Verslag vergadering Commissie voor Brussel en de Vlaamse Rand en Dierenwelzijn
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Collega's, racisme is vandaag helaas nog steeds een wijdverspreid fenomeen in onze samenleving, ook op scholen. De Vlaamse Scholierenkoepel heeft er onlangs nog eens een bevraging over gedaan bij twintigduizend scholieren. Een op de vijf scholieren gaf daarbij aan zelf ooit al het slachtoffer geweest te zijn van racisme op school. Ik was daar echt door geshockeerd. Dat is gigantisch. Zeker in een diverse stad als Brussel is dat natuurlijk een ongelooflijk probleem.
Gelukkig was er de vzw School zonder Racisme, die al meer dan 45 jaar strijdt tegen intolerantie. Dat deed ze via workshops in scholen over vooroordelen, migratie en identiteit, wat racisme doet met mensen, met hun zelfbeeld en zelfvertrouwen, en dus eigenlijk ook met hun slaagkansen op school. Jaarlijks bereikte School zonder Racisme gemiddeld 110 scholen, vijfhonderd leerkrachten en 14.000 leerlingen in Vlaanderen en Brussel. Hun expertise werd gewaardeerd in het onderwijsveld en door de Vlaamse Scholierenkoepel. Zeker in Brussel werd hun expertise gewaardeerd. Met het programma ‘Brussel Anders Bekeken’ organiseerde die vzw blikverruimende uitstappen naar Brussel voor leerlingen uit Vlaanderen, en omgekeerd. Dat deden ze ten eerste om die band tussen Brussel en Vlaanderen tastbaar te maken. Ten tweede lieten ze Vlaamse leerlingen kennismaken met de ongelooflijke multiculturaliteit en diversiteit van onze stad.
In die geest werd recent een nieuw uitwisselingsprogramma uitgewerkt tussen Brusselse en Vlaamse scholen. In 2023 kreeg de vzw via ‘Polsslag Brussel’, uw subsidielijn dus, een subsidie van 38.000 euro toegekend voor een project rond die uitwisseling. Ook de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC) ondersteunde via minister Gatz, weliswaar met een kleine subsidie.
Minister, u hebt in mijn uiteenzetting gehoord dat ik consequent in de verleden tijd spreek als het gaat over de vzw School zonder Racisme, want jammer genoeg konden we een tijdje geleden allemaal lezen dat de vzw haar boeken moet neerleggen, wat we ook al hadden gehoord. Dat komt omdat er niet genoeg subsidies meer zijn om de werking verder te zetten. Ze hebben eind december 2023 dus het faillissement aangevraagd. Ondanks hun herhaalde vraag aan het kabinet Onderwijs naar de nodige middelen om hun werking verder te zetten, kregen ze daar zelfs geen reactie. Minister, het resultaat is dus natuurlijk dat uw subsidies … Wat gaat daarmee gebeuren? Het project was namelijk voorzien voor volgend jaar, maar de vzw kan op dit moment niet meer verder. Ik heb dus een aantal vragen voor u.
Wat is uw reactie op de stopzetting van de vzw? Erkent u dat die een ongelooflijke meerwaarde had in ons onderwijsveld, ook in Brussel, in de strijd tegen racisme?
Hoe denkt u dat het nu verder moet? Hebt u met Ben Weyts overlegd over de situatie? Hebt u stappen gezet om hem op andere gedachten proberen te brengen? Bent u nog altijd van plan om te proberen dat te doen? Want het is het wegvallen van die 41.000 euro vanuit Onderwijs die het de vzw vandaag onmogelijk maakt om haar activiteiten voort te zetten. Ziet u daar nog pistes? Wilt u er binnen de regering een punt van maken? Welke andere oplossingen ziet u om er toch voor te zorgen dat de vzw School zonder Racisme haar, wat ons betreft ongelooflijk waardevolle, werk kan verderzetten?
Minister Dalle heeft het woord.
