Verslag vergadering Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën, Begroting en Justitie
Verslag
De heer Van den Heuvel heeft het woord.
Minister, ik ga niet heel het verhaal schetsen van de voorwaarden om tot een vermindering van de onroerende voorheffing te komen. Dat is een theoretisch verhaal. De aanzet tot de vraag is dat er op relatief korte tijd verschillende signalen zijn gekomen dat er wat onduidelijkheden zijn bij de afhandeling. Als het maar eentje is, is dat niet zo erg, maar als er verschillende signalen komen, kunnen we daar toch een vraag over stellen. Het heeft er wellicht ook mee te maken dat die wetgeving volop in evolutie is. Die wordt geregeld aangepast omwille van de noodwendigheden en de prioriteiten.
We weten dat de vermindering afhankelijk is van het tijdstip van de stedenbouwkundige vergunning, de mate waarin er werken worden uitgevoerd en natuurlijk ook het uiteindelijke resultaat, het E-peil op 1 januari van het aanslagjaar. Dat is zowat de context. We hebben recent dus enkele klachten of opmerkingen gekregen, zoals: “Waarom komt mijn buur wel in aanmerking en ik niet?” Daarom heb ik de volgende vragen, minister.
Hoe verloopt het aantal reducties van onroerende voorheffing voor energiezuinige woningen? Is dat effectief een relevant feit? Is dat succesvol?
Hoe verloopt de administratieve afhandeling van de Vlaamse Belastingdienst (VLABEL)? Bent u ervan op de hoogte dat er af en toe een bezwaarschrift wordt ingediend of dat er onduidelijkheden zijn over wie er effectief recht op heeft?
We kennen VLABEL toch wel als een efficiënte organisatie. Hoe reageert VLABEL hierop? En kan VLABEL, zoals die dat geregeld doet, hier proactief op ingrijpen?
Minister Diependaele heeft het woord.
Dank u wel voor uw vraag, mijnheer Van den Heuvel. De vermindering voor energiezuinige woningen bestaat al jaren, namelijk sinds 2009. Het toepassingsgebied is wel al vaak aangepast. Van in het begin was het de bedoeling om de regelgeving systematisch aan te passen aan de stelselmatige verstrenging van de EPB-eisen (energieprestatie en binnenklimaat). Het was dus van in het begin de bedoeling dat er om de zoveel jaar gekeken zou worden om dat wat aan te schroeven.
De laatste wijziging dateert van 2022. Het E-peil werd toen verstrengd en de maatregel voor nieuwbouw werd beperkt in de tijd. Onroerende goederen waarvoor in 2022 een aanvraag voor omgevingsvergunning werd ingediend, komen in aanmerking voor een vermindering van 50 procent of 100 procent van de onroerende voorheffing bij het behalen van een maximaal E-peil van respectievelijk E20 en E10. Voor de omgevingsvergunningen aangevraagd vanaf 1 januari 2023 kan de vermindering enkel nog toegekend worden voor herbouw voor een maximaal behaald E-peil van E10 voor de 100 procent vermindering, of E20 voor de 50 procent vermindering. Ook ingrijpende energetische renovaties met een E-peil van maximaal E60 geven nog recht op vermindering.
Al die wijzigingen maken een interpretatie van de cijfers moeilijk. Door de korte termijn van uw vraag om uitleg zal ik mij dan ook beperken tot globale cijfers. In 2019 werden ongeveer 38.000 verminderingen toegekend. In 2023 gaat het om bijna 79.000. Let wel, het zijn cumulatieve cijfers. De verminderingen worden voor vijf jaar toegekend. Elk jaar komen er dus bij. Pas na vijf jaar vallen de eerste eraf. De lopende verminderingen worden elk jaar hernomen in de cijfers.
Er is nog geen effect van de verstrenging van het E-peil voor nieuwbouw en van de beperking tot herbouw. Dat is ook logisch, want tussen het indienen van de omgevingsvergunning en het bepalen van het E-peil zit een doorlooptijd. Maar op termijn gaan we daar zeker een effect van zien en zal dit vermoedelijk een daling van de toegekende verminderingen teweegbrengen, aangezien de vermindering voor nieuwbouwprojecten zal stilvallen. Laat ons wel hopen dat er steeds meer herbouwprojecten of ingrijpende energetische renovaties zullen plaatsvinden.
Zoals ik hier al vaker heb gezegd, stelt VLABEL alles in het werk om verminderingen automatisch toe te kennen. Ook voor deze vermindering is dat het geval. In principe wordt ze automatisch toegekend op basis van de lijsten van onroerende goederen die in aanmerking komen voor deze vermindering die VLABEL ontvangt van het Vlaams Energie- en Klimaatagentschap (VEKA).
Ik wil wel benadrukken dat ‘automatisch’ hier geldt in hoofde van de belastingplichtige, maar dat het voor VLABEL zelf helemaal niet om een automatische vermindering gaat. Dat is een beetje de vraag die u stelt. Hoe gaat VLABEL hiermee om?
