Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking en Toerisme
Vraag om uitleg over de aantijgingen van Israël tegen UNRWA over betrokkenheid bij de terreuraanslagen van 7 oktober 2023
Vraag om uitleg over de financiële bijdrage van Vlaanderen aan de VN-hulporganisatie UNRWA
Verslag
De heer Van Rooy heeft het woord.
Goedemiddag, de United Nations Relief and Works Agency for Palestine Refugees in the Near East (UNRWA) of de Organisatie van de Verenigde Naties voor hulp aan Palestijnse vluchtelingen is een organisatie van de Verenigde Naties die al decennialang massaal geld ontvangt vanuit het Westen, ook van België en Vlaanderen. Steenrijke Arabische oliestaten en andere islamitische landen geven aan UNRWA in verhouding veel minder geld. Dat zou op zich op z’n minst al de wenkbrauwen moeten doen fronsen. De VN, waar de UNRWA dus toe behoort, is een organisatie die de verschrikkelijke islamitische staat Iran, een regime bestaande uit moslimterroristen en tirannieke sadisten, eerst voorzitter maakte van een VN-mensenrechtenforum, en vervolgens van een conferentie over ontwapening. Dat is dus potsierlijk.
De VN, zo blijkt ook uit het disproportionele aantal resoluties, heeft een ziekelijke obsessie met het enige Joodse staatje ter wereld, terwijl diezelfde VN zwijgt over talloze gruwelijke mensenrechtenschendingen in islamitische en socialistische landen. Zo waren er in het jaar 2022 in de Algemene Vergadering van de VN vijftien resoluties tegen Israël, terwijl er welgeteld nul waren tegen Qatar, China, Saoedi-Arabië, Cuba, Syrië, Irak, Turkije, Pakistan, Libanon, Venezuela en Hamas. Om maar te zeggen dat de VN een potsierlijke instelling is, een ‘charade’ zoals men dat zo mooi in het Engels zegt. Men zou soms gaan denken dat VN eigenlijk staat voor verenigde nazi’s.
Daar waar de VN zich opstelt als nuttige idioot van jihadterreurstaten zoals Qatar, is de VN-organisatie UNRWA de overtreffende trap daarvan. Het is namelijk een verlengstuk van de jihadterreurorganisatie Hamas. Daarover dadelijk meer, maar allereerst dient te worden opgemerkt dat de zogenaamde Palestijnen – waarvan uit onderzoek blijkt dat 93 procent antisemitische denkbeelden koestert, 72 procent achter de bloedige jihadistische aanslagen van 7 oktober staat, en 89 procent voorstander is van de sharia, inclusief steniging – de enige bevolkingsgroep ter wereld zijn die een eigen peperdure VN-vluchtelingenorganisatie hebben, namelijk die UNRWA. In tegenstelling tot alle andere vluchtelingengroepen in de wereld, krijgen de Palestijnen van UNRWA tot in het oneindige de vluchtelingenstatus, die telkens wordt doorgegeven van generatie op generatie. Dat is ongezien in de geschiedenis. UNRWA cultiveert Palestijns-islamitisch slachtofferschap, en draagt niet bij tot een oplossing. Integendeel, UNRWA maakt het zogenaamde Palestijnse vluchtelingenprobleem alleen maar groter.
Nu blijkt bovendien dat zeker twaalf UNRWA-medewerkers op 7 oktober hebben deelgenomen aan de terroristische jihadaanslagen, -martelingen en -verkrachtingen van Hamas en co op onschuldige joden en ook niet-joden. Maar liefst 1200 UNRWA-medewerkers in Gaza zijn tegelijkertijd agenten van de terreurorganisatie Hamas of Islamitische Jihad. 23 procent van het mannelijke UNRWA-personeel is actief in de militaire of politieke structuur van de terreurorganisatie Hamas. In een Telegramgroep waarin duizenden UNRWA-leraren zitten, werden de dodelijke jihadaanslagen van 7 oktober gevierd. Een van de moderatoren van deze chatgroep, UNRWA-leraar Waseem Ula, verheerlijkt de jihadaanslagen van 7 oktober en roept letterlijk op om Israëli’s te doden. UNRWA-gebouwen, inclusief scholen, werden in groten getale gebruikt voor terreurtunnels en de opslag van wapens. Het is ook al jaren een publiek geheim dat in UNRWA-scholen antisemitisme heerst, en jihadterreur en de islamitische martelaarsdood worden verheerlijkt, ook in het lesmateriaal.
Doorheen de decennia – dat mag duidelijk zijn, minister-president – is UNRWA geïnfiltreerd door de jihadterreurorganisatie Hamas en Islamitische Jihad, en geïnfecteerd met verheerlijking van jihadterreur en virulent antisemitisme. Op het moment dat ik deze vraag indiende, hebben achttien landen en de EU hun financiële steun voor UNRWA opgeschort. Tussen 2022 en 2024 trok de Vlaamse Regering bijna een half miljoen euro uit voor UNRWA.
Mijn vraag is dan ook evident, minister-president: zet de Vlaamse Regering deze steun stop, of blijft de Vlaamse Regering jihadistisch terrorisme en antisemitisme financieren?
De heer Vanlouwe heeft het woord.
Minister-president, ik ben toch een beetje verwonderd als ik collega Van Rooy hoor spreken over het zogenaamde vluchtelingenprobleem. We kunnen natuurlijk niet ontkennen dat er een vluchtelingenstroom is, en dat er toch wel ernstige problemen zijn voor die Palestijnse vluchtelingen. Ik ga het proces van 75 jaar conflict hier niet maken, dat doen anderen van beide zijden al te vaak en ongenuanceerd. Ik ga me hier beperken tot de feiten.