Dank u wel, collega Goeman, voor de vraag. Racisme is een groot onrecht. Dat moeten we met alle mogelijke middelen bekampen. Die vzw heeft daar een bijzonder belangrijke rol in gespeeld. Net als u betreur ik dat de werking van de vzw wordt werd stopgezet. Mijn kabinet en mijn administratie werden op 13 december laatstleden via mail op de hoogte gebracht. Ik apprecieer de inspanningen van die vzw. Jaarlijks bereikte School zonder Racisme gemiddeld 110 scholen, vijfhonderd leerkrachten en 14.000 leerlingen in Vlaanderen en Brussel. De ontmoetingen tussen Brusselaars en Vlamingen die zij organiseerden in onze hoofdstad, werden ook door de deelnemers als erg waardevol ervaren.
Ik heb tijdens de voorbije jaren alle projectaanvragen van School zonder Racisme ondersteund, dus niet alleen in 2023. Zo steunde ik in 2020 en 2021 het project ‘Landen in Brussel’. Daar werd 24.900 euro voor uitgetrokken in 2020, en 27.900 euro in 2021. Dit project was erop gericht om Vlaamse scholieren uit het reguliere onderwijs en jonge nieuwkomers uit Brusselse OKAN-klassen (onthaalklas voor anderstalige nieuwkomers) met elkaar in contact te brengen. In 2023 liep het project ‘Brussel Anders Bekeken: multiperspectieve ontmoetingen tussen Vlaamse en Brusselse scholieren’. Daarvoor werd een bedrag van 38.100 euro uitgetrokken. Dat project is al grotendeels gerealiseerd. Dat is het goede nieuws. Alleen de in het voorjaar 2024 geplande activiteiten zullen niet meer doorgaan.
Ik kan vanuit mijn Brusselbeleid geen structurele oplossing bieden voor de Vlaanderenbrede werking van School zonder Racisme, maar kan wel via project- en impulssubsidies, via ‘Polsslag Brussel’, gelijkaardige initiatieven ondersteunen. Categorie 1 van de subsidielijn ‘Polsslag Brussel’ stelt letterlijk dat “uitwisselingsprojecten tussen scholen (of andere netwerken) uit Vlaanderen en uit Brussel” kunnen worden ondersteund. Dat is dus iets dat we in de toekomst ook kunnen overwegen.
U peilt naar mijn mening over de beslissing van collega Weyts. Het is een beslissing die hij zelf mag nemen, en die ook niet op de ministerraad komt. U kunt zich inbeelden dat ik misschien een andere beslissing zou nemen, maar het is zijn bevoegdheid, het is zijn verantwoordelijkheid. Ik heb daar op zich geen commentaar op te geven. Indien u over de beslissing van collega Weyts om de werking vanuit de budgetten van Onderwijs uit te doven, vragen hebt, dan kunt u natuurlijk rechtstreeks aan hem vragen stellen. Ik denk dat dat de logica is.
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Ik ben blij te horen dat we het ten minste eens zijn dat het verlies van de vzw School zonder Racisme net dat is: een groot verlies. Dat vinden trouwens niet alleen wij. Dat vinden ondertussen ook achthonderd ondertekenaars van een open brief aan minister Weyts – uit het onderwijs, uit het middenveld – die allemaal hun ongelooflijk sterke waardering uitspreken voor een vzw met een ongelofelijke expertise en een ongelofelijke staat van dienst.
Het is niet dat dit probleem uit de lucht komt vallen, minister. Ik heb het dossier zelf bekeken. Die subsidies vanuit Onderwijs gingen inderdaad over een regularisatie in het kader van gescostatuten (gesubsidieerde contractuelen). Daar was een uitdoofscenario voor voorzien. ‘Fair enough’, dat is een beslissing die je kunt nemen. Maar de vzw is dus al sinds december 2021 aan de alarmbel aan het trekken over het feit dat er een probleem zou komen voor de structurele voortzetting van haar werkzaamheden als er geen andere oplossing zou komen: een subsidie voor de voortzetting van de vzw, zodat ze verder zou kunnen blijven werken.
