Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Vraag om uitleg over het Vlaamse openingsevenement naar aanleiding van het Belgische EU-voorzitterschap
Verslag
Collega’s, het is vandaag Gedichtendag. Voordat ik in de zaal ga zitten om mijn vraag te stellen en me laat vervangen door de heer Meremans, ga ik in het kader van Gedichtendag kort iets voorlezen van de betreurde Stijn De Paepe, die een woordkunstenaar avant la lettre was.
Gedichtendag
Lees kinderen vandaag
gedichten voor
en fluister zachtjes
verzen in hun oor.
De tijd is rijp,
dus bloemlees en begin.
Niet alles wat geen nut heeft,
heeft geen zin.
Dank u wel. En dan ga ik nu in de zaal zitten. Mijnheer Meremans, dank u alvast.
– Marius Meremans treedt als voorzitter op.
Ik heb ook een gedicht bij voor Gedichtendag. U gaat het nooit geloven, mevrouw Almaci. Er is niets afgesproken, maar het is van dezelfde dichter, Stijn De Paepe, de moderne rederijker, die ons veel te vroeg ontvallen is. Stijn De Paepe is ook uit Zele, niet zo ver van Dendermonde.
De titel is ‘Wat helpt’. Het zal misschien nodig zijn. Hij heeft het ooit voorgelezen op Radio 1. Ik heb natuurlijk niet die welluidendheid, maar ik ga het toch proberen.
Wat helpt
Als vloeken helpt, dan vloek je maar.
Maak herrie, stennis en misbaar.
Scheld schel en luid je goudvis uit
en schreeuw je scherven bij elkaar.
Als bidden helpt, bid dan gerust.
Als het je troost of sterkt of sust.
Of vraag om raad. Als Hij bestaat
dan is het goed, maar ‘t is geen must.
Als huilen helpt, ga dan je gang.
Het is niet niks en het duurt lang.
Het kan geen kwaad als het niet gaat.
Het mag gezien zijn, wees niet bang.
Als praten helpt, bel me dan op
en steek van wal, hals over kop
en van de hak weer op de tak
of zachtjes sluipend uit je slop.
Als lopen helpt, vertrek meteen.
Zeer doelgericht of nergens heen.
Het hoeft niet snel, al mag dat wel.
Met verre vrienden of alleen.
Als zwijgen helpt, wees dan maar stil
en duik - als dat is wat je wil -
een tijdje weg van pijn en pech
- als je weer opduikt, geef een gil.
Als lachen helpt, ken ik een grap
of val dolkomisch van de trap.
Denk aan je kat die keer in bad
of aan het Belgisch staatsmanschap.
Als dansen helpt, is er muziek.
Als breien helpt, dan hou je steek.
Als boos zijn helpt, geef ik kritiek.
Als bakken helpt, let there be cake.
Als yoga helpt, wees fluks en zen.
Als slapen helpt, stop ik je in.
Als schrijven helpt, scherp dan je pen.
Als poetsen helpt, welaan: begin!
Je voelt je murw en overstelpt
en snakt naar stranden, wit geschelpt...
Hou vol. Vat moed. Want het komt goed.
Doe ondertussen maar
wat helpt.
Voilà, voor mensen die het niet meer zien zitten. (Opmerkingen van minister-president Jan Jambon)
Als lopen helpt. Gaan joggen. Er staat ook: als praten helpt, mag je me opbellen. (Opmerkingen van minister-president Jan Jambon)
Als zwijgen helpt ... (Gelach)
Mooi van Stijn De Paepe.
Collega’s, we steken onmiddellijk van wal met de vragen om uitleg van mevrouw Almaci en de heer Deckmyn.
Mevrouw Almaci heeft het woord.