Afgelopen vrijdag 26 januari beschuldigde Israël twaalf medewerkers van UNRWA, het VN-agentschap dat instaat voor de basisnoden en -diensten van Palestijnse vluchtelingen, van betrokkenheid van bepaalde medewerkers bij de verschrikkelijke terreuraanvallen van 7 oktober. Er wordt nu onderzoek gevoerd naar de betrokkenheid van deze individuen. Het is wel al duidelijk dat het VN-agentschap reeds meerdere medewerkers heeft ontslagen. Dat wijst erop dat er effectief een probleem bestaat, en dat het agentschap dat ook erkent.
De details van de beschuldiging werden volgens Aharon Haliva, een generaal van het Israëlisch leger, bezorgd aan UNRWA en aan de Verenigde Staten. Belangrijk is dat de Verenigde Staten, in tegenstelling tot grote roepers, de grootste donateur zijn van UNRWA. Dit agentschap liet weten dat negen van de twaalf medewerkers zijn ontslagen, één medewerker omgekomen zou zijn, en van twee medewerkers de identiteit nog wordt onderzocht. Volgens The New York Times, die de details van de beschuldigingen heeft bekendgemaakt, zouden zes van de twaalf medewerkers in Israël getraceerd zijn via hun telefoons tijdens de aanslagen van 7 oktober. Er zouden directe bewijzen zijn tegen zes overige medewerkers, zoals onder andere de betrokkenheid van een VN-medewerker bij de ontvoering van een Israëlische school.
Ondertussen is inderdaad geweten dat de Verenigde Staten, Canada, Duitsland, Italië, Nederland, het Verenigd Koninkrijk en Schotland, Finland, Zwitserland, Japan en Frankrijk tijdelijk of volledig de financiering van UNRWA hebben stopgezet tot er onderzoek is gevoerd naar de mogelijke betrokkenheid van het VN-agentschap bij de barbaarse aanslagen van 7 oktober. Ik vind het heel belangrijk dat die landen de grootste donateurs zijn van het VN-agentschap. Ze staan in voor ongeveer 65 procent van de totale bijdragen aan UNRWA. We kunnen niet zeggen dat die landen kritisch staan ten aanzien van het VN-agentschap. Ze hebben, de Verenigde Staten hebben, het VN-agentschap gedurende die jaren bijzonder lang en uitvoerig gesteund. De Verenigde Staten, als belangrijkste donateur van dit VN-agentschap, zeggen nu dit tijdelijk te zullen gaan opschorten. Andere landen, zoals Noorwegen, België, maar ook Ierland, die zeer luid roepen, staan slechts in voor een klein percentage aan steun die de voorbije jaren is verleend. Ik vind het toch belangrijk dat te benadrukken.
De Europese Commissie heeft maandagmiddag aan het VN-agentschap gevraagd om zelf een audit uit te laten voeren door onafhankelijke, externe experts van de Commissie. Dat moet dus niet gebeuren door zomaar betrokken experts, Palestina Solidariteit of zoiets, maar door onafhankelijke experts. Daarbij wil de Europese Commissie zo spoedig mogelijk onderzoek doen naar de betrokkenheid van UNRWA-medewerkers bij de aanslagen van 7 oktober, alsook een doorlichting doen van alle UNRWA-personeelsleden. Ik begrijp dat volledig. De Commissie stelt dat ze haar toekomstige financiering zal herzien in het licht van de resultaten van het onderzoek, en dat wil men zo spoedig mogelijk doen, aangezien de volgende bijdrage eind deze maand gepland is.
Inderdaad, twee jaar geleden sloot de Vlaamse Regering voor een vierde maal een partnerschapsovereenkomst met UNRWA, dit voor de periode 2022-2024. Er werd ongeveer 179.000 euro vrijgemaakt.
Minister-president, Ik heb dan ook de volgende vraag. We kennen de informatie die is verschenen in bepaalde media. Hebt u andere bijkomende informatie betreffende de aantijgingen en beschuldigingen ten aanzien van bepaalde personeelsleden van het VN-agentschap? Wat is uw reactie en de reactie van de Vlaamse Regering daarop?
Op welke manier volgt u de situatie? Volgt u de acties van de Europese Commissie, van onze buurlanden en van onze bondgenoten? Hoe staat u ten aanzien van de aanpak – van de Europese Commissie, van verschillende van onze buurlanden, van onze partners in de Europese Unie, maar eve goed van partners zoals de Verenigde Staten, Canada en Australië – om verdere steun te koppelen in functie van het onderzoek naar de betrokkenheid bij de terreuraanslagen van 7 oktober?
Wat ik hier nog wens te benadrukken, is dat we een resolutie hebben goedgekeurd, bijna unaniem. Uiteraard hebben de communisten die niet gesteund. In onze resolutie van 11 oktober werd aan de Europese Commissie gevraagd om erop toe te zien dat geen enkele EU-financiering een terroristische organisatie direct of indirect in staat stelt om aanslagen tegen Israël uit te voeren, zonder evenwel de financiering aan betrouwbare en gecontroleerde partners te pauzeren. Ik kijk dan ook uit naar uw antwoord.
De heer Van de Wauwer heeft het woord.
Het is een vraag over hetzelfde thema, maar wel met een andere toon. Het is zeker een andere toon dan die van de eerste spreker. Minister-president, vorige week werd bekendgemaakt dat twaalf medewerkers van het VN-agentschap UNRWA volgens Israël betrokken zouden zijn bij de terreuraanslag van Hamas op Israël van 7 oktober. Intussen werden negen van die twaalf medewerkers door UNRWA ontslagen.
