Verslag vergadering Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën, Begroting en Justitie
Vraag om uitleg over de aanpak van ernstig partnergeweld nadat recent een dodelijk slachtoffer viel
Verslag
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Minister, in november hadden we het in de plenaire vergadering nog over de aanpak en het voorkomen van femicide, toen naar aanleiding van weer een nieuw ernstig voorval. Recent moesten we echter opnieuw vaststellen dat een man zijn vrouw doodde, ondanks het feit dat hij al een tijdelijk huisverbod en een contactverbod opgelegd gekregen had.
Tijdens de vorige besprekingen van dit thema verwees u voor de aanpak van partnergeweld en het voorkomen van femicide naar de Family Justice Centers of Veilige Huizen en de nieuwe enkelbanden met een slachtofferapplicatie die waarschuwingen geeft aan dader, slachtoffer en politie wanneer voorwaarden worden geschonden. Vanaf maart zou die applicatie gebruikt kunnen worden in een proefproject van een jaar, zij het voor bepaalde doelgroepen. Om de toepassing ook aan te wenden in het geval van een opgelegd contact- en plaatsverbod, is echter een wetswijziging nodig.
Ondertussen zijn er vijf nieuwe Veilige Huizen operationeel. Die zouden ook werken met een gemeenschappelijk dossierbeheersysteem, waarin ook risico-inschatting zou gebeuren.
Ik heb daarover de volgende vragen, minister. Welke drempels zijn er thans nog om enkelbanden met slachtofferapplicatie ook in te zetten voor personen aan wie een contactverbod of plaatsverbod werd opgelegd? Hoe verloopt het overleg met de op federaal niveau bevoegde minister voor Justitie, teneinde zo snel mogelijk te kunnen voorzien in een wettelijk kader daarvoor?
Wat is de stand van zaken van de organisatie van het proefproject voor gebruik van de slachtofferapplicatie? Eerder verwees u er al naar dat dat zou worden uitgewerkt voor mensen die een contactverbod opgelegd gekregen hadden door de strafuitvoeringsrechtbank, dus daders die al veroordeeld zijn.
In hoeverre wordt de tool voor risico-inschatting ondertussen in alle Veilige Huizen gebruikt? Hoe en wanneer zal die geëvalueerd worden?
Uit een recente schriftelijke vraag die ik hierover stelde, bleek nog maar eens dat er grote regionale verschillen blijven bestaan in de toepassing van het tijdelijke huisverbod. Hoe wordt de werking van de justitiehuizen daarop afgestemd? Welke initiatieven nam en neemt u nog om dit overal meer ingang te doen vinden?
Mevrouw Blancquaert heeft het woord.
Minister, recent vond er in Gruitrode een ernstig geval van partnergeweld plaats, met de dood tot gevolg. Reeds vroeg in het huwelijk waren er signalen van geweld. De man kreeg dan ook eerst een tijdelijk huisverbod en nadien zelfs een contactverbod. Die maatregelen konden helaas niet voorkomen dat hij zijn vrouw toch om het leven bracht.
Liesbeth Wyseur, woordvoerster van het Agentschap Justitie en Handhaving, gaf aan dat het voorbije jaar in Vlaanderen alleen al 662 keer het tijdelijke huisverbod van veertien dagen werd opgelegd. Volgens de analyse van het agentschap blijkt het net een efficiënte maatregel om gespannen familiale situaties meteen te ontmijnen. Het huisverbod wordt in vele gevallen nadien zelfs uitbreid tot een contactverbod. De huidige situatie toont echter aan dat dat niet voldoende is. Vorige zomer kondigde u al aan dat een enkelband in combinatie met een slachtofferapplicatie een mogelijke oplossing zou kunnen zijn. Daarvoor is echter een wetswijziging op federaal niveau nodig.
Minister, hoe evalueert u het huidige beleid? Welke initiatieven neemt u in de strijd tegen ernstig huiselijk geweld, om nieuwe slachtoffers te kunnen vermijden?
Minister Demir heeft het woord.