Minister, u bent nog altijd volwaardig minister en u was dat ook toen op zaterdag 6 januari in Mechelen de aftrap werd gegeven van het Vlaamse luik van het Europese voorzitterschap van België. Het openingsfeest ging gepaard met een ongeprogrammeerde actie van solidariteit met de bevolking in Gaza, die nu al meer dan honderd dagen zwaar onder vuur ligt – en dat is een understatement, denk ik. Mevrouw Eljadid, de ‘slam poet’ die de boodschap als eerste bracht, werd van het podium gehaald en werd ook aangehouden.
De actie is niet onopgemerkt voorbijgegaan. Er zijn ook heel wat stukken over geschreven. Maar wat mij opviel, was uw reactie. Ik weet niet of het kwam door het moment zelf, dan wel of u er nog altijd achter staat, maar u zei letterlijk “geen begrip” te hebben. U vond het spijtig dat dit mooie feest zo werd “misbruikt”. Het woord misbruik viel mij daarbij wel op. Daarnaast suggereerde u dat “cultuur bij de cultuur moet blijven”.
Een slamdichter ging zes uur de cel in, omdat ze zich op een Vlaams-Europees feest in Mechelen niet aan het officiële script hield. Een kunstenaar heeft het podium betreden en heeft daar een mening gegeven op dat gremium. Daarvoor werd ze aangehouden. U noemt haar optreden misbruik en laat dus uitschijnen dat kunstenaars en cultuurwerkers geen boodschappen mogen brengen op momenten dat het niet afgesproken is of dat het ons niet past of wat dan ook, en dat uitgerekend op een politiek feest. Want wat was dit openingsfeest om het Vlaamse luik van het Europese voorzitterschap te vieren anders?
Minister-president, een feest is uiteraard belangrijk. En kunnen feesten is uiteraard belangrijk. Maar onze partij zal altijd het recht van kunstenaars verdedigen om zich vrij te kunnen uitdrukken. Als minister van Cultuur wil ik u vragen om dat recht mee te verdedigen. Cultuur is niet alleen iets comfortabels, maar mag en kan ook confronteren, kan schuren, kan andere perspectieven aanbrengen. Cultuur is vrij.
En aangezien cultuur een directe insteek is van de Vlaamse Regering richting dit voorzitterschap, heb ik dan ook deze vraag ingediend.
Eerst en vooral met betrekking tot uw evaluatie over de aanhouding van mevrouw Eljadid: wat vindt u daarvan? Maar ook, en concreter, gezien eerdere debatten die we hier hebben gehad over bijvoorbeeld het verscherpte toezicht op Vrede vzw en GetBasic: hoe vult u de vrijheid van meningsuiting in voor cultuurwerkers? Welke criteria hanteert u daarbij? Uitspraken, daden, hanteren van vlaggen? Hangt het af van context? Een krantenedito heeft – ook niet toevallig, denk ik – vastgesteld dat cultuur volgens deze Vlaamse Regering dienstbaar moet zijn. Wat is uw reactie daarop?
Dank u wel, dan gaan we naadloos over op de vraag van de heer Deckmyn.
De heer Deckmyn heeft het woord.
Ja, voorzitter, maar ik had ook een gedichtje opgezocht, in een bundel van het Davidsfonds van 1994. Het is zo, ik kom zelf uit de informaticawereld en ik erger mij de laatste tijd meer en meer aan alle mogelijke paswoorden, Two-Factor Authentication (2FA), Multi-Factor Authentication (MFA) enzovoort. In 1994 waren het andere tijden. Ik was aan het bladeren in die bundel en ik zie hier een gedichtje, ‘Paswoord, kerngetal’ van Hendrik Carette.
Paswoord, kerngetal
Mijn paswoord is geen passend woord,
geen woord dat zalft of zich zingen laat.
Het is een donkere strofe uit een somber
lamento van Quevedo
met verzen scherp als scherven, gepreveld
en geschreven in een kasteel van Castilië
in de zestiende der eeuwen.
Mijn kerngetal is het cijfer vier van
de vier zijden van het zwarte vierkant,
de vierde dimensie en de vier muren hier
die mij ommuren.
