Verslag vergadering Commissie voor Onderwijs
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
Mevrouw Yalçin heeft het woord.
Het is een vraag die vorige week gesteld zou zijn, maar wegens ziekte is het voor deze week.
Minister, momenteel zitten we in de Week tegen Pesten. Dit jaar vindt deze week plaats van 2 tot en met 9 februari. Het zal de laatste keer zijn dat de Week tegen Pesten georganiseerd wordt in februari. Vanaf volgend schooljaar verplaatsen ze de campagne – samen met STIP IT van Ketnet, MNM en Radio2 – naar september, om zo vanaf de start van het schooljaar een jaar lang in samenwerking met het brede veld acties tegen pesten op te zetten.
We moeten aandacht blijven hebben voor de pestproblematiek. Dat blijkt ook uit de HBSC-studie (Health Behaviour in School-aged Children) die in december 2023 werd gepubliceerd. Ik geef een aantal cijfers vanuit dit rapport: een op de vijf Vlaamse 11- tot 18-jarigen is slachtoffer geweest van pesten. Bijna een op de acht bevraagde jongeren rapporteerde slachtoffer te zijn geweest van cyberpesten. Vooral de groep 11- tot 12-jarigen scoort hoog, met ongeveer een op de drie jongeren die aangeven gepest te worden of geweest te zijn. Die cijfers zijn, sinds het begin van de metingen in 2014, nog nooit zo hoog geweest.
Begin oktober 2023 bespraken we pesten en cyberpesten in deze onderwijscommissie, naar aanleiding van het opduiken van verschillende ‘expose accounts’ van scholen op het socialemediaplatform TikTok. Ook de opmars van het fenomeen van de deepnudes kwam aan bod. In uw antwoord op mijn vraag engageerde u zich om enkele initiatieven rond deze nieuwe vormen van cyberpesten te nemen.
Ik stel u hierover graag volgende vragen.
In uw antwoord in de commissievergadering van 5 oktober neemt u het initiatief om zelf het voortouw te nemen naar aanleiding van de berichten over de expose accounts en deepnudes, aangezien hier een duidelijke grens wordt overschreden. U zou alle betrokken partners rond deze thematiek rond de tafel brengen. Heeft dit overleg al plaatsgevonden? Wat zijn de belangrijkste bevindingen uit dit overleg? Waarmee zal er concreet aan de slag worden gegaan?
Aanvullend gaf u in diezelfde vergadering van 5 oktober aan om dit onderwerp te agenderen op andere domeinoverschrijdende overlegplatformen, zoals het Vlaams Forum Kindermishandeling (VFK). Is dat ondertussen gebeurd? Zo ja, wat is de uitkomst van dit overleg?
Ik heb eerder ook al de suggestie gedaan om ook eventueel de onderwijsambassadeur een rol in deze problematiek te laten opnemen. Hebt u deze suggestie al bekeken?
Minister Weyts heeft het woord.
Ik denk dat we het er met z’n allen over eens zijn dat pesten en cyberpesten natuurlijk geen plaats heeft in onze scholen.
Het eerste en allerbelangrijkste instrument – en antidotum – is natuurlijk een veilig klas- en schoolklimaat. Ik schets toch even ons beleidskader voor het preventieve aspect op dat vlak.
Eén is het decreet op de leerlingenbegeleiding, waarbij we de CLB’s een cruciale rol toebedelen. De CLB’s worden ook structureel versterkt, en dit is eigenlijk nog maar sinds dit schooljaar, met een extra werkingsbudget van 7,5 miljoen euro, om net nog meer preventief te kunnen inzetten op het psychosociaal functioneren van leerlingen.
Om bijvoorbeeld ook projecten zoals CLBch@t binnen de CLB’s nog verder te versterken, ontvangt de sector sinds dit schooljaar ook nog eens netoverschrijdend een werkingsbudget van 1 miljoen euro extra om verder te kunnen investeren in digitaliseringsprojecten. Daarbij wordt ook minstens verwacht dat men inzet op de ontwikkeling, het onderhoud en de uitrol van een online hulpverleningsaanbod door alle CLB’s, het multidisciplinair dossier van de leerling en ook een laagdrempelig toegankelijk digitaal platform voor leerlingen, ouders, partners en leersteuncentra.
Twee zijn onze minimumdoelen, waarin natuurlijk ook het thema pesten vervat zit.
Drie is het kwaliteitskader voor de onderwijsinspectie, waarbij natuurlijk ook altijd de concrete toepassing van het decreet op de leerlingenbegeleiding door elke school wordt doorgelicht.
Om scholen beter te informeren, maar vooral ook nog eens te sensibiliseren, bieden we dan ook nog eens concrete handvatten aan en voorzien we ook in leermiddelen en lesmateriaal. Concreet gaat dat over de communicatie via Klasse, via onze nieuwsbrieven, de Week tegen Pesten, het platform ook. Alles over pesten brengen we eigenlijk onder de aandacht om een grotere slagkracht te beogen.