Er wordt door VLABEL een eerste onderzoek verricht op basis van deze lijsten met perceelcodes. Als VLABEL de perceelcodes kan terugvinden in haar databank, wordt de inkohiering, die automatisch zou gebeuren, tijdelijk geblokkeerd en wordt het E-peil ingegeven, zodat de vermindering kan worden verrekend op het aanslagbiljet.
Dus we steken heel die lijst in het systeem. Er wordt een blokkering ingezet op wat normaal zou worden toegezegd. Maar de aangeleverde perceelcodes zijn niet altijd goed gestructureerd, en ook niet altijd correct, of bij nieuwbouw kunnen ze soms nog niet worden teruggevonden.
U moet weten dat een perceelcode bestaat uit cijfers en letters die een afdeling, een sectie, een grondnummer, een letterexponent, een cijferexponent, een bisnummer en een partitienummer aanduiden. Een fout is dan snel gebeurd. De problemen doen zich vooral voor bij percelen waarop een gebouw met verschillende wooneenheden wordt opgericht, appartementsgebouwen dus.
Voor die onroerende goederen is het van groot belang om ook de eigenaarsgegevens te kunnen consulteren. Dan kan manueel uitgezocht worden welk appartement of welke wooneenheid aan welke eigenaar kan worden gekoppeld. Elk appartement heeft immers een eigen E-peil.
Een andere hindernis is de wijziging van de perceelcode in de loop van het traject. Bij de aanvraag wordt bijvoorbeeld de dan gekende perceelcode opgegeven. Nadien wordt het perceel verkaveld en worden er nieuwe perceelcodes toegekend. Als nieuwe perceelcodes worden toegekend, kan het zelfs gebeuren dat de vermindering werd toegekend in een bepaald jaar, maar niet in het jaar nadien, omdat er geen link bestaat tussen de oude en de nieuwe perceelcode.
U merkt het al: het kan op veel manieren mislopen. Als de inkohiering niet tijdig geblokkeerd kan worden, krijgt de belastingplichtige een aanslagbiljet zonder vermindering, en zal hij bezwaar moeten indienen. In de praktijk blijft het aantal bezwaren relatief beperkt. Het aantal ligt de laatste jaren altijd tussen 1800 en 2200, dus rond de tweeduizend. Het gaat dus om enkele procenten van het globale aantal toegekende verminderingen voor energiezuinige woningen. Dat was op die tachtigduizend woningen.
Voor 2023 zijn er nog geen volledige cijfers, omdat nog niet alle bezwaren zijn afgehandeld. Maar het is wel duidelijk dat er meer bezwaarschriften zijn ingediend. We denken ook te weten hoe dat komt. Door een groter GDPR-bewustzijn bij het VEKA werden voor het aanslagjaar 2023 geen eigenaarsgegevens meer bezorgd. Zonder die gegevens was het voor VLABEL echter moeilijker om de juiste koppelingen te maken bij appartementsgebouwen.
Ik kan dit verhaal gelukkig wel positief afronden. Voor een volgende aanlevering van gegevens door VEKA, is dit probleem inmiddels aangepakt en van de baan. Eind februari ondertekenden de administrateurs-generaal van VLABEL en het VEKA een addendum op het protocol voor gegevensuitwisseling dat ervoor zorgt dat de eigenaarsgegevens opnieuw zullen worden aangeleverd. Op die manier zullen er volgende keer dus opnieuw minder bezwaren nodig zijn. Er werd dus wel degelijk proactief kort op de bal gespeeld, zoals u zelf vroeg.
De heer Van den Heuvel heeft het woord.
Dank u, minister, ik denk dat dat een heel duidelijk antwoord is. Dat zijn toch wel zo’n tachtigduizend verminderingen van onroerende voorheffingen vanwege energiezuinige investeringen. Dus dat is toch wel een mooi resultaat.
Wat die bezwaarschriften betreft: inderdaad, de mensen die het me hebben gesignaleerd, toch verschillende personen, wonen allemaal in wooneenheden, in appartementsgebouwen. Dus dat is inderdaad zo, nu dat ik daarbij stilsta. Maar ik denk dat u heel duidelijk hebt gezegd wat de context is.
Ik ben ook tevreden dat VLABEL actie heeft ondernomen, samen met het VEKA, om dat in de toekomst tot een minimum te beperken. Men beseft wel dat niet alles 100 procent vlot kan verlopen. Ik hoop alleen maar dat degenen die tussen de mazen van het net glippen, sterk genoeg zijn om een bezwaar in te dienen.
Maar dank u wel voor het antwoord. Dat was duidelijk. Het is ook een goede actie van VLABEL om proactief naar een oplossing te streven met het VEKA.
De vraag om uitleg is afgehandeld.