Allereerst wil ik uiteraard mijn medeleven betuigen aan de getroffen familie. Het is nog maar eens een herinnering aan de onversneden terreur die geweld binnen het gezin is, en een herinnering dat niemand zijn ogen voor dergelijke terreur mag sluiten. Het is namelijk ook heel zwaar voor slachtoffers om aangifte te doen. Meestal gaan daar reeds 35 feiten aan vooraf. Daarom hebben we twee weken geleden ook de campagne ‘Horen, zien en spreken’ gelanceerd. Met de campagne wil ik het taboe doorbreken van ‘ieder huisje heeft zijn kruisje’. Dus als je getuige bent van geweld of ervan op de hoogte bent, spreek alsjeblieft.
In dit specifieke geval was er inderdaad een tijdelijk huisverbod van veertien dagen, dat op advies van de justitieassistent verlengd werd. Maar net zoals eender welke maatregel, zal een tijdelijk huisverbod nooit een nulgarantie geven, ondanks het feit dat het over het algemeen wel goed opgevolgd wordt. De politie zal natuurlijk nooit 24 uur op 24 en zeven dagen op zeven voor het huis van een slachtoffer kunnen staan. Daar is niet voldoende politionele capaciteit voor. En dat is net de reden waarom ik wil inzetten op de slachtofferapplicatie, waarbij een dergelijke controle van 24 uur op 24 en zeven dagen op zeven wel mogelijk is door het Vlaams Centrum voor Elektronisch Toezicht.
Om dat te mogen doen heb ik aan de federale collega's meermaals gevraagd om een wetswijziging door te voeren. Dat is nog niet gebeurd. Daarom heb ik ondertussen een proefproject opgestart waar we ons richten op feiten van belaging, intrafamiliaal geweld en eergerelateerd geweld, tienerpooiers en zedenfeiten. Daarbij kunnen daders uit heel Vlaanderen betrokken worden die door de strafuitvoeringsrechters voor de uitvoering van een straf van meer dan drie jaar, een elektronisch toezicht en een contact- of regioverbod krijgen opgelegd.
Voor het proefproject hebben we dus geen wetswijziging nodig. Om het ook toe te passen op bijvoorbeeld tijdelijk huisverbod, een contactverbod als voorwaarde bij probatie of een vrijheid onder voorwaarden in afwachting van een proces, hebben we wel een wetswijziging nodig. Ik heb deze teksten samen met mijn federale collega van Justitie voorbereid. Die liggen intussen ook klaar, maar men vindt federaal blijkbaar geen meerderheid. Ik vind dat onvoorstelbaar voor een Federale Regering die altijd zegt dat ze dat belangrijk vindt. Ik denk dan: genoeg gezeverd, tijd voor daden. Wij hopen dus dat er zo snel mogelijk, ondanks de blokkade van de Franstaligen, toch gestemd zal worden. Wij hebben dit gewoon nodig. Nog beter zou zijn, uiteraard, dat we Justitie volledig defederaliseren en het op Vlaams niveau organiseren. Wat we de laatste jaren zien, is niet echt iets waar men als rechtsstaat trots op kan zijn.
Wat die slachtofferapplicatie betreft, kan ik antwoorden dat de eerste dossiers zullen opstarten vanaf midden of eind april, afhankelijk van wanneer de strafuitvoeringsrechtbank een vonnis oplegt waarbij de slachtofferapplicatie, met toestemming natuurlijk van het slachtoffer, wordt opgelegd.
Naast de slachtofferapplicatie proberen we ook op andere manieren nieuwe slachtoffers te vermijden. Eén zaak is de uitrol van de Veilige Huizen. In Vlaanderen zijn er negen Veilige Huizen met minstens één per provincie. In de Veilige Huizen werken politie, hulpverlening en justitie samen om geweld in gezinnen te stoppen. Voor elk dossier dat wordt aangemeld, wordt er ook een risico-inschatting uitgevoerd en op basis daarvan een plan van aanpak opgemaakt. Het is dus een cruciale eerste stap om de juiste aanpak te kunnen bepalen om het geweld effectief te stoppen. Eens alle regio's het dossierbeheerssysteem in gebruik nemen, zal dat constant gemonitord worden.
