Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Verslag
De heer Ronse heeft het woord.
Ik hoop dat er geen kindjes aan het meekijken zijn nu, want dan zouden ze weten dat Sinterklaas niet bestaat. Ik ga eerlijk zijn, vandaag doet mij denken aan de dag dat ik doorhad dat Sinterklaas niet bestaat.
Er wordt wel verslag gemaakt en er is livestream, met misschien honderdduizend kindjes die aan het kijken zijn. (Opmerkingen van Thijs Verbeurgt)
Dat is een zeer persoonlijk feit, collega Verbeurgt. Ik weet niet welke dromen u hebt, maar ik wil ze zeker niet in duigen slaan. (Opmerkingen. Gelach)
Collega’s, ik vraag de schorsing. (Lacht)
Ik voel mij echt zoals ik mij voelde toen ik doorhad dat Sinterklaas niet bestond. Ik ben de voorbije week al elke dag aan het aftellen. Boven mijn bed hangt een blaadje waarop staat: “Yes! Donderdag mag ik de nieuwste cijfers over de sanctionering in de commissie vragen.” En, wow, dan gaat mijn naam eindelijk eens bij een artikel staan dat niet over Indische seks gaat, maar echt over iets inhoudelijks, over mijn parlementair werk. Ik ben dus superenthousiast. Ik ben zelfs in Brussel blijven slapen omdat ik zeker op tijd wilde zijn in de commissie, om de primeur over de cijfers rond controle en sanctionering te krijgen. Ik heb bewust de krant niet gelezen en geen radio aangezet omdat ik mij volledig moest focussen op de manier waarop ik mijn vraag stel. Ik kom hier apetrots in het parlement aan, en de ene na de andere collega vraagt mij of ik de gazet heb gelezen want het staat er al in. Ik zeg: “Neen, dat kan niet. Sinterklaas bestaat!” Maar er is mij al door vier collega’s en concullega’s onder de neus geschoven wat ik nu ga vragen want het staat in de krant. Dus, collega’s, vergeef mij de emotionele toets die ik hier op dit moment geef.
Maar het is wel zeer relevant. Het gaat hier al vijf jaar over wat ik nu op tafel leg, namelijk de poort van onze sociale zekerheid die wordt bewaakt door VDAB. Heel deze commissie, van links tot rechts, met uitzondering van de PVDA, maar die zijn hier nooit aanwezig, vindt dat wie echt geen moeite doet om werk te vinden en om mee te werken, daar ook voor moet worden gesanctioneerd. Te vaak, ook in de vorige legislatuur, hebben we gezien dat dat onvoldoende het geval bleek te zijn. Deze commissie is altijd vragende partij geweest om dat sluitender, strenger, kordater aan te pakken. Minister, daarom vond ik het nuttig – we zijn nu februari 2024 – om u de vraag te stellen hoe dat in 2023 is gelopen. Hoeveel mensen zijn er echt compleet hun boekje te buiten gegaan? Tot welke sancties en tot hoeveel sancties heeft dat geleid en hoe is dat geëvolueerd?
Ik heb nog altijd niet de krant gelezen. Ik ben ongetwijfeld de enige in deze commissie die niet weet wat u straks zult antwoorden. Dat maakt het, ondanks het feit dat ik nu besef dat de Sint niet bestaat, toch nog altijd een klein beetje spannend voor mij.
Ik ben blij voor u.
Minister Brouns heeft het woord.
De Controledienst ontving in 2023 in totaal 35.857 dossiers. Dat is het hoogste aantal ontvangen dossiers sinds de overname van de controlebevoegdheid van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA). Intussen werden 22.983 dossiers ontvankelijk verklaard. Dit aantal kan nog stijgen.
De Controledienst besliste afgelopen jaar 12.394 sancties, waarvan 11.737 met impact op de werkloosheidsuitkeringen van de werkzoekende en 657 verwittigingen in het kader van een inbreuk op de actieve of passieve beschikbaarheid. Het totale aantal sancties ligt ongeveer 22 procent hoger dan in 2022, toen er 10.103 sancties met impact op de werkloosheidsuitkering werden beslist. De stijging is te merken bij zowel de tijdelijke als de definitieve schorsingen.
Naast de effectieve sancties gaf VDAB in 2023 ook 13.336 voorafgaande waarschuwingen aan werkzoekenden als bijsturing van het zoekgedrag tijdens het bemiddelingsproces en besliste de Controledienst 3308 negatieve evaluaties voor jongeren.
Het globale aantal sancties, inclusief de effectieve sancties, de waarschuwingen en de negatieve evaluaties, komt daarmee op 29.038. Ten opzichte van het totaal aantal werkzoekenden met een werkloosheidsuitkering geeft dit een verhouding van 24 procent, wat bijna één op vier is, het hoogste percentage sinds de overname van de controlebevoegdheid.
Bovenstaande resultaten wijzen op de impact van de versterking van de VDAB-bemiddelingsmethodiek, die het actief en consequent bemiddelen ondersteunt en versterkt op het controle- en sanctiebeleid.
