Verslag vergadering Commissie voor Wonen en Onroerend Erfgoed
Verslag
Mevrouw Smeyers heeft het woord.
Minister, ik heb hier in het verleden ook al vragen over gesteld. Helaas is er in een appartement in Nijlen onlangs opnieuw een vrouw om het leven gekomen bij een woningbrand. Uiteraard trap ik een open deur in als ik zeg dat elke dode door een brand er een te veel is. Dit jaar vielen er in Vlaanderen al elf doden door brand, terwijl dat er in 2023 over een heel jaar 24 waren. We zitten daar in een stijgende lijn en dat is verontrustend.
Preventieadviseurs roepen dan ook op om brandrisico's goed te controleren in woningen en goed hoorbare rookmelders te voorzien. Hoe sneller men gealarmeerd wordt, hoe sneller men kan reageren en tijdig buiten kan raken. Verder pleiten de preventieadviseurs er ook voor om uniforme regels in heel het land voor te schrijven. Verschillen zorgen nu immers voor verwarring, en dat is nooit goed. Naast de gebruikelijke nonchalance en de gedachte ‘mij overkomt dit toch niet’ is dit volgens hen een van de redenen waarom het aantal slachtoffers zo hoog ligt.
Op een recent gestelde, schriftelijke vraag antwoordde u dat de resultaten van de Woonsurvey 2018 aantonen dat het aandeel woningen dat uitgerust werd met een rookmelder in de periode 2013 en 2018, meer dan verdubbeld is. In 2018 zaten we aan het dubbele van 2013, wat dus een goede evolutie is. In 2018 had 60 procent van de Vlaamse woningen een of meerdere rookmelders, terwijl dat in 2013 nog maar 24 procent van de woningen was. Dat is op zich al een goede tendens, maar toch is 60 procent nog te weinig. Verdeeld over de woonmarkt voldoet en beschikt 90 procent van de sociale huurwoningen over een rookmelder, voor de private huurmarkt was dat cijfer 66 procent. Eigenaars doen het het slechtst: zij scoren 54 procent. Dus slechts in de helft van woningen waar eigenaars wonen – geen huurders dus –, zijn rookmelders aanwezig.
Naar verluidt, minister, beschikt de federale overheid niet over sluitende cijfers over brandincidenten en het al dan niet aanwezig zijn van rookmelders. Bij de brandweer bestaat er op vandaag geen structurele, gecoördineerde verzameling van gegevens. Precies om meer inzicht te krijgen in het aantal interventies van de Vlaamse brandweerzones, het aantal slachtoffers en de aanleiding voor de interventies, hebt u het een projectsubsidie toegekend aan Netwerk Brandweer in het voorjaar van 2023.
Naar aanleiding daarvan wil ik u vragen of u die resultaten van de analyse van Netwerk Brandweer kent, of wanneer we die mogen verwachten.
Uit de cijfers van het de aangehaalde Woonsurvey 2018, die wel al een paar jaar oud zijn, kunnen we afleiden dat er op de eigenaarsmarkt de grootste winst te boeken is. Op welke wijze wilt u deze groep, dit segment, verder bewerken? Kunnen we daar samen iets aan doen? Beschikt u toevallig over meer recente cijfers?
Zult u de andere overheden in dit land contacteren om te komen tot uniforme regels, en zo ja, op welke wijze kan dit gebeuren?
Minister Diependaele heeft het woord.
Mevrouw Smeyers, laat mij eerst en vooral zeggen dat ik ervan overtuigd ben dat we levens kunnen redden door burgers zo goed mogelijk te informeren en te sensibiliseren over brandveiligheid.
Daar gaat dit dataproject ons bij helpen. Het project is een samenwerkingsverband van de hulpverleningszones in Vlaanderen en de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG). Door een betere datakwaliteit krijgen we meer inzicht in de interventies, de oorzaken van een interventie en het aantal slachtoffers. Zo is het belangrijk in kaart te brengen waar en wanneer de meeste slachtoffers vallen, waar de brand precies is begonnen en of er rookmelders aanwezig waren. Op basis daarvan kunnen we dan heel gericht werken en preventieve initiatieven nemen. Het project loopt momenteel volop.