De Israëlische buitenlandminister Katz roept op om de financiële steun aan deze VN-hulporganisatie te stoppen. Volgens Katz zorgt UNRWA dat het probleem van vluchtelingen blijft voortbestaan, is UNRWA een obstakel voor vrede, en fungeert het als een civiele arm van Hamas in Gaza. Dat zijn, voor alle duidelijkheid, zijn woorden, niet die van mij.
Israël veroordeelt al langer – opnieuw, dat is zo volgens Israël – de bevooroordeelde posities van de VN, en verzette zich vanaf de oprichting van UNRWA tegen het recht voor Palestijnse vluchtelingen om terug te keren naar Israël.
Collega’s, UNRWA is de belangrijkste hulporganisatie in de regio. De humanitaire situatie is daar kritiek. Als ze dat niet al langer was, is ze dat zeker vandaag, zeker door de aanhoudende bombardementen vanuit Israël op de regio. De situatie verslechtert daar alleen nog maar.
Ngo’s zoals Amnesty International, maar ook enkele landen, waarschuwen voor de gevolgen in de regio door het wegvallen van die steun voor UNRWA. De secretaris-generaal van de VN, Guterres, stelt zich vragen bij het collectief straffen van de hele bevolking voor de wandaden van enkelen.
Desondanks hebben een aantal landen inderdaad besloten om de hulp tijdelijk op te schorten, in afwachting van de resultaten in het onderzoek naar de vermeende feiten. Daardoor vreest UNRWA dat het de volgende maand niet meer genoeg geld zal hebben om de hulp in Gaza op peil te houden.
Collega’s, we mogen ook niet vergeten dat het niet enkel gaat over de mensen in Gaza zelf. UNRWA is ook verantwoordelijk voor de bredere regio, en de situatie die zich daar verder afspeelt. Vlaanderen voorziet jaarlijks 3 miljoen euro voor humanitaire hulp. Het grootste deel daarvan wordt vastgelegd via structurele hulp aan onder andere UNRWA, maar ook aan het Central Emergency Response Fund.
Minister-president, vlak na die verschrikkelijke terroristische aanval van Hamas in Israël, die we uiteraard allemaal met heel sterke woorden veroordelen, hebben we hierover ook van gedachten gewisseld in de plenaire vergadering. U hebt toen geantwoord dat er op 10 oktober een overleg heeft plaatsgevonden tussen de Vlaamse diensten – de Vlaamse verbindingsofficier – en de chief protection officer van UNRWA. U hebt toen in het parlement opnieuw de steun van Vlaanderen aan UNRWA bevestigd. Er waren toen geen bijkomende vragen, maar u hebt toen ook wel de steun aan UNRWA bevestigd.
Daarom heb ik vandaag de volgende vragen. Kunt u de steun vanuit Vlaanderen aan UNRWA opnieuw bevestigen, gezien de grote humanitaire noden van burgers in Gaza? Heeft Vlaanderen inzage gekregen in de informatie die vanuit de Israëlische overheid aan UNRWA ter beschikking werd gesteld? Zo ja, kunt u ook meer toelichting geven bij die beschuldigingen? Heeft Vlaanderen via zijn diensten, en via de verbindingsofficieren, ook nog recent contact gehad met UNRWA?
Ik heb nog een paar bijvragen. Is de grootste uitdaging vandaag nog steeds om die humanitaire middelen in Gaza te krijgen? U had toen, in de plenaire vergadering, ook gezegd dat het niet ging over de hoeveelheid middelen, maar dat het voornamelijk een kwestie was om die middelen op de juiste plek te krijgen. Waarvoor worden de Vlaamse steunmiddelen ingezet? Hebt u bij de laatste contacten met UNRWA nog bijkomende vragen voor extra middelen of andere steun gekregen?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Collega’s, ik zal jullie vragen gebundeld beantwoorden. Ik begin bij de eerste vraag van de heer Vanlouwe, de tweede vraag van de heer van de Wauwer, alsook het eerste gedeelte van zijn derde deelvraag.
Mijn diensten hebben na de berichtgeving in de media informatie opgevraagd aan het verbindingskantoor van UNRWA. Ik geef u graag mee wat zij tot op heden aan ons lieten weten.
Israël heeft de commissaris-generaal van UNRWA, de heer Lazzarini, mondeling op de hoogte gebracht van de mogelijke betrokkenheid van UNRWA-medewerkers bij de barbaarse terroristische aanval van Hamas op 7 oktober. Het hoofdkantoor van UNRWA in New York heeft daarop beslist om de betrokken medewerkers per direct te ontslaan als voorzorgsmaatregel, en om een onafhankelijk onderzoek in te stellen door het interne VN-onderzoeksorgaan.
Concreet ontving UNRWA twaalf namen. Acht personen werden ontslagen, twee zijn overleden, en twee personen werden nog niet geïdentificeerd vanwege naamsgelijkenissen. Die identificatieoefening loopt nog. UNRWA liet aan onze diensten weten dat het geen formeel rapport of verder bewijs van Israël ontving over de aantijgingen. Vlaanderen beschikt dus niet over die informatie.
Tot op heden werden er drie onderzoeken opgestart. Een eerste door het UN Office of Internal Oversight Services, naar de beschuldigingen ten aanzien van UNRWA-personeel. Een tweede door de Europese Commissie, in het kader van hun ‘pillar assessment’. Hoewel UNRWA reeds ‘pillar assessed’ is, start de Europese Commissie een extra onderzoek op. Een derde onderzoek gebeurt door UNRWA zelf, om de interne werking rond neutraliteit en het volgen van humanitaire principes binnen de organisatie te versterken. Dit onderzoek werd reeds aangekondigd op 17 januari, meer dan een week voor de Israëlische beschuldigingen.
