Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
Mevrouw D’Hose heeft het woord.
In de Cultuurcommissie van 19 oktober 2023 is uitgebreid gediscussieerd over GetBasic vzw en Vrede vzw, met bijzondere aandacht voor hun berichtgeving over de Israëlisch-Palestijnse oorlog. Er was wat opschudding rondom hun communicatie in verband met deze gebeurtenissen.
Beide organisaties krijgen subsidies onder het sociaal-cultureel volwassenenwerk, waarvoor zij zich dienen te houden aan de "principes en regels van de democratie en het Europees Verdrag inzake de Rechten van de Mens", wat denk ik de eerste regel bij een decreet is.
U hebt toen aangegeven dat deze organisaties onderzocht zouden worden om te beoordelen of zij al dan niet in strijd handelen met deze principes, en dan vooral de communicatie die toen bij de organisaties heeft plaatsgevonden. Organisaties die zich schuldig maken aan een inbreuk, lopen het risico van sancties, variërend van stopzetting en vermindering tot terugvordering van subsidie.
Een aantal collega’s en ik lieten weten dat we ons als politici best wat terughoudend opstellen, omdat we de rol van het maatschappelijk middenveld niet mogen aantasten. Een doorlichting door uw administratie lijkt daarom de meest geschikte benadering in deze kwestie.
We zijn nu een aantal maanden verder. Is de aangekondigde doorlichting al uitgevoerd en wat zijn de resultaten? Zijn deze bevindingen aanleiding voor verdere maatregelen? Naast het inspecteren van Vrede vzw en GetBasic vzw, hebt u uw administratie opdracht gegeven om alle organisaties die subsidies ontvangen binnen dit decreet, extra te screenen op de communicatie en boodschappen die zij verspreiden via hun verschillende kanalen. Wat zijn de bevindingen van deze aanvullende screening, en welke eventuele consequenties overweegt u op basis daarvan?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Het is inderdaad zo dat ik, naar aanleiding van het heersende conflict in het Midden-Oosten, mijn administratie gevraagd heb alle structureel gesubsidieerde organisaties binnen het decreet sociaal-cultureel volwassenenwerk te screenen in verband met hun communicatie en boodschappen. Een van de subsidievoorwaarden voor het ontvangen van werkingssubsidies in het kader van het decreet van 7 juli 2017 houdende de subsidiëring en erkenning van het sociaal-cultureel volwassenenwerk, is immers de principes en de regels van de democratie en het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens toepassen in de werking. We vernamen, ook hier in deze zittingen van de commissie, dat er mogelijk enkele organisaties deze subsidievoorwaarde schonden door onder meer de verheerlijking van terroristische organisaties zoals Hamas. Het spreekt vanzelf dat ik als minister van Cultuur geen enkele schending van deze subsidievoorwaarde kan tolereren. Ik vroeg het departement daarnaast ook om met name twee organisaties aan een inspectie in het kader van de toepassing van voornoemde subsidievoorwaarde te onderwerpen, met name vzw Vrede en vzw GetBasic.
De door het departement uitgevoerde screening was geruststellend, in de zin dat alle structureel ondersteunde organisaties zich – in strikt juridische zin, dat wil ik benadrukken – aan de voornoemde subsidievoorwaarde hielden.
De inspectie van GetBasic vzw en Vrede vzw werd uitgevoerd door het departement. Ze lieten zich daarbij juridisch begeleiden. Ik heb ondertussen kennisgenomen van de inspectieverslagen en stelde daarbij vast dat de administratie geen ernstige tekortkomingen meldde bij beide organisaties.
Er werd wel aangestipt dat de communicatie vaak op het scherpst van de snee wordt gevoerd en de inspectie blijft daar zelf ook sterke bedenkingen bij hebben. GetBasic vzw werkt op hun website dewereldmorgen.be met burgerjournalisten, zonder daarbij uit te gaan van werkelijke feiten en neigt naar het verspreiden van fake news. Die strijd gaan we met de Vlaamse Regering ook al enige tijd aan.
Daarom heb ik het departement Cultuur, Jeugd en Media de opdracht gegeven een verscherpte controle van de berichtgeving van beide organisaties aan te houden en me hierover maandelijks te rapporteren. Daarnaast zullen ook de andere binnen het decreet structureel erkende organisaties regelmatig gescreend worden. Ook hierover zal ik op regelmatige basis een rapport van mijn administratie ontvangen.