Netwerk Brandweer is in de eerste fase gestart met een analyse van alle beschikbare data en hoe die vandaag ontsloten worden. De data worden momenteel door de verschillende zones op verschillende manieren gedefinieerd en verzameld. De bedoeling is om te komen tot een eenvormige dataverzameling. Het netwerk zal hiervoor met alle zones een strategie vastleggen voor de toekomst: welke gegevens willen we verzamelen, welke definities leggen we vast en waarover willen we rapporteren.
Ten slotte wordt een centrale database ontwikkeld waar alle data van de brandweerzones in verzameld kunnen worden en op basis waarvan gerapporteerd kan worden.
Die ontwikkeling moet eind dit jaar klaar zijn, zodat de Vlaamse brandweerzones ze in het voorjaar van 2025 in gebruik kan nemen.
Ik kom bij uw tweede vraag. Wat de aanwezigheid van rookmelders betreft, klopt het dat we nog winst kunnen boeken op de eigenaarsmarkt. Recentere cijfers dan 2018 hebben we echter nog niet. Eenmaal de resultaten van de Woonsurvey 2023 beschikbaar zijn – die loopt op dit moment, zoals u weet –, zullen we zicht hebben op hoe het vandaag gesteld is met de aanwezigheid van rookmelders in onze Vlaamse woningen. Op basis van die informatie kunnen er dan gericht acties opgezet worden.
In tussentijd blijven we niet stilzitten. Ik blijf, samen met Netwerk Brandweer, het belang van rookmelders benadrukken met gerichte campagnes, onder meer op sociale media en op evenementen zoals Batibouw. Er worden binnenkort ook opnieuw affiches en folders verspreid via de lokale besturen, de woonmaatschappijen en de huurdersbonden.
Wat uw laatste vraag betreft: als u hiermee bedoelt of ook het Brusselse en Waalse Gewest de aanwezigheid van rookmelders zouden moeten verplichten, dan begrijp ik dat het voor de burger duidelijker zou zijn, mochten overal dezelfde vereisten gelden, maar het komt uiteraard aan die gewesten toe om hierover te beslissen. Op het lokale niveau zien we in elk geval dat steden en gemeenten van de mogelijkheid om strengere normen op te leggen voor kamerwoningen frequent gebruikmaken om verder brandveiligheidsnormen uit te werken. Ik vind dat een goede zaak.
Voor Vlaanderen hoop ik in elk geval te kunnen leren uit de data die beschikbaar zullen zijn eens het dataproject van Netwerk Brandweer operationeel is. Hierdoor gaan we zoals gezegd gericht initiatieven kunnen nemen, ook wat betreft de aanwezigheid van rookmelders, zodat we veilig, gezond en kwaliteitsvol wonen in Vlaanderen verder kunnen bewerkstelligen.
Mevrouw Smeyers heeft het woord.
Dank u wel voor uw antwoord, minister. We kunnen inderdaad maar vaststellen dat het gebeurt wanneer het verplicht is, zoals in huurwoningen en sociale woningen. Het is jammer dat eigenaars een beetje hardleers zijn, of nonchalant, zonder dat negatief te duiden. Als het niet verplicht is, gebeurt het niet direct, terwijl het eigenlijk levens kan redden. Ik denk dat we inderdaad alleen maar, zoals u zegt, kunnen blijven sensibiliseren, herhalen, erop wijzen, en waar nodig faciliteren. Maar ik denk dat we dat eigenlijk allemaal al doen. Het kost ook helemaal niet zoveel, en het is een kleine moeite om dat te doen. Het komt er dus op aan om mensen te overtuigen van het belang van die rookmelders.
Ik denk inderdaad dat we, met de samenwerking met de VVSG en Netwerk Brandweer die u op poten hebt gezet, de subsidie die u daar als minister aan verleend hebt en de coördinerende rol die u daarin speelt, en via de cijfers die met de Woonsurvey nog geactualiseerd zullen worden, de mensen nog meer duidelijk kunnen maken dat het echt wel in ieders belang is, en om te beginnen in hun eigen belang, om die kleine inspanning te doen. Het kan levens redden, in de eerste plaats hun eigen leven.
De heer Veys heeft het woord.
Ik denk dat het probleem elders ligt. Ik denk niet dat eigenaars hardleerser of nonchalanter zijn. Ik denk dat eigenaarswoningen gewoon veel minder gecontroleerd worden. Op de huurmarkt zie je dat er bij veel lokale besturen een conformiteitsattest nodig is. U bent zelf bevoegd voor het controleren en inspecteren van sociale woningen.