Als de beschuldigingen ten aanzien van het UNRWA-personeel, en bij uitbreiding het VN-personeel, worden bewezen, dan dient hier zeer streng opgetreden te worden. Ik kijk ook naar de bevoegde autoriteiten om hun verantwoordelijkheid te nemen, om deze acties, indien bewezen, strafrechtelijk te vervolgen. Steun aan of de verheerlijking van terreur gaat in tegen elk humanitair principe, en kan nooit worden goedgekeurd. Ik wacht evenwel de resultaten af van het onderzoek. Maximale transparantie is daarbij belangrijk.
Ik ga verder met de vragen van de heer Van Rooy, alsook met de eerste deelvraag van de heer Van de Wauwer, en dan met de overige gedeelten van zijn derde vraag. Via onze humanitaire actie toont Vlaanderen zijn solidariteit met mensen in nood, zonder onderscheid. UNRWA werd opgericht in 1949, met als doel steun aan Palestijnse vluchtelingen die hun huis en inkomen verloren ten gevolge van het Israëlisch-Palestijns conflict. Het gaat over het voorzien van voeding, medische bijstand en ook onderwijs voor mensen in nood. De Vlaamse middelen dragen bij aan het werkingsbudget van UNRWA, en voorzien op die manier mee in die activiteiten.
Er werken 13.000 medewerkers voor UNRWA in Gaza. Eender welke beschuldiging moet grondig worden onderzocht, en waar nodig moeten er duidelijke, strenge maatregelen worden genomen. De laatste schijf van 159.000 euro, van het totaalbedrag van 479.000 euro dat in 2021 werd vastgelegd door Vlaanderen voor de driejaarlijkse periode 2021-2023, werd betaald op 24 januari 2024. Dit gebeurde conform het eerdere engagement, en de beslissing van de Vlaamse Regering in 2021.
De uitbetaling van de laatste schijf dateert dus van voordat de beschuldigingen in de pers verschenen. Er volgt evenwel voorlopig geen nieuwe vastlegging voor een subsidie aan UNRWA, in afwachting van de resultaten van de onderzoeken. Normaal gezien moeten we nu een nieuwe periode van drie jaar starten. We gaan de onderzoeken die lopen, afwachten, om te kijken wat onze positie daarin is.
Dan eindig ik met de tweede en de derde deelvraag van de heer Vanlouwe. Mijn diensten volgen de acties via hun contacten met de federale collega’s en via de perscommunicatie. Verder is er, waar nodig, contact met bevriende ambassades. Ook houden mijn diensten contact met het UNRWA-verbindingskantoor in Brussel.
Ten slotte volgt de Vlaams diplomatieke vertegenwoordiger in Genève de acties en de communicatie van de multilaterale en humanitaire actoren die daar gevestigd zijn. Ik denk hierbij aan werkgroepen, verslagen en coördinatievergaderingen op Europees niveau.
De aantijgingen en beschuldigingen ten aanzien van UNRWA-personeel zijn ernstig, en vereisen een serieus, grondig onderzoek. Net als andere donoren roept de Vlaamse Regering UNRWA en de VN op om hun onderzoeken grondig en in alle onafhankelijkheid te voeren. Het is alvast een positief signaal dat UNRWA zelf een onafhankelijk onderzoek heeft ingesteld om zijn eigen procedures en werking te versterken.
Ik wens echter niet vooruit te lopen op de eventuele bevindingen van de onderzoeken en de daaraan gekoppelde gevolgen. Ik hoop dat de onderzoeken snel beschikbaar zijn, en vraag volledige transparantie over de resultaten en de daaraan gekoppelde maatregelen.
Het mag in ieder geval duidelijk zijn dat de beschuldigingen verwerpelijke, terroristische acties inhouden, die tegen elk humanitair principe en de VN-basisbeginselen ingaan. Daarom steun ik het extra onderzoek van de Europese Commissie met onafhankelijke experts. Ook daarbij verwacht ik volledige transparantie over de resultaten.
De heer Van Rooy heeft het woord.
Ja, mijn goede collega Johan Deckmyn, die hier naast mij zit, heeft u enkele dagen na de jihadaanslagen van 7 oktober al gewaarschuwd over de betrokkenheid van UNRWA bij jihadterreur. U hebt hem toen geantwoord dat u op dat moment geen reden zag om de steun aan UNRWA stop te zetten. Maar minister-president, u had al vele jaren kunnen weten dat UNRWA van geen kanten deugt. Ik heb het dan niet alleen over de expliciete betrokkenheid nu bij de verschrikkelijke verkrachtingen, martelingen en moorden van 7 oktober, maar dan heb ik het over een pedigree van decennia van infiltratie in UNRWA door Hamas, door Islamitische Jihad, door antisemitisme en door de verheerlijking van jihadterreur. U kunt dat allemaal online vinden. Dat staat geattesteerd.
Sterker nog: googel de eerste de beste UNRWA-leraar of -lerares, en de kans is zeer groot dat u de verheerlijking vindt van de islamitische martelaarsdood en van antisemitisme. Of u kunt bijvoorbeeld te rade gaan bij enkele van uw N-VA-collega’s, Theo Francken of Darya Safai, die wel snappen dat UNRWA doorheen de decennia is verworden tot een geopolitiek instrument van de oemma, de wereldwijde islamitische gemeenschap, om jihadterreur te faciliteren en Israël van de kaart te vegen. Ik herhaal dat het hier niet om enkele rotte appels gaat. Het gaat hier om 1200 UNRWA-werknemers in Gaza, die agenten zijn van de politieke of militaire structuur van Hamas. Er is een staflid dat is betrokken bij de ontvoering van een vrouw. Een ander staflid is betrokken bij het uitdelen van munitie aan Hamas, enzovoort.