Mevrouw D’Hose heeft het woord.
Dank u wel, minister-president. Ik moet zeggen dat ik een ‘oef’ slaak, als ik hoor dat die organisaties geen tekortkomingen hebben in de strikt juridische zin. U benadrukt dat. U doelt dan waarschijnlijk op het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens en dat men zich niet zou gehouden hebben aan de democratische principes. Ik denk dat we daar allemaal zeer tevreden over mogen zijn.
Maar uw tweede deel van de zin verontrust me toch wel wat. Die gaat over het doen van een verscherpte controle. We weten allemaal dat de sterkte van het middenveld net ligt in het toelaten van de breedte van meningen. Als we een verscherpte controle doen op de ene mening waar we niet van houden, ja, dan zit je daar met een hellend vlak om dan ook de andere mening te doen. Dus ik verschiet wel een beetje, eerlijk gezegd, van uw woorden. U hebt gezegd dat daar advocaten of een juridisch kantoor – ik weet niet meer precies hoe u het zei – op is gezet. Waarom dan toch nog een verscherpte controle? De vrije meningsuiting vind ik, in het kader van het civiele perspectief in het decreet sociaal-cultureel werk, zeker iets waar we als politici heel, heel voorzichtig moeten in zijn. We mogen, zoals we in de vorige commissievergadering al hebben gezegd, het maatschappelijk middenveld niet aantasten. Ik vind de dreigementen die er tussen de lijnen door zijn, eerlijk gezegd, onaangenaam.
De heer Meremans heeft het woord.
Collega’s, strikt juridisch, ja, er is ook de geest van het decreet. Ik daag iedereen uit om mij eens te komen uitleggen waar GetBasic toenadering, bruggenbouwer …, wat is het allemaal, opneemt? GetBasic heeft zich ingedekt door te zeggen: “Wij verkondigen die mening niet, het zijn burgerjournalisten”. Ik daag iedereen uit om te gaan lezen wat die zogenaamde burgerjournalisten allemaal neerpennen. En voor mij is dat geen enkel probleem. Vrijheid van meningsuiting? Wat mij betreft kan het. Maar het gaat hier wel over een organisatie die gesubsidieerd wordt.
En ik hoor ook de bedenkingen. Die baren mij zorgen. Ik heb zelf eens gegrasduind in wat die burgerjournalisten allemaal schrijven. Er is iemand die letterlijk schrijft: “Israël en Duitsland zijn broeders in het kwaad.” Dat staat er letterlijk in. Dan vraag ik me af wat dat nog te maken heeft met sociaal-cultureel werk. Kan iemand mij dat komen uitleggen? Men dekt zich natuurlijk in langs allerlei zaken, maar het kan toch niet de bedoeling zijn dat wij een organisatie subsidiëren waarbij mensen gefrustreerd of weet ik wat, van welke ideologie ook, achter hun computer gaan zitten om het eens goed te zeggen en al hun frustraties kwijt te raken? Moet dat nu op een medium dat bij sociaal-cultureel werk zit, en dat ook nog eens gesubsidieerd wordt?
Ik ben blij dat men daar die verscherpte controle gaat op doen. We zitten in een maatschappij die meer en meer gepolariseerd geraakt. Iedereen is vrij zijn mening te uiten, maar ik vind wel dat je naar de geest van het decreet moet werken. Ik hoop dat men – het zal niet meer voor mij zijn, misschien voor anderen – in de toekomst, gezien bepaalde organisaties die wel bruggen bouwen, die willen toenadering bieden en alles doen, daaraan gaat werken. Sommige organisaties krijgen minder subsidies wegens anderen die activistisch zijn en die er eigenlijk zwaar over gaan. Ik heb daar mijn bedenkingen bij en ik ben blij met die verscherpte controle. Dat zal ook nodig zijn. We moeten bij die organisaties echt wel de vinger aan de pols houden.
De heer Van de Wauwer heeft het woord.
Voorzitter, minister-president, ik ben blij dat u hier nu opheldering kunt brengen. Tijdens de begrotingsbespreking in de plenaire vergadering rond het domein Cultuur had ik hier ook naar geïnformeerd, maar toen bent u daar niet verder op ingegaan. Ik ben blij dat die duidelijkheid er nu wel is en dat die organisaties strikt juridisch, volgens het decreet geen fout hebben gemaakt. En dat is voor mij de conclusie. Ik had gehoopt dat uw antwoord daar stopte.
