Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Vraag om uitleg over de beslissing van de Vlaamse Regering om de taalvereiste Nederlands voor taxichauffeurs opnieuw met een jaar uit te stellen
Verslag
De heer Meremans heeft het woord.
Bij de invoering van het nieuwe Taxidecreet, dat in 2020 in werking trad, werden een reeks regels ingevoerd, onder andere over de tarieven maar ook rond de taalvereiste van de chauffeurs. Er werd daarbij gesteld dat chauffeurs een bepaald niveau van het Nederlands – niveau B1 – moesten halen om een bestuurderspas te kunnen krijgen of behouden.
Er werd initieel gesteld dat bestuurders die voor juli 2020 hun pas kregen, meer tijd kregen om aan deze vereiste te voldoen. Eerst hadden ze tot 2022, maar dit werd dan verlengd tot 1 juli 2024. Toch merken we dat heel wat bestuurders blijkbaar nog niet aan deze vereiste voldoen, waardoor de deadline verlegd zou worden naar 30 juni 2025. De overgangsmaatregel wordt daarbij ook uitgebreid naar iedereen die zijn pas haalde voor 1 juli 2023.
Ik vind het toch wel opvallend dat de deadline nu al voor de tweede keer op rij wordt verschoven. Dat wil zeggen dat sommige bestuurders al vier jaar aan het rijden zijn binnen onze taxisector en in onze maatschappij, terwijl ze nog steeds geen B1-niveau van Nederlands hebben behaald.
Ik heb daarbij de volgende vragen voor u, minister.
Hoe evalueert u de evolutie in het aantal taxichauffeurs die ondertussen wel de juiste taalvereiste kunnen voorleggen?
Wat zult u doen als blijkt dat dit in de aanloop naar 30 juni 2025 nog steeds problematisch is?
Hoe zult u ervoor zorgen dat deze problematiek versneld aangepakt wordt?
Mevrouw Ryheul heeft het woord.
Minister, het besluit van de Vlaamse Regering van 8 november 2019 bepaalde dat taxichauffeurs in Vlaanderen twee jaar na het verkrijgen van hun bestuurderspas over taalniveau B1 zouden moeten beschikken, opdat ze hun klanten in het Nederlands kunnen bedienen. Taalniveau B1 houdt in dat de taxichauffeur in staat moet zijn om korte, eenvoudige gesprekjes in het Nederlands te voeren. Voor exploitanten van taxibedrijven wordt de taalvereiste overigens definitief afgevoerd.
In uw antwoord op mijn schriftelijke vraag op 27 augustus 2020 bevestigde u dat u de taalkennisvereiste onverkort zou toepassen. Meer dan tweeënhalf jaar later, in juni 2022, besliste de Vlaamse Regering voor een eerste keer dat anderstalige taxichauffeurs, na een overgangsperiode van twee jaar, nog eens twee jaar extra de tijd zouden krijgen om behoorlijk Nederlands te leren. Maar liefst 2600 allochtone taxichauffeurs waren toen nog steeds niet in regel met die ingevoerde taalvoorwaarde. De termijn om te voldoen aan die taalverplichtingen werd dus verlengd tot 30 juni 2024 en er werd een versoepeling toegekend door het vereiste taalniveau te verlagen van B1 richtgraad 2.4 naar B1 richtgraad 2.2. In uw antwoord op mijn vraag om uitleg van 16 juni 2022 gaf u toe dat de initieel vooropgestelde norm toch wel vrij hoog was en de overgangstermijn te kort.
Na een overgangsperiode van twee jaar en eerste uitstel van twee jaar besliste de ministerraad op vrijdag 2 februari 2024 om die overgangsmaatregel over de taalvereisten principieel met nog een jaar te verlengen tot 30 juni 2025 voor de houders van bestuurderspassen die hun bestuurderspas hebben ontvangen voor 1 juli 2023, als zij kunnen aantonen dat zij ingeschreven zijn voor een opleiding op 30 juni 2024 met het oog op het behalen van niveau B1, richtgraad 2.1 en 2.2, van het Europees Referentiekader voor Talen. De taxisector krijgt door deze maatregel dus een jaar meer tijd om chauffeurs de gevraagde taalopleiding te laten volgen en om bestuurders aan te trekken die aan de taaleisen voldoen. Over dit besluit wordt nu het advies ingewonnen van de Raad van State.
Ik heb de volgende vragen aan u, minister.