Met de uitrol van de Veilige Huizen hopen we ook dat dat een effect zal hebben op het gebruik van het tijdelijk huisverbod. We zien inderdaad dat de regels in Antwerpen en Limburg veel worden toegepast en dat men effectief inzet op een tijdelijk huisverbod. Dat is altijd effectief om de situatie te de-escaleren waardoor de justitieassistenten aan de slag kunnen gaan.
Zoals jullie weten heb ik ook meermaals op het College van procureurs-generaal gevraagd om in alle provincies dat instrument van tijdelijk huisverbod te gebruiken. Zoals jullie weten ben ik geen rechter, het is aan de rechters om het toe te passen. Ik kan het instrument enkel voorzien.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Dank u wel, minister. Het zijn inderdaad verschrikkelijke feiten. We beseffen allemaal dat een nulrisico nooit kan bestaan, maar moeten er alles aan doen om te proberen slachtoffers te voorkomen. Het is echt een soort van terreur. We moeten proberen om een zo veilig mogelijk kader te bieden. Een slachtofferapplicatie kan daar natuurlijk bij helpen. Daar zijn we volledig mee akkoord, minister.
Wat me nog niet duidelijk is, is welke wetswijziging federaal nodig is. Ik kan alleen maar hopen dat die er zo snel mogelijk komt. Mijn vraag is of u kunt toelichten wat er juist nodig is.
We kijken, ten tweede, natuurlijk ook uit naar het proefproject voor reeds veroordeelde daders en hoe de beslissingen van de strafuitvoeringsrechtbank precies zullen verlopen.
Ten derde, indien die federale wetswijziging er zou komen – wat we hopen – hebt u er dan enig zicht op in hoeveel gevallen die slachtofferapplicatie zou worden toegepast? Hoe gaat men daar vanuit het beleid op inspelen, bijvoorbeeld met voldoende enkelbanden? Hoeveel manschappen voor monitoring zouden daarvoor nodig zijn?
Mevrouw Blancquaert heeft het woord.
Minister, weet u wat mijn grootmoeder altijd zegt? “Ieder huisje heeft zijn kruisje, en zij die zeggen dat er niets is, daar moet het nog komen.” Nu, minister, mijn grootmoeder is geen minister, helaas. Ik had misschien in dit geval liever mijn grootmoeder op de ministerstoel zien zitten dan u. U haalt iedere keer opnieuw aan welke zaken u zult doen. U kunt altijd met de grote gebaren en de rollende ogen aangeven dat het u niet aanstaat. Minister, we zijn dat al gewoon van u. Het heeft nog niks teweeggebracht, uw beleid heeft nog niks teweeggebracht.
U haalt iedere keer aan dat alle zaken die u wilt doen afhankelijk zijn van het federale niveau, maar u doet federaal ook niks. De vorige legislatuur zat u wel in de Federale Regering. Uw partij en u hebben daar niks gedaan, minder dan niks. U zegt dat het aan het federale niveau is, maar wat doet u nu eigenlijk hier op het Vlaamse niveau? Wat doet u nu eigenlijk? U stelt alleen maar teleur.
De enige vraag die ik u eigenlijk wil stellen, minister: bent u ervan overtuigd dat het zoveelste proefproject dat u opnieuw aanhaalt om die slachtoffers te paaien, echt het verschil zal maken?
Mevrouw De Vreese heeft het woord.
Mevrouw Blancquaert, ik wist dat de onderwijskwaliteit aan het dalen was, en dat dat voornamelijk ook te maken heeft met het begrijpend lezen en luisteren, want ik denk dat u helemaal niet geluisterd hebt naar wat de minister hier juist heeft gezegd. Ze heeft gezegd dat er inderdaad een aantal zaken op het Vlaamse niveau mogelijk zijn, dat ze daar maximaal werk van maakt, maar dat voor bepaalde zaken het federale niveau nu eenmaal nog bevoegd is.
