Verslag vergadering Commissie voor Brussel en de Vlaamse Rand en Dierenwelzijn
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
De heer Vanlouwe heeft het woord.
Ik heb een vraag aan u minister, over de standpunten van een recent door u aangestelde Brusselambassadeur. Een paar weken geleden hebben we hier al eens een debat gehad over de concrete invulling van de taak van die Brusselambassadeurs. Een maand of twee, drie, geleden hebt u die in overleg met Muntpunt aangesteld. Hun taak bestaat erin om samen met ons allemaal het positieve gevoel rond Brussel te doen groeien, een soort positieve vibe, zowel in Vlaanderen maar uiteraard ook in Brussel zelf. De bedoeling is met de rol en impact van deze ambassadeurs te zorgen voor een herwaardering in Brussel zelf van het merk Vlaanderen. Dat zou toch een beetje wederkerig moeten zijn. U zei tijdens het debat letterlijk dat ze symbool staan voor alle Vlamingen die zich inzetten voor Brussel en voor alle Brusselaars die zich inzetten voor de Vlaamse Gemeenschap.
Zoals ik zei maakte ik me toen al zorgen over de concrete invulling van de opdracht en stelde me toen ook al vragen over de rol van de ambassadeurs. Het lijkt soms een soort van eretitel zonder feitelijke inhoud.
Amper enkele weken na ons debat moet ik vaststellen dat alvast één Brusselambassadeur, Ahlaam Teghadouini, zich op sociale media allesbehalve verbindend opstelt. Ze nam deel aan een pro-Palestinabetoging en postte dit op haar sociale media. Voor alle duidelijkheid: ze heeft absoluut het recht om te demonstreren en de vrijheid van meningsuiting te laten gelden. Maar de ondertitel van haar filmpje bevatte de toch wel controversiële titel ‘From the river to the sea, Palestine will be free’. Ik hoef u niet te vertellen dat deze uitspraak toch wel zeer bedenkelijk is. Deze slogan suggereert eigenlijk een totale verwijdering van alle Israëliërs van het grondgebied en wordt door Joodse organisaties als uitermate vijandig ervaren. Bij onze buren, in de Nederlandse Tweede Kamer, wordt deze zin zelfs aanzien als een oproep tot geweld. De zin is in diverse andere EU-landen trouwens verboden omdat hij daadwerkelijk aanzet tot haat en geweld. De leuze wordt door terreurorganisaties als Hamas en Hezbollah ook officieel opgenomen in hun handvesten.
Minister, u kent de situatie in Brussel. Het antisemitisme groeit en vele Joden voelen zich niet veilig in onze stad. Het gaat over pesterijen in de klas, eigenlijk over een soort van racisme. Ik zie dan plots dat de grote partijen die strijden tegen racisme, niet meer aanwezig zijn in deze commissie.
De voorzitter van de Raad van de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC) vergeleek de acties van Israël met de Holocaust en vergoelijkte de terroristische aanslag van Hamas. Ik was daadwerkelijk geshockeerd over wat ik deze week in ‘De afspraak’ heb gezien. Er was een Palestijnse dichteres aanwezig. Ik had er toch wat bedenkingen bij, want haar kennis van het Nederlands was beneden alle peil, maar ik had vooral bedenkingen bij haar uitspraken, waarbij ze Hamas niet wenste te beschrijven als een terroristische organisatie, waarbij ze de daden van 7 oktober – en ik heb de film nochtans gezien – niet als een terroristische daad wenste te omschrijven, wat natuurlijk een andere discussie is.
Een Brusselambassadeur – en ik keer terug naar Ahlaam Teghadouini – die aangesteld werd, heeft in mijn ogen een brugfunctie tussen mensen in Brussel, ongeacht origine of overtuiging of religie. Het is een brugfunctie in Brussel en ook in Vlaanderen. Maar op deze manier, met deze uitspraken, door deze, wat mij betreft, polariserende en zelfs antisemitische, polariserende uitspraak, doet deze Brusselambassadeur wat mij betreft actief mee aan de import van een buitenlands conflict in ons land en onze stad en versterkt ze de spanningen in onze stad, die nu soms al te snijden zijn. Ik zal de vrijheid van meningsuiting van de dame in kwestie nooit ontkennen of in de weg staan, maar ze heeft als ambassadeur wel een voorbeeldfunctie. Ze toont aan dat ze in feite niet verbindend werkt en geen brugfunctie kan spelen. Als ze met deze uitspraken, ‘From the river to the sea, Palestine will be free’, denkt symbool te staan voor alle mensen die zich inzetten voor onze stad en voor de verbinding met de Vlaamse Gemeenschap, maak ik me ernstig zorgen.
