Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
De heer Bex heeft het woord.
We hebben bij de interpellatie van de collega natuurlijk al uitgebreid stilgestaan bij dit onderwerp. Het was onvermijdelijk dat bepaalde elementen reeds ter sprake kwamen. Ik gebruik dat meteen om mijn vraag wat concreter te maken.
Ik wil toch nog zeggen, minister, dat het mij nog niet vaak is overkomen dat ik al tijdens de plenaire vergadering, terwijl ik uw antwoord op een actuele vraag hoor, meteen al een vraag om uitleg indien. Maar ik vond dat wat u zei, vrij markant was.
U hebt zich namelijk zeer stellig uitgesproken over dat u een engagement van de raad van bestuur van De Lijn op zak had, dat het raamcontract met Van Hool uitgeput zou worden. Dan vroeg ik me spontaan af hoe een minister zich daarover sterk kan maken, zonder dat er effectief een beslissing van de raad van bestuur is. Want het gaat wel over bijzonder veel geld. Dat is toch afhankelijk van heel wat elementen. Dus het viel me op dat u zich daar zo stellig over uitsprak.
Ik begrijp ook dat de Vlaamse Regering vandaag in overleg is met Van Hool, om te bekijken hoe bepaalde engagementen die in het verleden al zijn genomen, met de huidige moeilijkheden bij Van Hool toch nog kunnen leiden tot een verdere goede bedrijfsvoering. Daar hopen we allemaal op.
Ik kan me ook inbeelden dat de gesprekken met Van Hool dan ook gaan over de mate waarin het raamcontract zou kunnen worden uitgeput. U hebt daarstraks een tipje van de sluier gelicht door te zeggen dat Van Hool heeft aangegeven dat het niet meer exact dezelfde bussen zal leveren, maar dat het met een ander systeem zal werken en dat de leveringstermijn minstens twintig maanden zal bedragen.
Maar ik wil u dus toch nog enkele vragen stellen die ons nog extra zaken kunnen leren, ten opzichte van wat we daarstraks al hebben gehoord. Eerst en vooral, die vraag blijft nog wel: op welke manier heeft de raad van bestuur zich ertoe geëngageerd dat dat raamcontract uitgeput zal worden?
Ten tweede, is er al een beslissing genomen door de raad van bestuur om de bijkomende bussen in het kader van dat raamcontract bij Van Hool te bestellen, en niet bij VDL? Destijds werd altijd gezegd dat we bij de twee gaan bestellen, en dan de verdere aankoop plaatsen bij degene die dat het beste doet. Is die beslissing al formeel genomen?
Tot slot, wanneer zal De Lijn bij benadering overgaan tot de bestelling van de resterende bussen die voorzien zijn in het raamcontract? U hebt daarstraks toch wel duidelijk gemaakt dat daar op dit moment stevig over wordt gesproken. Wat kunt u me daar nog meer over zeggen?
Minister Peeters heeft het woord.
Dank u wel, mijnheer Bex, voor uw vragen.
Misschien moet ik even teruggaan naar ons openbaredienstencontract en de vergroening van de vloot. De Lijn heeft in het totaal 1250 zero-emissiebussen nodig. Dat wil ik eerst heel even duidelijk stellen. De raamovereenkomsten zijn maximale aantallen die men ervan kan afnemen. Zoals reeds geduid, heeft men in november 2021 een raamcontract opgemaakt voor 350 standaard zero-emissiebussen, waarvan 60 procent werd toebedeeld aan Van Hool, en 40 procent aan VDL. Er werd toen ook onmiddellijk beslist om een eerste zestigtal bussen af te nemen: 36 bussen bij Van Hool, 24 bussen bij VDL. Men kan nog te allen tijde bijbestellen. Dat raamcontract loopt nog altijd, en dat loopt nog meerdere jaren.
Op het moment dat De Lijn aangaf dat ze een nieuw raamcontract voor standaardbussen in de markt hebben geplaatst, heb ik zelf gevraagd of we ook nog blijven vasthouden aan dat initiële contract. Dan heeft men mij verzekerd dat we te allen tijde dat initiële contract kunnen naleven, totdat alle bussen zijn geleverd, zijnde naast die zestig, ook de resterende 290 bussen.
Wat is daarbij doorslaggevend? Als de raad van bestuur van De Lijn beslist dat ze bijbestellingen willen, dan gaan ze uiteraard in gesprek met de leveranciers die de gunning hebben binnengehaald. Ze kijken of ze nog voldoende aan de voorwaarden voldoen, en binnen welke tijd men al dan niet kan leveren, binnen dat bestaande raamcontract.
Zo zijn er tussen De Lijn en de twee leveranciers van het eerste contract wel degelijk continue gesprekken geweest. Ik ben daar zelf niet bij voor alle duidelijkheid. Dat is de autonomie van De Lijn. Het is finaal de raad van bestuur van De Lijn die beslist of ze al dan niet bijkomend bussen zal afnemen via dat raamcontract.
Met dat laatste raamcontract dat is gegund aan Build Your Dreams (BYD), heeft De Lijn nu drie potentiële leveranciers voor standaard zero-emissiebussen. Daarnaast zijn er de gelede bussen, de HOV-bussen (hoogwaardig openbaar vervoer) en de midibussen, maar die laat ik nu even buiten beschouwing. Er zijn nu dus drie leveranciers voor standaardbussen. Men heeft er nog heel wat nodig. Ik heb daarstraks gezegd dat we 1250 bussen nodig hebben. Dus wat de vraag betreft over wanneer men nog bijkomende bussen gaat afnemen: het is aan de raad van bestuur om met een eenvoudige bestelling van de ene dan wel van de andere bussen af te nemen.
