Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
Collega’s, een hele goede namiddag, welkom in onze commissie. Uiteraard wens ik u allen eerst een fantastisch 2024 toe, met heel veel geluk en … ‘verkiezingsgenot’, zou ik zo zeggen. (Opmerkingen van minister Demir. Gelach)
Zo, collega’s. We hebben een achttal vragen, een zevental vragen, op de agenda staan, waarvan één gekoppelde vraag. We beginnen eerst bij de vraag van collega Schauvliege.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Bij dezen ook van mijn kant de beste wensen voor 2024. Ik wens iedereen veel succes in de campagne en uiteraard hopen we dat de democratische partijen het goed doen deze verkiezingen.
Minister, ik heb een vraag over statiegeld. Er was eigenlijk gezegd dat er eind 2023 een beslissing zou worden genomen.
Ik moet misschien nog even de uitgangspunten herhalen. De Vlaamse Regering heeft zich akkoord verklaard om door middel van statiegeld op blikjes en flesjes de overdaad aan zwerfvuil in onze natuur en straten aan te pakken. In 2021 werd niet minder dan 18.171 ton afval geraapt, waardoor de doelstelling van 20 procent minder zwerfvuil ten opzichte van 2015 verre van gehaald werd. En dus zei u zelf dat statiegeld onvermijdelijk is. Dat liet u verstaan in de talkshow ‘De tafel van vier’ vorig jaar.
Vervolgens werd een proefproject van een jaar georganiseerd om een digitaal alternatief te testen.
We zijn nu een jaar later. Het eindrapport over de impact van de proefprojecten van de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) moest tegen 30 november – begin december – worden ingediend en werd hier ook voorgesteld. In de plenaire van 22 november zei u: “Zodra het rapport er is, zal ik ermee naar de regering gaan.”
Minister, het eindrapport is er, het werd hier al voorgesteld in deze commissie. Mijn vraag is dan ook heel simpel: welke beslissing zult u voorleggen aan de Vlaamse Regering?
Minister Demir heeft het woord.
Dank u wel, mevrouw Schauvliege. Om uw vraag wat te kaderen, ga ik kort in op de conclusies die kunnen worden getrokken uit de pilootprojecten die het voorbije jaar gelopen hebben.
Eén, op technisch en technologisch vlak konden we concluderen dat het digitale systeem werkbaar is. Twee, ook de privacy kon worden gegarandeerd tijdens de projecten. Drie, er werd weinig fraude vastgesteld, maar we zagen wel dat het systeem zoals voorgesteld niet volledig waterdicht was, vandaar ook de aanbevelingen van de stuurgroep om daar verder naar te kijken. Vier, de twee onderdelen die op basis van de proefprojecten het moeilijkst te beoordelen waren, zijn de toegankelijkheid en de effectiviteit. We hebben wel gezien dat de participatiegraad toeneemt naarmate dat de projecten liepen in de tijd, wat kan wijzen op een adoptie van het systeem. Vijf, de meerderheid van de gebruikers was ook tevreden over het systeem. Zes, op het vlak van effectiviteit zien we in de pilootprojecten een absolute daling van het zwerfvuil tegenover de nulmetingen. Maar die impact moeten we koppelen aan het project als geheel, en niet alleen aan het statiegeldsysteem op zich, dus het blijft wel moeilijk om eenduidig een impact op zwerfvuil in te schatten bij projecten die minder dan een jaar lopen.
Wat ik nu vervolgens ga doen, is naar de regering gaan. U weet, in Wallonië waren ze ook met een en ander bezig. Dat heb ik ook altijd hier in de commissie gezegd: sta mij toe dat we dat gaan doen eenmaal we de resultaten van de studie in Wallonië ook hebben. Zoals hier in de commissie vaak besproken, loopt er, complementair aan de piloten in Vlaanderen, in Wallonië een vergelijkende studie, die de verschillende systemen met elkaar vergelijkt. Die studie is nog niet afgerond, maar wel bijna, zegt men mij. Volgende week vindt hierover ook een volgende stuurgroep plaats. Jullie hebben mij ook altijd gevraagd om de resultaten van die studie mee in overweging te nemen, dus ik ga dat doen. Het is blijkbaar nog een kwestie van een aantal dagen of weken, dus dat gaat niet lang meer duren. Want zoals ook eerder gezegd, ik denk dat we het systeem het best gelijklopend invoeren, met hetzelfde systeem als in de andere gewesten. Dus ik zou op dat element ook nog willen wachten, maar dat zal niet lang meer zijn, het is een kwestie van een aantal dagen of weken. Vervolgens kunnen we de discussie aanvatten in de regering, zodat daar inderdaad een beslissing over kan worden genomen.