Daarnaast hebben we heel specifiek op het digitale vlak het Kenniscentrum Digisprong en Mediawijs ook in deze regeerperiode verder uitgebouwd, om samen met enkele partners, bijvoorbeeld via dat Kenniscentrum Digisprong een flowchart, een soort van stroomschema, uit te tekenen voor leerkrachten en CLB-medewerkers voor het omgaan met cyberpestsituaties. Daarin worden de verschillende stappen die je kunt volgen, weergegeven. Zij ontwikkelden trouwens ook de beleidsplanner, een planner die scholen helpt om een ICT-beleidsplan uit te werken rond verschillende thema’s waarvan cyberpesten er een is.
Daarnaast heeft ook Leerpunt op dat vlak een rol gekregen. Het zal een belangrijke speler worden om leraars inhoudelijk te ondersteunen in het omgaan met pesten. In hun toolbox wordt bijvoorbeeld ingegaan op interventies inzake gedragsproblemen. Daarin krijgt ook de aanpak van pesten een plaats.
We ondersteunen jaarlijks ook verschillende organisaties die vorming aanbieden. U kent dat, ik zal dat niet herhalen.
In het kader van de samenwerking met de ouderkoepelverenigingen hebben we rond pesten een specifieke rol voorzien, net zoals voor de Vlaamse Scholierenkoepel (VSK) – of neen, ik moet nu de Scholierenkoepel zeggen.
Daar waar er duidelijk een grens overschreden wordt, kunnen scholen teruggrijpen naar hun tuchtbeleid. Bij strafbare feiten is er zelfs een melding bij de politie nodig. Ik verwees in mijn eerder antwoord trouwens naar de aanspreekpunten bij de lokale politie. In het kader van de federale omzendbrief vragen we aan alle politiezones om een aanspreekpunt voor de scholen in hun zone te voorzien. Zo is elke school steeds geconnecteerd met de politie, samen met een concreet aanspreekpunt. Het staat scholen en de lokale politie vrij om te bekijken hoe ze verdere afspraken maken. We moedigen dat in elk geval aan. Ook cyberpesten kan in dat kader worden besproken. Scholen kunnen de juiste contactpersonen terugvinden via een databank. Jaarlijks wordt gevraagd om de gegevens in die databank te updaten. Dat is recent nog, eind verleden jaar, gebeurd.
Ik heb het punt over het Platform Kindermishandeling op de agenda gezet, maar er is nog geen datum voor een overleg. Zoals eerder aangegeven, is het agentschap Opgroeien de trekker van dit overleg. We hopen daar snel nieuws over te krijgen.
Ik zou dat niet vermengen met de taak van de onderwijsambassadeur. Het is haar taak om leerlingen en zijinstromers warm te maken voor het beroep van leerkracht. Het is niet haar taak om scholen beleidsmatig of inhoudelijk te ondersteunen. Daarvoor dienen scholen een beroep te doen op hun pedagogische begeleidingsdiensten, externe experten of alle instanties die ik daarnet heb vernoemd.
Mevrouw Yalçin heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Enkel op het puntje over het mogelijke overleg met alle betrokken partners rond expose accounts en deepnudes dat u had aangekondigd, heb ik helaas geen antwoord ontvangen.
Cyberpesten en de nieuwe vormen van technologie die daarmee gepaard gaan, zijn erg belangrijk om mee te nemen in de aanpak van pestproblematieken. Pesten gaat vandaag steeds vaker verder dan de schoolmuren. Ook thuis kunnen de kinderen en jongeren voortdurend worden blootgesteld aan het pestgedrag. Daarom pleit ik effectief wel voor een gezamenlijke aanpak met relevante stakeholders.
Deze laatste Week tegen Pesten zoals we ze kennen, in deze vorm, loopt op haar einde. Vorige week vrijdag heeft het Vlaams Netwerk Kies Kleur tegen Pesten de ‘Pesten, dat kan niet!’-prijs uitgereikt. Drie scholen werden als winnaar aangeduid. Ondertussen zijn de juryverslagen online na te lezen. Wat mij opvalt, is dat de winnende scholen focussen op een beleid dat een ‘whole school’-approach heeft, een aanpak waarbij een sterk antipestbeleid wordt opgezet dat breed wordt gedragen door de leerlingen, de leerkrachten en de ouders, en waarbij niet alleen projectmatig wordt gewerkt, maar waar het hele antipestbeleid mee het DNA van de school uitmaakt.
Ook de Scholierenkoepel geeft in zijn memorandum enkele beleidsaanbevelingen, minister. Een heel belangrijke aanbeveling is het uitwerken van een verplicht antipestbeleid op elke school, zoals vandaag al van kracht is in het Franstalige onderwijs. Hoe staat u tegenover een verplicht antipestbeleid op elke school?
Mevrouw Krekels heeft het woord.
Ik sluit me graag nog even aan bij dit belangrijke thema. Pesten is natuurlijk van alle tijden, maar het is ook een heel hardnekkig gegeven. Tegenwoordig zijn er, in tegenstelling tot vroeger, heel veel manieren om scholen daarin te ondersteunen, zowel wat betreft materialen als wat betreft hele lespakketten en dergelijke meer.
