Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Vraag om uitleg over het invoeren van statiegeld in Vlaanderen
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
De heer Vandenberghe heeft het woord.
Dank u wel. Ik zou zeggen ‘ladies first’, maar aangezien u mij het woord geeft, is dat ook geen probleem.
Het statiegeld wordt stilaan een heel lang verhaal. Normaal gingen we de resultaten ten laatste tegen eind 2023 kennen. Intussen naderen we bijna februari 2024, en weten we nog niet waar we staan. Dat is eigenlijk wel een beetje ontgoochelend, maar goed. De minister heeft gezegd dat we ook met de Waalse en met de Europese studie zitten.
De Waalse studie over statiegeld is effectief gebeurd door het studiebureau RDC. We hebben het er in de commissie al over gehad, dat Wallonië een ander pad dan Vlaanderen heeft gekozen in de zoektocht naar het beste statiegeldsysteem. In plaats van proefprojecten uit te rollen, zoals wij hier in Vlaanderen hebben gedaan, gaf de Waalse minister van Milieu een onderzoeksopdracht aan dat studiebureau. Het studiebureau heeft een eindrapport klaar en stelt daarin vier scenario’s voor. U hoort het goed: vier scenario’s. Het gaat om drie oplossingen die volledig of gedeeltelijk digitaal zijn en een scenario waarbij alles fysiek gebeurt via terugname-automaten.
Als favoriet scenario kiest het studiebureau voor een oplossing die nog niet bestaat, maar als voordeel heeft dat voor de consument niets zou veranderen. Er wordt wel opgemerkt dat het twee tot drie jaar kan duren – nog eens twee tot drie jaar – voor dit scenario in de praktijk zou kunnen worden geïmplementeerd en rond zou zijn. Er moeten ook nog heel wat praktische moeilijkheden worden opgelost.
Een andere optie lijkt op het systeem dat in Vlaanderen is onderzocht via de proefprojecten, en waarbij de consument zelf zijn blikjes en petflessen scant en ze in zijn blauwe zak of in blauwe vuilnisbakken dumpt. Dat scenario heeft volgens de studie als groot nadeel dat niet iedereen in de samenleving digitaal mee is. Dat zijn zaken die wij natuurlijk ook wel weten en waar we eigenlijk geen studie van de Waalse collega’s voor nodig hebben.
Een derde scenario gaat uit van een hybride systeem, waarbij er ook terugname-automaten worden geplaatst in supermarkten, naast het digitale scansysteem. Omdat er dan twee oplossingen moeten worden uitgerold, komt dat scenario met een fors prijskaartje, wat toch ook niet de bedoeling kan zijn. De vraag is wie die meerkosten gaat betalen. Gaat dat weer doorgeduwd worden naar de lokale besturen, of naar de individuele mensen?
Tot slot, maar niet in het minst, is er het klassieke statiegeld met de terugname-automaten. Dat systeem bestaat eigenlijk al in heel Europa en is gemakkelijk en onmiddellijk uit te rollen. Maar volgens het Waalse studiebureau is België in Europa een van de koplopers in inzameling van huishoudelijk afval door zijn investeringen in de blauwe zak. Die zouden grotendeels verloren gaan bij de keuze voor een terugname-automaat. Het systeem is volgens dat studiebureau bovendien een hinderlijke oplossing voor de consument. Begrijpe wie begrijpen kan. Het zijn vier opties. Collega’s, om door het bos nog een klein beetje de bomen te zien – gans het statiegeldverhaal wordt eigenlijk een soap –, heb ik volgende vragen.
Hoe reageert u, minister, op de resultaten van de studie? Kan een of meerdere van de scenario’s uw goedkeuring wegdragen?
Zult u, minister, sowieso kiezen voor een eenduidige oplossing in heel het land, zodat deze niet alleen duidelijk is voor alle inwoners maar ook voor lokale besturen en iedereen die ermee betrokken is?
Wanneer kunnen we eindelijk van u een definitieve beslissing verwachten? 2023 is al bijna een maand ver.
Bent u bereid tot een uitstel van enkele jaren om het meest wenselijke scenario volgens de studie te implementeren? Dat zou dan weer indruisen tegen wat u ons hebt beloofd, dat wil zeggen dat eind 2023 beslist moet worden om het zo rap mogelijk uit te rollen. Ik blijf zeggen dat elke dag een verloren dag is, in het nadeel van de natuur.