De vier zoals in de woorden viertijd,
vierschaar en viervorst of tetrarch.
Dan vervolg ik natuurlijk met de vraag die ik heb ingediend, net zoals collega Almaci, al heb ik een andere lezing van de gebeurtenissen en de aanhouding in Mechelen, maar goed.
Minister-president, het Belgische EU-voorzitterschap is van start gegaan. Het Departement Kanselarij en Buitenlandse Zaken (DKBUZA) publiceerde hiervoor reeds een projectplan om de rol van Vlaanderen te schetsen. De Vlaamse overheid heeft duidelijke doelen naar voren geschoven. Zo zal de Vlaamse Regering ervoor zorgen dat de voorzitters- en woordvoerdersrollen die Vlaanderen voor zijn rekening neemt, professioneel ingevuld worden, de Vlaamse belangenbehartiging binnen de EU versterkt wordt, de internationale reputatie en het imago van Vlaanderen versterkt wordt als state-of-the-artregio met een actief EU-beleid en nog veel meer.
Zeker goede zaken, maar dat voorzitterschap werd in Vlaanderen gevierd met een openingsevent begin januari in Mechelen. Dat evenement werd vanaf januari 2023 tot en met februari 2024 gecoördineerd door DKBUZA. Het evenement werd echter verstoord door pro-Palestijnse actievoerders. Hind Eljadid verkondigde pro-Palestijnse boodschappen in plaats van haar haiku voor te lezen. We hebben dan ook gezien dat Laura Tesoro wapperde met de Palestijnse vlag en het evenement werd zelfs even stilgelegd. Dat was allemaal live te zien op tv.
Daarnaast had ik een andere vraag die ik eigenlijk al schriftelijk wilde indienen, maar ik maak van de gelegenheid gebruik. Het Belgisch EU-voorzitterschap zal tevens meer dan 50 miljoen euro kosten. Dat blijkt uit cijfers van collega-Kamerlid Ellen Samyn, die ze had opgevraagd bij de federale minister van Buitenlandse en Europese Zaken, Lahbib. Daarin vervat zitten de kosten voor personeelsversterking, de organisatie van evenementen en nog eens 35,72 miljoen euro aan werkingskosten. Dat laatste moet onder meer instaan voor de website, logo, huisstijl, conferentiemateriaal, inkleding van voorzitterschapsruimtes enzovoort. In totaal zullen er 105 extra personeelsleden worden aangeworven voor het voorzitterschap.
Vandaar heb ik de volgende vragen, ten eerste natuurlijk over die rellen. Is er reden om te vrezen dat de gebeurtenissen tijdens het openingsevent en de acties van Laura Tesoro, Hind Eljadid en de pro-Palestijnse activisten de onvrede verder hebben aangewakkerd en zo de maatschappij verder gepolariseerd hebben? Zal de overheid stappen ondernemen om te voorkomen dat dit bij toekomstige evenementen nogmaals zal gebeuren?
Een tweede vraag: er zijn al meerdere dergelijke verstoringen geweest, zoals op de nieuwjaarsreceptie van Gent, waardoor bepaalde bevolkingsgroepen zich niet meer veilig zouden kunnen voelen. Zal de regering stappen ondernemen om ervoor te zorgen dat buitenlandse conflicten geen aanzienlijke impact hebben op onze maatschappij?
Wat is het standpunt van de regering trouwens omtrent dergelijke acties, zoals op het openingsevent?
Ten slotte, hoeveel heeft dit openingsevenement gekost voor Vlaanderen en Mechelen? Hoeveel zal het Belgische EU-voorzitterschap kosten voor Vlaanderen, rekening houdend met zowel de directe als indirecte kosten?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Dank u wel, voorzitter. Dank u wel ook, voor de vragen.
Ik vond het toepasselijk om als gedicht de haiku van Herman Van Rompuy te brengen … (Gelach)
… die niet is kunnen weerklinken in Gent. Ik ga die met veel overtuiging lezen – misschien niet zo zoetgevooisd als de geselecteerde kunstenares, maar ik wil die toch hier brengen.
