Verslag vergadering Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën, Begroting en Justitie
Verslag
De heer Bex heeft het woord.
(Onverstaanbaar wegens technische problemen)
Moet ik helemaal opnieuw beginnen, voorzitter? Ik zal volstaan met te zeggen dat de elektrificatie van het wagenpark sneller gaat dan we hadden durven vermoeden. Dit heeft een impact op de fiscale inkomsten van de Vlaamse overheid omdat enerzijds de belasting op de inverkeerstelling berekend wordt op basis van de milieuvriendelijkheid van de wagen – de uitstoot van CO2 en fijnstof –, maar dat anderzijds ook de jaarlijkse verkeersbelasting berekend wordt op basis van onder meer het vermogen van het voertuig. Elektrische wagens zijn momenteel vrijgesteld van beide belastingen om de aankoop en het gebruik ervan te stimuleren.
Het is een positieve tendens die – u hebt dat in het verleden zelf al aangegeven – de overheid zal dwingen om de autofiscaliteit te herdenken, omdat het autogebruik in deze tendens fiscaal steeds goedkoper wordt. Hoe je het ook draait of keert, meer files en minder belastinginkomsten zullen het gevolg zijn.
Professoren De Borger en Proost pleiten voor het opsplitsen van de huidige gebruiksbelastingen in een brandstofaccijns die werkt als klimaatheffing, en een kilometerheffing die de andere externe kosten dekt. Een dergelijke hervorming zou volgens hen de elektrificatie niet tegenhouden. Hoe langer men wacht, hoe moeilijker de hervorming politiek wordt, omdat steeds meer mensen geen of minder gebruiksbelastingen zullen betalen. Men geeft nu mensen de indruk dat ze geen belasting moeten betalen, maar als men op een bepaald moment het systeem moet hervormen, weten we allemaal dat het politiek niet de belangrijkste momenten zijn als men mensen een last oplegt die ze voordien niet hadden.
De vorige regering heeft al een onderzoek besteld naar een slimme kilometerheffing die een belastingverschuiving inhoudt van het bezit van een wagen naar het gebruik ervan. Het onderzoek suggereert ook dat inkomsten van een wegenheffing zouden kunnen dienen om een aantal andere lasten te laten dalen, of om eventueel bijkomend te investeren in infrastructuur of openbaar vervoer. Minister, u hebt deze legislatuur zelf een onderzoek besteld bij Transport & Mobility waarvan de resultaten na de verkiezingen, dacht ik, of net ervoor bekend zullen worden. Het zou misschien wat dynamiek in de verkiezingsdebatten kunnen brengen, maar misschien kunt u dat vandaag verduidelijken.
Minister, hoe kijkt u naar de impact van de elektrificatie van het wagenpark op de fiscale inkomsten van Vlaanderen? Zal een volgende minister van Begroting – en er zijn nogal wat mensen die ervan uitgaan dat u dat verder mag doen – een gedetailleerde studie op zijn/haar bureau vinden met verschillende scenario's?
Welke stappen wilt u nemen om over te gaan tot een taxshift van het bezit van een wagen naar het gebruik ervan?
Kunt u een overzicht geven van alle concrete stappen die in de huidige legislatuur gezet werden om deze taxshift voor te bereiden?
Voorziet u in overleg met de experts die het maatschappelijke debat hieromtrent proberen te voeren?
Minister Diependaele heeft het woord.
Mijnheer Bex, ik dank u voor uw vraag. Mijn antwoord is betrekkelijk kort.
De versnelde elektrificatie van het Vlaamse wagenpark is beleidsmatig inderdaad een belangrijk aandachtspunt. Ik ben dan ook heel blij dat u het succes daarvan erkent.
Zoals al eerder besproken in dit parlement, was het een politieke beleidskeuze om te sturen naar de aankoop van groenere wagens. Die stimuli waren volgens mij ook nodig om de omslag naar elektrificatie te versnellen. Dit neemt niet weg dat we er ook voor moeten zorgen dat onze fiscale inkomsten op peil blijven. We moeten uiteraard vermijden dat onze inkomsten te sterk terugvallen door de grote toename van het aantal elektrische voertuigen en de bijhorende vrijstellingen voor de belasting op de inverkeerstelling (BIV) en de jaarlijkse verkeersbelasting.