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Minister, parallel aan het traject dat wij hier in Vlaanderen hebben doorlopen met het oog op het invoeren van een digitaal statiegeldsysteem, heeft het studiebureau RDC op vraag van uw collega, Waals minister Tellier, een studie gemaakt over de verschillende mogelijke pistes waarin statiegeld in ons land kan worden ingevoerd. Hoewel het rapport pas begin februari finaal wordt afgeklopt, werden er toch al enkele zaken uitgelicht in de pers.
De studie heeft concreet vier scenario’s onderzocht en beoordeeld naar zijn maatschappelijke en economische waarde, alsook de impact op het milieu. Het studiebureau erkent de merites van de blauwe zak en verkiest dan ook een scenario dat onze blauwe zak aanvult met een digitaal statiegeldsysteem. U weet, minister, dat ik het liefst van al zou hebben dat er geen statiegeldsysteem dient te komen in ons land. Maar als er dan toch een dient te komen, was ik altijd al voorstander van een digitaal systeem. U begrijpt dus dat ik met dit voorlopig – want het is nog geen definitief – resultaat dan ook wel positief ingesteld ben, en ook wel heel benieuwd om dat digitaal systeem tot in detail uit te dokteren en te doorgronden.
Nu, in dat scenario – en dat is anders dan de scenario’s die wij hier lopen hadden in Vlaanderen – worden de blikjes en petflessen bij de aankoop op een digitale wijze aan de consument gelinkt. Wanneer die vervolgens via de blauwe zak in het sorteercentrum terechtkomen, zouden ze op de sorteerband opnieuw gescand worden. Dat lijkt me een heel eenvoudig systeem. Daarbij worden ze terug gelinkt aan de consument die vergoed wordt voor het correct ingeleverde blikje en die zo het statiegeld verkrijgt.
Verder onderzocht de studie ook een scenario met een digitaal systeem, waarbij de consument een QR-code scant en het leeggoed in de blauwe zak deponeert, gelijkaardig aan het systeem dat wij in Vlaanderen hebben onderzocht. Ook een hybride systeem werd onderzocht. Dat scenario houdt in dat wie digitaal mee is, zelf scant en de blauwe zak gebruikt. Wie niet mee is – toch ook een bezorgdheid die we hier tijdens de hoorzittingen van sommigen gehoord hebben – kan terugvallen op eventuele terugnameautomaten. En in het laatste scenario werd een klassiek systeem getest. Het waren dus vier totaal verschillende scenario’s.
Minister, in welke mate werd u zelf al op de hoogte gebracht van de voorlopige resultaten van de Waalse studie? Hoe evalueert u die resultaten? Op welke manier zult u in Vlaanderen aan de slag gaan met dat finale rapport? Begin februari wordt de studie gefinaliseerd. We zitten met een krappe timing wat betreft de invoering. Hoe ziet u de tijdslijn zelf, om nadien binnen de regering verdere stappen te zetten in dit dossier? En hoe gaat u het met uw Waalse en uw andere collega’s verder aanpakken om snel resultaat te boeken?
Minister Demir heeft het woord.
Collega’s, onze administratie was vanaf het begin betrokken bij de Waalse studie. Dat heb ik hier ook altijd heel duidelijk vooropgesteld. Het scenario van ontwaarding op de sorteerlijn, dat als beste uit de RDC-studie komt, is een scenario waarvan nog een aantal zaken van dichtbij moeten worden bekeken. Maar op zich is het wel goed nieuws.
Daarnaast lees ik in de Waalse statiegeldstudie ook heel wat zaken die ook in de evaluatie van de Vlaamse pilootprojecten als aandachtspunten naar voren werden geschoven, zoals de noodzaak om de ontdubbeling van de straatvuilnisbakken weloverwogen aan te pakken, net als de toegang tot het systeem voor elke burger en de mogelijke fraudegevoeligheid van bepaalde aspecten van het systeem.
Ik heb altijd gezegd dat het wenselijk is dat we naar één soort systeem gaan in België. Ook al zouden we in een confederatie leven, ik denk dat dat goed zou zijn. Anders zou het de markt ook te sterk verstoren.
