Verslag vergadering Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën, Begroting en Justitie
Verslag
Mevrouw Ryheul heeft het woord.
Minister, sinds 1 april 2016 moeten vrachtwagens op onze wegen een kilometerheffing betalen. Vrachtwagens die dus niet in orde zijn, of zich niet houden aan de wetgeving, riskeren een boete. Omdat er verhoudingsgewijs meer buitenlandse vrachtwagens op de Vlaamse wegen aanwezig zijn, worden er voor hen dus meer boetes uitgeschreven dan voor Belgische chauffeurs. We zagen de afgelopen jaren een toename van de kilometerheffing en ook van het aantal gereden kilometers. Dat wijst ook op een belangrijke rol van Vlaanderen als logistieke draaischijf. Dat blijkt ook uit de recente cijfers die onlangs bij u opgevraagd werden. Vlaanderen ontving vorig jaar zo’n 565 miljoen euro aan kilometerheffing en deelde opnieuw voor een recordbedrag van 19 miljoen euro boetes uit aan truckbestuurders die niet in regel waren met die kilometerheffing.
Vooral de buitenlandse bedrijven blijken slechte betalers te zijn, want bijna 80 procent van de boetes is voor rekening van vrachtwagens met een buitenlandse nummerplaat. Opvallend is ook dat 5,1 miljoen euro of ruim een kwart van de boetes nog niet betaald is. Naast Nederland en Roemenië heeft vooral Spanje een hoog openstaand bedrag.
Ik heb u deze legislatuur meermaals gewezen op de problematiek rond de inning van die boetes bij buitenlandse transportfirma’s, en ik heb ook aangedrongen op een strikte opvolging en een effectieve inning van de onbetaalde boetes. Ondanks herhaalde beloftes van uw kant raakt deze problematiek maar niet opgelost. Deze slechte inning vormt uiteraard een bijkomend concurrentieel nadeel tegenover onze eigen transportfirma’s die niet kunnen ontsnappen aan betalingen.
U verwees in eerdere antwoorden op mijn vraag naar welke initiatieven u zou nemen om die inning te verbeteren, naar de bestaande administratieve invorderingsprocedure, naar de dagelijkse mobiele controleploegen van de Vlaamse Belastingdienst (VLABEL) en naar de gewestelijke actiedag die door VLABEL georganiseerd wordt.
Minister, welke initiatieven hebt u genomen om deze inning te verbeteren en waarom boekt u zo weinig succes?
Minister Diependaele heeft het woord.
Eerst en vooral wil ik u grondig tegenspreken over het feit dat het zo gigantisch grote problemen zouden zijn, dat we geen vooruitgang boeken en dat we dus geen succes zouden boeken. Ik zal u de cijfers ook meegeven. Maar goed, het zal wel aan de politieke vertaling liggen dat u het zo moet uitdrukken.
U hebt inderdaad vorig jaar dezelfde vraag gesteld. Mijn antwoord vandaag zal dan ook min of meer hetzelfde zijn. Ik heb al verschillende keren in het verleden meegegeven dat buitenlandse vrachtwagens wel degelijk meer dan hun deel in de kilometerheffing betalen. In 2023 bracht de kilometerheffing in het totaal 565 miljoen euro op voor de Vlaamse schatkist en 53 procent daarvan kwam van buitenlandse vrachtwagens.
Ik herhaal ook nog eens dat de doelgroep eigenlijk zeer ‘compliant’ is, zeker als we dat vergelijken met andere belastingen, zeker verkeersbelastingen in het verleden. Het overgrote deel houdt zich aan de geldende regelgeving. Meer dan 99,7 procent van de tolplichtige voertuigen heeft een onboardunit (OBU) die toelaat de kilometerheffing te betalen. Het bedrag aan uitgeschreven boetes is dan ook zéér beperkt in verhouding tot het totaalbedrag aan geïnde kilometerheffing.
Als we kijken welk traject we daar de afgelopen tien jaar gelopen hebben – dat was inderdaad van voor de kilometerheffing, toen de verkeersbelasting nog volledig federaal geïnd werd –, dan zitten we nu op een veel beter inningspercentage. Dat is voor een groot deel, de heer Van den Heuvel heeft het daarnet ook gezegd, dankzij de heel efficiënte werking van VLABEL.
We doen er uiteraard alles aan om die boetes ook effectief te innen, in eerste instantie via controles op de baan. Vanaf het moment dat de betalingstermijn van een vordering is verlopen, wordt de nummerplaat op een blacklist geplaatst en krijgen de mobiele controleploegen een signaal als het voertuig een controlepost voorbijrijdt, zodat openstaande boetes via wegcontroles ingevorderd kunnen worden. De mobiele teams van VLABEL zijn dagelijks actief over het hele Vlaamse grondgebied, maar u zult ook wel beseffen dat ze uiteraard niet altijd en overal aanwezig kunnen zijn.
