Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Verslag
De heer D’Haese heeft het woord.
Voorzitter, ik zal proberen de sfeer in de commissie een beetje op te beuren met asbest.
Minister, ik heb een vraag over SVK. U kent het bedrijf, in Sint-Niklaas. Het is opgericht in 1905 en is vandaag gespecialiseerd in de productie van vezelcement en golfplaten. Tot 1998 maakten zij asbest. Volgens de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) is het verantwoordelijk voor 15 procent van het in Vlaanderen geproduceerde en aanwezige asbestcement, en tot ongeveer 5 jaar geleden beschikte het nog over een asbeststort.
Minister, u hebt vorige week aangekondigd dat u het asbestbedrijf in gebreke stelt om specifiek opkuisoperaties te ondernemen en financieel op te draaien voor hun aandeel in de verspreiding van asbest in de buurt. Dat is effectief een groot probleem in Sint-Niklaas. Op de site van SVK liggen nog altijd grote hoeveelheden asbesthoudende buizen gewoon bloot, te verweren in open lucht. Ze liggen op een terrein dat grenst aan een woonwijk. Er ligt een zwaar beschadigd asbestdak in open lucht te verweren. Het is het oude stort dat nog in dienst was tot 2017. Die hele site is dus echt een groot gevaar voor de volksgezondheid in de buurt. Er zijn tientallen getuigenissen verzameld van buurtbewoners, van ex-werknemers, die gestorven zijn door kanker ten gevolge van asbest. U weet ook dat de kankers door asbest pas heel laat optreden, en we daar jammer genoeg nog heel wat gevallen van mogen verwachten.
Voor de mensen die daar hebben gewerkt en daarrond wonen, is het dus heel belangrijk dat dat bedrijf zijn verantwoordelijkheid neemt. Het is dus ook echt goed dat er eindelijk actie komt. U weet ongetwijfeld dat we met de PVDA al heel lang op dat dossier zitten. Jef Maes is daarrond al heel lang actief met alle actiegroepen die daarrond bezig zijn, om de vervuiling op die site aan te pakken en een sanering te krijgen van dat stort. We vrezen met de PVDA al een tijd dat SVK de weinige winstgevende bedrijven en gronden die ze nog hadden zou onderbrengen in een aparte vennootschap, en dan de zwaarst vervuilde gronden in een andere, om op die manier de saneringsplicht te ontlopen. Het doel zou zijn om de gronden te verkopen en de belastingbetaler te doen opdraaien voor de historische vervuiling.
Dat voorstel zou gelukkig weggestemd zijn op de raad van bestuur van SVK, en ze zijn dus nog altijd verantwoordelijk over die sanering. We blijven daar toch ongerust over. Daarom had ik er vier vragen over.
Welk bedrag eist u van SVK voor het aandeel van het bedrijf in de verspreiding van asbest in Sint-Niklaas en de rest van Vlaanderen? Het gaat dan over de sanering.
Gaat u los van de sanering ook een schadevergoeding eisen van SVK voor de medische zorg voor de vele slachtoffers?
Zult u een raming laten opstellen voor de saneringskosten die SVK moet betalen?
Is het mogelijk om een soortgelijke regeling te treffen voor Eternit in Kapelle-op-den-Bos? Die hebben zich ook met asbest beziggehouden, en wel zeer lang.
Minister Demir heeft het woord.
Dank u wel, collega D’Haese.
In 2019 maakte de OVAM een inschatting van het asbestpassief in gebouwen in Vlaanderen. Op basis van historische gegevens werd een inschatting gemaakt van het marktaandeel van door SVK geproduceerde asbestcementmaterialen. Toegepast op het aandeel asbestcementenmaterialen, aanwezig in voormeld asbestpassief en gerekend aan een ingeschatte verwijderingskost, is een bedrag bepaald. Het bedrag zelf kan in deze fase nog niet worden meegedeeld wegens de vertrouwelijkheid en om het verloop van de procedure niet te schaden.