Ik ga nog niet vooruitlopen op de beslissing die zal moeten worden genomen, gelet op de overgevoeligheid in dit dossier, langs alle kanten. De beslissing zal finaal genomen worden binnen de Vlaamse Regering. Aangezien ik volgende week een vergadering heb met mijn Waalse collega, ga ik nog niet vooruitlopen op de besluitvorming. Het is volgende week maandag of dinsdag dat ik een vergadering heb en naar Wallonië afzak om daar te kijken wat nu de stand van zaken is, en dan met het dossier naar de Vlaamse Regering trek.
De heer Vandenberghe heeft het woord.
Ik heb niet graag een glazen bol, maar ik herinner mij dat ik zoveel maanden geleden, met dat proefproject en dergelijke, gezegd heb dat dit een vertragingsmanoeuvre was. Ik heb dat gevoel nu nog meer. Van wie is dat vertragingsmanoeuvre? Er is maar één iemand blij met dat vertragingsmanoeuvre, en dat is de lobby. Die vindt al die vertragingstactieken goed. Iedere dag dat het langer duurt, is in haar voordeel en is goed voor de verpakkingslobby. Zij pakt de winst en de belastingbetaler blijft betalen. Elke dag dat we het statiegeld niet invoeren, is een dag gewonnen voor de verpakkingslobby, of we dat nu graag horen of niet. Ik heb dat twee jaar geleden voorspeld. Er is mij dan gezegd dat ik er niet mee moest inzitten. Ten allerlaatste in 2023 zou men een beslissing nemen. Die vertraging is er dus. Ik heb dat voorspeld. Het is gebeurd.
Het grootste slachtoffer is de natuur. Ik blijf erbij. Het uitblijven van statiegeld is nefast voor onze stranden. Elke zomer zie ik dat. Langs de autostrades zie ik dat ook. De boeren zijn ook slachtoffer. Er zitten microplastics in babymelk. Dieren stikken in blikken en raken verward. Noem al die zaken maar op. En het kost ons vooral ook een kapitaal, want de vervuiler betaalt niet, maar wel de belastingbetaler en de lokale besturen. De mensen worden dus gestraft. Zwerfvuil zorgt voor een enorme kostprijs. En de cijfers lopen elke dag meer op. En wat nog erger is: onze levenskwaliteit gaat naar beneden. Microplastics, levenskwaliteit, propere buurten, dieren die er het slachtoffer van zijn.
Minister, wat is de reden dat u er maar niet in slaagt om dit dossier op een goede manier tot een conclusie te brengen? Zowel in de commissie Leefmilieu als in de plenaire vergadering hebt u twee jaar beloofd dat het voor 2023 zou zijn. Toen wij met onze fractie zeiden dat we het niet geloofden, was u boos op ons. Maar wij krijgen uiteindelijk wel gelijk.
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Minister, vorige week was er de publicatie van de Gemeente-Stadsmonitor, die nog eens bevestigde dat zwerfvuil een van de grootste ergernissen van de Vlamingen is. In deze commissie delen we die mening al heel lang. We beseffen hier meer dan waar ook dat er voor de toekomst zeker nog een tandje moet worden bijgestoken.
Bij het al dan niet invoeren van een innovatief statiegeldsysteem – innovatief, waar wij zeker voorstander van zijn, als er dan toch een moet komen, wat ik liever niet zou hebben –, moeten we met z’n allen goed beseffen dat het invoeren van zo’n statiegeldsysteem nog altijd maar een deeltje is van een oplossing voor het verminderen van zwerfvuil. We moeten dat goed beseffen, en er is toch nog een en-en-en-verhaal nodig om deze problemen definitief onder controle te krijgen.
Minister, wat de conclusie van Wallonië betreft – en ik heb het daarnet in mijn vraagstelling ook al gezegd –, moet ik zeggen dat ik heel tevreden ben dat men concludeert dat statiegeld op basis van een fysieke retour het beste systeem is. Ik kijk echt wel uit naar de definitieve resultaten, wanneer u hebt samengezeten met de minister.
Zoals ik al altijd heb gezegd, zijn wij voorstander van een innovatief systeem, als er dan toch een moet komen, van het digitale systeem, van het gemakkelijkste systeem voor de consument, uiteraard in combinatie met het behoud van de blauwe zak.