En nu zegt u hier dat u proactief verscherpte controle wilt op de communicatie van middenveldorganisaties, hoewel zij het decreet strikt juridisch volgen. Sorry, maar dat vind ik intimidatie. En ik vind dat dat absoluut niet kan. Het is niet de taak van de politiek of van de overheid om proactief organisaties te viseren en te bekijken wat zij zeggen. Als zij over de schreef gaan en er is een heel concrete aanleiding, als het decreet niet wordt gerespecteerd, dan moet er inderdaad worden bekeken of er kan worden ingegrepen. Maar proactief de communicatie van middenveldorganisaties in de gaten gaan houden, druist volledig in tegen dat civiel perspectief. Dat kunnen wij niet zomaar laten passeren. Ik vind het zelf heel erg dat dit vandaag gebeurt.
Ik hoop dat hier geen verder gevolg aan zal worden gegeven en dat die proactieve verscherpte controle ook snel kan stoppen wanneer de komende weken zal blijken dat zij het decreet correct naleven en dat het daarbij ophoudt. Want die intimidatie ten aanzien van onze sociaal-culturele middenveldorganisaties kan absoluut niet.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Ik sluit daar heel graag bij aan. Het is goed dat uit de conclusie van de screening naar voren komt dat er bij geen enkele organisatie inbreuken zijn. Maar dan vraag ik me wel iets af. Ten eerste, hadden we dan überhaupt die bewuste bepaling nodig in het nieuwe decreet? We hebben altijd gevraagd om aan te tonen wie er over de schreef gaat.
Ten tweede, als u het hebt over proactief screenen, dan voel ook ik dat aan als intimidatie en bedreiging van een sector die zo vitaal is voor onze samenleving, die er is om vanuit dat civiel perspectief nieuwe tendensen te ontdekken en mee onze samenleving vorm te geven. En wees maar gerust: wat u nu vandaag zegt, zal door de hele sector worden aangevoeld als intimidatie. We zijn echt aan het opschuiven naar een controlestaat, naar een ‘surveillance society’, en dat mogen we niet laten gebeuren. We hebben net die kritische stemmen vanuit de samenleving meer dan nodig.
Als hekkensluiter wil ik graag het volgende zeggen. Er is een vraag gekomen van de heer Meremans of er daar over de schreef is gegaan. Er is duidelijk dialoog geweest en het decreet zegt, na inspectie van die twee organisaties: neen.
Minister-president, ofwel zegt u als minister-president dat dit decreet voor u niet volstaat en dat u wilt dat er in dat decreet criteria komen die duidelijker maken wat wij wenselijk of niet wenselijk vinden. En dan voeren we daar een democratisch debat over.
Ofwel zegt u wat u nu doet, namelijk dat u, aangezien er toch bedenkingen zijn of het niet te veel op het scherp van de snede is, toch verscherpte controle wilt. Maar goed, dan moet u dat nu doen voor elke organisatie in het sociaal-cultureel werk. Want toevallig was er nu een onderzoek naar die twee, omdat de heer Meremans een vraag heeft gesteld over die twee. Maar geldt dat nu voor alle andere of niet? Want als ik morgen een vraag stel over twee andere organisaties, dan zult u een onderzoek moeten doen naar die twee andere organisaties en dan zult u misschien vaststellen dat dat voor sommige anderen misschien ook te scherp op de snede is. Zo komt u misschien in een situatie van willekeur terecht.
Dat is de vaststelling vandaag. Want stel dat morgen tien verschillende parlementsleden over twintig verschillende organisaties een vergelijkbare vraag stellen en u telkens omdat u zich aangesproken voelt en er een antwoord op wilt geven, er een juridisch advies over vraagt. Stel dat dat juridisch advies negatief is, maar dat we vinden dat het op het scherp van de snede is, dat er niet meer criteria zijn, maar we toch aanmanen om wat beter aan moderatie te doen of zo. Ik wil u wel de krantencommentaren geven onder bepaalde artikels, waar nul moderatie op gebeurt en er toch ook bepaalde centen van de belastingbetaler, bijvoorbeeld voor de omslag van digitalisering, naar de bedrijven gaan die die kranten maken.
