Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Verslag
Mevrouw Claes heeft het woord.
Mijn vraag om uitleg gaat over de vijfde OESO Skills Summit. Ik had het daarnet nog over de leercultuur in Vlaanderen. Nog geen 10 procent van de Vlamingen neemt deel aan bijscholing of omscholing. Nochtans is dat een belangrijk instrument om de positie op de arbeidsmarkt op te krikken en de weerbaarheid ten aanzien van toekomstige uitdagingen te verhogen. Het Partnerschap Levenslang Leren heeft de ambitie om het tij te keren.
Om de twee jaar brengt de Skills Summit van de OESO ministers en hoge ambtenaren samen. Elke editie onderzoekt een ander aspect van vaardigheden en competenties rekening houdend met de maatschappelijke uitdagingen en veranderingen. Op 21 en 22 februari 2024 werd de vijfde OESO Skills Summit in Brussel georganiseerd met als thema: ‘Vaardigheden voor de toekomst – Bruggen bouwen naar nieuwe kansen’. Ook Vlaanderen was daarbij betrokken.
Minister, hoe werd Vlaanderen betrokken bij de organisatie van het event?
In welke mate kunnen deze initiatieven inspirerend zijn voor Vlaanderen en op welke manier sluiten die aan bij wat Vlaanderen vandaag doet?
Welke lessen en goede praktijken neemt u mee om de leercultuur in Vlaanderen te versterken?
Het lijkt mij nuttig om aan het einde van de legislatuur de balans op te maken van het Partnerschap Levenslang Leren. Minister, wat is de stand van zaken van dit initiatief? Werden de doelstellingen behaald en welke werkpunten zijn er?
Minister Brouns heeft het woord.
Collega Claes, Vlaanderen was de afgelopen 2,5 jaar inderdaad de trotse initiatiefnemer en trekker van de Skills Summit. De organisatie verliep in samenwerking met de andere gewesten en gemeenschappen en met de federale collega’s, maar Vlaanderen heeft duidelijk zijn stempel gedrukt op het event. In het bijzonder de themakeuze, met een focus op de noden van de toekomst, de digitale en groene transitie, en de nood aan partnerschappen tussen overheden, opleidingsverstrekkers, sectoren en sociale partners, is er gekomen op voorstel van Vlaanderen.
Het is belangrijk om af en toe eens over de taal- en landsgrenzen heen te kijken voor elk beleidsthema. Het is op die manier dat we blijvend innovatieve antwoorden kunnen bieden op complexe arbeidsmarktvraagstukken. De Summit is nog maar net afgelopen, met name vorige week woensdag. Dat was meteen ook de reden van mijn afwezigheid toen in het parlement.
Landen zoals Canada en Spanje benadrukten het belang van flexibiliteit in het opleidingsaanbod in functie van competentiebehoeften op de arbeidsmarkt. Ook in Vlaanderen wordt ingezet op het in kaart brengen van die competentienoden. Zo werken het departement, het Steunpunt Werk en VDAB samen aan een geïntegreerd arbeidsmarktprojectiemodel op macroniveau. Met dit model worden trends en veranderingen aan de vraag- en aanbodszijde van arbeidskrachten in beeld gebracht op het niveau van sectoren, beroepen en competenties.
Daarnaast hebben Portugal, Nederland en Litouwen hun ervaringen en goede praktijken gedeeld rond het ondersteunen van organisaties rond levenslang leren door middel van partnerschappen. Ook wij zijn die weg ingeslagen, denk maar aan de lopende projecten rond leergoesting of de competentiechecks bij kmo’s. We ontwikkelen momenteel ook de intersectorale partnerschappen rond levenslang leren in het kader van het nieuwe ESF-programma (Europees Sociaal Fonds).
– Robrecht Bothuyne treedt als voorzitter op.
Tot slot leerde ik van Marokko hoe ze jongeren via technologie en innovatie laagdrempelig kennis laten maken met STEM-gerichte jobs (Science, Technology, Engineering and Mathematics). Ze weten ook dat wij ook hooggeschoolde en middengeschoolde profielen in economische migratie nodig hebben in Vlaanderen. Daar is er in bepaalde regio’s een groot tekort aan jobs. In functie van die economische migratie voor de profielen die wij hier zoeken, werd er in Marokko bijvoorbeeld Nederlands gegeven. Dat is een heel specifiek punt.
Collega, over het Partnerschap Levenslang Leren kan ik heel wat zeggen. Het partnerschap kreeg, zoals u weet, in 2020 de opdracht om de leercultuur in Vlaanderen te versterken, wat leidde tot de formulering van het actieplan Levenslang Leren in 2021. Dat plan omvat zeven vlaggenschepen die samen 47 beleidsinitiatieven, acties en projecten clusteren.