U bent politiek verantwoordelijk voor de aanduiding van de Brusselambassadeurs, wat u in samenspraak doet met Muntpunt, waarbij ik toch ook wel wat bedenkingen heb. Ik werd ervan op de hoogte gebracht dat er ook in Muntpunt toch wel een bepaalde visie overheerst, en dat een bepaalde kant gekozen werd in het conflict, wat men in Muntpunt zelf kan vaststellen.
Ik heb dan ook volgende vragen voor u, minister.
Wat is uw reactie op de uitspraken van de Brusselambassadeur in kwestie? Kunt u die uitspraken rijmen met de doelstelling van de Brusselambassadeur, waarover we een paar weken geleden een debat hadden?
Kan de bewuste ambassadeur aanblijven in deze rol, gelet op de stellingname en voorbeeldfunctie die deze rol met zich meebrengt? Zult u bijvoorbeeld optreden en een gesprek met haar voeren of de titel misschien afnemen?
Beseft u dat de uitspraken van deze persoon toch wel een negatief daglicht werpen op de Vlaamse Gemeenschap in Brussel, bijvoorbeeld ten aanzien van de Joodse gemeenschap die, zoals we weten, wel een grote gemeenschap is in Brussel?
Zult u dan ook de globale aanpak van de Brusselambassadeurs herbekijken?
Minister Dalle heeft het woord.
Dank u wel, collega Vanlouwe, voor de vraag.
Zoals al eerder gesteld, is het ambassadeurschap een symbolische erkenning van hun engagement, hun hart voor Brussel en de verbinding die ze leggen met Vlaanderen. Ze engageren zich vrijwillig voor onze hoofdstad vanuit een fierheid voor de stad, een fierheid die iedereen kent die Brussel graag ziet. Ze staan ook symbool voor alle Vlamingen die zich inzetten voor Brussel, en voor alle Brusselaars die zich inzetten voor de Vlaamse Gemeenschap. Het is niet alleen een erkenning van hun engagement, maar ook van het engagement van vele andere zichtbare en ook vaak minder zichtbare ambassadeurs. Het betreft geen opdracht, mandaat of functie met een takenpakket. Het is ook geen formele titel, en de ambassadeurs vertegenwoordigen geen entiteit van de Vlaamse overheid. Om toch nog eens te preciseren wat we hebben gedaan met die symbolische erkenning.
Ik kom dan tot de uitspraak waar u naar verwijst. Ik ben het nog even nagegaan op haar Instagrampagina – ik kan het nu niet onmiddellijk terugvinden – maar ik vind bij haar een oproep om medische hulp te geven aan de mensen in Gaza, wat me bijzonder legitiem en relevant lijkt op dit moment. Ik ga ervan uit dat ze dat eens in het verleden heeft gepost.
De slogan waar u naar verwijst, is vaak te lezen op sociale media en te horen tijdens betogingen. Die wordt door verschillende groepen anders geïnterpreteerd, en door sommigen gerecupereerd. Ik heb trouwens over die slogan redelijk uitvoerig geantwoord op een vraag om uitleg van Klaas Slootmans in de commissie Media op 9 november 2023, dat is vraag om uitleg 367. Daar heb ik ook gezegd dat het op dit moment niet verstandig is om die uitspraak te doen, wetende dat heel veel mensen die ze doen, daar eigenlijk niet de foute bedoelingen mee hebben zoals blijkt in uw vraagstelling.