Om taxichauffeurs te helpen om hun taalniveau te verbeteren van A2 naar B1-, werd een cursus ontwikkeld in de centra voor volwassenenonderwijs (CVO's) die aansluit op hun noden. Hoe evalueert u die cursussen en het aantal deelnemers? Kunt u ook een overzicht geven van de CVO’s waar die cursus wordt gegeven, alsook van de inschrijvingscijfers?
Hoe en via welke weg wordt die cursus door het Departement Mobiliteit en Openbare Werken (DMOW) gepromoot?
Hoeveel taxichauffeurs volgden de afgelopen vijf jaar een cursus via het reguliere traject, georganiseerd door het Agentschap Integratie en Inburgering?
De Vlaamse Regering heeft met de bijkomende mogelijkheden van opleidingen de drempel al verlaagd. Daarnaast heeft ze met een verlenging van de overgangsmaatregel met nog een jaar nog maar eens een tegemoetkoming gedaan. Welke inspanningen en suggesties kwamen vanuit de taxisector naar voren om het taalniveau op het verwachte niveau te brengen?
Hebt u binnen de Vlaamse Regering gepleit voor een eventuele verlaging van het taalkennisniveau? Was hierover consensus? Volgens de Nationale Groepering van Taxiondernemingen en de diensten voor de Locatie van voertuigen met chauffeur (GTL), de beroepsverenigin, zou er door de Vlaamse Regering werk gemaakt worden van een herziening van de taalvoorwaarde en zou die deel uitmaken van een volgend besluit “dat in volle voorbereiding is”. Kunt u dit bevestigen en hierover iets concreter vertellen? Zo zou er sprake zijn van een nieuw niveau, A2+, dat speciaal op maat van de taxichauffeurs geschreven zou zijn, in plaats van vast te houden aan niveau B1-?
Hebt u zicht op eventuele wachtlijsten voor het afleggen van de taaltesten? Kunt u een stand van zaken geven?
Zijn er plannen om werk te maken van de vorm van de taaltesten die georganiseerd worden door de agentschappen?
Welke initiatieven zult u nog nemen?
Minister Peeters heeft het woord.
Dank u wel, collega’s, voor uw vragen.
Het klopt inderdaad dat we in een eerste goedkeuring van een besluit de overgangsmaatregelen met betrekking tot de taalvereiste van de taxichauffeurs andermaal hebben verlengd. Waarom? Ik vind het belangrijk dat we taxichauffeurs hebben, zeker in de Vlaamse Rand, waar heel wat mensen taxidiensten nodig hebben. Denk maar aan de luchthaven richting hotels en dergelijke meer.
We weten tegelijk ook dat taxichauffeur op dit ogenblik een knelpuntberoep is. Als we de verlenging van de overgangsmaatregelen rond die taalvereiste niet zouden toestaan, dan zou dat betekenen dat heel veel taxichauffeurs hun bestuurderspas zouden verliezen en dat er, met andere woorden, een nog grotere krapte ontstaat inzake taxichauffeurs.
Vandaar dat wij op de Vlaamse Regering van 2 februari 2024 het besluit hebben genomen om de overgangsmaatregel betreffende de taalvereiste te verlengen. Uiteraard is dat een uitstel onder voorwaarden. Het uitstel geldt tot 30 juni 2025, maar alleen voor diegenen die zich voor 30 juni 2024 ook effectief hebben ingeschreven in een cursus. Die cursussen worden aangeboden vanuit het Departement Onderwijs. Ze zijn maar in voege sinds november 2023. Daarom denken we dat een verlenging van deze overgangsmaatregel volledig gerechtvaardigd is. Uiteraard zullen we in die periode niet stilzitten. We zullen blijven monitoren of men zich ook effectief in regel stelt en die cursus gaat volgen. De sector, het Departement Mobiliteit en Openbare Werken en de lokale besturen zullen de handen in elkaar slaan om de taxidiensten aan te moedigen om die cursus te gaan volgen en zich zodoende in regel te stellen inzake de taalvereiste.
De administratie heeft ook al een overleg gehad met de sectorfederatie, de Nationale Groepering van Ondernemingen met Taxi- en Locatievoertuigen met chauffeur. Zij hebben zelf al een aantal maatregelen genomen zodat chauffeurs die in loondienst werken, zich versneld in regel stellen, onder andere door een financiële ondersteuning voor deze taalopleiding. Tegelijkertijd zorgt GTL ook voor een extra communicatiecampagne. Zo willen we ervoor zorgen dat elke taxidienst wel degelijk op de hoogte is van de wettelijke verwachtingen, en dat zij zich tijdig in orde stellen.