Maar het is dus een heel hardnekkig gegeven, en het is toch ook wel belangrijk, minister, dat u de rol van het CLB hierin aankaart en een plaats geeft, omdat sommige pesters zo hardnekkig blijven volharden omdat ze niet in staat zijn om te begrijpen wat het betekent of wat voor invloed het heeft op de persoon die ze pesten. En dan is het toch wel belangrijk om die kinderen apart te nemen en er verder mee aan de slag te gaan. Het CLB is daar dan een eerste belangrijke hulplijn in, maar misschien zelfs ook verder. En soms moeten die kinderen ook wel doorverwezen worden, want dat zijn dan dikwijls ook de volwassenen die hardnekkig blijven pesten op het werk.
Het is een heel omstreden probleem. Ook in de media krijgt het heel veel aandacht. Ketnet is daar een voortrekker in geworden, maar je hebt ook radiozenders, zoals MNM en Radio 2, die daar toch voldoende aandacht aan geven. Ik denk dat u wel op de hoogte wordt gehouden van die acties, minister, maar wordt u ook op voorhand meegenomen in bijvoorbeeld het bepalen van een thema binnen die Week tegen Pesten? U komt met heel veel scholen en onderwijsverstrekkers in aanraking. Bent u daarbij een partner, bijvoorbeeld in de voorbereiding naar de komende jaren, om bepaalde zaken binnen dat pesten mee in het daglicht te stellen?
Minister Weyts heeft het woord.
Wat de deepnudes betreft, hebben we vooropgesteld dat we die problematiek ook willen kaderen in het overleg omtrent het Platform Kindermishandeling, want dan zit je al een stap verder dan het pesten.
Een verplicht antipestbeleid vloeit eigenlijk de facto voort uit het decreet Leerlingenbegeleiding in zijn totaliteit. Ik denk dat we de scholen daar ook niet in een soort carcan moeten gaan verplichten, want je stelt vast dat heel veel scholen goede praktijken uitwisselen en dat dat ook goed lukt, met de diverse partners op dat vlak, de Vlaamse Scholierenkoepel, maar evengoed via Klasse en andere organen.
Ik was vorige week nog in Leuven, waar het Heilige-Drievuldigheidscollege de ‘Pesten, dat kan niet!’-prijs in ontvangst mocht nemen met hun initiatief in het gebruik van ‘peer mediators’. Dat zijn peters en meters, eenvoudig gezegd. Dat zijn vertrouwenspersonen aan wie leerlingen zaken kunnen toevertrouwen. De vijfdejaars en zesdejaars kunnen ook een cursus volgen om ‘switcher’ te zijn, dus een aanspreekpunt, en krijgen dan ook een specifieke rol toebedeeld. Zij worden ook begeleid door enkele leerkrachten, die dan ook een cursus hebben gevolgd. Je ziet dat dat een fijn systeem is en dat dat ook zorgt voor een binding tout court in heel de school. Men neemt daaromtrent ook wel een serieus engagement op, met een tweedaagse cursus, waarvan één lesdag die ze helemaal zelfstandig moeten inhalen. Er is ook een eigen switchlokaaltje om gesprekken te kunnen voeren. En er is ook een meldknop op Smartschool, waar ze een meldknop ‘pesten’ geïnstalleerd hebben.
Ik denk dus dat we die goede praktijken verder kunnen uitrollen en dat al die projecten ook wel een effect hebben. Via onze eigen kanalen, via ons eigen Klasse, maar evengoed via de nieuwe, zoals Leerpunt, kunnen we die ook verder uitdragen.
Mevrouw Yalçin heeft het woord.
Dank u wel voor de bijkomende informatie, minister.
Als u mij toestaat, wil ik graag nog twee citaten meegeven uit het memorandum van de Scholierenkoepel, van leerlingen uit de focusgroepen: “Ik kom soms huilend uit de klas omdat ze mij hebben gepest. Gelukkig kan ik bij mijn vrienden terecht. Ik durf niet naar een leerkracht of een zorgcoördinator te gaan, omdat andere leerlingen dan gaan roddelen over mij en zeggen dat ik een ‘snitch’ ben, dat ik alles ga klikken aan een volwassene.” Een andere leerling zegt: “Leerkrachten hebben echt geen idee van wat cyberpesten eigenlijk is. Cyberpesten gaat altijd door, ook na de schooluren. Het is bijvoorbeeld tien uur ’s avonds en je krijgt een bedreiging van een klasgenoot via WhatsApp. Dat is misschien ook de reden dat leerkrachten hier zo machteloos bij staan.”
Dat zijn twee uit vele citaten. Ik denk dat we de aandacht voor pesten zeker niet mogen laten verminderen. Aandacht voor cyberpestproblematiek in het beleid blijft zeker noodzakelijk.
De vraag om uitleg is afgehandeld.