Dat is ook het geval bij onze Brusselambassadrice Ahlaam Teghadouini, die dat met de beste bedoelingen naar voren heeft gebracht en die er absoluut niet de insteek aan geeft die er door sommigen aan gegeven wordt, met name door terroristische organisaties zoals Hamas. Ze wil – dat begrijp ik zo – haar stem gebruiken om de kant te kiezen van onschuldige slachtoffers en haar medeleven te betuigen met alle slachtoffers van deze verschrikkelijke situatie. Het is een oproep naar een staakt-het-vuren, vrede en steun aan de slachtoffers van oorlogsgeweld, zoals het ook nu nog te lezen is bovenaan haar Instagrampagina. Dat is, denk ik, een menselijke en positieve boodschap. U hebt misschien gelezen dat ik daarover ook een standpunt heb geuit in mijn hoedanigheid van minister van Jeugd en coördinerend minister voor de kinderrechten, waar ik ook gezegd heb dat het in dit conflict ongelooflijk belangrijk is dat er respect is voor alle mensenrechten, maar zeker ook voor de kinderrechten. Kinderen zijn immers massaal het slachtoffer van de actie die nu gebeurt door de Israëlische staat, met ongeveer 40 procent kinderen die sneuvelen in dat conflict.
Ik denk dat daarmee dat incident dus gesloten is.
De heer Vanlouwe heeft het woord.
Dank u voor uw antwoord, minister. U zegt dat de Brusselambassadeur symbool staat voor de Vlamingen die zich inzetten voor Brussel. In ieder geval, met dergelijke uitspraken – dan heb ik het heel specifiek over de uitspraak ‘From the river to the sea’ – staat zij niet symbool voor mij en voor heel wat andere Vlamingen hier in Brussel. Dan heb ik het niet alleen over de mensen van de Joodse gemeenschap die zich ook betrokken voelen bij de Vlaamse Gemeenschap. Dat is een zeer verregaande politieke uitspraak. Er worden tegenstrijdige interpretaties gegeven aan die uitspraak. Die is wel degelijk gebruikt door haar. Ondertussen is die misschien wel verwijderd, maar u weet dat dit een zeer gevoelige uitspraak is, dat de Joodse gemeenschap eigenlijk niet thuishoort in deze streek in Israël.
Ik vind het een beetje jammer dat u zegt dat op die manier die zaak eigenlijk gesloten is. Voor mij komt het erop neer dat er toch wel afspraken gemaakt moeten worden. Wanneer u een Brusselambassadeur zou aanduiden die andere communautaire uitspraken zou doen, dan denk ik dat u het daar misschien ietsje moeilijker mee zou hebben. Dit zijn uitspraken die gedaan worden en die niet verbindend zijn, niet verbindend tussen Vlaanderen en Brussel, niet verbindend binnen Brussel zelf. Op die manier wordt door iemand die eigenlijk die functie heeft als Brusselambassadeur, ook de Vlaamse Gemeenschap betrokken bij misplaatste uitspraken. Wanneer ze dan ook nog niet terechtgewezen wordt, wordt dat misschien ook een uitspraak die al dan niet wordt toegewezen aan iemand die een bepaalde functie heeft namens de Vlaamse Gemeenschap. In het woord ‘ambassadeur’ zit namelijk ook een vertegenwoordiging, een vertegenwoordiging van Brussel in Vlaanderen, van Vlaanderen in Brussel.
Ik denk dat er ook verwezen kan worden naar wat we gezien hebben in Mechelen. Het volksfeest is daar totaal verstoord, zelfs gekaapt, op een totaal ongepaste manier. We stellen vast dat dit eigenlijk op meerdere activiteiten gebeurt. Dat zijn incidenten die er eigenlijk niet thuishoren. Die uitspraak mag niet gedaan worden door een Brusselambassadeur door u aangesteld, net zo min als die incidenten, waar trouwens kinderen ook het slachtoffer van geworden zijn.
Voor alle duidelijkheid: mijn hart bloedt elke dag wanneer ik de beelden zie in Gaza, maar mijn hart heeft ook zeer hard gebloed toen ik zag wat er op 7 oktober is gebeurd. Op 7 oktober is er een massale, barbaarse slachtpartij gebeurd, en nadien is er een zeer zware reactie gekomen, een misschien zelfs buitensporige reactie, waarbij onschuldige slachtoffers zijn gevallen. Maar er zijn er 1200 gevallen, en we mogen niet vergeten dat er nu nog altijd 130 gijzelaars gevangenzitten. Dat lijkt af en toe vergeten te worden in vele debatten. Ik heb alleszins uw Brusselambassadeur daar geen uitspraak over horen doen.