Ze heeft ook daar de zaken aangekaart, ze komt met een voorstel, maar blijkbaar is er binnen Vivaldi geen meerderheid om daarover te stemmen. Als partij zouden wij dat wel degelijk als amendement voorleggen. (Opmerkingen van Adeline Blancquaert)
Ik hoop inderdaad dat de collega’s die hier aanwezig zijn, van Open Vld en cd&v, daar ook mee aan de kar trekken aan de overkant. Ik vind het nog veel triestiger dat de partijen Groen en Vooruit hier vandaag niet aanwezig zijn bij een topic dat wij als partij belangrijk vinden, maar eigenlijk grensoverschrijdend, voor ons allemaal belangrijk zou moeten zijn. Want het gaat hier nu eenmaal inderdaad over slachtoffers, slachtoffers van familiaal geweld die niet gemakkelijk een aangifte doen, waarbij het vaak heel lang duurt vooraleer ze de moed hebben. Als er dan een huisverbod komt, dan moet dat inderdaad heel strikt opgevolgd worden via een slachtofferapplicatie, die wel degelijk is opgezet door de minister.
Laat ons dat dus uitbreiden, laat ons dat federaal voorleggen. Ik hoop, collega’s, dat iedereen dat dan ook volmondig steunt.
Minister Demir heeft het woord.
Ja, aan de mensen van het Vlaams Belang: ik leg gewoon uit hoe je aan beleid doet. Slachtofferapplicatie opleggen bij zaken waar er geen enkelband wordt uitgesproken, daar heb je een wetswijziging voor nodig, dat is zo. Je leeft in een rechtsstaat, en ik denk dat ook jullie zich aan wetten moeten houden. Als je iets wilt realiseren, betekent dat dus ook dat je moet pleiten voor die wetswijziging. Wij staan daarvoor te wachten, maar ik ga ook niet wachten tot wanneer die wetswijziging er is.
Ik zoek dus inderdaad continu naar methodes hoe we er toch voor kunnen zorgen dat we vooruit kunnen gaan. Dat is de reden waarom we ook dat proefproject doen, waar we ook meer dan tachtig mensen kunnen opvolgen in de tussentijd. Want stilzitten is voor mij geen optie. Dat is de reden waarom we zo snel mogelijk starten met dat proefproject.
Als de mensen van het Vlaams Belang vragen wat ik heb gedaan toen ik op het federale niveau zat: ik heb die zorgcentra opgericht. Dat klopt, inderdaad, ik was de staatssecretaris die de zorgcentra na seksueel geweld heeft opgericht. (Opmerkingen van Adeline Blancquaert)
Die zijn ondertussen ook uitgebreid, mevrouw Blancquaert. (Opmerkingen van Adeline Blancquaert)
Ik heb u ook laten uitspreken …
Mevrouw Blancquaert, de minister heeft het woord.
Dus als u echt geïnteresseerd bent in hoe we onze samenleving beter kunnen maken, als u effectief geïnteresseerd bent in hoe we die slachtoffers op een betere manier kunnen opvangen, betekent dat inderdaad, als je als minister ooit beleid wilt voeren, dat je je aandachtig moet houden.
Dat betekent dat je continu op zoek moet gaan naar hoe je iets mogelijk kunt maken, ook al kom je in de praktijk altijd wel drempels en moeilijkheden tegen, maar ‘that’s life’. Je kunt dan niet bij de pakken blijven zitten, maar je moet dan kijken naar wat je kunt doen.
Inderdaad, federaal ben ik staatssecretaris geweest, voor een heel korte periode. We zijn er toen in geslaagd om zorgcentra na seksueel geweld op te richten, waar nu eenieder, ook slachtoffers, over zegt dat ze daar op een heel goede manier worden opgevangen. Eindelijk, eindelijk, worden ze erkend in het slachtoffer zijn, want dat was niet zo in dit land. Dat was zo niet.