Een bijkomend element – en ik denk dat het wel belangrijk is dat jullie dat goed weten – is dat er de voorbije maanden een sterke evolutie was in de nieuwe Europese Verpakkingsverordening. Deze bevat ook bepalingen over statiegeld en gaat nu richting de fase van de triloog. Vlaanderen en België als geheel zullen zich uiteraard moeten schikken naar deze verordening. De bepalingen rond statiegeld zijn de laatste weken en maanden nog ‘vollenbak’ onderhevig aan veranderingen. Ook dat element, dat binnen de Europese verpakkingsverordening afgesproken zal worden, zullen we dus meenemen, alsook hopelijk zo snel mogelijk die andere elementen, de studie in Wallonië en de studie die we hier hebben gedaan, om voor een systeem te kunnen kiezen.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, sta me toch nog even toe om die studie van de OVAM erbij te nemen, want er waren toch een aantal serieuze bedenkingen.
Ten eerste, op het vlak van effectiviteit, was er geen bewezen impact op de vermindering van het zwerfvuil. Dat is een van de belangrijkste doelstellingen om statiegeld in te voeren. Die pilootprojecten hebben dat niet kunnen aantonen. Er was geen zicht op niet-gebruikers, die misschien ook problemen kenden en daardoor niet deelnemen. Er is geen bewezen technologie beschikbaar om unieke codes op 4,3 miljard verpakkingen tegen 2025 te printen. De Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) is een absolute tegenstander. Op het vlak van toegankelijkheid zijn er, zelfs in een afgeschermde omgeving als Bobbejaanland, problemen met het netwerk vastgesteld. Er was geen oplossing voor mensen met een lage digitale geletterdheid en voor mensen zonder zichtrekening, zoals toeristen en daklozen.
Op het vlak van privacy ben ik hier eigenlijk de criteria aan het opsommen die in de conceptnota stonden en waaraan het project getoetst zou worden. In Wenduine wil 13 procent van de gebruikers het systeem niet gebruiken vanwege bezorgdheden in verband met privacy. Bijna een op de vier deelnemers in Bobbejaanland hebben hun standaard geolocatie uitgezet. Er zijn dus wel degelijk een aantal drempels vastgesteld. Ook op het vlak van fraude werden een aantal toch wel zwaarwichtige elementen vastgesteld.
Als je de studie grondig doorneemt, kun je toch wel een aantal grondige bedenkingen afleiden uit die pilootprojecten.
Minister, uit uw antwoord begrijp ik dat er nog niet echt een keuze gemaakt is en dat u wacht op het overleg met Wallonië en op de Europese verordening. In de conceptnota is heel duidelijk gezegd dat het statiegeldsysteem tegen 2025 ingevoerd zou moeten worden, en dat er tegen eind 2023 een beslissing genomen zou moeten worden. Ik hoor u nu zeggen dat we nog gaan overleggen en afwachten. Ik kan dat zelfs begrijpen, want ook wij zijn voor één systeem over heel België.
Mijn vraag is: wat is dan wel de concrete timing? En als die beslissing uitgesteld wordt, is het dan überhaupt nog mogelijk om tegen 2025 statiegeld in te voeren? Wij dringen er echt op aan om dat wel te doen. Ik wil nogmaals herhalen dat deze pilootprojecten voor ons helemaal niet nodig waren, want er is in Europa een duidelijke, goede werkwijze voor statiegeld, namelijk het klassieke statiegeldsysteem. Al het getreuzel dat nu bezig is, is voor ons dus helemaal niet nodig. Mijn vraag is heel concreet. Wanneer verwacht u dan wel een beslissing? En zal dat de timing van 2025 in het gedrang brengen?
De heer Pieters heeft het woord.
Ook aan allen de beste wensen voor het nieuwe jaar, en een goede gezondheid, want ik denk dat dat ook de beste wens is die voor iedereen geldt.
Minister, in verband met het statiegeld: dat was oorspronkelijk voor het sluikstorten en het zwerfafval. We moeten geen statiegeld invoeren om het statiegeld. We hebben in de proefprojecten gezien dat de resultaten allemaal niet zo denderend waren. Zoals u aangeeft: het is nog maar de vraag of één proefproject, of een korte periode van proefproject, representatief is.
Of het alleen in Vlaanderen of in de rest van België moet gebeuren? Er zijn ook andere systemen die we hebben om selectief afval op te vangen en te recycleren. Dat doen de andere gewesten niet op dezelfde manier als Vlaanderen. Daarom is de vraag of dat met het statiegeld ook op dezelfde manier moet zijn, als we niet overeenkomen. Als we wel zouden overeenkomen, is het natuurlijk logisch dat we het ook op een Belgische manier zouden kunnen organiseren. Maar nogmaals, statiegeld invoeren alleen om het in te voeren, is geen goede oplossing, denk ik.
De heer Vandenberghe heeft het woord.
Dank u wel, collega, voor de vraag en ook voor het antwoord, minister.