De aarde warmt op,
de koude oorlog vat vuur,
hopen op meer hoop.
Dat was het eerste gedeelte. Nu zal ik jullie vragen beantwoorden. Ik neem de vragen van mevrouw Almaci en de heer Deckmyn samen.
Ik kan hier alleen maar herhalen wat ik in mijn eerdere reactie ook al aangaf. Als Vlaamse Regering en Vlaamse overheid respecteren we natuurlijk het recht op vrije meningsuiting. Het zou er nog moeten bijkomen. Dat geldt natuurlijk, mevrouw Almaci, wat mij betreft, bij uitstek voor cultuurwerkers. Maar dat neemt niet weg dat ik het erg jammer vind dat de openingsshow op 6 januari daardoor werd verstoord.
Dit was een groot volksfeest, een familiefeest met ouders en kinderen, dat de start van het Europees voorzitterschap moest inluiden en waarmee we mensen wilden verbinden. Ik vind dat men ook respect moet hebben voor de duizenden mensen die voor het spektakel gekomen zijn. In de namiddag was er in de stad op heel veel plaatsen iets te doen. Men had dat gerust kunnen aangrijpen om daar voor – weet ik veel – welk politiek standpunt ook, op te komen. Bij wijze van spreken, hadden de Vlaams-nationalisten op die manier het feest verstoord, zou ik daar evenzeer aanstoot aan hebben genomen.
De vrijheid van meningsuiting is, naar mijn oordeel, niet onbeperkt. Ieders veiligheid dient te allen tijde gewaarborgd te blijven. Tijdens evenementen moeten dan ook de nodige veiligheidsmaatregelen worden getroffen, zoals dat ook in Mechelen gebeurde, zonder disproportioneel te zijn. Zo worden de rechten van de aanwezigen gewaarborgd.
Ik heb geen redenen om aan te nemen dat de actie tijdens het openingsevenement gezorgd heeft voor verdere polarisering in de maatschappij. Er waren uiteraard wel omstaanders die zich geërgerd hebben aan de protestvoerders – dat is, denk ik, typisch bij protesten – maar polarisering lijkt me een zwaar woord. Gelukkig konden we, na het korte intermezzo, het evenement hernemen. Het heeft de feestvreugde als dusdanig niet kunnen temperen.
Mijnheer Deckmyn, uw tweede vraag of we stappen gaan ondernemen en of buitenlandse conflicten geen aanzienlijke impact hebben op onze maatschappij, wil ik even verduidelijken. Dat was een vraag die de heer Deckmyn had ingediend in de commissie Buitenlandse Zaken. Het is dus niet allemaal cultuurgebonden, maar we hebben de vragen hier wel samengenomen.
Het is de taak van de regering om haar burgers te beschermen tegen de impact van buitenlandse conflicten. Inzake buitenlands beleid doet de Vlaamse Regering dit door, onder meer, te pleiten voor diplomatieke oplossingen en bemiddeling bij conflicten. Daarnaast bepleit mijn regering in bepaalde gevallen een oproep tot staakt-het-vuren op Europees niveau.
Ook op binnenlands niveau worden er maatregelen genomen tegen gewelddadige radicalisering en schadelijke polarisatie. De hefbomen daarvoor zitten grotendeels bij de federale overheid en de lokale overheden. In de veiligheidsketen is het de burgemeester, de provinciegouverneur en dan de minister van Binnenlandse Zaken. Ik vertrouw erop dat de veiligheidsdiensten hun uiterste best doen om incidenten te vermijden en tijdig in te grijpen waar nodig. De deelstaten hebben echter belangrijke hefbomen op het vlak van preventie. Op Vlaams niveau wordt dat beleid inzake de preventie van gewelddadige radicalisering en schadelijke polarisatie gecoördineerd door mijn collega’s mevrouw Rutten en mevrouw Demir. Voor meer informatie over hoe dat wordt aangepakt, verwijs ik u door naar hen.