Ze hebben heel 2022 en 2023 contact proberen op te nemen met het kabinet Weyts, maar zijn daar telkens met een kluitje in het riet gestuurd. Ze hebben eigenlijk zelfs geen antwoord gekregen op hun mails. Ik vind dat bijzonder onrespectvol. Ik heb natuurlijk met de mensen van vzw School zonder Racisme gesproken, en die zeggen dat ze, ook in de contacten met uw administratie, hebben aangegeven dat het heel nobel is dat jullie ondersteunen vanuit ‘Polsslag Brussel’, maar dat zij een structureel probleem hebben met de projectsubsidie. Alleen voor Brussel kunnen ze er niet geraken als ze hun werkzaamheden moeten stopzetten bij gebrek aan een oplossing vanuit Onderwijs.
Minister, het is inderdaad een beslissing van minister Weyts. Maar ik kijk naar u als de verdediger van de Brusselse belangen, als iemand die binnen de regering dat punt aankaart, en probeert om minister Weyts op andere gedachten te brengen, zodat er een oplossing komt, eventueel ook met andere partijen. Want ik hoor dat ook Open Vld eigenlijk grote fan is van de vzw. Dan hadden ze misschien eens kunnen kijken vanuit de bevoegdheid Samenleven, of daar iets mogelijk was.
Het enige dat we vragen, als u die vzw belangrijk vindt, als u zegt voorop te lopen in de strijd tegen racisme, als u die uitwisseling tussen Vlaanderen en Brussel belangrijk vindt: waarom is er niets gebeurd? Waarom is dit gewoon gepasseerd? Ik vind het eigenlijk niet kunnen dat u er als minister van Brussel bij staat en ernaar kijkt. Ondertussen moet de vzw haar boeken neerleggen.
U zegt dat er nog andere vzw’s zijn die dan, neem ik aan, vanuit dat budget van ‘Polsslag Brussel’ dat nu niet kan worden uitgegeven, ook uitwisselingsprojecten kunnen organiseren. Maar dit is toch geen goed beleid. Die vzw organiseert die uitwisselingen al jaren aan een stuk. Nu moet er ineens, ‘last minute’, geïmproviseerd worden, terwijl er een structurele oplossing mogelijk was.
Ik vraag u opnieuw: bent u toch niet bereid om nog eens binnen de regering te kijken – met alle ministers, want een regering beslist normaal gezien collegiaal – wat de pistes zijn om die vzw alsnog de kans te geven om haar bijzonder waardevol werk verder te zetten?
Mevrouw Tavernier heeft het woord.
Racisme is een problematiek in onze maatschappij die we uiteraard zoveel als mogelijk moeten bestrijden en aanpakken. In dat kader vormen onze scholen geen uitzondering. Het is de taak van scholen, uiteraard ook in Brussel, om problemen te detecteren en oplossingen en dialoog tot stand te brengen.
Over de vzw waarover we het hier hebben, hadden we het eerder al in de commissie Onderwijs. Ik denk dat het daar ook de plaats is om het debat te voeren. Er staat morgen ook een vraag geagendeerd op de agenda van de commissie Onderwijs. Ik kijk uit naar het antwoord van de minister daarover.
Ik wil wel meegeven, mevrouw Goeman, dat u nogal kort door de bocht gaat. Uw betoog zegt dat het beleid tegen racisme in het onderwijs gereduceerd wordt tot één vzw. Die valt weg, dus de strijd tegen racisme stopt ook. Dat is nogal zeer kort door de bocht, vind ik. Het is niet omdat de subsidies aan een bepaalde vzw worden afgebouwd dat de strijd tegen racisme wordt afgebouwd. Die strijd wordt op verschillende fronten gevoerd, onder meer ook via het decreet Leerlingenbegeleiding, onderwijsdoelen, onderwijsinspectie, et cetera.
Verder is het ook zo dat de organisatie het faillissement heeft aangevraagd. Wat wil dat zeggen? Dat er een aantal meer fundamentele problemen aan de grondslag liggen. Je kunt dan ook de vraag stellen of het de taak is van de overheid om de boeken van een vzw te doen kloppen, hoe nobel het doel van die vzw ook is.
Met betrekking tot ‘Polsslag Brussel’: dat is een subsidielijn die gericht is op de projectmatige werking van initiatieven. Het staat uiteraard elke vereniging vrij om voor een concreet project ondersteuning te vragen, maar dan wel voor zaken die de dagelijkse werking overstijgen. Het is niet de bedoeling van die projectlijn om organisaties op te vissen die elders geen middelen meer ontvangen. Het zou, wat mij betreft, dan ook onverstandig zijn om die subsidielijn daarvoor aan te wenden.
