Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
De heer Bex heeft het woord.
Minister, AdBlue is een in water oplosbare vloeistof die ontwikkeld is om uitlaatgassen te behandelen zodat voertuigen voldoen aan de emissienorm. De meerderheid van zware bedrijfswagens, en soms ook lichtere auto’s, gebruiken AdBlue. AdBlue is een product dat bij veel nationale en internationale tankstations verkrijgbaar is: aan de pomp voor vrachtwagens of in verpakkingen van 5 of 10 liter voor personenauto’s en busjes.
Deze mengeling zorgt ervoor dat de stikstofoxide-uitstoot (NOx) van dieselmotoren beperkt blijft. Vandaag zijn bijvoorbeeld de meeste voertuigen van de multinationale autoproducent Stellantis met Euro 6-motoren voorzien van het systeem. Het is dus geen kleinschalig systeem, en het is heel belangrijk voor de luchtkwaliteit.
Het systeem zou echter niet waterdicht zijn, want het zou mogelijk zijn om het volledig uit te schakelen of te verwijderen met een zogenaamde AdBluekiller, die ervoor zorgt dat de wagen kan blijven rijden als die vloeistof is opgebruikt. Men kan ook de software verwijderen of een bijkomend apparaat installeren. Het gevolg is dat men geen AdBlue meer hoeft bij te vullen. De keerzijde is natuurlijk dat die wagens daardoor veel meer vervuilende stoffen gaan uitstoten en niet langer conform de euronormen zijn.
De Europese verordening voorziet ook in sancties voor die manipulaties. Alleen is het niet zo simpel om erachter te komen dat die manipulaties er zijn geweest. De technische keuring zou dat moeten vaststellen, maar in de praktijk is dat meestal onmogelijk. Het personeel van de technische keuring mag bij de inspectie geen voertuigonderdelen demonteren. De toegevoegde apparaten om het AdBluesysteem uit te schakelen, kunnen bovendien vaak eenvoudig tijdelijk verwijderd worden, zodat de wagen wel aan de regels voldoet. De verbeterde roettest die sinds 1 juli van kracht is, zal dus wellicht geen oplossing brengen.
We weten dat onderzoek van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) uitgewezen heeft dat onze luchtkwaliteit enorm kan verbeteren als de emissiefraude in Vlaanderen verder wordt teruggedrongen. Op snelwegen in en rond Antwerpen wordt inmiddels via remote sensing uitstoot gemeten om emissiefraude op te sporen.
Minister, hoe kijkt u naar dit probleem? Hebt u cijfers over de omvang van het probleem van fraude met AdBluesystemen? Indien dat zo is, hoe gedetailleerd zijn die? Indien dat niet zo is, welke stappen plant u te ondernemen om toch een overzicht van deze problematiek te krijgen?
Hoe wilt u ervoor zorgen dat fraude met AdBluesystemen wordt aangepakt? Welk beleid plant u voor respectievelijk vrachtwagens en personenwagens? Wilt u hierover overleg plegen met uw federale en gewestcollega’s?
Op welke manier wilt u de technische autokeuring betrekken bij de bestrijding van fraude met die AdBluesystemen?
Minister Peeters heeft het woord.
Dank u wel, mijnheer Bex, voor uw vragen rond AdBlue. Ik weet dat ik dat vroeger zelf ook moest bijvoegen. We weten ook dat de kostprijs van Adblue alleszins zeer, zeer laag is. Als men dan gaat frauderen … Fraude is sowieso onaanvaardbaar. Dat weten we allemaal. We moeten dat een halt toeroepen.
We denken wel dat het sowieso om een kleiner aantal voertuigen gaat. In 2023 zijn er ongeveer 12.000 Belgische en buitenlandse bedrijfsvoertuigen op Belgisch grondgebied gecontroleerd. Het is goed dat daarop wordt gecontroleerd, maar u weet ook dat die wegcontroles worden uitgevoerd door de Vlaamse Belastingdienst (VLABEL), samen met de federale en lokale politiediensten. Voor alle cijfers en dergelijke moet ik dus eigenlijk verwijzen naar collega Diependaele.
U vraagt ook welke maatregelen of initiatieven er in het verleden of tot op heden zijn genomen. Ook hier gaat het over maatregelen die vooral bij de collega’s genomen zijn. Sinds 2017 heeft men onder meer binnen het Departement Omgeving, maar ook binnen het Departement Financiën en Begroting, gezorgd voor een bijkomende technische controle langs de weg van bedrijfsvoertuigen. Er is toen het besluit van de Vlaamse Regering van maart 2018 gekomen, dat onder andere zorgt voor het strafbaar stellen van AdBluemanipulatie.
Verder zijn de wegeninspecteurs van VLABEL sedertdien aangeduid om controle te doen daarvoor.
Wat is er dan nog? Er is in 2020 door het Departement Omgeving – en daar heeft ook het Departement Mobiliteit en Openbare Werken (MOW) aan meegewerkt – een studie opgezet om onder andere via ‘remote sensing’ te kijken of er al dan niet een inbreuk of een fraudegeval is vast te stellen. Het vaststellen gebeurt dan opnieuw door de wegeninspecteurs van VLABEL. Tegelijkertijd is er eind 2023 door de VMM, in samenwerking met het Departement MOW, een vervolgstudie gegund om te kijken welke concrete specificaties en welk implementatieplan er nodig is voor een NOx-test bij de periodieke keuringen, in soortgelijke situaties en afgestemd met de Europese initiatieven.
Kortom, er lopen een aantal acties en initiatieven om in te spelen op zowel de NOx-emissies alsook frauduleuze ingrepen en het niet toevoegen van AdBlue. De meeste details en het verhaal rond luchtkwaliteit zitten bij het Departement Omgeving. De cijfers en dergelijke van wat is vastgesteld, dat zit allemaal bij VLABEL. Ik denk dat u best daar de details opvraagt.
Wat betreft de betrokkenheid van de keuring: de technische keuring moet bij de periodieke keuring altijd vaststellen of het door de fabrikant gemonteerde uitlaatemissieregelsysteem aanwezig is en of er al dan niet defecten zijn. We weten dat dit tot op heden moeilijk of niet detecteerbaar was voor de mensen van de technische keuring. U zei zelf dat men geen elementen mag demonteren van de wagen. Op dit ogenblik is de Groepering van Erkende Ondernemingen voor Autokeuring en Rijbewijs (GOCA) ook betrokken bij die studie die ik noemde, waaromtrent eind 2023 bijkomende elementen zijn opgevraagd. Zodra die is gevalideerd en er output van is, zal men kijken hoe we dat kunnen opnemen in de keuringscentra om emissiefraude tegen te gaan. We blijven ook waken over de luchtkwaliteit.
De heer Bex heeft het woord.
Ik dank u voor uw antwoord, minister. Ik wil u wel aanmoedigen om minister Diependaele achter de veren te zitten. Het zou eigenlijk niet mogen dat een parlementslid de vraag moet stellen en dat onder de aandacht moet brengen. Ministers moeten die informatie onder elkaar uitwisselen. Het is uiteindelijk toch ook de bevoegdheid van de minister van Mobiliteit dat de luchtkwaliteit zoveel mogelijk wordt verbeterd en de klimaatimpact zoveel mogelijk teruggedrongen. Dus, ik zal de vraag schriftelijk stellen aan minister Diependaele, maar ik hoop wel dat op het kabinet van de minister van Mobiliteit de antwoorden ook zullen worden bekeken.
De vraag om uitleg is afgehandeld.