Naast de wegcontroles is er ook een administratieve invorderingsprocedure. Cruciaal daarin is de gegevensuitwisseling tussen de lidstaten. Met een aantal lidstaten, bijvoorbeeld Nederland, Frankrijk en Duitsland, is dit op bilateraal niveau geregeld. Dat is dus rechtstreeks met elkaar opgenomen. Dit vertaalt zich in een inningspercentage dat quasi even hoog is als voor Belgische voertuigen. Dus daar waar we zelf afspraken hebben kunnen maken om de inningen tussen landen te vergemakkelijken, loopt de inning zo goed als de inning die we in Vlaanderen moeten doen. Daar zit dus geen verschil op.
Voor de uitwisseling met andere landen rekenen we op de uitvoering van de EETS-Richtlijn (European Electronic Toll Service). Die bepaalt dat de gegevens dienen uitgewisseld te worden tussen nationale contactpunten van de verschillende lidstaten. Het is evenwel de FOD Mobiliteit, en meer bepaald de Kruispuntbank van de voertuigen, die daarvoor in België bevoegd is, maar die nog steeds geen initiatief heeft genomen om die rol op te nemen.
Zowel ik als Viapass blijven daarop hameren en aandringen, maar tot op heden zonder succes. Zodra daar verdere stappen worden gezet, zal een efficiënte gegevensuitwisseling tussen de lidstaten een belangrijke bijdrage leveren aan de invordering van de kilometerheffing en de daarmee gepaard gaande boetes van overtreders uit het buitenland. Dus dat is de laatste stap die we nog moeten kunnen afronden, maar daarvoor hangen we af van het federale niveau.
Mevrouw Ryheul heeft het woord.
Dank u wel, minister, voor uw antwoorden. Ik heb goed geluisterd. Uw antwoord ligt inderdaad in de lijn van de verwachtingen. Ik stelde vorig jaar een soortgelijke vraag, en hoor ook soortgelijke antwoorden.
Zoals ik vermoedde, is er volgens u niets aan de hand. Nochtans tonen de cijfers zwart op wit aan dat de genomen acties niet voldoende zijn. U kunt toch niet ontkennen dat u er deze legislatuur niet in bent geslaagd om de percentages naar beneden te krijgen?
Het bleef vorig jaar ook bij één gewestelijke actiedag. Mijn eerste vraag is dan: zijn er ook dit jaar één of liefst meerdere actiedagen gepland? Zult u dat aantal proberen op te drijven? Ik heb er ook al op gewezen dat in 2022 vooral vrachtwagens uit Spanje het grote probleem waren. De nieuwe cijfers bevestigen dat opnieuw. Het blijft onbegrijpelijk dat vrachtwagens uit een land zoals Spanje, dat al sinds 1985 deel uitmaakt van de EU, hier ongestraft boetes kunnen blijven opstapelen.
U hebt in het verleden de hoop geuit dat er in de toekomst een betere uitwisseling zou komen van gegevens tussen Europese lidstaten, maar het probleem met de ontsluiting van buitenlandse overtreders blijft heel deze legislatuur wel degelijk aanslepen. Nog steeds heeft de Dienst voor Inschrijvingen van Voertuigen (DIV) die voertuiggegevens van de andere lidstaten nog niet kunnen ontsluiten, waardoor de Vlaamse Belastingdienst hier nog steeds geen gebruik van kan maken, dus dat sluitend systeem blijft tot op vandaag uit.
U zei in uw vorige antwoord dat het voor de gegevensuitwisseling tussen de lidstaten wachten was op een initiatief van de Federale Regering, op een nieuwe federale wet. Dat vertelde u mij ook vorig jaar, maar wat is hier nu de stand van zaken en welke stappen hebt u zelf ondernomen naast het steeds hameren op die ontsluiting? Welke stappen hebt u zelf genomen?
Minister, vorig jaar heeft de Vlaamse Regering de verdere uitbreiding van de kilometerheffing goedgekeurd. Sinds 1 januari is die van kracht gegaan. Er zouden dus naast die 700 kilometer, deze zomer nog eens 500 kilometer aan wegen bijkomen. De laatste uitbreiding gaat dan vooral over lokale wegen die worden gebruikt door onze eigen transportondernemingen, waardoor zij ook die heffing financieel veel harder zullen voelen dan de buitenlandse transporteurs, aangezien die ook veel minder vaak die lokale wegen opzoeken.