Dan vroeg u ook naar de kosten, mijnheer Deckmyn. Het budget voor het Vlaamse luik van het Belgische EU-voorzitterschap bedraagt 25 miljoen euro. Dit werd vastgelegd in het projectplan EU-voorzitterschap 2024, dat door de Vlaamse Regering werd goedgekeurd. Naast een algemene en organisatorische beschrijving bevat het projectplan de inhoudelijke en budgettaire plannen per beleidsdomein. Zoals opgenomen in het projectplan, voorziet de Vlaamse Regering in totaal 2.028.614 euro voor culturele omkadering. Dit bedrag betreft niet enkel de organisatie van het openingsevenement. Ook de culturele omkadering van de vergaderingen en andere evenementen zijn inbegrepen in dit bedrag.
Ik heb geen zicht op de exacte bestedingen van de Stad Mechelen, die als gaststad een belangrijke partner was voor het openingsevenement. Zo stond de Stad Mechelen onder meer in voor de mobiliteit, veiligheid en het gedeelte van de dag- en laatavondprogrammatie dat deel uitmaakte van hun project Construct Europe.
Het EU-voorzitterschap heeft logischerwijs een kostprijs, maar zonder twijfel biedt het voor Vlaanderen ook heel wat kansen. Als voorzitter van de Europese Unie bepalen we mee de Europese agenda. Het is een uitgelezen kans voor Vlaanderen om onze regio extra in de kijker te zetten.
We mogen fier zijn op onze weerbaarheid, en op de kracht om te innoveren en te verbinden. Dat zijn kwaliteiten die we tijdens dit voorzitterschap volop kunnen uitspelen op het Europese toneel, en die we met het openingsevenement ook tastbaar wilden maken voor de brede samenleving. De Europese Unie draait immers niet alleen om beleid en formele besprekingen. Daar zijn we in geslaagd, als we zien hoeveel mensen het openingsevenement op de been heeft gebracht, niet alleen ’s avonds, ook in de namiddag. Het namiddagprogramma bevatte heel wat culturele evenementen, over de hele stad verspreid. Dat heeft ook heel veel publiek op de been gebracht.
Wacht, op de eerste vraag van mevrouw Almaci heb ik nog niet geantwoord, over wat ik vind over de aanhouding van mevrouw Eljadid. Mevrouw Almaci, u weet zeer goed dat bestuurlijke aanhoudingen een kwestie zijn van de politie. Die politie opereert volledig autonoom.
In tegenstelling tot wat u aangeeft, heeft de bestuurlijke aanhouding trouwens niets te maken met het feit dat betrokkenen zich niet aan het afgesproken script hielden. Wie zou daar de opdracht toe kunnen geven, als een kunstenaar van het podium gebruikmaakt om iets anders te doen dan van hem of haar gevraagd is? Daar kan de politie niet in tussenkomen. Dus dat is een beetje een vertekening van de zaken.
Het ging hier om een verstoring van de openbare orde. Omwille van ieders veiligheid moest die orde hersteld worden. Dat is tenminste het oordeel van de politie. Verder kan en wil ik me daar niet over uitspreken, want heel uitdrukkelijk: dat politieoptreden – later heeft de politie mij dat uitgelegd – was omdat er ordeverstoring was. Dat was absoluut niet omdat zij een andere tekst had gebracht dan was afgesproken.
Mevrouw Almaci heeft het woord.
Minister, ik heb de eerste vraag gesteld omdat Dirk Voorhoof, emeritus hoogleraar mediarecht en lid van het Human Rights Centre van de UGent, heel duidelijk heeft aangegeven dat er een verschil was tussen de dichteres en de actievoerders in de zaal. Dat de actievoerders in de zaal de openbare orde hebben verstoord, oké, maar een dichteres die werd uitgenodigd om op een podium te staan, die werd gevraagd om een performance te geven en iets anders brengt, valt volgens hem niet onder een verstoring van de openbare orde.