Minister, u hebt daarnet heel duidelijk gesteld dat u asap gaat samenzitten met uw Waalse collega. 2025 komt echt wel heel dichtbij. Ik had daarnet al eens gepolst naar de timing, maar u bent er niet op ingegaan. De bezorgdheid is uiteraard om toch zeker snel te schakelen – we zijn intussen al eind januari 2024 – zodat de invoering in 2025, zoals ze was voorzien, toch nog kan worden gehaald. Ik ga er vanuit dat u asap zult schakelen om dit te verwezenlijken. Het is eigenlijk mijn laatste vraag: acht u die timing nog haalbaar?
De heer Pieters heeft het woord.
Ik wil eerst zeggen dat wij er in het begin wel voor open stonden om innovatieve zaken te kunnen en willen ontwikkelen om het zwerfvuil weg te werken. De discussie is losgebarsten rond het zwerfvuil. Nogmaals, zoals een collega al zei: het gaat maar over 20 procent van het totale afval dat we omvatten.
Ook het wegwerken van die 20 procent zal niet volledig worden gehaald als we eender welk systeem invoeren. Wat ik hier al heb gehoord, is dat het veel gaat kosten, is dat het heel omstandige systemen zijn. We vragen ons dan toch wel af of het wel de moeite is om hiermee door te zetten. U geeft aan dat het zo snel mogelijk moet worden afgehandeld. Als we de term snelsnelsnel gebruiken, zal er geen goede oplossing komen.
Minister, ziet u dat ook als een snelle afhandeling om de discussie en dit project te stoppen?
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, we hebben het vorige week nog eens vernomen: de Vlaming ergert zich mateloos aan zwerfvuil. Het is een van de belangrijkste ergernissen. Zwerfvuil is effectief een groot probleem. Zwerfvuil heeft een impact op onze natuur, heeft een impact op onze dieren. Eigenlijk moeten we er megahard op inzetten om zwerfvuil te voorkomen.
Statiegeld is het meest efficiënte systeem om een grote hoeveelheid zwerfvuil te verminderen. Wat ons betreft, wordt statiegeld zo snel mogelijk ingevoerd. Liever gisteren dan overmorgen.
Er liggen verschillende scenario's op tafel. Er moet nog over worden overlegd. Eigenlijk is geen enkel scenario een succesformule. Maar wat wel goed werkt – dat hebben we al gezien in het buitenland –, kan eigenlijk onmiddellijk worden ingevoerd.
Minister, op mijn vorige vraag over statiegeld antwoordde u dat u ging overleggen met Wallonië. Dat zegt u nu opnieuw. U zei toen ook dat er een Europese verordening op stapel staat en dat u de trilogen zou afwachten. Ik heb intussen even de timing bekeken van die beslissing die in Europa zou vallen en die zou pas volgen in 2029.
Minister, de Vlaamse Regering heeft beslist om tegen 2025 een statiegeldsysteem in te voeren. Als ik daar 2029 naast zet, dan is dat een grote kloof. Mijn vraag is: zegt u nog altijd dat u die Europese verordening zult afwachten? Of houdt u zich aan de beslissing van de Vlaamse Regering om tegen 2025 statiegeld ingevoerd te hebben?
Minister Demir heeft het woord.
Mevrouw Schauvliege, u zegt dat het klassieke systeem wel degelijk werkt. Ik heb het in de commissie al honderd keer gezegd: in andere landen hebben ze niet zo’n performant systeem als de blauwe zakken. Die blauwe zakken werken bijzonder goed. Er is asociaal gedrag van een aantal mensen die hun vuiligheid op straat gooien. Sta mij toe om te zeggen dat het merendeel, bijna 90 procent van de bevolking, het doet zoals we het willen. Het gaat echt over een heel klein, ‘ieniemini’ klein stukje, die 10 procent dat asociaal gedrag vertoont en dat zijn zwerfvuil weggooit, waardoor we nu een systeem gaan invoeren. Dat is niet de doorsnee mens die thuis bijzonder goed recycleert.
U zegt dat ik het klassieke systeem moet invoeren omdat dat in het buitenland heeft bewezen goed te zijn. Maar in het buitenland hebben ze die blauwezakkensystemen niet. U kunt niet zomaar appelen met peren vergelijken. Wij zitten hier met dat systeem van de blauwe zakken, dat bijzonder goed is. Het laatste wat ik wil, is dat we naar een systeem gaan waardoor we nog meer zwerfvuil zullen hebben. Sorry, daar pas ik voor. Dat ga ik niet doen. Daar wil ik heel duidelijk over zijn.