Wat de schadevergoeding rond medische zorg betreft: dat is helaas een federale bevoegdheid, zoals u weet. U weet ook dat men een soort asbestfonds heeft opgericht, dat zeer betwistbaar is. U weet dat ik het jammer vind dat de federale wetgever asbestproducenten immuniteit heeft gegeven. Dat is echt wel een zwarte bladzijde in de geschiedenis. Ik hoop eigenlijk dat men dat in het Federaal Parlement nog terugdraait. U weet dat collega Valerie Van Peel verschillende initiatieven daarrond heeft genomen, maar er is helaas nog niets van in huis gekomen.
Ik ben blij dat we met de Vlaamse Regering een andere weg hebben gekozen. Bijvoorbeeld PFAS-producenten hebben we niet in bescherming genomen.
Met onze eis vragen we SVK hun historische producentenverantwoordelijkheid op te nemen voor de maatschappelijke kosten waarmee we door hun producten in onze Vlaamse gebouwen geconfronteerd worden. Dit kadert in de maatschappelijke kosten voor de uitvoering van het Vlaamse asbestafbouwbeleid, verankerd in de Vlaamse milieuregelgeving om mens en milieu te beschermen tegen asbestemissies.
Onze eis bevindt zich dus binnen de gewestelijke bevoegdheid inzake milieubeleid. Dus alles rond gezondheid zit federaal. Ik hoop echt wel dat men die immuniteit deze legislatuur kan terugdraaien. Er lopen verschillende wetgevende initiatieven. Wat de gewestelijke bevoegdheid betreft, gaat dat echt puur over asbestvervuiling binnen het milieubeleid. Dus mijn vordering spitst zich daarop toe.
Wat uw vraag over Eternit in Kapelle-op-den-Bos betreft, daar is de situatie wat complexer, omdat er in 2014 een dading werd gesloten tussen Eternit en de Vlaamse overheid. We zijn daar dus aan het bekijken wat er mogelijk is.
Eigenlijk ben ik ook van mening dat een Europees initiatief aangewezen is voor asbest. Zolang Europa daar geen initiatief in neemt, zal ik, op het vlak van de vervuiling en de gewestelijke bevoegdheid, sowieso alles op alles zetten om het maximale te halen uit de jaarlijkse kosten die er namens de Vlaamse belastingbetaler zijn om de asbestvervuiling op te ruimen. In zoverre dat dat gaat natuurlijk, want in het verleden zijn er andere keuzes gemaakt.
De heer D’Haese heeft het woord.
Dank u wel voor het antwoord. Ik begrijp dat er een bedrag is bepaald. Ik begrijp dat u dat niet kunt vrijgeven. Wanneer zouden we dat wel kunnen krijgen? Op welke manier zou dat vrijgegeven kunnen worden en is dat geen probleem meer voor die gegevens?
U hebt SVK in gebreke gesteld en gevraagd om tegen 31 januari plannen te krijgen voor de concrete sanering van wat er op het terrein openligt op dit moment: dat buizenpark, die ingestorte daken enzovoort. Kunt u zeggen hoe ver dat staat en of ze daartoe gaan geraken?
Ik heb me laten zeggen dat dat dak is ingestort na de Pinksterstorm in 2014. Ik weet niet waar we mee bezig zijn, maar wat is volgens u de concrete timing om dat aan te pakken? Zijn daar plannen voor? Tegen wanneer zullen die worden uitgevoerd? Wanneer kan men daar in de buurt zeker zijn dat er geen asbeststof meer vrij rondvliegt?
De heer Danen heeft het woord.
Ik moet zeggen dat we het met onze fractie anno 2024 ook schrijnend vinden dat zulke bedrijven nog altijd dreigen weg te komen met van alles, wat gewoon onbegrijpelijk is. Het is goed dat er initiatieven worden genomen om daar paal en perk aan te stellen, maar het gaat natuurlijk traag. De toekomst en de uitkomst zijn onzeker.
Ik hoop dat we allemaal samen onze schouders kunnen zetten onder verregaandere asbestmaatregelen om het probleem toch aan te pakken. Want zoals collega D’Haese zegt, blijft die problematiek groot, zeker in bepaalde gebieden in Vlaanderen.