In 2023 heeft VDAB de focus gelegd op de ondersteuning van bemiddelaars bij het opmaken van concrete dossiers. De te volgen procedures werden opnieuw opgefrist, het consequent handelen inzake actief en consequent bemiddelen werd doorheen het jaar door het lijnmanagement onderstreept.
Voor 2024 ligt de focus op het verminderen van het aantal niet-ontvankelijke dossiers. Daarvoor zullen leertafels en intervisies worden georganiseerd.
Het interfederale platform heeft, op onze vraag, een advies verstrekt betreffende het actualiseren en vereenvoudigen van het federale normatief kader inzake beschikbaarheid. Dergelijke aanpassing moet maatwerk mogelijk maken, zodat de dienstverlening en de controle vanuit de gewestelijke bemiddelingsdienst van VDAB beter kan aansluiten bij de activeringsbenadering.
Bijkomend vraagt Vlaanderen om het federale sanctiekader aan te passen zodat ook de gewestelijke bemiddelingsdiensten, net zoals de RVA, beschikken over dezelfde vormen van sancties om zo de sancties beter te kunnen afstemmen op de zwaarte van de inbreuk. Het huidige federale kader wordt als te beperkend ervaren om het meest passende gevolg te geven aan het gedrag van de werkzoekende.
De politieke gesprekken zijn hierover nog lopende in de schoot van de interministeriële conferentie (IMC).
De heer Ronse heeft het woord.
Laat mij misschien met dat laatste beginnen. Het is een heel beleefde manier van u om te zeggen dat er op dat vlak niets meer in huis zal komen, dat het normatief kader nog altijd in de Vivaldiketenen vastgeketend zal zitten. Minister, ik voel ook bij u een zeer gedreven roep om confederalisme.
De andere punten zijn wel heel belangrijk. Het positieve van de cijfers is dat er nog nooit zoveel transmissies zijn geweest. Je kunt dat ook negatief bekijken: veel mensen lopen er de kantjes van af. Ik denk dat het vooral betekent dat de VDAB-bemiddelaars zich meer en meer verantwoordelijk voelen om formeel door te geven dat er iets niet in orde is en dat iemand er de kantjes van af loopt.
Tijl, die wel de kranten heeft gelezen, zei mij net dat het gaat over mensen die niet zijn komen opdagen naar afspraken en noem maar op. Dat zijn toch wel forse dingen. Niet opdagen kan als je ziek bent en een goede reden hebt, maar in dit geval gaat het over mensen die geen goede reden hebben.
Wat mij dan een beetje verwondert, is – en het is uiteraard een eerste lezing – dat het aantal sancties maar op 12.000 ligt. Dat wil zeggen dat 35.000 min 12.000, dat is 23.000 mensen er volgens de bemiddelaar de kantjes van af lopen en geen sanctie krijgen. Dan is mijn vraag hoe dat komt. Hoe komt het dat de ratio tussen sanctie en transmissie – in vergelijking met andere jaren verschilt dat niet zoveel, maar nu zijn er wel heel veel transmissies – nooit boven de 50 procent gaat? Je zou toch verwachten dat minstens de helft van de mensen die iets doen wat niet oké is effectief wordt gesanctioneerd?
Dan had ik nog een vraag over actieve en passieve beschikbaarheid. Weet dat Vivaldi beslist dat VDAB van die of die persoon niet mag verwachten dat hij actief naar werk zoekt, terwijl dat van een andere persoon wel mag worden verwacht. Hoe zit het met het onderscheid tussen de sancties op actief tegenover passief beschikbaar zijn?
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Dit is zeer interessant. Ik wil gewoon even tussenkomen naar aanleiding van de informatie die in de pers is gegeven. Als het inderdaad klopt dat collega Ronse die gegevens daarvoor heeft gevraagd, en als het exact die gegevens zijn, dan vind ik dat niet correct. Ik zeg het omdat ik het ook een aantal keren heb meegemaakt in het recente verleden.
Minister, u kunt misschien eens bij uw collega Hilde Crevits te rade gaan. Zij had exact hetzelfde voor. Zij had informatie waarover zij beschikte en waarvan zij wist dat er een parlementslid mee bezig was, namelijk Tine van der Vloet. Zij heeft toen speciaal gewacht op een vraag van collega van der Vloet om die informatie te geven. Zij zei dat ze het als minister gewoon kon brengen, maar dat zij wist dat collega van der Vloet ermee bezig was en dat zij op diens vraag had gewacht. Zij heeft dat in de commissie exclusief aan haar gegeven, zodat zij daar ook, aangezien zij dat thema behartigde, als eerste over kon communiceren. Ik vind dat deontologisch het meest correcte. Ik heb daarover in het verleden al mails gestuurd naar de parlementsvoorzitter. Maar goed, dat is iets wat, denk ik, niet valt af te dwingen. Dat is zaak van een beetje deontologie.
Als het inderdaad zo is als in het trieste Sinterklaasverhaal van mijn collega, dan hoop ik dat u daar in de toekomst of misschien in de volgende legislatuur toch echt wel beter mee omspringt.