We zijn nu inderdaad begin 2024 en de beslissing is nog niet genomen. Ik had dat ook een beetje gedacht: er is inderdaad veel tijd verloren en getreuzeld. De regering ging – ten laatste – voor eind 2023 een beslissing nemen. Dat is niet gebeurd. En dat speelt in het voordeel van de machtige lobby die erachter zit, zoals wij al een paar keer hebben aangehaald. Iedere dag dat het langer duurt, is dat in het voordeel van de verpakkingslobby. Zij pakken de winst en de belastingbetaler betaalt. Die vertragingstechnieken die de Vlaamse Regering, met welke redenen dan ook doet, zijn steeds maar in het voordeel van die verpakkingslobby. Dat is niet oké en onze natuur is daar het grootste slachtoffer van. Het uitblijven van een degelijk statiegeldsysteem is nefast voor onze stranden, wat we elke zomer – en zelfs in de winter – zien. Kijk maar naar onze autostrades en noem maar op. De microplastics in babymelk, dieren die stikken in blik en die verwond raken … Het kost ons vooral ook een kapitaal. En het is niet de vervuiler die betaalt, maar wel de belastingbetaler, want het zijn de lokale besturen die ervoor opdraaien. Dat zijn enorme kosten. Dat is een vaststelling die mij enorm stoort: de verpakkingsindustrie en -lobby halen weer hun gram, want we zijn nu al 2024 en eigenlijk staan we nog geen stap verder. In Europa zijn er inderdaad goed werkende systemen. We hebben een jaar een proefproject gedaan en eigenlijk zijn we begin 2024 en staan we nog nergens.
Vandaar mijn concrete vraag, minister. De OVAM en uw kabinet zijn de actoren binnen de Interregionale Verpakkingscommissie (IVC) die moet beslissen over de erkenning van Fost Plus. Dat is ook een beslissing die inderdaad door de drie regio’s wordt genomen. Dat ging ook vorig jaar gebeuren, maar dat is niet gebeurd, zoals u dat zelf hebt gezegd. Die beslissing is uitgesteld. Mijn vraag is wanneer die beslissing wel zal worden genomen.
En dan mijn tweede vraag, minister: bent u dan niet teleurgesteld dat u, als bevoegd minister binnen deze Vlaamse Regering, ook in dit dossier wellicht niet meer het verschil zult kunnen maken in deze legislatuur? Het wordt wellicht doorgeschoven naar de volgende legislatuur. Ik vind dit persoonlijk alweer een gemiste kans, ten koste van de natuur, de gezondheid, maar vooral ook van onze levenskwaliteit. En vooral, dit is in het voordeel van de lobby en de verpakkingsindustrie. Dat vind ik als persoon die daar heel hard mee inzit, niet correct, maar het is een kroniek van een aangekondigde mislukking; het ging in 2023 zijn, we zijn 2024 en wellicht wordt het weer een stuk op de lange baan geschoven.
Mevrouw Perdaens heeft het woord.
Collega, dank u wel voor de vraagstelling. Minister, we kunnen het u moeilijk kwalijk nemen dat de studie in Wallonië vertraging heeft opgelopen. Het is echter heel logisch dat u de beslissing wilt stoelen op de resultaten van dat onderzoek. Daarnaast lijkt het mij ook logisch dat u wilt afstemmen op de inkanteling in de Europese verordening, waar nu eindelijk vaart in komt. Tegelijkertijd begrijp ik ook dat dat onze Vlaamse timing in het gedrang brengt.
Vooral die Europese verordening zal de timing beïnvloeden, dat lijkt mij logisch. De collega vroeg daar ook al naar. Maar zal dat ook de organisatie en de impact verder beïnvloeden? Hebt u daar momenteel al zicht op? Alvast bedankt.
Minister, ook mijn fractie had, net als alle collega’s, het liefst gehad dat er eind vorig jaar een beslissing werd genomen. We hebben hier een heel interessante hoorzitting gehad. Er werd toen inderdaad aangekondigd dat de nodige zaken snel zouden worden aangeleverd. Het heeft allemaal wat vertraging opgelopen. Daar kunt u natuurlijk niets aan doen, maar we hopen dat er snel een goed doordachte, weloverwogen beslissing wordt genomen.
We hebben heel duidelijk gezien dat het digitale systeem goed heeft gefunctioneerd, maar dat er nog bijschaving nodig is. We kijken uit naar wat de beslissing daarover zal zijn en het benieuwt ons uiteraard ook ten zeerste wat u zelf hebt geconcludeerd na het lezen van dat rapport.
Er werd verder door sommigen geopperd dat de timing van 2025 voor de implementatie van een digitaal of zelfs een klassiek systeem wel heel krap wordt. Minister, acht u 2025 nog haalbaar? Ik kijk dan ook naar de wettelijkheid in dezen, waarnaar ook collega Perdaens verwees.