De taalcursussen, mevrouw Ryheul, zijn, zoals ik al zei, mogelijk sinds november 2023. Er zijn twee soorten. Je hebt Kisp, daar waren 52 inschrijvingen, en Qrios, daar waren 26 inschrijvingen. Iedereen onderschrijft het belang van de taalvereiste. We zullen ook iedereen maximaal motiveren om er effectief aan te voldoen. Zoals ik al zei, zullen we dat blijven monitoren.
Ik sta alleszins voor 200 procent achter dit uitstel, of de verlenging van de overgangsmaatregel. Ik zeg opnieuw: onze taxichauffeurs zijn vandaag een knelpuntberoep. Als we meer dan tweeduizend bestuurderspassen zouden moeten intrekken, dan zou dat geen goede zaak zijn. Vandaar dat we deze maatregel hebben genomen.
Dank u wel.
De heer Meremans heeft het woord.
Bedankt voor de toelichting, minister. Als ik het goed begrijp, is er dus een uitstel gekomen onder voorwaarde dat zij zich ingeschreven hebben voor die cursus. Zo heb ik het begrepen. Dank u wel voor die toelichting. Het is natuurlijk wel een verschil en dat is toch wel belangrijk. Ik begrijp wel dat u zegt dat u die tweeduizend bestuurderspassen niet kunt intrekken. Aan de andere kant, ik vermoed dat mensen die gebruikmaken van een taxi, ook bediend moeten kunnen worden. Dat moet niet perfect zijn, dat moet niet in smetteloos Nederlands zoals we het zouden verwachten van onze nieuwslezers, daarover gaat het niet. Maar het is toch wel belangrijk dat mensen in hun eigen taal bediend kunnen worden. Ik denk dat dat, vooral voor mensen die een andere taal misschien niet machtig zijn, een essentiële voorwaarde is.
Oké, ik kan begrijpen dat u zegt dat zij zich ingeschreven hebben in de cursus. Ik hoop dan dat u blijft monitoren, zoals u zegt, om te kijken of het wel degelijk gevolgd wordt. Het is natuurlijk al meteen met een jaar uitstel. Het is dan misschien goed om in de loop van volgend jaar te kijken in hoeverre die doelstellingen worden behaald. We gaan er in elk geval op blijven aandringen dat die minimale taalkennis inderdaad toch nodig is bij taxichauffeurs.
Mevrouw Ryheul heeft het woord.
Minister, anderstalige taxichauffeurs kregen van uw Vlaamse Regering na een overgangsperiode van twee jaar dus nog eens twee jaar de tijd om behoorlijk Nederlands te leren. Daar komt nu nog eens een extra jaar bovenop. U hebt er zich in het begin toe geëngageerd om die taalvereisten ook effectief toe te passen, maar waar staan we vijf jaar later? Nergens. Ondanks de inspanning is men er niet in geslaagd om het opgelopen uitstel van 2022 in te halen en die sector ook mee te krijgen. Zoals ik al vreesde, wordt die deadline dus toch over de verkiezingen heen getild.
Uit uw antwoord leid ik ook af dat er vanuit de sector zelf geen water bij de wijn gedaan is, en zijn er ook vanuit die richting totaal geen tegemoetkomingen gedaan naar ons toe. Het is dus geen geheim dat veel taxichauffeurs immigranten of allochtonen zijn die nauwelijks Nederlands spreken, en hun klanten ook niet in de taal van het land waar ze wonen en werken, te woord kunnen staan. Dat is het geval, ondanks alle cursussen die door de Vlaamse overheid aangeboden worden om hen te ondersteunen om die bijkomende kennis ook op te doen. Die cursussen worden schijnbaar onvoldoende gevolgd, brengen onvoldoende op en kosten ons ook heel wat geld. Ik heb toch nog een aantal vragen voor u, minister.
Hoe verklaart u die ondoelmatigheid? En welke stappen zult u met uw collega-minister die bevoegd is voor de inburgering, zetten op het niveau van de inburgeringscursus, om tot een hogere efficiëntie van het onderdeel taalcursussen te komen, zodat u ook de lat voor taalvereisten niet altijd maar hoger moet leggen wanneer deze anderstalige nieuwkomers willen doorstromen naar het beroep van taxichauffeur?
We hadden het daarnet over knelpuntberoepen. In het verleden had u zelf al een aantal keer aangegeven dat u er verder op zou inzetten om die instroom te verbeteren en het beroep aantrekkelijker te maken. Welke inspanningen zijn hiervoor gebeurd vanuit de Vlaamse Regering?