Zeker gelet op de budgettaire krapte is het belangrijk om geregeld na te gaan of die fiscale kortingen nog wel beantwoorden aan de onderliggende beleidsdoelstellingen. Daarom heeft het Departement Financiën en Begroting twee studies geplaatst om na te gaan welke factoren het mobiliteitsgedrag van de Vlaming effectief kunnen sturen. De studies belichten zowel het gedrag bij de aankoop als bij het gebruik van personenwagens en bestelwagens. Hierbij wordt telkens ook concreet de impact van fiscale maatregelen onder de loep genomen. Beide onderzoeken lopen nog, maar zullen inderdaad beschikbaar zijn voor de mensen die na de verkiezingen aan tafel zitten.
In het regeerakkoord was geen taxshift voorzien van belastingen op het bezit van een voertuig naar het gebruik ervan. Er zijn daartoe ook geen voorbereidingen voorzien, dus die worden ook niet getroffen.
Ik kom tot uw laatste vraag. Wij hebben heel veel overleg met experts. Ik zou kunnen zeggen dat dat heel boeiend is, maar misschien maak ik dan een ‘stretch’ van de waarheid. Meestal is het echter wel heel boeiend.
Gezien de antwoorden op uw tweede en derde vraag is er hierover geen gericht overleg.
De heer Bex heeft het woord.
Minister, dank u wel. Ik zou kunnen proberen om daar een politiek debat van te maken met het oog op wie voorstander en wie tegenstander is van X, Y en Z. Ik zal dat vandaag niet doen. In zekere zin is het een technisch debat. Wat komt er op ons af en hoe moeten we daarmee omgaan? Zelfs als je voorstander bent van het ene of het andere, zal er iets moeten gebeuren.
Ik had wel gehoopt dat u iets meer informatie kon geven over wat die monitoring van die versnelling dan effectief betekent voor de overheidsfinanciën. Daarop gaat u vandaag helemaal niet in, terwijl ik toch zou denken dat, als je die meer-dan-verdubbeling van de aankoop van elektrische wagens vaststelt, je daar als minister van Begroting toch bepaalde implicaties van ziet in je cijfers. Daar had ik toch wel graag iets meer duiding over gekregen dan het summiere antwoord dat u hier vandaag hebt gegeven.
Ik had niet verwacht dat u zou aankondigen dat u die bestelde studies opeens drie maanden eerder zult laten opleveren. U zei echter wel iets interessants, namelijk dat het beschikbaar zal zijn voor de partijen die aan tafel zitten. Betekent dit dat de studies in de schoot van de Vlaamse Regering zullen worden bewaard? Of zullen die openbaar worden gemaakt zodat iedereen in het maatschappelijke debat kan stappen en daar mee over kan discussiëren? Ik zie u knikken. Het lijkt mij essentieel dat iedereen daarover een standpunt kan innemen. Dat zal een belangrijk debat zijn.
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Ik zal beginnen met een zin die weinig wordt gezegd in dit huis. Met de auto rijden, is voor heel veel mensen het meest efficiënte en meest vrije middel dat de beste mobiliteit geeft en ook het meest klimaatvriendelijk is. Ik vind het soms gek dat we altijd de neiging hebben om te zeggen dat we mensen moeten doen switchen van auto naar openbaar vervoer. Daarmee wil ik niet zeggen dat we de beide niet moeten stimuleren, maar autorijden wordt altijd aanzien als iets negatiefs dat moet worden verhinderd of beperkt, en waar de fiscale druk op moet worden opgevoerd. Ik ben het daar niet mee eens. De vrijheid om met de auto te rijden, moet worden gevrijwaard.
Maar goed, u hebt gelijk dat er mag worden nagedacht over toekomstige regimes. Mijn insteek – u vroeg mij daar onlangs naar in de plenaire vergadering – is dat we dat nultarief en de totale fiscale druk op autorijden zeker niet zullen verhogen. Ik vind het goed dat u daar onderzoek naar doet. U zegt dat er een bepaalde erosie van inkomsten is. Ik wil u ertoe oproepen om dat niet nodeloos te compenseren door op bepaalde tarieven weer een verhoging te doen om die erosie tegen te gaan, en ervoor te zorgen dat we die goede evolutie naar elektrificatie niet tenietdoen door de fiscale druk op de auto’s weer op te voeren.
Dat is mijn kleine oproep. Ik ben er zeker van dat u die zult meenemen in uw toekomstige plannen. Dank u wel.
De heer Verheyden heeft het woord.