De Lijn laat alleszins weten dat het de intentie heeft om voor de zomer van 2024 nog een volgende maal bussen te bestellen. Op welk raamcontract is vandaag nog niet geweten. Ik ben daar opnieuw heel transparant in: wat ik niet weet, kan ik niet zeggen. Het is de raad van bestuur die gaat bekijken wat de noden zijn, welke budgetten er zijn en wat er mogelijk is bij de betreffende leveranciers. Op basis daarvan zal De Lijn een beslissing nemen om opnieuw standaardbussen, zero-emissiebussen te bestellen bij een van de drie leveranciers. Laat het mij zo duidelijk stellen.
Daarmee hoop ik dat ik al uw vragen beantwoord heb.
De heer Bex heeft het woord.
Minister, ik haal één zin aan uit het verslag van die plenaire vergadering waarnaar ik verwees. In uw antwoord zei u dat De Lijn u heeft verzekerd dat het vanuit het raamcontract zeker nog elektrische bussen zal afnemen bij Van Hool. Ik hoop dat. Ik denk dat u dat ook hoopt, maar ik denk dat we eerlijk moeten zeggen dat het een hoop is en we daar niet zeker van kunnen zijn op dit moment. We moeten uw woorden ook in die zin interpreteren.
Maar nu zegt u hier vandaag wel nog iets zeer belangrijks: dat er door De Lijn nog voor de zomer van 2024 – de zomer begint op 21 juni 2024 – nog bussen besteld zullen worden. Dan is mijn vraag hoeveel bussen De Lijn zou willen bestellen. Ik snap dat u vandaag niet kunt zeggen of het er 53 of 54 zijn, maar ik verwacht wel een grootteorde.
En opnieuw: in welke mate is dat een aspect dat momenteel ook al wordt meegenomen in de gesprekken die deze Vlaamse Regering voert met Van Hool, de banken en iedereen die betrokken is, om het bedrijf een toekomst te geven? Bent u daar zelf ook bij betrokken, bij die gesprekken?
Minister Peeters heeft het woord.
Hoeveel bussen er nog expliciet afgenomen gaan worden, hangt van een heel aantal criteria af. Het kan zijn – en dat is nog allemaal louter hypothetisch – dat De Lijn beslist om bij de drie leveranciers x-aantal bussen af te nemen. Het kan ook zijn dat De Lijn zegt om maar bij één specifieke leverancier af te nemen. Daar hebben we vandaag de dag nog geen duidelijkheid over.
Ik denk dat vooral heel belangrijk is wat straks de beslissing zal zijn bij Van Hool. Dat op zich is sowieso een heel belangrijke factor. Uiteraard is ook VDL van belang. VDL-bussen worden gemaakt in Roeselare. We hebben daar eenzelfde houding tegenover. Ik kan alleszins nu niet zeggen hoeveel bussen men nog wil afnemen.
Wat ik wel weet, is de prognose die we in ons openbaredienstencontract hadden opgenomen, en waar we jaar na jaar zouden willen staan met het aantal zero-emissiebussen. Door het feit van de ‘supply chain’ en de leveringstermijnen lopen we op dat vlak al wat achterop. Daar ben ik heel eerlijk in: we gaan die exacte timing niet volledig halen. Maar er zijn wel budgetten vrijgemaakt om zowel bussen aan te kopen alsook stelplaatsen te voorzien, om die vergroening volop te kunnen faciliteren.
Hoeveel het er gaan zijn, weet ik nu niet. De raad van bestuur komt iedere maand samen, komt soms ook tussentijds samen. Ze zullen alleszins nog bijkomende zero-emissiebussen nodig hebben, al is het maar om die oude bussen, die continu in panne staan, zo snel mogelijk te kunnen afvoeren.
Ik hoop, net zozeer als u, dat ik ten eerste zo snel mogelijk weet of Van Hool en ook VDL zullen kunnen leveren – het raamcontract biedt die mogelijkheid –, en ten tweede, hoeveel we dan kunnen en wat voor hen de marge is om te produceren en te leveren. Daar zal heel veel van afhangen.
De heer Bex heeft het woord.
Ik denk dat het heel duidelijk is. Er zijn hier drie partijen die bussen zouden kunnen leveren via standaardcontracten waarover geen betwisting mogelijk is, dus dat betekent dat als De Lijn beslist om bij Van Hool of bij VDL te bestellen, daar op zich weinig mensen tegen kunnen zijn, om het zo te zeggen. Natuurlijk moeten die leveranciers ons wel kunnen garanderen dat er ook binnen een redelijke termijn een kwaliteitsvol product kan worden geleverd. Het is zeer belangrijk dat dat ook door De Lijn in de gaten wordt gehouden, maar ik denk wel dat u hier vandaag heel goed de boodschap hebt meegekregen van zo goed als alle collega’s dat we er wel op rekenen dat u er als voogdijminister op toeziet dat De Lijn daarbij zeker alle kansen geeft aan de Belgische busbouwers om ook die levering te kunnen voorzien. Alleen de prijs kan daarin niet het doorslaggevende criterium zijn.
De vraag om uitleg is afgehandeld.