De incubatietijd tussen inhalering – de blootstelling aan de stof – en de mogelijke vaststelling van een ziekte kan dertig tot veertig jaar duren. In een welvarende regio kunnen we dat op dit moment toch niet blijven accepteren? Dat is iets waar ik steeds meer moeite mee heb.
Dat gezegd zijnde, minister, ben ik ook geïnteresseerd in de plannen waarnaar u hebt gevraagd bij SVK. Wat is de stand van zaken daarrond? Hebt u al wat inzichten in de plannen die zij willen voorstellen? Ik had ook graag geweten wat de cijfermatige of financiële tegemoetkomingen zijn. U kunt daar vandaag niet op antwoorden. Ik heb daar begrip voor, dus ik zal de vraag laten vallen.
Maar een andere vraag, van mijn vier vragen, is de volgende. Lopen er in Vlaanderen nog andere juridische analyses die aanleiding kunnen geven tot soortgelijke ingebrekestellingen? Want mijn ervaring is toch dat dit soort manoeuvres – ik bedoel de manoeuvres van SVK, die de nv wilden opsplitsen – soms wel kopieergedrag teweegbrengt. Mijn vraag is: hebt u weet van andere juridische analyses om te voorkomen dat dit soort zaken nog gebeuren?
Mijn laatste vraag is of de andere voormalige asbestproducenten, of de rechtsopvolgers daarvan, ook gelijkaardige vragen over financiële tegemoetkoming krijgen, voor een aandeel in de asbestproductie en verspreiding in Vlaanderen. U hebt wel geantwoord hoe het zat met de producent in Kapelle-op-den-Bos, maar er zijn nog anderen. Het zou toch heel onrechtvaardig zijn, moesten ze daar zomaar mee wegkomen, terwijl ze al heel lang wisten wat de gevaren waren van asbest.
De heer Daniëls heeft het woord.
Collega’s, dit is inderdaad een debat dat absoluut leeft bij ons in het Waasland. Minister, alvast dank om het initiatief te nemen om de ingebrekestelling te sturen. Ik denk dat dat een belangrijk initiatief is, dat ook een paaltje in de grond klopt.
Er zijn eigenlijk drie zaken wat de lokale situatie betreft. Ten eerste is er het principe dat we als N-VA huldigen: de vervuiler betaalt. Die vervuiler moet dus centen hebben. Als we bedenken dat SVK ongeveer 15 procent van het asbest in Vlaanderen heeft geproduceerd, dan is er de verantwoordelijkheid van die producent voor dat asbest dat overal is enerzijds en voor de site in Sint-Niklaas anderzijds. Daar moet dus geld zijn, hun bijdrage om die sanering te doen.
Ten tweede is er het bedrijf zelf. Wat mij betreft, is deze ingebrekestelling daar belangrijk. Het is een beursgenoteerd bedrijf. Bijgevolg komen sommige agenda’s online, en zo vernamen we, althans, dat zou men daaruit kunnen afleiden, dat men bezig was het bedrijf te herschikken om op die manier de interessante zaken, die nog geld waard zijn, elders onder te brengen. De schadeveroorzaker zou bijgevolg eigenlijk met een lege doos achterblijven, een zogenaamde sterfhuisconstructie. Minister, ik denk dat u ook wat dat betreft een belangrijk initiatief hebt genomen. Ik denk ook dat we de bestuurders zelf ook op hun verantwoordelijkheid moeten wijzen. Het is niet zomaar een bedrijf. Neen, zij hebben daar ook een verantwoordelijkheid, en de beslissingen die ze nemen, hebben gevolgen.
Ten derde is er de toekomst van de site zelf. Er is het asbest dat er ligt, dat in de grond zit. Een aantal terreinen moeten nog worden onderzocht om te zien wat de status daarvan is. Maar dan komt natuurlijk ook de vraag van de Sint-Niklazenaar: “En wat nadien?” Men kan dat moeilijk zo laten liggen. Ik weet dat de stad Sint-Niklaas ernstig nadenkt over een toekomst.