Ik wil toch eventjes duidelijk maken dat er wat onze partij betreft geen sprake kan zijn van nog meer lasten naar de automobilisten toeschuiven. Ze zijn nu al de melkkoe van zowel de Vlaamse als de federale overheid. Integendeel, ik denk dat we eens moeten bekijken hoe we eventueel die lasten kunnen verlagen, want voor heel veel mensen zijn die schone energie, die groene wagens, die elektrische wagens zelfs totaal geen optie. De subsidie die men nu heeft ingevoerd, zal alleen maar mensen bevoordelen die dat eigenlijk niet nodig hebben. De grote massa van de mensen kan en zal daar niet van gebruikmaken. En dan nog eens die lasten verhogen of zo hoog houden, dat is voor ons gewoon een brug te ver.
Minister Diependaele heeft het woord.
Er zat ruis op uw boodschap. Hoe symbolisch is dat? (Gelach)
Eerst en vooral, mijnheer Bex, dit is een parlement. U hoeft dus niet terughoudend te zijn om hier een politiek debat van te maken. Dat mag gerust. Ik heb uw vraag nu herlezen. We dachten eigenlijk dat u niet echt naar cijfers vroeg, maar misschien hadden we die wel kunnen meegeven. Mocht u die cijfers over de evolutie van de jongste jaren dus nog willen, dan kunnen die altijd via een schriftelijke vraag worden opgevraagd.
In de meerjarenraming en de begrotingsopmaak 2024 gaan wij uit van een daling met 2,8 procent per jaar. Dat de Vlaams Belangfractie dan zegt dat de automobilist de melkkoe is, met een altijd maar hogere belastingdruk, dat is belachelijk. De totale belastinginkomsten van het gebruik van de auto dalen jaarlijks dus met 2,8 procent. Mocht mevrouw Van dermeersch hier zijn, dan zou ze waarschijnlijk zeggen dat dat uitgavendrift is en dat we de begroting om zeep helpen en weet ik veel wat. Dat is een heel bijzondere vorm van rekenkunde, maar dit zijn de cijfers: een daling met 2,8 procent in de meerjarenraming.
Wat de monitoring betreft, dat heb ik gezegd. Mijnheer Bex, ik stel voor dat u eventueel een schriftelijke vraag stelt. Ik vermoed zelfs dat er al schriftelijke vragen zijn waarbij dat wordt weergegeven, maar stel ze gerust opnieuw.
Die studie is vrij voor iedereen. Meestal is daar een soort embargo op, maar uiteindelijk wordt zoiets wel altijd gepubliceerd. We hebben dat ook altijd gedaan met de ‘spending reviews’ en met de Vlaamse Brede Heroverweging en zo. Dat wordt vrijgegeven.
Mijnheer Van de Reyde, ik ben het helemaal met u eens. We gaan altijd uit van taxshifts, maar ik ben niet zomaar voor taxshifts. Ik begrijp heel goed dat er maatschappelijk gezien belastingen moeten worden verlaagd, bijvoorbeeld op lonen en dergelijke meer, maar dan kun je beter bekijken vanwaar die opbrengsten kunnen komen, en dat kan ook uit besparingen zijn. Dat hoeft niet door het verhogen van andere lasten te zijn. Dat is ook altijd mijn kritiek op de federale fiscale hervorming geweest. Ik was het er helemaal mee eens dat men mensen meer netto van hun loon laat overhouden, maar dan aan de andere kant verbouwingen duurder maken, van 6 naar 9 procent, dacht ik, daar ben ik radicaal tegen. Je kunt dat ook met besparingen of op andere manieren, gewoon met een kerntakendebat om andere uitgaven te vermijden. Ik ben het er helemaal mee eens dat de fiscale druk in dit land al hoog genoeg is, dus als we iets doen, is het een ‘tax cut’ en geen taxshift.
Daarmee heb ik ongeveer op alles geantwoord, denk ik.
De heer Bex heeft het woord.
Minister, ik zal die meer specifieke cijfers inderdaad eens opvragen. Het is goed dat die studie vrijkomt voor iedereen. Wat het politieke debat betreft, oké, op een aantal zaken kan nog worden bespaard, maar mijn partij vindt dat, als er ergens een tax cut kan worden gedaan, dat eerst en vooral moet worden gedaan op de lasten op arbeid. Daar moet eerst worden gekeken.
Mijnheer Verheyden, wat het autobezit betreft, moet men zeker niet naar een belastingstijging gaan, wel naar een hervorming die de globale belastinggraad voor automobilisten niet verhoogt, maar mensen wel zal aanmoedigen om op een voor de hele samenleving voordeliger moment hun auto te gebruiken en die op andere momenten te laten staan. Maar goed, dat is een breder debat, dat we in de verkiezingscampagne nog vaak genoeg zullen kunnen voeren, denk ik.
De vraag om uitleg is afgehandeld.