Volgende week rapporteren collega Weyts en ikzelf naar jaarlijkse gewoonte over de voortgang van de acties aan de Vlaamse Regering. Het jaarrapport kan dus binnenkort ook met jullie worden gedeeld.
Als ik de afgelopen jaren in beschouwing neem, zie ik toch enkele concrete punten van vooruitgang. Op de eerste plaats realiseerden we beleidsmatig een omslag, zowel naar cultuur als naar concrete maatregelen: de opstap naar competentieprognoses, het bevorderen van de rol van de werkgever bij levenslang leren via het gemeenschappelijke initiatiefrecht, meer transparantie en duidelijkheid ten aanzien van de burger over zijn/haar opleidingsrechten via het opleidingstegoed, verschillende initiatieven in het kader van de relance zoals knelpuntopleidingen, Edusprong en het Voorsprongfonds.
Ten tweede zetten we stappen, samen met het Partnerschap Levenslang Leren, naar één verhaal rond levenslang leren over de schotten van Onderwijs, Werk en andere domeinen heen: één partnerschap, één actieplan, één jaarrapport, één onderzoeksagenda, één symbool, één website, één monitoringdashboard, één mobiliserend project naar partners op het terrein. Dat klinkt heel logisch, maar een aantal jaar geleden was dat absoluut niet het geval.
Collega, hoewel we dus vooruitgang hebben geboekt, moeten we erkennen dat er nog werk aan de winkel is om verdere doorbraken te realiseren in het bevorderen van levenslang leren in Vlaanderen. In 2024 gaat het Partnerschap daarom nog dieper in op enkele specifieke thema's die van belang zijn voor zowel burgers als organisaties. Ze zullen daarbij vertrekken vanuit onderzoek, praktijkvoorbeelden en bestaand beleid om verdere stappen te zetten. Het kan misschien een suggestie zijn om de voorzitter van het Partnerschap, Ans De Vos, hier eens uit te nodigen. Ik weet niet of dat al is gebeurd, voorzitter.
Dank u wel voor de suggestie.
Mevrouw Claes heeft het woord.
Voorzitter, die vraag hangt natuurlijk een beetje samen met mijn vorige vraag. Het is goed dat de OESO de landen samenbrengt om daarover na te denken en inspiratie te geven. We moeten niet altijd het warm water weer uitvinden. Iedereen is op zoek naar de figuurlijke silver bullet.
Ik ben ervan overtuigd dat die landen met dezelfde problematieken of uitdagingen kampen, maar daar wel anders mee omgaan. Het is goed dat die praktijken gedeeld kunnen zijn.
Iedereen wordt samengebracht, er wordt inspiratie opgedaan, maar de belangrijkste vraag is: wat met de dag erna? Hoe gaat de OESO daar nu mee aan de slag? Wat zijn de stappen die zij nog zullen zetten?
U zegt dat het rapport over het Partnerschap Levenslang Leren er binnenkort komt. Kunt u daarvan een timing geven?
Ik dank u voor de suggestie. Het kan interessant zijn om dat rapport eens te bekijken en verder te bespreken met Ans De Vos. (Opmerkingen van minister Jo Brouns)
Collega Claes had nog een vraag. Misschien moet ze die nog eens heel kort herhalen.
Mevrouw Claes heeft het woord.
Minister, u hebt opgesomd welke voorbeelden zeker zinvol waren of welke lessen Vlaanderen daarvan heeft meegenomen. Wat zal de OESO nu doen op basis van die Summit? Wat is de volgende stap? Wat zijn de plannen om daarmee aan de slag te gaan?
Verder had ik nog een vraag. Wanneer is dat rapport of die evaluatie beschikbaar?
Minister Brouns heeft het woord.
Het rapport is voor maart.
De OESO zal een concluderend rapport maken. Dat is gebruikelijk. We wachten tot het er is, zodat we er lessen uit kunnen trekken. Dat is voorzien.
Men zegt mij net dat het normaal gezien wordt voorzien voor de ministerraad van volgende week. Ik heb het dan over het rapport Levenslang Leren. Het rapport Levenslang Leren komt er in maart en gaat volgende week naar de ministerraad.
De concluderende paper van de OESO kan worden gedeeld zodra die er is, maar we hebben daar nog geen zicht op.
Op basis van alle inzichten van de Summit is het vooral zaak om de kennis en ervaringen te delen, om dan beleidsinitiatieven te nemen in de deelnemende landen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.