Ruimer, en u hebt ernaar verwezen, minister, is de immuniteit van die asbestbedrijven voor ons, voor de N-VA, absoluut onbegrijpelijk: als je ooit iets hebt gekregen uit het Asbestfonds, moet je voor de rest van je dagen zwijgen, kun je niet meer naar de rechter. Dat is toch ongelooflijk, collega’s van de Vivaldipartijen. Ik roep jullie echt op om het voorstel van Valerie Van Peel mee te ondersteunen. Er resten nog een paar maanden. Neem alstublieft daar een initiatief. U kunt hier niet geloofwaardig vragen stellen als u dat daar niet mee ondersteunt. Dat kunt u gewoon niet maken. Collega Danen, u werkt in dit Vlaams Parlement al lang rond asbest, en terecht, maar ik zou toch willen vragen om uw collega’s op te roepen om daar iets aan te doen.
Minister, ik heb nog twee concrete vragen. Het onderzoek van dat terrein, van de diverse percelen gaat langzaam. Er is een overbevraging: we hebben PFAS, we hebben asbest. Iedereen die met grondonderzoek bezig is, zit dus tot over zijn oren in het werk. Kan dat sneller duidelijk zijn, ook wat het bedrag betreft dat u eventueel moet vorderen? Kan er ter zake voortgang worden gemaakt? Maar ik weet dat allicht iedereen aan uw mouw trekt en vraagt of het sneller kan.
Verder vraag ik om de vinger aan de pols te houden inzake eventuele ontwikkelingen in dat bedrijf om te vermijden dat die sterfhuisconstructie op een andere manier zou worden gerealiseerd, zodat de Vlaamse belastingbetaler of de stad Sint-Niklaas zou achterblijven met vervuilde terreinen en wij allemaal op zoek moeten gaan naar budgetten om dat rond te krijgen. Wat doen we ook met die site in de toekomst, voor de omwonenden, voor de stad Sint-Niklaas, opdat dat geen terrein zou worden waarrond er prikkeldraad wordt gezet met de mededeling dat dit een grijs gebied wordt, waarmee er niks meer kan gebeuren? Ik denk dat we daar ook naar moeten kijken.
De heer De Roo heeft het woord.
Er zijn al heel wat vragen gesteld door de collega’s. Ik ga die natuurlijk niet herhalen, maar een vraag die ik graag wil ondersteunen, is de vraag hoe we dit op een grotere schaal gaan aanpakken. In de PFOS-commissie hebben we gezegd dat het principe dat de vervuiler betaalt, vooropstaat. We zullen in de toekomst zien dat, met de toename van onderzoek rond zorgwekkende stoffen en wat hun effecten zijn, steeds meer bedrijven die die stoffen produceerden of nog produceren, ook in het vizier zullen komen. Als de Vlaamse overheid dan elk bedrijf afzonderlijk in gebreke moet stellen voor de stoffen die het produceert of heeft geproduceerd of heeft verspreid, dan zitten we natuurlijk in een straatje zonder einde. Als die bedrijven dan misschien minder met hun omgeving bezig zijn of buitenlandse aandeelhouders hebben die zeggen ‘kijk, we gaan hier herstructureren, hier valt geen frank meer te rapen’, dan zitten we wel met een zeer groot probleem. Minister, mijn algemene vraag naar aanleiding van het specifieke voorbeeld in Sint-Niklaas is dus: op welke manier komt er ook een plan over hoe we bedrijven op de langere termijn gaan aanpakken die zorgwekkende of kankerverwekkende of schadelijke stoffen produceren en waarvoor we het principe ‘de vervuiler betaalt’ willen hanteren?
Minister Demir heeft het woord.