Goed, zo komt u wel terecht op een zeer problematisch niveau. En nog maar los van het ideologische is de zet die u hebt gedaan, heel problematisch op het vlak van goed bestuur.
Op ideologisch vlak ben ik het volmondig eens met de heer Van de Wauwer die dit intimidatie noemt. Want effectief, als ik morgen twee organisaties wil viseren, stel ik hier als parlementslid een vraag. En dan duw ik daar hard op. En als ik dan geluk heb en de minister-president heeft oren naar die argumenten, worden die misschien wel onder verscherpt toezicht geplaatst. Dat lijkt mij geen goede manier van werken.
Het is ook duidelijk dat er binnen de meerderheid daarover een duidelijk meningsverschil bestaat. Goed, ik hoop dat dit wordt herbekeken, want u zult zich vastrijden, omdat u nu een maatregel zult opnemen waarvoor u strikt juridisch geen grond hebt en waarop u kunt worden aangesproken en zult worden tegengesproken. Dat is een discriminatoire maatregel, omdat anderen niet bevraagd zijn geweest en niet onder dat verscherpt toezicht vallen, gewoon omdat ze toevallig niet onderzocht zijn geweest.
Ik stel u dan ook de vraag, omwille van goed bestuur en ook wegens het hellend vlak, dat deze beslissing wordt herbekeken en weer wordt herroepen.
Minister-president Jambon heeft het woord.
Collega’s, laat mij eerst en vooral zeggen dat de vrijheid van meningsuiting en de inzet voor sociaal-cultureel werk, op welke maatschappelijke thema’s dan ook, mij ook na aan het hart liggen. Ik ben zelf actief geweest in die middens. Daar gaat het niet om.
Bij de controle die hier werd uitgevoerd, zijn we wel degelijk gestoten op een bewust gebruik van fake news als middel. Ik vind dat op het randje. Ik zeg duidelijk dat we dat verder in het oog zullen houden. We moeten niet vergeten dat collega Dalle daar ook volop mee bezig is, met het bekijken hoe fake news in de media kan worden geduid.
Die verscherpte controle zal natuurlijk tijdelijk zijn. Ik zal daar geen mankracht blijven op zetten. Bij de eerste controle was er voldoende aanleiding om te besluiten dat we moeten oppassen. Men gebruikt daar bewust fake news als actiemiddel. Dat is toch op het randje. Dat gaat over de twee criteria die in het decreet staan: democratisch en het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. We zullen dit tijdelijk opvolgen, tot we volledig gerustgesteld zijn.
Dat is ook een kwestie van goed bestuur want als je achteraf wordt geconfronteerd met het feit dat er aanleiding was, waardoor men zou zeggen dat we het geweten hebben, dan kan men ons nalatigheid verwijten.
Mevrouw D’Hose heeft het woord.
We zijn het in deze commissie allemaal over een iets eens: oproepen tot geweld en het niet naleven van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, dat vormt een rode lijn. Dat is gecontroleerd en goed bestudeerd door uw administratie en door een onafhankelijk advocatenkantoor. Hier kunnen we ‘check’ zetten.
Minister-president, u geeft een nieuw argument dat het om fake news gaat. Het zou goed zijn dat deze commissie zou weten waarover dit fake news gaat. Over welke artikelen zou het gaan?
We hebben het over zaken lezen die over het scherp van de snee gaan. Ik ben eens naar de website van de Vlaamse Volksbeweging gegaan. “Nationalisme is biologisch. Nationalisme is democratie. We zijn het dan ook beu om te lezen hoe volksnationalisme, dat wordt opgeëist door een menselijke groep, wordt verward met staatsnationalisme, waar het diametraal tegenover staat.” Sorry, maar voor mij is dat ook op het scherp van de snee. Maar ik vind dat net goed. Dat is net de discussie. Voor mij als liberaal is dat op het scherp van de snee. Maar om daarom te zeggen dat we daar een verscherpte controle op zetten, omdat dat een mening is waarmee we het niet eens zijn: dat vind ik een stap te ver.
Ik denk dat mevrouw Almaci gelijk heeft: er zijn in de meerderheid een aantal leden die daarover een andere mening hebben. We zijn het vaak met elkaar eens, maar deze keer niet. Ik hoop absoluut dat het wordt herbekeken want ik voel mij daar zeer oncomfortabel bij.
De vraag om uitleg is afgehandeld.