Ten slotte vraag ik me af waarom de Vlaamse Regering niet eerst het advies van de Raad van State heeft ingewonnen, om pas daarna over te gaan tot een verlenging van die overgangsmaatregelen.
De heer Bex heeft het woord.
Collega's, sta me toe om te vinden dat in een land of regio waar men zich met zo’n futiliteiten kan bezighouden, het wel bijzonder, bijzonder goed moet gaan. Waar gaat dit eigenlijk over? Dit gaat over de taalvereisten die we vragen van de taxichauffeur, iemand die met de auto rijdt om mensen van punt A naar punt B te brengen. We vragen dat die mensen ook een zekere schriftelijke kennis van het Nederlands zouden hebben. Mij niet gelaten, ik word ook graag vriendelijk en in het Nederlands bediend. Maar moet ik er een tekening bij maken dat, als je je tegenwoordig in de lobby van een hotel aanbiedt, je vaak in contact komt met receptionisten die geen Nederlands spreken, maar je in het Engels helpen? Moet ik er een tekening bij maken dat je soms in de horeca of bij de bakker, geholpen wordt door iemand die niet goed Nederlands kan? Gaan wij als Vlaamse overheid aan al die mensen vragen dat ze een brevet voorleggen van voldoende kennis van het Nederlands, of gaan we daar op een pragmatische manier mee om, ook rekening houdend met de krapte op de arbeidsmarkt en de manier waarop die mensen hun best doen om een bijdrage te leveren aan onze samenleving?
Ik ben alleszins voorstander van het tweede. In heel deze discussie heb ik trouwens nog geen enkel argument gehoord waarom je een taxichauffeur wel die vereisten zou opleggen, en de hotelreceptionist niet. Ik zie het verschil niet echt. Bovendien werken die mensen supervaak in een internationale context. Getuigenissen van taxichauffeurs die mensen met de taxi wegbrengen op de luchthaven, bewijzen dat dat voor het merendeel van hun ritten in het Engels gebeurt. Dus waar zijn we in godsnaam mee bezig?
Ik denk dat dat uitstel verstandig is, minister. Ik denk dat die extra cursussen en zo verder, die worden opgelegd, een voorbeeld zijn van de keizer-koster-mentaliteit die deze Vlaamse Regering nochtans beweert niet te hebben. Ik denk dat we daar veel beter op een pragmatische manier mee zouden omgaan.
Collega's, ik kan jullie geruststellen. Als je vandaag een taxi neemt, kun je ook een beoordeling geven van de taxichauffeur, vaak in de app. Als dat iemand is die geen Nederlands spreekt en je vindt dat zelf heel belangrijk, dan kun je daarop in de toekomst je taxichauffeur ook selecteren.
De heer Keulen heeft het woord.
Ik sluit eigenlijk gewoon aan. Minister, we hebben eigenlijk het debat al gehad: het ideaal als vijand van het goede. Collega Ryheul, als u rigoureus doorgaat op uw punt, dan valt die sector letterlijk stil. Ik denk dat elk taxibedrijf u uit de droom zal halen dat door gekleurde mensen weg te halen achter het stuur, witte mensen in de plaats komen.
Ik denk dat het belangrijk is dat mensen elkaar begrijpen, dat je bedrog tegengaat en dat de chauffeur zelf beschikt over een rijbewijs, dat het voertuig gekeurd en verzekerd is en dat er evaluatie door de klanten mogelijk is via apps en dergelijke. Ik meen mij te herinneren dat in New York de inburgering via de ‘yellow cabs’ gebeurt. Daar zit dus eigenlijk heel de wereld achter het stuur en die mensen brengen andere mensen naar alle mogelijke plekken. Dat loopt daar heel goed. De klant hoort uiteraard koning te zijn, maar ik heb niet de indruk dat de taxigebruiker hier vandaag een groot probleem ervaart.
Minister Peeters heeft het woord.
Als men een taxidienst bestelt, wil men dan dat de taxichauffeur hen kan verplaatsen of dat die zegt: “Sorry, ik ben mijn bestuurderspas verloren omdat ik niet perfect Nederlands kan”. Ik denk dan eerder het eerste. We hebben in 2022 een versoepeling doorgevoerd door het tussenniveau B1- in te voeren, omdat de grens vrij hoog lag. We hebben nu gezien dat er heel wat taxichauffeurs voor de zomer van 2024 niet in regel zijn en dat zij hun bestuurderspas dreigen te verliezen. We hadden in het verleden al die NT2-cursus (Nederlands als tweede taal) bij de centra voor volwassenenonderwijs, maar sinds november 2023 zijn er ook specifieke keuzes op maat van de chauffeurs. We stellen vast dat nog niet elke chauffeur zich in regel heeft gesteld, maar het is belangrijk om hun andermaal dit uitstel te geven, onder de voorwaarde dat ze zich voor juni 2024 effectief inschrijven voor een cursus. Dat zullen we dan ook blijven monitoren.