Minister, ik zou de vraag willen hernemen die de heer Vanlouwe in het begin heeft gesteld. Hebt u die dame aangesproken en haar daarop gewezen, zij het schriftelijk? Of gaat u dat nog doen? Ik vind het toch wel belangrijk dat zij te horen krijgt dat dat niet door de beugel kan, omdat dat bij zoveel mensen zeer zwaar in het verkeerde keelgat schiet, en dat ze als ambassadeur toch een klein beetje op haar tellen moet passen en dat dat niet hetzelfde is als een gewone sterveling die een uitspraak doet over een probleem aan de andere kant van de wereld, maar dat ze Brusselambassadeur is en dat er toch wel iets meer tact wordt verwacht.
Minister Dalle heeft het woord.
Mijnheer Laeremans, die Brusselambassadeurs behouden natuurlijk hun ‘freedom of speech’. Dat is belangrijk. Ik moet het niet met alles eens zijn wat zij zeggen. Zij zijn erkend omdat zij een positieve uitstraling kunnen geven aan Brussel en omdat zij die banden tussen Vlaanderen en Brussel kunnen versterken.
Wat die uitspraak betreft: ik heb dat, zoals gezegd, uitvoerig toegelicht in de commissie Media naar aanleiding van het feit dat een medewerkster van VRT diezelfde uitspraak had gedaan. U kent dus mijn mening daarover.
Mijn kabinet heeft effectief contact opgenomen met Ahlaam Teghadouini om te bekijken vanwaar dat komt. Zij heeft heel duidelijk gepreciseerd dat het een boodschap was van solidariteit met de mensen in Gaza en dat de betekenis die daar door sommigen aan gegeven wordt, bijvoorbeeld dat Israël geen bestaansrecht meer heeft, zeker niet de betekenis is die zij daaraan geeft.
Wat haar rol als Brusselambassadeur betreft, collega Vanlouwe: ik weet niet of u op 28 december naar Radio 1 hebt geluisterd? Er was toen een prachtig programma, ‘De Winter van Ahlaam Teghadouini’, waarin zij bijna twee uur heeft gesproken, waarin er verzoeknummers waren en waarin er contact was met verschillende Brusselaars. Zij heeft daar op een prachtige manier over Brussel gesproken. Ik denk dat dat van onschatbare waarde is voor het imago van onze hoofdstad. Misschien hebt u gezien dat zij ook in het BRUZZ-jaaroverzicht zat, waarin zij Brussel meer liefde toewenst. Dat vond ik ook een heel mooie boodschap.
Met andere woorden: ik denk dat Ahlaam Teghadouini haar rol als Brusselambassadeur op een bijzonder goede manier vertolkt. Ik hoop dat dit incident daar geen schaduw over hoeft te werpen. Ik heb in elk geval gemerkt dat zij daar de beste bedoelingen bij had. Ik ken het standpunt en ik ken de discussie over de uitspraak, maar zij heeft het in elk geval met de beste bedoelingen gedaan.
De heer Vanlouwe heeft het woord.
Dank u, minister. Ik hoor nu dat uw kabinet toch met haar gesproken heeft. Dat is een positieve zaak.
U zegt dat anderen daar een andere interpretatie aan geven, maar iedereen weet waarvoor die uitspraak staat. Iedereen weet dat. Die uitspraak is klaar en duidelijk. Die uitspraak is verboden in verschillende Europese landen. Die is provocerend. Als ze zegt dat ze iedereen liefde toewenst, hoop ik dat ze ook dezelfde solidariteit betuigt met de gijzelaars die nog steeds in tunnels zitten in Gaza. Dat zijn 130 mensen. Ik stel vast dat dat veelal vergeten wordt vanuit een bepaalde kant.
Ik blijf erbij dat een Brusselambassadeur niet moet polariseren. Die moet een standpunt verkondigen en moet een brugfunctie hebben. Ondertussen heeft ze die uitspraak wel verwijderd, maar ze heeft die wel degelijk gedaan en heeft daar verder geen verontschuldigingen of dergelijke voor gegeven. Dat hoor ik trouwens ook niet bij andere mensen die die uitspraken doen. Men verontschuldigt zich niet. Men zegt dat er een andere interpretatie aan wordt gegeven, maar iedereen weet wat daarmee bedoeld wordt. Als terroristische organisaties die uitspraak gebruiken, is het gewoon de bedoeling om de Joodse gemeenschap weg te krijgen uit de regio. En ondertussen moet men vaststellen dat dat helemaal niet zal kunnen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.