We hebben dat gedaan. Ik heb dat gedaan. Ik heb daar destijds mijn nek voor uitgestoken. Ik weet niet waar u toen was, mevrouw Blancquaert. Dat is ook de reden waarom we als N-VA, als partij, ook de ambitie hebben om federaal aan zet te komen, om ook federaal te besturen, om dergelijke zaken mogelijk te maken.
Dat is het verschil tussen u en ons. U staat te roepen en te doen. Uiteindelijk is de vraag: wat hebt u al gedaan? Wat hebt u al gedaan voor al die slachtoffers? U kunt nu zeggen dat het schandalig is. De zorgcentra na seksueel geweld hebben we opgericht, de Veilige Huizen ook.
We zijn binnen Europa de enige regio. Het kwam zelfs op het journaal in Nederland dat we hier negen Veilige Huizen hebben om slachtoffers op te vangen, waar de hulpverlening, de politie en het gerecht onder één dak zitten. We hebben dat inderdaad gedaan. Vlaanderen heeft dat gedaan. Wallonië heeft dat niet gedaan.
Wat de slachtofferapplicatie betreft, u kunt daarover foeteren, enzovoort, u zult federaal nooit verantwoordelijkheid opnemen. Wij hebben die ambitie wel. (Opmerkingen van Adeline Blancquaert)
Om de Vlamingen net beter te helpen, om die slachtoffers net beter te helpen. Ik probeer nu inderdaad ook weer mijn best te doen. Die slachtofferapplicatie is besteld, en ik hoop dat die wetgeving federaal kan wijzigen, zodat we het kunnen doorvoeren.
In de tussentijd blijf ik inderdaad niet stilzitten. U kunt me dat verwijten, maar ik blijf niet stilzitten. Ondertussen doe ik een proefproject waarmee we toch alweer meer dan tachtig mensen op een goede manier kunnen beschermen. Daar gaat besturen over. Daar gaat verantwoordelijkheid nemen over. Daar gaat het over. Hoe kun je zorgen voor een veilige samenleving? Dat gaat niet op de manier waarop u dat al twintig jaar pretendeert.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Ik probeer tussen het gekrakeel uit te blijven, want slachtoffers hebben daar totaal geen boodschap aan. Die hebben er nood aan dat er vanuit het beleid, over bestuursniveaus en partijen heen, samen naar oplossingen wordt gezocht, en dat we een veiliger kader kunnen bieden.
In dat kader, minister, kijken we natuurlijk ook uit naar de start van dat proefproject, en de resultaten die dat zal meebrengen. Alleszins, als er daarmee stappen voorwaarts kunnen worden gezet, en daar gaan we vanzelfsprekend gezien wel van uit, zodat slachtoffers zich veiliger voelen wanneer ze belaagd werden, of slachtoffer werden van een dader, of van intrafamiliaal geweld, dan denk ik dat we die stap absoluut moeten zetten. We zullen dat absoluut met heel veel interesse verder opvolgen.
Mevrouw Blancquaert heeft het woord.
Minister, ik pretendeer niets al twintig jaar. Om eerlijk te zijn: ik moet dit jaar nog 28 jaar oud worden. Maar inderdaad, uw beleid doet me denken aan dat van een 8-jarige. Hoe kunnen we in hemelsnaam zoiets mogelijk maken? Wij met het Vlaams Belang, wij zullen dat wel degelijk doen. Mijn partij en ik, wij, zullen alleszins wel doen waar u niet in bent geslaagd.
Mevrouw De Vreese, u moet zich misschien minder druk maken over het onderwijsniveau. Uw eigen minister Weyts doet dat eigenlijk ook niet. Die maakt zich daar ook niet al te druk over, hij doet daar ook niet al te veel voor. Dus dat is allesbehalve een probleem.
Maar ik luister, hoor wel degelijk, en zie zeer duidelijk, collega’s, dat slachtoffers onder dit beleid, onder minister Demir, in de kou worden gelaten. U, minister Demir, doet niet aan beleid. Het enige wat u doet, is teleurstellen.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.