Heel de sector heeft tal van maatregelen genomen, zoals de bijdrage om de cursus te volgen en de campagnes die opgezet zijn door verschillende entiteiten om de taxichauffeurs aan te moedigen zich in regel te stellen. Als een Franstalig persoon in de Vlaamse Rand wil komen werken, dan zal hij zich in regel moeten stellen om dat taalniveau te behalen, maar wat mij betreft mag die persoon daar gerust wat meer tijd voor nemen, zeker als we weten dat de aangepaste cursussen pas sinds november 2023 in voege zijn.
De heer Meremans heeft het woord.
Er worden een aantal zaken op flessen getrokken. Als ik de heer Bex moet geloven … Het rusthuis waar mijn moeder zit, kampt ook met een personeelstekort. Moet zij dan ook worden aangesproken in het Engels? Volgens de heer Bex kan dat, voor mij niet. Ik vind dat je, als je in een bepaalde regio werkt, uit respect probeert om de taal van die regio te praten. Voor mij is dat iets fundamenteels. Er zullen altijd mensen zijn die gebruikmaken van een taxi en die een andere taal niet machtig zijn, dus ik vind dat gewoon normaal. Het gaat over het niveau B1, wat niet wauw is. Dat is het minimum minimorum. Ik vind dat je dat wel mag eisen.
Ik ben in Madrid in een viersterrenhotel gearriveerd om 11 uur ’s avonds. De man in de lobby sprak geen woord Engels, alleen maar Spaans. Dit geheel terzijde.
Ik vind met andere woorden dat we daar wel op moeten wijzen en dat heeft niets met krenterigheid of nationalisme te maken. Het heeft wel te maken met de mate van respect dat je hebt voor de regio waar je tewerkgesteld bent. Wij zullen dit in ieder geval blijven opvolgen.
Mevrouw Ryheul heeft het woord.
Minister, u hebt niets verteld over dat nieuwe niveau dat speciaal op maat van de taxichauffeur zou worden gemaakt. Het is uw Vlaamse Regering die het niveau voor deze sector aanvankelijk op B1 heeft gezet en dat niveau dus ooit als realistisch of wenselijk heeft beschouwd. Wat ons betreft, moet dat niveau ook behouden worden. Een taxichauffeur moet absoluut in staat zijn om in het geval van een gewijzigde situatie op een professionele en veilige manier te reageren, iets wat niet lukt met een beperkte taalkennis. Tegenwoordig legt de Vlaamse Regering dat niveau B1 op aan alle inburgeraars die niet werken. Ook om voorrang te krijgen in het Brussels Nederlandstalig onderwijs, geldt B1. In het kader van eenvormigheid lijkt het ons dan ook beter om consequent te zijn en ook aan de taxichauffeur hetzelfde niveau op te leggen. Het Nederlands dreigt te verdwijnen en blijkbaar is het beroep van taxichauffeur, naast dat van barbier en nachtwinkeluitbater, de gedroomde job van veel inwijkelingen, net omdat ze daarvoor onze taal niet hoeven te spreken. Vlot een eenvoudig gesprek kunnen voeren, is toch het minimum dat we van die mensen mogen verwachten, zoals communiceren over de prijs en de bestemming. Dan heb ik het nog niet over de ingewikkelde regelgeving die niet te begrijpen is als je de taal niet machtig bent.
Minister, eerder zei u dat de Vlaamse Regering de taxi als volwaardig vervoersmiddel wil behandelen waarin de Vlaming zich ook comfortabel voelt. Met die laatste verlenging deed u voldoende water in de wijn en geeft u aan al wie het niveau nog niet kan behalen, nog eens een extra jaar. Wie er na dat jaar nog steeds niet in slaagt om aan die opgeleide taaleisen te voldoen, kan het alvast niet deze Vlaamse Regering kwalijk nemen en zal conclusies moeten trekken. Het is net dit soort wanbeleid dat het verlies van onze Vlaamse identiteit systematisch in de hand werkt.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.