Waarom heb ik de vraag gesteld? Omdat er op dit moment een debat woedt over de bestuurlijke aanhouding als een soort maatregel, omdat die ook een beetje afschrikwekkend is. U hebt gelijk. Ik wil absoluut benadrukken dat de politie hierin onafhankelijk te werk moet gaan, maar er is wel degelijk een verschil tussen wat er op het podium is gebeurd en in de zaal.
Over wat er in de zaal is gebeurd, kunnen en moeten we de orde herstellen en moeten we mensen beschermen. Daarover ben ik het helemaal met u eens. Maar een dichteres die het woord neemt, een slam poet bovendien, is toch iets anders. Slam poetry is voordrachtpoëzie in de meest pittige vorm, vaak gebeurt dat ook met improvisatie.
Ik stel me de vraag, vandaar dat ik hem ook aan u stel, of het ingrijpen wel proportioneel is. Geeft dat ergens ook niet de boodschap dat als je uitgenodigd wordt om het ene te doen, we het wel lastig vinden als je iets anders gaat doen?
Dus die vraag leefde, maar het is wel een vraag waar je als politiek rekening mee moet houden. Want dat kan op zich wel gevolgen hebben die niet zo positief zijn, waarbij mensen zich op voorhand geïntimideerd voelen. Zeker als u dat optreden dan ook nog eens misbruik noemt. Daarover gaat het natuurlijk.
U zegt dat iedereen vrij is om zijn mening te geven, maar dit zou wel misbruik zijn. Dat vind ik een heel zwaar woord. Ik vind dat een zwaar woord, waar ik ook geen begrip voor heb. Dit was een politiek event. België heeft een heel duidelijk politiek standpunt ingenomen, bij monde van de Federale Regering. Ze riepen op tot een staakt-het-vuren, zoals uzelf.
Mevrouw Eljadid heeft op haar eigen manier eigenlijk mee onderstreept dat er een einde moet komen aan dat conflict. Ik denk in ieder geval dat heel wat mensen dat deel delen. Dus de vrijheid van meningsuiting kan onaangenaam zijn tijdens zo’n feest, maar tijdens een politiek feest is het niet abnormaal dat er een dergelijke uiting komt.
Dat lijkt me iets anders dan misbruik. Dat is iets anders dan een misdrijf. Ze deed iets anders dan er werd verwacht, dat wel. Maar om die woorden dan te gebruiken als minister van Cultuur, dat vind ik verregaand.
Ik had de vraag gesteld waarom u die woorden had gebruikt, of het dan afhangt van context. Eigenlijk hoor ik u ook zeggen dat dat eerder in de stad geen probleem zou zijn geweest, maar niet tijdens het feest. Hebt u het dan over de mensen in het publiek, of hebt u het over mevrouw Eljadid?
En dan kom ik bij de laatste vraag, waar helemaal niet op geantwoord is. We krijgen meer en meer de indruk dat als de cultuurwerkers, zeker sociaal-culturele werkers, maar ook een slam poet, niet in het beeld passen zoals de Vlaamse Regering het wil, namelijk dat het dienstbaar moet zijn – en ik ben het daar wel eens met het krantenedito, zoals het verschenen is –, dat dat aanleiding geeft tot toch wel grote woorden zoals ‘misbruik’ of ‘verscherpt toezicht’ et cetera. Die tendens, dat hellend vlak, daar ben ik bezorgd om. En ik vraag mij nog altijd af wat uw reactie is op dat edito. Ziet u dat probleem? Ik denk dat er daar wel degelijk een probleem is.
De heer Deckmyn heeft het woord.
Minister-president, collega's, als de openbare orde verstoord wordt, is het logisch dat mensen worden opgepakt. Dit gaat niet over culturele vrijheid, maar over ordeverstoring. Je hebt protestacties die je kunt voeren. Ik heb er ook al veel meegemaakt. En op het moment dat je te ver gaat en de orde verstoort, word je opgepakt. Dat zijn de consequenties.