Minister-president Jambon, ik zou van u vandaag willen horen dat u dit onder ogen ziet, en dat u niet alleen probeert om de gelden die u reeds hebt uitbetaald terug te vorderen, maar ook dat u zegt dat u dat soort organisaties van de verheerlijking van antisemitisme en jihadterreur nooit nog één cent Vlaams belastinggeld zult geven.
De heer Vanlouwe heeft het woord.
Dank u, minister-president, voor uw duidelijk antwoord. We moeten natuurlijk niet vooruitlopen op de feiten, maar het is een goede zaak dat er meerdere onderzoeken zijn gestart. Zoals u hebt gezegd, is er een onderzoekscel door de Verenigde Naties, door de Europese Unie en een intern onderzoek door UNRWA.
Er moet uiteraard streng worden opgetreden, maar natuurlijk moeten die feiten dan ook bewezen zijn. Er zijn wel al aanwijzingen. Wanneer UNRWA ondertussen al meerdere, of toch een achttal, personeelsleden ontslagen heeft, zijn er natuurlijk al aanwijzingen. Wanneer er een daadwerkelijke betrokkenheid is, hoop ik dat er niet alleen een onderzoek gebeurt, maar dat die mensen ook strafrechtelijk vervolgd worden en veroordeeld worden als er blijkt dat er verheerlijking is van terreur.
Ik denk dat het een goede zaak is dat u contact hebt met het verbindingskantoor, maar eveneens met de ambassade van Israël. Wat voor mij ook bijzonder belangrijk is, is het feit dat daar nog altijd 139 mensen gegijzeld worden. Dat gaat over kinderen en ouderen. Ik hoop dan ook dat er signalen worden uitgestuurd, onder meer naar het verbindingsagentschap, om zich in te zetten voor de vrijlating van die gijzelaars op dit ogenblik.
De heer Van de Wauwer heeft het woord.
Dank u wel, minister, voor uw heel heldere en correcte antwoord en ook uw correcte houding in dezen. We hebben andere landen en politici gezien die deze situatie aangrijpen om UNRWA volledig in diskrediet te brengen. U hebt natuurlijk groot gelijk wanneer u zegt dat steun aan terroristische organisaties nooit goedgekeurd kan worden, en dat, als blijkt dat het wel is gebeurd, er geen middelen kunnen gaan naar UNRWA. Het is dus terecht dat er nu onderzoeken gebeuren.
Stel dat het bewezen zou zijn dat het inderdaad gaat om twaalf medewerkers op de 13.000, dan hoop ik ook dat daar een evenwichtig gevolg aan gegeven gaat worden. Optreden tegen twaalf individuele medewerkers, voor zover ze nog in leven zijn: ja, uiteraard moet daaraan gevolg gegeven worden. Maar we mogen niet vooruitlopen op de resultaten van het onderzoek. Ik hoop dat het nooit zover zal komen dat men middelen stopzet voor een organisatie die 13.000 medewerkers in dienst heeft. Want, minister-president, u hebt in uw antwoord ook heel terecht gesteld dat UNRWA vooral mensen in nood steunt. En de noden zijn daar gigantisch hoog. Nu zien we dat 65 procent van die middelen, ongeveer twee derde, vanuit de grote landen komt. De heer Vanlouwe heeft zeker een punt wanneer hij zegt dat zij de grootste bijdragers waren, maar het is ook interessant om te kijken naar het lijstje van die landen, en het naast een lijstje met hun stemgedrag in VN-instellingen te leggen, en te kijken hoe hun houding was ten opzichte van bijvoorbeeld een onmiddellijk staakt-het-vuren. We kunnen misschien iets leren over de steun die er was van die landen ten aanzien van Israël. Soit, dat terzijde.
Minister-president, ik hoop dat u uw collega-regeringsleden in de toekomst ook kunt oproepen, wanneer die resultaten binnen zijn, om zeker UNRWA te blijven steunen, en die financiële middelen te blijven verzekeren, gezien de grote noden die er in de regio zijn. Maar voorlopig moeten we dus inderdaad de resultaten van die onderzoeken afwachten.
Mevrouw Almaci heeft het woord.
Collega's, ik weet natuurlijk wel dat als het ergens brandt, je altijd kunt rekenen op het Vlaams Belang om het vuur nog een beetje extra aan te poken. Dat weten we. Dat doen ze met hyperbolen, en hele en halve en soms groteske onwaarheden. Maar ik wil het debat terugbrengen tot de fundamentele principes van een democratie en een rechtstaat, namelijk: iemand is onschuldig tot het tegendeel bewezen is, en collectieve straffen gaan in tegen het internationaal recht.
Er is een onderzoek van een belangrijke organisatie die door Israël op de hoogte is gebracht van mogelijke betrokkenheid van haar medewerkers. Zij starten daarmee. Zij niet alleen, ook anderen. We moeten het resultaat van dat onderzoek afwachten. Op een moment dat 2,2 miljoen mensen in een absolute humanitaire catastrofe leven, is alle hulp aan een hulporganisatie ter plekke afsluiten, een collectieve straf voor een onderzoek waarvan het resultaat nog niet bekend is. Ik hoop dat iedereen die hier zijn eed aflegt als democraat, die democratische principes ook huldigt, en het met mij eens is dat zoiets niet kan. Laat het onderzoek gevoerd worden op een correcte manier, ook naar alle wandaden die ondertussen al gepleegd zijn, van welke kant ook. Maar ik stel vast dat er meer dan 28.000 doden zijn en 66.000 gewonden. Dat is een humanitaire catastrofe zonder weerga die zich onder onze ogen afspeelt. De dag voor dit nieuws naar buiten kwam, zei het Internationaal Gerechtshof dat er een risico op genocide was, en dat gaan we onderzoeken.