Ik spreek uit eigen ervaring. Ik bezit nu al tien jaar een woning. De rookmelder heeft langer in de verpakking gezeten dan dat hij ophing. Toen de brandweer passeerde voor de jaarlijkse kalenderverkoop, heeft die mij daarover kordaat gesensibiliseerd.
Ik vind het vreemd dat u zegt dat u de Woonsurvey gaat afwachten. Het is al sinds 1 januari 2020 verplicht, ook als de eigenaar er zelf woont. Hebt u sensibiliseringsacties op touw gezet of gaat u daarover met de VVSG in gesprek? Ik denk dat lokale besturen hier ook wel een rol te spelen hebben. Er zitten hier in de commissie voldoende schepenen van Wonen.
Ik heb het gevoel, en vergeef het mij als het niet klopt … U verwijst naar de studie die pas na de verkiezingen verschijnt. Misschien zijn er voorlopige resultaten, maar ik mis daar toch nog wat extra actie. Ik wilde graag eens horen of u daar al initiatieven had genomen en of u nog eens kunt duiden waarom u daarop wacht.
Minister Diependaele heeft het woord.
Bedankt voor de bijkomende vraag. Ik denk dat we het eens zijn dat we voor sensibilisering moeten gaan. Ik weet niet of u daar voorstander van bent, maar ik denk niet dat het een goed idee om plots alle eigenaarswoningen te gaan controleren. Eerst en vooral is dat praktisch onhaalbaar, en ik vind dat je een bepaalde vorm van vrijheid aan de eigenaar moet laten. We kunnen hem alleen maar aanmoedigen om die rookmelder te installeren. Zoals mevrouw Smeyers zegt, is het in hun eigen belang en daar proberen we hen van te overtuigen. Om daar ook nog eens controles voor uit te voeren en boetes te geven, vind ik te verregaand.
U geeft een mooie illustratie en ik ken de ervaring waarover u spreekt. We kunnen alleen maar blijven inzetten op die sensibilisering en op dat vlak hebben we volgens mij al heel mooie dingen gedaan. Iedereen herinnert zich heel goed die campagne van twee of drie jaar geleden waarbij een brandweerman naar beneden komt in de woonkamer. Dat zijn ook dure campagnes, daar moeten we niet flauw over doen, maar dat herhalen we geregeld. Vorig jaar hebben we er nog een paar gedaan in een iets kleiner format, onder andere over het sluiten van de deur, in samenwerking met Netwerk Brandweer. We doen regelmatig zulke zaken, met af en toe een heel grote campagne, dus daar wordt wel degelijk op ingezet. Zeker die campagne van twee à drie jaar geleden was heel sterk en een schot in de roos.
De Woonsurvey geeft ons meer zicht op wie al dan niet voldoet aan die eisen, waardoor je je campagne meer kunt focussen en kunt achterhalen of we ons bijvoorbeeld meer moeten richten op eigenaars of verhuurders. Die laatste groep wordt gecontroleerd. Als je naar een verplicht conformiteitsattest gaat, dan mag het simpelweg niet verhuurd worden als er geen rookmelders zijn.
De resultaten daarvan zullen eerder in de tweede jaarhelft verschijnen, al is het mogelijk dat er tussentijdse resultaten naar boven komen, maar dat weet ik niet zeker.
Mevrouw Smeyers heeft het woord.
We moeten samen werken aan dat sensibiliseren. Ik denk inderdaad dat de minister een punt heeft: bestraffen heeft in dit geval weinig zin. Eigenlijk wordt het al onrechtstreeks bestraft, want ik denk dat geen enkele verzekeringsmakelaar tussenkomt. Dan is het kwaad al geschied natuurlijk. We kunnen dat alleen maar herhalen – dat is ook de beste leerschool – en mensen overtuigen van het nut.
Zoals de heer Veys zegt, gaat het om het niet beseffen hoe snel het bij jezelf kan gebeuren. Dan doe je wel eens de moeite om langs de doe-het-zelf-zaak te passeren om de rookmelders te kopen, maar dan moeten die ook nog worden opgehangen. Dat is een kleine moeite, maar dat kan een wereld van verschil betekenen voor heel veel mensen. Dus we moeten blijven sensibiliseren.
De vraag om uitleg is afgehandeld.