De heer Bex heeft het woord.
Collega’s, dit is een bijzonder belangrijk thema, dat inderdaad morgen, op vraag van collega Meuleman, aan bod zal komen in de commissie Onderwijs, waar het debat misschien eerder thuishoort. Toch ben ik blij dat collega Goeman hier vandaag ook aan minister Dalle vraagt wat de impact is van die beslissing van minister Weyts op Brussel en hoe we daar iets kunnen aan doen.
Het bestrijden van racisme is superbelangrijk. Er zijn daarvoor inderdaad meerdere actoren verantwoordelijk, collega Tavernier, maar we kunnen toch niet ontkennen dat de vzw School zonder Racisme, jarenlang – decennialang zelfs – een zeer belangrijke rol heeft gespeeld en een belangrijke meerwaarde heeft geleverd. Het is belangrijk dat dit in de toekomst kan worden voortgezet.
Het is ook zo dat er duidelijk heel veel partijen zijn die vandaag aan de Vlaamse Regering vragen om het nog eens te bekijken. De minister heeft gelijk: het is een individuele beslissing van minister Weyts, maar ook over individuele beslissingen van een minister kan in een regering weleens van gedachten worden gewisseld. Indien de minister toch niet te overtuigen is, kan er naar alternatieven worden gezocht.
Ik denk inderdaad – en daarin sluit ik me aan bij de vraag van collega Goeman, minister – dat het belangrijk is. We weten dat minister Gatz binnen de VGC bepaalde subsidies heeft verleend aan de vzw School zonder Racisme. Er is zeker een wil om met bepaalde partijen iets te doen om de rol van de vzw te handhaven. Ik roep u, samen met collega Goeman, op om dit binnen de regering te bekijken en om, eventueel binnen de bevoegdheid Samenleven, te kijken wat men kan doen.
Gaat u daar op de ministerraad een punt van maken?
Minister Dalle heeft het woord.
Collega’s, ik denk dat we het erover eens zijn dat projecten als School zonder Racisme zinvol zijn. Ik hoor de N-VA-fractie zeggen dat structurele steun vanuit Onderwijs niet noodzakelijk was. Dat is het standpunt van minister Weyts.
Ik ben het wel, collega’s Bex en Goeman, met jullie eens dat we discussie kunnen hebben in de regering. Ik heb niet de gewoonte om daar veel over te zeggen. Dat zou ook vreemd zijn. Het is een collegiaal orgaan. Maar iedereen heeft ook wel zijn verantwoordelijkheid. Er zijn ook individuele beslissingen van mij die niet op de ministerraad komen waar collega Weyts het niet mee eens is. Ik zou het niet fijn vinden mocht ik die moeten herzien. Dat geldt ook voor collega Weyts. Het is evident dat een minister ook eigen bevoegdheden heeft. Ik verdedig dat ook, ik vind dat belangrijk. In Vlaanderen zijn er eigenlijk relatief veel beslissingen die op de ministerraad komen. Ik heb vroeger nog op federaal niveau gewerkt. Daar wordt er veel meer door ministers individueel bepaald. Dat is anders geregeld. Bij ons geldt het principe van collegiale besluitvorming. Waar een minister eigen bevoegdheden heeft, is dat ook in eerste instantie zijn eigen verantwoordelijkheid. Dus, collega Goeman, als u wilt dat er structurele financiering komt vanuit Onderwijs voor de vzw, dan kunt u de bevoegde minister daarvoor bevragen of kunt u op 9 juni voor cd&v stemmen. (Opmerkingen van Hannelore Goeman)
Wat betreft de grond van de zaak: ik heb School zonder Racisme enkele jaren geleden bezocht. Ze hadden een prachtig moment in een school in Sint-Jans-Molenbeek waar ze effectief die uitwisseling aan het organiseren waren. Het betrof allemaal mensen uit Vlaanderen, van de kust tot het verre Limburg, die tot bij ons in Molenbeek kwamen. De grote meerwaarde van het project lag er voor mij in de kennis van Brussel en Molenbeek beter te maken en een aantal clichés te doorbreken, een aantal denkbeelden die in Vlaanderen gangbaar zijn over een gemeente als Molenbeek. Je merkt dat er diepgewortelde vooroordelen bestaan over onze stad, zeker ook over de gemeente Molenbeek, waar ik tien jaar heb gewoond. Die meningen zijn heel persistent en kun je met dit project geleidelijk aan keren.