Minister Demir heeft het woord.
Collega’s, ik ga in op een aantal zaken.
Collega Vandenberghe alludeerde even op de lobby. Ik stel vast dat de lobby er aan twee kanten is: zowel voor het klassieke als het digitale systeem draait de lobby overuren. Dat is een vaststelling. Dat betekent echter niet dat we ons moeten laten opjagen of dat de termijn in de ene of de andere richting zit. Ik vind het belangrijk om elke dag een verschil te maken, collega Vandenberghe. Ik heb dat als minister elke dag in elk van mijn dossiers proberen te doen, ook in dit dossier. Ik had natuurlijk het liefst eind vorig jaar, twee weken geleden, een beslissing genomen. Het lijkt mij logisch, tenzij jullie zeggen dat we niet op Wallonië moeten wachten en onze gang al mogen gaan. Ja, neen. Als dat het antwoord is, zeg het dan maar, maar het lijkt mij niet meer dan normaal dat ik even wacht op de studie uit Wallonië. Want stel dat we voor een systeem kiezen en dat een paar weken later uit de studie blijkt dat we toch misschien beter hadden gewacht ...
We hebben onze pilootprojecten uitgetest. Op het gebied van productiviteit is er inderdaad nog een en ander te doen, net als rond fraudegevoeligheid, want anders zou de stuurgroep geen aanbeveling hebben gedaan. Ook zou ik nog eens willen samenzitten met de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten. Uiteindelijk zijn het immers ook de lokale besturen die het grotendeels mee zullen moeten ondersteunen. Het is dus belangrijk dat er een systeem komt waarbij ze zich oké voelen.
Ik ben nog altijd van plan om het in 2025 te laten invoeren. Als u vraagt naar een timing, zeg ik: liefst zo snel mogelijk. Dat hangt af van de studie van de collega’s in Wallonië, maar dat zou niet meer zo lang duren. Gelieve nog een week of twee geduld te hebben.
Ik heb begrepen dat er komende donderdag een vergadering plaatsvindt van de Interregionale Verpakkingscommissie, waarbij de erkenning van Fost Plus aan bod zal komen.
Qua datum hebben we 2025 vooropgesteld. Ik weet niet welke datum de Europese verordening voorziet. Wie weet zijn we veel sneller dan Europa. Waarschijnlijk zal dat ook zo zijn. Dat denk ik althans. Ik zal mij in dezen niet laten opjagen. We moeten voor een systeem kiezen dat goed is, dat in de praktijk werkt en effectief iets doet aan zwerfvuil, zonder dat er al te veel drempels bij komen voor de mensen.
Uiteraard zal die beslissing worden genomen in de schoot van de regering. Ik, als minister, zal de verschillende systemen, de voor- en nadelen en de bevindingen over het digitale statiegeld bekijken, samen met Wallonië. De heer Pieters zegt dat we niet moeten overeenkomen, maar goed nabuurschap lijkt mij altijd goed, of dat nu met Nederland of Wallonië is. Die blauwe zak is ook Belgisch geregeld, met de Waalse vrienden.
Persoonlijk vind ik het in dit geval wel belangrijk dat we voor een systeem kiezen dat in beide delen van het land kan worden gebruikt.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, het systeem dat goed werkt, dat heeft aangetoond dat het het zwerfvuil op het terrein effectief vermindert en dat zijn diensten heeft bewezen, kennen we. Alle ons omringende landen gebruiken dat. Dat is het klassieke statiegeldsysteem.
U zegt dat u wilt wachten op Wallonië. Het is een van de eerste keren dat ik iemand van de N-VA hoor vertellen te willen wachten op Wallonië. Maar goed, op zich kan ik u daar nog in volgen. Heel binnenkort worden de resultaten daarvan bekendgemaakt. Maar ik hoor u ook zeggen dat u ook nog even zult wachten op de resultaten van de trilogen, et cetera. Eigenlijk hoor ik niets anders dan getreuzel en uitstel van de discussie en de beslissing. Ik kijk alleen maar naar de aanbevelingen van de OVAM en die geven aan dat er minstens een half jaar nodig is om een implementatieplan op te stellen, laat staan om het uit te rollen.
Minister, ik roep u dan ook nogmaals op om asap die beslissing te nemen, zodat er tegen 2025 een statiegeldsysteem operationeel is. Net als collega Vandenberghe vrees ik immers dat dit steeds weer wordt uitgesteld om geen beslissing meer te moeten nemen tijdens deze legislatuur. Niemand wordt daar beter van, niet de hoeveelheid zwerfvuil in onze natuur en ook zeker niet de Vlaming die elke dag die zwerfvuilhoeveelheden moet zien en eigenlijk niets liever wil dan een statiegeldsysteem.
De vraag om uitleg is afgehandeld.