De heer Verbeurgt heeft het woord.
Collega’s, ik zou de collega’s toch willen waarschuwen om van dit parlement geen circus te maken. Ik vertrouw in dezen minister Brouns, dat hij te goeder trouw heeft gehandeld. (Gelach)
Alle gekheid op een stokje, we hebben deze discussie al vaak gehad, niet alleen met u, minister: dat het parlement de cijfers krijgt als er vragen worden gesteld.
Minister, ik heb een inhoudelijke vraag. Zoals collega Ronse heeft gezegd, lees ik in de cijfers dat er vooral wordt opgetreden wanneer men niet komt opdagen. Ik heb u in het verleden al eens bevraagd over het feit dat we signalen krijgen dat dit niet altijd te wijten is aan onwil maar dat het soms om overmacht gaat. Ik wil dat bij u eens controleren. Ik vind absoluut dat wanneer mensen zich onwillig tonen om aan de slag te gaan als ze dat zouden kunnen, dat daar een sanctionering mag tegenover staan. Mijn vraag is vooral op welke manier het wordt gecontroleerd dat het wel degelijk om onwil gaat en niet om gevallen van overmacht. Wordt dit terdege gecontroleerd? Het kan bijvoorbeeld gaan om het ontbreken van kinderopvang, waardoor men niet naar een gesprek kan komen. Wordt dat voldoende gemonitord?
Het zijn om heel veel redenen opmerkelijke cijfers. Er zijn nog nooit zo weinig werkzoekenden geweest met een RVA-uitkering, en toch zien we dat een groot aantal mensen wordt doorgestuurd en een transmissie krijgt. Dat is opmerkelijk.
Ten tweede, er is inderdaad een opmerkelijke gap tussen het aantal dossiers dat door VDAB-medewerkers wordt doorgestuurd naar de transmissiedienst en het beperkte aantal dat ontvankelijk wordt verklaard. Allicht zijn daar nog wel stappen te zetten naar administratieve vereenvoudiging, zowel voor de VDAB-medewerkers als voor de werkzoekenden, om duidelijk te maken op welke manier de afspraken worden gemaakt, moeten worden nagekomen en ook kunnen worden gecontroleerd. De discussie over de afsprakenbladen voeren we in deze commissie al tien, vijftien jaar. Daar ligt toch nog wat werk op de plank voor VDAB, om het zowel voor de VDAB-medewerkers zelfs als voor de werkzoekenden transparanter en duidelijker te maken.
Minister Brouns heeft het woord.
Dat is misschien een leuke insteek voor een communicatie.
In alle ernst. Dat is inderdaad een vaststelling, die gap tussen het aantal dossiers en wat ontvankelijk wordt verklaard: 35.800 tegenover 22.900. Ik noteer dat als een werkpunt. Het is duidelijk dat we, zoals ook aangegeven, moeten nagaan hoe dat komt. Die cijfers moeten veel dichter bij elkaar liggen. Dat is dus genoteerd.
Het is inderdaad belangrijk dat overmacht kan worden vastgesteld en gecontroleerd. Dat gebeurt ook, laat ik mij vertellen. Dat is op zich dan ook goed.
De heer Ronse heeft het woord.
Minister, het is zeer goed dat u gaat onderzoeken hoe het komt dat er een delta is tussen die 35.000 ingediende dossiers en de 22.000 ontvankelijke. Maar ik zou nog wat verder gaan. Er is ook een delta tussen de 22.000 ontvankelijke dossiers en de 12.000 sancties. Men zei over 22.000 dossiers dat de bemiddelaar het bij het rechte eind heeft, dat dus iemand zijn of haar boekje te buiten is gegaan. Maar dan nog zijn er van die 22.000 10.000 van wie men zegt dat men hun toch geen sanctie gaat geven. Dat moet worden uitgeklaard. In beide richtingen: voor hetzelfde geld heeft collega Verbeurgt gelijk met zijn assumptie, dat het gaat over mensen die uit overmacht niet komen. Ik vind minstens dat het parlement daar inzage in zou moeten hebben want dat zijn toch vrij grote delta’s.
Voorzitter, als ik het mij mag permitteren, wil ik nog een bijvraag stellen. Ik denk dat iedereen emotioneel wel zeer empathisch met mij meevoelt vandaag, maar, minister, u hebt niet geantwoord op mijn vraag naar de actieve en de passieve beschikbaren. Dit is ook een vraag van dit parlement. Dit parlement heeft altijd gevonden dat VDAB onvoldoende inspanningen doet om bij mensen van wie we mogen verwachten dat ze geen hulp nodig hebben van VDAB te controleren of ze voldoende moeite doen om werk te zoeken. Misschien dat nog, als het mag.
Dat wordt u persoonlijk nagestuurd. Enkel en alleen naar u.
Wow! Dank u. Sinterklaas bestaat toch!
Collega’s, we hebben net de verrijzenis van Sinterklaas meegemaakt. Dat is op zich ook mooi. Er ging een school op bezoek komen. Ik ben blij dat ze er nog niet zijn.
De vraag om uitleg is afgehandeld.