We hebben in het regeerakkoord inderdaad gezegd dat we tegen 2025 – begin of eind, dat is niet uitgesproken – een systeem van statiegeld zullen hebben. We hebben pilootprojecten. Het klassieke systeem kennen we. Ik ben in Nederland gaan bekijken hoe dat in elkaar zit. Het digitale systeem kennen we niet. Daarom hebben we pilootprojecten ingevoerd. De Waalse studie kwam er ook. In de commissie werd gevraagd om daar ook rekening mee te houden. Dat doe ik. U moet mij allemaal – ook mijnheer Vandenberghe – niet verwijten dat ik op die Waalse studie heb gewacht. Het was wel de vraag van deze commissie om alstublieft ook die Waalse studie te bekijken.
De afspraak voor volgende week maandag is vastgelegd. Onmiddellijk nadat de Waalse studie in de kranten stond, heeft de Waalse minister mij gecontacteerd. We hebben zo snel mogelijk een afspraak geprikt. Die afspraak is begin volgende week. Dan zullen we bekijken hoe of wat. We zitten daar met drie partijen van de Vlaamse Regering. Elke partij heeft haar eigen favoriete systeem, denk ik wel. Ik zal de voor- en nadelen van elk systeem naar voren brengen. Dan zal de keuze worden gemaakt. U moet niet denken dat we tot nu toe hebben stilgezeten of dat er niets is gebeurd. Er is wel degelijk heel wat werk gebeurd. Zodra die beslissing wordt genomen, is die beslissing klaar en duidelijk, en dan zullen de nodige voorbereidingen worden getroffen om tegen 2025 – Europa spreekt over 2029 en het regeerakkoord spreekt over 2025 – een vorm van statiegeld te kiezen. Begin of eind 2025, dat maakt niet veel uit, mevrouw Schauvliege, zolang het maar goed wordt ingevoerd.
Ik heb altijd gezegd dat ik in dezen persoonlijk geen voorkeur heb: niet het klassieke en niet het digitale. Er zijn mensen die duidelijk bepaalde voorkeuren naar voren schuiven. Ik heb dat totaal niet. Het is nu kwestie om naar Wallonië te kijken, naar die Waalse studie. We moeten alle puzzelstukken bijeenleggen en op die manier het dossier naar de regering brengen en bekijken wat daar de beslissing zal zijn. Het slechtste zou zijn dat ik nu een voorkeur zou uitspreken. Ik heb in dezen totaal geen voorkeur. Ik zal eerst met de Waalse minister in gesprek gaan en vervolgens het dossier naar de regering brengen.
De heer Vandenberghe heeft het woord.
Collega’s, ik denk dat de Vlaamse Regering ook in dit dossier het verschil niet meer zal maken. Ik heb het gevoel dat dit gewoon wordt doorgeschoven naar de volgende Vlaamse Regering. Ik vind dat alweer een gemiste kans, ten koste van de natuur, de gezondheid en onze levenskwaliteit. Dat is, na deze vraag om uitleg, mijn besluit.
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Minister, wij hebben van in het begin gestreefd naar het behoud en het goede functioneren van de blauwe zak. Wij mogen daar heel trots op zijn. Die EU-koploperspositie moeten wij met de invoering van een statiegeldsysteem echt zien te behouden en te versterken. We moeten opnieuw stappen vooruit zetten inzake de toename van de recyclagegraad, maar ook inzake het terugdringen van het zwerfvuil. Ik stelde daarnet al dat de invoering van een statiegeldsysteem maar een deeltje van de oplossing is.
Minister, ik vind het belangrijk dat u bij het overleg dat u volgende week hebt met uw Waalse collega in het definitieve rapport zeker ook rekening houdt met de impact van hun studie over het zwerfvuil, en dat u wat dat betreft een tandem vormt om dat toekomstgericht samen te verbeteren. Verder kijk ik uiteraard uit naar een goede en hopelijk ook heel innovatieve beslissing, met behoud van onze duidelijke blauwe zak. Daar kijk ik enorm naar uit. U weet dat wij er liever geen hebben, maar als er dan toch een moet komen, liever dat systeem. Ik kijk dus uit naar het resultaat van uw overleg en naar de toekomstgerichte beslissingen die de Vlaamse Regering wat dat betreft zal nemen.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.