Ik vind het onvoorstelbaar hoe sommigen erin slagen de evenredigheid een beetje uit het oog te verliezen. Er is op dit moment geen bewijs. Meer nog, steeds meer en meer wordt duidelijk dat er steeds minder en minder aanwijzingen zijn van groteske misdaden. Ik zal de eerste zijn om te zeggen dat die altijd vervolgd moeten worden, omdat ik geloof in de rechtstaat en internationale principes. Maar er is al onderzoek gebeurd op basis van de zes pagina’s die Israël heeft geleverd, en daaruit blijkt dat – en in Groot-Brittannië woedt dat debat – dat bewijs toch nog niet zo overtuigend is. Laat ons dat onderzoek dus verder voeren, maar laat ons vooral niet overgaan tot een collectieve straf voor mensen die nog niet weten van welk hout pijlen maken. Kinderen die zo getraumatiseerd zijn, mensen die zonder verdoving geopereerd moeten worden, geen eten, geen drinken: dat kan toch niet de bedoeling zijn van een Vlaams Parlement dat pacifisme belangrijk vindt, en in dit eigen huis een vredesinstituut heeft?
Dus, minister-president, laat ons uitgaan van het principe dat ook internationaal mensen onschuldig zijn tot het tegendeel bewezen is. De aanwijzingen zijn heel erg, en we moeten ze absoluut onderzoeken en er gevolgen aan verbinden. Maar het gevolg kan toch niet zijn dat de bevolking die er niets mee te maken heeft, daarvoor gestraft wordt? Want dat lijkt nu wel de optie te zijn die wordt opengelaten met wat u daarnet hebt gezegd. Dat wil ik dus wel duidelijk weten. De bedoeling kan toch niet zijn dat u gaat zeggen dat we het tijdens de nieuwe periode van drie jaar, als die twaalf mensen schuldig zijn, niet gaan geven aan die humanitaire organisatie? Ik wil dan graag van u horen dat u het aan een andere humanitaire organisatie zult geven, zodat de hulp evengoed bij die mensen terechtkomt. Maar een collectieve straf kan toch niet de bedoeling zijn? Daar wil ik vandaag heel graag duidelijkheid over, want dat is, denk ik, tegen elk democratisch principe in waar wij ons aan moeten houden: het beschermen van internationaal recht, en het tegengaan van collectieve straffen.
De heer Vandewalle heeft het woord.
Uiteraard moet iedereen die ook maar iets te maken had met de criminele aanslag op 7 oktober, vervolgd worden. Ik denk dat iedereen het daarover eens is. Niemand spreekt dat tegen: de Verenigde Naties zeggen dat en UNRWA zelf zegt dat ook. Ze zijn een onderzoek gestart naar wat er is gebeurd, en dat is heel positief. Uiteraard moeten we alles doen om te proberen de gegijzelden, die totaal onschuldig zijn, te bevrijden. Uiteraard moeten we dat doen, er is niemand hier die dat tegenspreekt.
Maar, collega's, de twee maten en twee gewichten worden toch stilaan ondraaglijk voor mij om te volgen en om naar te luisteren. Al maanden vallen Israëlische bommen dag en nacht op de bevolking van Gaza. Er zijn bijna dertigduizend doden, waarvan 12.000 kinderen. Onschuldige levens zijn verwoest. 80 procent van de huizen is verwoest of beschadigd. Het is een humanitaire catastrofe die ik in mijn leven nog niet gezien heb, ik denk niemand hier. (Opmerkingen van Sam Van Rooy)
Daarover is geen politieke reactie: geen sancties tegen Israël, geen stopzetting van de wapenleveringen die via de Antwerpse haven naar Israël gaan – bommen die gebruikt worden om de bevolking van Gaza te bombarderen. Niets daarvan. Maar op basis van beschuldigingen van Israël tegen twaalf mensen, ernstige beschuldigingen, op een personeelsbestand van 13.000 mensen – omgerekend 0,09 percent van het personeelsbestand – gaan we de hulp stopzetten aan een van de allerlaatste organisaties die in die humanitaire catastrofe nog mensen kan helpen. Dat is een collectieve straf voor 2,2 miljoen mensen voor de mogelijke misdaden van twaalf mensen. Iedereen die ook maar de minste menselijkheid heeft, zou moeten zien wat een hypocrisie we hier, in dit conflict op internationaal vlak, voor onze ogen zien. Ik vind het beschamend dat er mensen in onze regio zijn die durven voor te stellen om die hulp te gaan stopzetten. Wie die financiering vandaag stopzet, is mede schuldig aan de etnische zuivering van Palestina en gaat mee het risico op genocide in Gaza mogelijk maken.
Ondertussen heeft Israël gisteren een UNRWA-konvooi met noodhulp gebombardeerd, een konvooi met noodhulp voor mensen die in de meest erge humanitaire situatie op de wereld leven. Daarover hoor ik u niet, mijnheer Van Rooy. Ondertussen zien we ook Israëlische ministers op tv toejuichen dat er Palestijnen sterven, zijn er ministers uit de regering die vragen om een atoombom te gooien op Gaza. Daarover hoor ik u niet, mijnheer Van Rooy.
Mijn vraag ligt in dezelfde lijn als die van mevrouw Almaci, ik vind dat een heel terechte vraag. Gaan we, zelfs als er twaalf mensen schuldig zijn, de noodhulp stopzetten voor 2,2 miljoen mensen? Moeten wij niet het voorbeeld volgen van landen die zeggen dat, omdat de situatie zo dramatisch is, de situatie nog vele malen erger wordt als de steun wegvalt en we daarom beter de steun aan UNRWA zouden verhogen, minister president, om ervoor te zorgen dat de situatie van de mensen in Gaza op zijn minst een klein beetje beter wordt?