Wat de timing betreft, hebben wij in onze ingebrekestelling inderdaad gevraagd om voor eind januari ons een plan van aanpak te bezorgen, naast het financiële plan. SVK heeft ons beloofd om in februari een plan van aanpak voor te stellen. (Opmerkingen van Koen Daniëls en Jos D’Haese)
In februari, dus volgende maand. Het ging niet begin februari zijn, heeft men mij gezegd. Ik heb aangedrongen om dat het liefst zo snel mogelijk te bezorgen, aangezien wij toch al heel lang wachten.
Het bodemsaneringstraject loopt, en wordt ook nauwkeurig opgevolgd door de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM). De concrete timing heb ik een paar weken geleden ontvangen. Ik zal vragen om die ook aan de commissieleden mee te delen. Normaal opereert de afdeling Handhaving onafhankelijk, maar na het lezen van het weekendstuk in De Standaard over die buizen heb ik toch gevraagd om ter plaatse te gaan. De dienst Handhaving heeft mij duidelijk gezegd dat de buizen die daar liggen, niet asbesthoudend zijn. Ik vind het belangrijk dat de feiten correct worden weergegeven. Ik was ook gechoqueerd toen ik dat artikel las. Ik vroeg mij af hoe dat nu weer kon, want ik wist dat de asbesthoudende buizen weg waren. Dan had je die buizen, en dan heb ik toch wel aan de handhavingsdiensten gevraagd om ter plaatse te gaan en ons te zeggen hoe dat nu zat met die buizen. Zij zijn ter plekke geweest en zij zeggen dat die niet asbesthoudend zijn.
Wij zijn inderdaad aan het bekijken welke asbestproducenten, en hun rechtsopvolgers natuurlijk, in België en in het buitenland we kunnen aanspreken. We zijn met de nodige analyses bezig. Ik ga dat natuurlijk niet aan de grote klok hangen. Dat is een kwestie dat niemand zich begint te organiseren of reorganiseren. In dit dossier denk ik dat we, samen met jullie, ons uiterste best moeten doen om de onrechtvaardige situatie maximaal recht te trekken, maar het zal niet gemakkelijk worden. Ik wil dat ook wel meegeven, omdat in het verleden hier en daar dadingen zijn gesloten met allerhande zaken in. Wij zijn dit dus al even goed aan het analyseren en aan het bekijken. De OVAM zal financiële zekerheden kunnen vragen aan bodemvervuilers. Die bodemvervuilers zijn minder vatbaar voor sterfhuisconstructies. De OVAM probeert de site zo snel mogelijk te saneren, collega Daniëls. Collega De Roo, we volgen inderdaad het principe van ‘de vervuiler betaalt’. Daarom hebben we die analyse gemaakt naar asbestproducenten toe, en zijn we nu de juridische analyse aan het maken om te bekijken hoe we het principe van ‘de vervuiler betaalt’ maximaal kunnen laten gelden.
Wat de maatregelen op lange termijn betreft, voorziet ons voorontwerp van wijziging van het Bodemdecreet in de mogelijkheid dat de OVAM op eigen initiatief financiële zekerheden kan vragen aan saneringsplichtigen. Ik denk dat dat een belangrijke wijziging is van het Bodemdecreet. Dat is ook iets dat het parlement lang heeft gevraagd, en dat er ook aankomt.
De heer D’Haese heeft het woord.
Dank u wel, minister, voor de antwoorden. Sint-Niklaas wordt door longspecialisten de asbesthoofdstad van de wereld genoemd qua aantal slachtoffers die er zijn gevallen en waarschijnlijk nog zullen vallen. We hebben heel lang op alle mogelijke niveaus op politieke onwil gestoten om daar krachtdadig tegen op te treden. Ik hoop echt dat daar nu verandering in komt. Ik vind het een goede zaak dat zij in gebreke zijn gesteld, en dat daar wat druk op wordt gezet. Ik hoop dat er deze keer van uitstel geen afstel wordt gemaakt. Van januari naar februari, dat kunnen we nog wel overleven, maar ik hoop dat het toch niet veel langer zal duren dan dat. Ik hoop dat er strikt op wordt toegekeken dat ze hun verantwoordelijkheid nemen in Sint-Niklaas en in de rest van Vlaanderen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.