor deze woningen blijven de decretale basisrechten van toepassing. Het RUP voorziet met andere woorden nergens strengere bepalingen dan vandaag, en van een uitdoofscenario of verplichte sloop is geen sprake in voormeld gemeentelijk RUP.
De stelling in het recente artikel in Het Nieuwsblad als zouden wij vanuit de Vlaamse regelgeving aansturen op een uitdoofbeleid voor deze woningen, klopt dus ook helemaal niet. Aangezien er geen sprake is van het beperken van de basisrechten in dit RUP, is er ook geen sprake van beperkingen die aanleiding zouden geven tot een waardevermindering of een financiële compensatie. Ik zie dan ook geen reden voor een decreetswijziging op dit punt.
De heer Coenegrachts heeft het woord.
Minister, dank u wel voor dat duidelijke antwoord. Het is toch wel goed om te verduidelijken dat die basisrechten opgenomen in de VCRO blijven gelden, ook voor de eigenaars van woningen waar dat artikel over ging. Ik denk dat het hen waarschijnlijk zal geruststellen dat er in een zonevreemde woning nog kan worden geïnvesteerd en verbouwd en dat men daar nog rechten op heeft. Inderdaad, dan zijn er in de RUP’s blijkbaar andere rechten opgenomen, voor sommige zonevreemde woningen aanvullende rechten en ruimere mogelijkheden, maar niet voor die 23. Maar u was er heel duidelijk in dat dat niet betekent dat de rechten van de VCRO beperkt worden, maar wel dat ze niet worden uitgebreid of verruimd met gemeentelijke RUP’s.
Voorzitter, ik heb geen extra vraag, maar dank de minister voor de verduidelijking.
Mevrouw De Coninck heeft het woord.
Ik wil nog kort aansluiten bij deze vraag van collega Coenegrachts en het antwoord van de minister. Ik denk dat veel mensen denken dat zonevreemd een uitdoofbeleid betekent. De codex voorziet in heel wat basisrechten voor die zonevreemde woningen. Ik denk dat de mensen denken dat de woningen die wel opgenomen zijn in het RUP, zone-eigen worden. Dat is ook niet het geval. Dat blijven zonevreemde woningen, zowel degene die in het RUP gelegen zijn als degene die er niet in opgenomen zijn, en elk met een eigen aantal. De ene krijgt basisrechten en de andere krijgt de rechten die in het RUP zullen worden voorzien.
De vraag om uitleg is afgehandeld.