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
Minister-president, ik wil vooreerst nog eens stellen dat we vanuit Vooruit heel fors de terroristische aanval van Hamas in oktober veroordelen. Het is goed dat er daarom een grondig onderzoek loopt naar de mogelijke betrokkenheid van die medewerkers van UNRWA en dat de contracten van acht mensen onmiddellijk zijn stopgezet. Wij vinden dat terecht en goed.
Tegelijkertijd, terwijl die onderzoeken lopen – en dat ligt in de lijn met wat eerdere sprekers zeiden –, moeten wij die steun aan UNRWA als organisatie wel blijven verzekeren. De bevolking van Gaza kan en mag niet collectief gestraft worden. Collega’s vermeldden al dat het om 2,2 miljoen mensen gaat, dat is niet weinig. Je kunt de bevolking niet collectief straffen voor de wandaden van enkelen.
Ik wil benadrukken dat UNRWA broodnodig is voor de burgers in Gaza en in de bezette Palestijnse gebieden. Het is dankzij UNWRA dat grotere humanitaire rampen vandaag nog kunnen worden vermeden. Ik ga niet alles herhalen wat de collega’s zeiden, maar ik wil ook vanuit Vooruit vragen om vanuit Vlaanderen – en dat ligt in de lijn van wat ik dacht u te horen zeggen, minister-president – die humanitaire hulp te blijven verzekeren, ook terwijl die onderzoeken lopen. Ook in het internationaal recht is niemand schuldig voordat het tegendeel is bewezen, ook een organisatie niet. Steun aan terrorisme kan nooit, niemand zegt hier dat dat kan. Die leidraad van de onschuld, tot die onderzoeken zijn afgerond, moet toch hier het middelpunt zijn. Ik meen, minister-president, dat ik dat uit uw houding en uit uw woorden kon afleiden, maar ik wil het graag nog eens horen.
Minister-president Jambon heeft het woord.
Collega’s, als ik antwoorden geef, is het misschien goed om te luisteren naar wat er wordt gezegd. We hadden een programma met UNRWA dat liep van 2021 tot 2023. Dat wordt altijd uitbetaald in het begin van het jaar dat daarop volgt. We hadden dus toevallig op 24 januari, voordat de feiten bekend waren, de laatste schijf van het afgelopen programma betaald.
Bij ongewijzigd beleid, dus als we nieuwe akkoorden zouden maken met UNRWA, rijst de vraag voor betaling voor de eerste keer opnieuw in januari van volgend jaar. We gaan de onderzoeken nu rustig afwachten. Er is, wat ons betreft, op dat vlak geen hoogdringendheid. We gaan rustig de onderzoeken afwachten.
Ik zal hier niet ingaan op alle mogelijke hypothesen die uit zo’n onderzoek kunnen komen. We zullen onze positie bepalen aan het einde van die onderzoeken. Maar ik kan wel bevestigen dat in het geval dat de resultaten van het onderzoek zo erg zouden zijn dat we de steun aan UNRWA als organisatie zouden opzeggen, we natuurlijk zouden zoeken naar alternatieven om de Palestijnen, Palestijnse vluchtelingen, bijstand te verlenen.
Ik zeg het nog eens: ik ga niet in op alle hypothesen die uit zo’n onderzoek kunnen komen, want dat is natuurlijk nooit 100 procent wit of 100 procent zwart. Maar op dat moment zal de Vlaamse Regering bepalen of ze die vorm van steunverlening, in het kader van UNRWA, al dan niet voortzet in het voorkomend geval.
Als we zouden beslissen om het niet te doen, wil dat niet zeggen dat we geen steun meer geven aan Palestijnse vluchtelingen. Daar wil ik duidelijk in zijn. Maar natuurlijk moeten we proberen om maximaal uit te sluiten dat die steun in handen komt van Hamas of andere terroristische verenigingen. Daar moeten we ons, denk ik, wel van kunnen verzekeren.
De heer Van Rooy heeft het woord.
Het verbaast me natuurlijk niet dat de PVDA – de partij van de allochtonen, de partij van de antisemieten – het hier opnieuw opneemt voor Hamas. Het verbaast me ook niet dat Groen – de kleur van de islam – hier met geen woord rept over het antisemitisme dat uit alle poriën van de Palestijnse samenleving druipt.
Allereerst wil ik ook nog dit zeggen, minister-president. Als je vertrouwt op het onderzoek van de VN, een organisatie die decennialang, tot op vandaag, de ogen heeft gesloten voor het islamitische antisemitisme en de verheerlijking van jihadterreur binnen haar eigen instituten, sorry, dan is dat gewoon lachwekkend. Net zoals het ook lachwekkend is dat de Gazanen, de Palestijnen, van hulp verstoken zouden blijven, mocht UNRWA zonder geld vallen.
Ten eerste zitten die Hamasleiders op een miljardenberg waarmee je van Gaza op enkele jaren tijd een tweede Singapore in het Midden-Oosten zou kunnen maken. Ten tweede zijn er uiteraard nog genoeg andere hulporganisaties die niet geïnfiltreerd zijn door Hamas en co, die daar hulp kunnen bieden.
Ik herhaal: er wordt hier door niemand ingegaan op het feit dat het gaat om 1200 UNRWA-medewerkers in Gaza. Dat zijn actieve agenten van Hamas en Palestijnse Islamitische Jihad. Het is niet 1 procent, het is minstens 10 procent. Dat is een zeer grote groep, minstens 1200 medewerkers, die doorheen de voorbije decennia in UNRWA zijn geïnfiltreerd.
Mevrouw Almaci, u wilt hyperbolen. Wel, ik zal u hier nog een geven. Ik citeer een lerares van UNRWA, die letterlijk het volgende schreef: “Bij Allah, iedereen die een zionistische en Israëlische crimineel kan doden en afslachten, maar dat niet doet, verdient het niet om te leven. Dood hen en zit hen overal achterna. Het enige dat Israël verdient, is de dood.”