Maar, collega Goeman, sta me toe om vanuit uw fractie daar niet te veel lessen over te aanvaarden. Ik zal het niet hebben over ‘zattemansklap’ of dat soort zaken, maar uitspraken zoals die van uw voormalige voorzitter over Molenbeek zorgen ervoor dat je niet één of twee, maar drie stappen terug zet om de perceptie rond een gemeente als Molenbeek te keren. Alstublieft, het gaat niet alleen over het werk van één vzw, het gaat ook over de manier waarop wij als Vlaamse, Brusselse politici over Brussel en over Molenbeek en over onze jongeren spreken. Dat is allemaal belangrijk.
En waar ik collega Tavernier helemaal in volg, is dat het natuurlijk niet één vzw is die dat moet aanpakken. Het is een kerntaak van het onderwijs om ervoor te zorgen dat alle kinderen en jongeren hun plaats vinden en dat er ook begrip is voor elkaar, tussen leraars en leerlingen, uit Vlaanderen en uit Brussel. Ik zie het ook als mijn taak als Brusselminister om die projecten te ondersteunen waar die uitwisseling wordt versterkt. Dat is het geval geweest met de Polsslagsubsidies voor deze vzw, en ik ben ervan overtuigd dat we ook in de toekomst nog heel mooie projecten zullen kunnen ondersteunen die daarop inspelen.
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Het is natuurlijk veelzeggend dat minister Weyts geen oplossing wil zoeken voor het probleem, geen geld wil uitgeven aan de vzw School zonder Racisme, zelfs niet het fatsoen heeft om twee jaar lang te antwoorden op hun vragen om rond de tafel te zitten. Ondertussen zie ik dat er wel geld is voor Voka Talentcentres (Vlaams netwerk van ondernemingen) waarbij – ik heb het uitgerekend – 52 euro wordt uitgegeven per leerling om hen in zo’n beroepenpunt te laten langsgaan. Dat is tof, maar bon, moet dat zoveel geld kosten? Zoiets als de vzw Robinpas – daar zullen we het in de commissie Onderwijs binnenkort ook nog eens over hebben – is voor mij niet meer dan een doekje voor het bloeden om de echt structurele strijd tegen armoede in het onderwijs niet te hoeven voeren. (Opmerkingen van minister Benjamin Dalle)
Het is geen toeval dat men hier geen subsidies voor wil uittrekken. Ik heb veel mensen in de NV-A-fractie ook al horen zeggen dat racisme eigenlijk relatief is. Het is gewoon geen strijd die de N-VA oprecht wil voeren.
Nu, die discussie zullen we morgen met minister Weyts voeren. Het enige wat mij vandaag interesseert, minister, is dat er een oplossing komt voor de vzw School zonder Racisme, zodat die prachtige momenten in Molenbeek, waar leerlingen uit Vlaanderen komen kennismaken met de diversiteit en de ongelooflijke rijkdom van onze stad, ook in de toekomst gewoon, op korte termijn, nog kunnen worden voortgezet. Lyrisch zijn, minister, is goed, maar dat is natuurlijk niet genoeg. Sta me toe: ik vind het natuurlijk ook wel een beetje hypocriet dat u hier de loftrompet steekt van de vzw School zonder Racisme, maar ondertussen uw verantwoordelijkheid niet neemt om binnen de Vlaamse Regering uw rol als ambassadeur van Brussel op te nemen, rond te tafel te gaan zitten, proactief met het kabinet Weyts te kijken wat er mogelijk is, ook met andere partijen binnen de regering.
Dus ik roep u op, minister, om die rol op te nemen en om het punt op de agenda van de ministerraad te zetten om een oplossing te zoeken. Dat hebt u tot dusver totaal niet gedaan.
De vraag om uitleg is afgehandeld.