Ik wil verwijzen naar de nieuwjaarsreceptie in Gent, waar ook pro-Palestijnse betogers aan het protesteren waren. An sich werd dat in eerste instantie getolereerd, totdat die manifestanten maar bleven protesteren. De burgemeester heeft nog geprobeerd te bemiddelen, maar die bleven maar protesteren. En dan zijn die opgepakt wegens ordeverstoring, niet vanwege een culturele uiting.
Dergelijke acties – dat heb ik initieel ook gezegd – zorgen ervoor dat buitenlandse conflicten erg nadrukkelijk geïmporteerd worden in onze maatschappij. En dat is iets wat mij erg bezorgd maakt. Als je ziet dat deze pro-Palestijnse betogers al veel manifestaties in de war hebben gebracht, kun je je toch vragen stellen bij wat de uiteindelijke bedoeling is.
Ik wil ten slotte ook stellen dat bijvoorbeeld in Gent een Europese voetbalwedstrijd gewoon zonder publiek moet worden gespeeld. De eigen supporters zijn dus niet welkom op een Europese wedstrijd, heel binnenkort. Gent speelt tegen een Israëlische ploeg en men is bevreesd voor de dreiging van pro-Palestijnse actievoerders. Ik kan u alleen maar meegeven dat vele supporters daar echt niet van gediend zijn en dat helemaal niet begrijpen.
Minister-president Jambon heeft het woord.
Mevrouw Almaci, ik weet niet goed waar u dat haalt, dat de Vlaamse Regering zou zeggen dat cultuur ten dienste moet staan. Of wat was het? (Opmerkingen van Meyrem Almaci)
Dienstbaar moet zijn? Ik weet niet waar u het haalt dat wij dat zouden hebben gezegd. Ik kan mij dat niet voorstellen. Ik kan mij niet herinneren dat dat ergens gezegd of geschreven is in naam van de Vlaamse Regering. Ik vind niet dat cultuur dienstbaar moet zijn tegenover een overheid. Ik vind dat niet. Cultuur mag choqueren. Cultuur mag tegen de schenen schoppen. Daar heb ik echt geen enkel probleem mee.
Als ik zeg dat de manifestatie in de namiddag in de stad had kunnen doorgaan, heb ik het inderdaad over die honderd mensen die daar met hun vlaggen stonden, wat toch tamelijk bedreigend was, als je daar met kinderen en zo staat. Die waren allemaal aan het roepen: “From the river to the sea, Palestine must be free.” U moet er eens goed over nadenken wat dat wil zeggen. Ik zeg het nog eens: men mag dat schreeuwen voor mijn part, maar dan vind ik dat dat beter in de namiddag in de openlucht had plaatsgevonden.
Had die dichteres zich beperkt tot te zeggen: “Ik ga niet de haiku van Van Rompuy brengen, maar ik ga van het podium hier gebruikmaken om mijn idee over Palestina te geven” … U was er niet. Ik was er wel. Er was duidelijk connectie tussen de kunstenares en de aanwezige manifestanten. Dit was gecoördineerd. En daar gaat men te ver, door de gecoördineerde actie van op het podium, met de ordeverstoring tussen het publiek en de toch bedreigende situatie in het publiek.
Maar ik wil nog eens herhalen dat cultuur absoluut niet dienstbaar hoeft te zijn ten opzichte van de overheid. We kennen dergelijke regimes waar dat opgelegd wordt, maar dat zijn niet mijn regimes.
Mevrouw Almaci heeft het woord.