Zo zijn er legio voorbeelden van UNRWA-medewerkers, UNRWA-leraren, die op sociale media dwepen met antisemitisme, met Hitler, met het nazisme, met jihadterreurverheerlijking. Zij werden nooit ontslagen door UNRWA. Zij worden ook vandaag niet ontslagen.
Dat is dus wat de Belgische regering, en ook de Vlaamse Regering, financiert met belastinggeld: virulente Jodenhaat en jihadterreur. Dan doen ze maar schijnheilig op de Internationale Herdenkingsdag voor de Holocaust, en kakelen ze over de juiste kant van de geschiedenis. Het is werkelijk te potsierlijk voor woorden.
De heer Vanlouwe heeft het woord.
Als er sprake is van bijkomende feiten, dan moeten die onderzocht worden. Als er inderdaad schoolboeken zijn met antisemitische verwijzingen, als er bepaalde scholen vernoemd worden naar een terrorist, dan denk ik dat dat onderzocht moet worden, en dan moeten daar de nodige conclusies uit getrokken worden.
Ik denk dat Vlaanderen op dit ogenblik doet wat het moet doen, met name afwachten wat het onderzoek oplevert. Mijnheer Van Rooy, u hebt uiteraard geen vertrouwen in de Verenigde Naties, maar het blijkt dat er niet alleen een onderzoek van de Verenigde Naties is, maar ook een onderzoek door de Europese Commissie. U hebt natuurlijk alleen maar vertrouwen in uzelf. (Opmerkingen van Sam Van Rooy)
In wat u zelf leest op sociale media, ja. (Opmerkingen van Sam Van Rooy)
Er komen dus verschillende onderzoeken, en ik denk dat dat de basis moet zijn om conclusies te trekken.
Ten aanzien van collega Vandewalle wil ik toch even iets benadrukken. Uw grote vijanden, de Verenigde Staten, zijn al jarenlang de grote donoren waardoor die Palestijnse vluchtelingen geholpen kunnen worden. Anderzijds zijn uw grote vrienden, zoals China en Rusland, degene die amper steunen. De Arabische wereld zijn de landen die totaal afwezig zijn. Ik ga nu eenmaal eens een voormalig woordvoerder van UNRWA parafraseren, de heer Chris Gunnes, die zich vragen stelt bij het gebrek aan steun van de Arabische wereld en de Golfstaten. Ik hoor u nooit kritiek op hen geven. U bekritiseert de Verenigde Staten wanneer ze op zo’n moment hun hulp intrekken, wat ik versta, maar u bekritiseert niet die landen die eigenlijk op geen enkele manier de Palestijnse vluchtelingen steunen.
Ik denk dus dat de Vlaamse Regering terecht wacht om conclusies te trekken. Op het ogenblik dat de resultaten uit die onderzoeken bekend zijn, moet ze de juiste conclusies trekken of ze nog steun geeft aan deze dan wel aan andere organisaties. Ik heb persoonlijk wel behoorlijk veel vertrouwen in wat het Internationale Rode Kruis doet, maar we zullen moeten afwachten wat het onderzoek oplevert. Ik kan alleen maar vaststellen dat het agentschap zelf is overgegaan tot ontslag. Ik hoop dan ook dat ze het onderzoek voortzet, en desnoods ook overgaat tot een strafrechtelijke klacht. Wanneer we zien dat er in Den Haag klachten worden ingediend, dan mag er uiteraard ook hier een klacht voor worden ingediend wanneer blijkt dat het zo is.
De heer Van de Wauwer heeft het woord.
Ten aanzien van collega Van Rooy, als ik u hier zo bezig hoor, en de manier hoor waarop u spreekt over politieke tegenstanders en de mensen waarmee u van mening verschilt, dan krijg ik het daar koud van. U spreekt in uw inleiding over de Verenigde Naties, de VN, als de verenigde nazi’s. Als ik u hier bezig hoor, dan vraag ik mij af of die verenigde nazi’s zich niet eerder rondom uw kringen bevinden. (Opmerkingen van Sam Van Rooy)
Dat gezegd zijnde, minister-president, nogmaals bedankt voor uw antwoord. Ik denk dat u hier vandaag een heel correcte positie hebt ingenomen. Ik kan wel alleen maar mijn oproep herhalen dat die onderzoeken uiteraard in alle onafhankelijkheid moeten gebeuren. Als blijkt dat het gaat om twaalf van de 13.000 medewerkers, dan vind ik dat we moeten optreden tegen die individuen, maar dat we niet die hele bevolking in Gaza collectief mogen bestraffen.
UNRWA is de enige ngo die actief is in die regio. Net zoals collega Vanlouwe heb ik het volste vertrouwen in het Internationale Rode Kruis, maar we kunnen niet anders dan vaststellen dat UNRWA vandaag de enige ngo is die daar een werking heeft, die mensen bereikt, en daar diensten voorziet die breder gaan dan alleen maar humanitaire noden opvullen. Nogmaals, dat belangrijke en cruciale werk dat zij doen, moet gegarandeerd kunnen blijven. Ik hoop dat Vlaanderen daar in de toekomst een voortrekker kan blijven zijn. Als die onderzoeken uitwijzen dat het maar om die paar medewerkers gaat, hoop ik dat dat geen excuus gaat zijn voor Vlaanderen om die steun in te trekken, maar dat we nog altijd in de toekomst kunnen kijken hoe wij kunnen wegen in de regio.
Ik roep u ook op om van uw mandaat als minister-president gebruik te maken om aan de andere regeringsleiders een appel te doen om die steun voor UNRWA, en vooral voor al die Palestijnen, in de toekomst te kunnen waarborgen.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.