De Mobiliteitsraad van Vlaanderen (MORA) had het over een louter fiscale maatregel die geld in het laatje moet brengen, en vindt dat die uitbreiding voorbijgaat aan het bestaande draagvlak voor de kilometerheffing. De Koninklijke Federatie van Belgische Transporteurs en Logistieke Dienstverleners (Febetra) had het zelfs over een pestbelasting.
Dus ik heb hierover nog twee laatste bijkomende vragen. Die tweede uitbreiding was nog geen zekerheid, die zou nog verder besproken worden binnen de Vlaamse Regering. Is er daar al meer nieuws over? Ten slotte, veronderstel ik ook wel dat u de nieuwe uitbreiding ook zelf goed monitort. Kunt u al een evaluatie maken van de eerste twee maanden? Ziet u op de secundaire wegen, dus waar die kilometerheffing sinds begin dit jaar is ingevoerd, diezelfde tendens, dat buitenlandse chauffeurs daar zonder te betalen, gebruik van maken?
Minister Diependaele heeft het woord.
Wat het aantal controles betreft: dat weet ik niet. Dat is aan VLABEL. Zij hebben een systeem waarbij ze de inningspercentages wel degelijk altijd maar verbeterd hebben voor de totaliteit van de verkeersbelasting. Maar welke controles zij waarop richten, dat is hun eigen bevoegdheid om te gaan zoeken wanneer ze welke controles organiseren.
Als je kijkt naar de cijfers, is de eerste vaststelling natuurlijk dat er meer controles zijn en dat de te innen bedragen dus inderdaad gestegen zijn. Dat is op zich een goede zaak. Dat betekent dat we er kort op zitten. Maar voor die landen waarmee we niet zo’n akkoord hebben, hebben we wel degelijk die gegevensuitwisseling nodig om dat zo vlot en zo correct mogelijk te laten verlopen. Wij hebben daar al verschillende keren naar gevraagd. Dat is vooral ook via Viapass gebeurd. Ik heb dat in mijn antwoord ook aangegeven, om dat via Viapass te laten verlopen, maar tot vandaag is er nog altijd geen resultaat.
Wat uw laatste punt betreft, met betrekking tot de nieuwe dingen, vrees ik dat ik u moet doorverwijzen naar de bevoegde minister, mevrouw Peeters, zeker wat betreft de uitbreiding van het aantal kilometers. Ik heb er zelf geen zicht op welk effect dat juist geeft. Ik denk ook dat het te vroeg zal zijn om die cijfers al te kennen. Daar kan ik u geen antwoord op geven, maar mevrouw Peeters misschien wel.
Mevrouw Ryheul heeft het woord.
Dank u wel, minister, voor uw antwoorden. Wat mij vooral zorgen baart, is dat we het oplopend niet-overlappend bedrag van de onbetaalde boetes jaar na jaar blijven meeslepen en dat die buitenlandse transportfirma’s daar het grootste aandeel in blijven behouden. Als deze Vlaamse Regering blijft toestaan dat die buitenlandse transportfirma’s hun kilometerheffing niet betalen, dan ontloopt Vlaanderen – dat kunt u niet ontkennen – miljoenen aan inkomsten. En het leidt vooral ook tot een onrechtvaardig concurrentieel nadeel voor onze eigen bedrijven. Belgische transporteurs die een boete niet betalen, worden niet met rust gelaten door de overheid, terwijl buitenlandse transporteurs die een boete niet betalen, daar nauwelijks last van hebben.
Ik maak me dus vooral zorgen over het lage inningspercentage, dat ook een gevoel van straffeloosheid creëert. Als er nog zoveel openstaande boetes blijven staan, getuigt dat absoluut niet van een efficiënte aanpak en neigt dit eigenlijk naar wanbeleid. En ik herhaal dat het vooral frustrerend is voor onze eigen Vlaamse transportfirma’s dat hun buitenlandse concurrenten daarmee blijven wegkomen. Voor ons kan het niet dat die boetes massaal onbetaald blijven. Ik pleit daarom nogmaals voor een kordatere aanpak. Ik betreur het vooral dat de Vlaamse Regering er deze legislatuur, ondanks de vele beloftes, niet in geslaagd is om die cijfers naar beneden te krijgen en om met de federale collega's werk te maken van die gegevensuitwisseling tussen de lidstaten.
Voor ons is het alvast duidelijk dat de Vlaamse Regering er deze legislatuur niet voor gezorgd heeft dat die kilometerheffing ook effectief een meerwaarde zou betekenen voor de Vlamingen, wat toch wel een gemiste kans is, wat ons betreft.
De vraag om uitleg is afgehandeld.