Dank u wel. Ik heb de heer Netanyahu recent nog ‘from the river to the sea’ horen zeggen, als het over Israël ging. Dat is niet echt een positie die een tweestatenoplossing mogelijk maakt. Ik vind het heel bizar dat daar weinig ophef over is. (Opmerkingen van minister-president Jan Jambon)
U verwijst naar de slogan omdat die controversieel is. Anders zou u dat niet doen. Ik verwijs naar het feit dat de controversialiteit, helaas, aan een kant zit die op dit moment al meer dan 105 dagen een slachting aanricht onder een bevolking in Gaza. Maar goed, ik ga u de titel meegeven van de edito van 9 januari, en ik hoop dat u het leest: “Cultuur moet blijkbaar inspireren en zwijgen over Gaza”.
Ik stel vast dat wat ze over de Palestijnen zei, blijkbaar de Vlaamse culturele identiteit vergalde die de regering er wilde uitstralen. Het feit is dat een aantal van de uitspraken die u doet als minister-president in deze commissie en daarbuiten, over hoe en welke plek cultuur in onze samenleving moet hebben – we hebben trouwens in Antwerpen ook een schepen die daar een handje van wegheeft –, bij verschillende mensen een snaar raakt. Ik ga uitdrukkelijk nog eens herhalen dat ik het niet heb over wat er in de zaal gebeurde, daar wil ik straks nog iets over zeggen. Het gaat over het feit dat op een puur politiek feest een dichteres die het podium gebruikt om als slam poet – een poëzievorm die op zich heel confronterend en soms heel rauw kan zijn – op te treden, aanleiding heeft gegeven tot een aanhouding van ettelijke uren. Volgens mij maakte ze geen misbruik. De woorden die u hebt uitgesproken, hadden op zijn minst wel die indruk kunnen wekken. Als u nu zegt dat het over de mensen in de zaal gaat, is dat iets anders dan de dichteres. Maar dan moet u ook wel duidelijk zijn. Want nu is het beeld omgekeerd. Dat is een.
Twee, collega Deckmyn, ik herinner me dat uw voorzitter bij een betoging in Brussel een agent fysiek heeft aangevallen. Ik weet niet hoe het zit met de balk in uw ogen, maar ik vind het toch opmerkelijk dat u anderen de les spelt over iets dat uw eigen partijvoorzitter doet. Ik heb nog nooit fysiek geweld gebruikt of de nood gevoeld om dat te doen ten aanzien van agenten. Ik heb betogingen genoeg gedaan, hoor. Ik denk dat u en uw partij de laatste zijn om hier over verstoring van openbare orde en over gedrag ten aanzien van ordediensten een woord te zeggen en een steen naar anderen te werpen. Ik denk dat u wat dat betreft in uw eigen partij wel nog wat werk hebt. En dat u voorstander bent van een apartheidsregime, dat weten we al heel lang. Het is ook heel opmerkelijk dat u er gewoon niet kunt toe komen te erkennen dat hier een legitieme bezorgdheid is bij een heel groot deel van de bevolking dat gewoon wil dat de gruwel stopt.
En dus, minister-president, hoop ik dat u in de toekomst beter nadenkt over uw woorden als er op een puur politiek feest – dat ook echt een feest mag zijn, waar mensen zich niet bedreigd moeten voelen – incidenten gebeuren. U zou preciezer kunnen zijn met uw woorden ofwel andere woorden kiezen, maar we moeten het met zijn allen eens zijn. Dat heb ik u ook horen zeggen. Ik wil vandaag ook onderstrepen dat een dergelijke inkadering van cultuurwerkers niet aan de orde is. Ik hoop, opnieuw, dat de woorden die u gebruikt en de beslissingen die u neemt, onder andere in andere dossiers, anders mogen zijn, want anders vrees ik dat het publiek het anders zal interpreteren, zoals het ook in de krant stond.
De heer Deckmyn heeft het woord.
Voorzitter, ik dacht dat een slotwoord maar een minuut mocht duren, maar dit geheel terzijde. Ik zal veel korter zijn door te besluiten met een retorische vraag. Ik vraag me af, mocht het feest in Mechelen verstoord zijn geweest door een Vlaams Belangactie, of mevrouw Almaci hier dezelfde vragen zou hebben gesteld.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.