Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
Mevrouw Mertens heeft het woord.
Om fraude bij het theoretische rijexamen tegen te gaan, heeft de Vlaamse Regering een fraudereglement goedgekeurd waarmee examencentra sinds 1 september 2021 strenger kunnen optreden tegen onregelmatigheden en – pogingen tot – fraude voor, tijdens of na het theorie- of praktijkexamen. Als er onregelmatigheden worden vastgesteld, wordt de kandidaat en/of de begeleider tijdelijk uitgesloten van het examen.
Desondanks wordt er toch nog regelmatig fraude gepleegd tijdens het theoretische rijexamen. Mensen worden ook steeds inventiever bij het plegen van fraude. Zo zijn er kandidaten die tijdens het examen via hun mobiele telefoon de hulp van een buitenstaander proberen in te roepen, verborgen camera’s in het knoopsgat van het hemd stoppen en zelfs identiteitsfraude plegen. Daarnaast komt gesjoemel met bekwaamheidsattesten nog steeds voor. Het gaat dan bijvoorbeeld om attesten die worden uitgereikt door rijscholen nadat er bijscholing gevolgd moest worden wanneer een kandidaat een aantal keer niet slaagde voor het theoretisch examen. Deze attesten worden geregeld nagemaakt zonder dat de bijscholing effectief gevolgd werd.
In het jaar 2022 werden er 186 pogingen tot fraude ontdekt door de Vlaamse rijexamencentra en ook van januari tot half november 2023 werden er 163 pogingen ontdekt. Dat zijn er bijna 16 per maand. Dat brengt mij tot volgende vragen, minister.
Hebt u zicht op de oorzaak van de vele fraudepogingen? Hoe evalueert u het fraudereglement? Acht u aanpassingen nodig? Ziet u nog andere mogelijkheden om fraude aan te pakken?
Minister Peeters heeft het woord.
Dank u voor uw vragen, mevrouw Mertens.
Ik kan niet zeggen wat er in de hoofden van fraudeurs omgaat, maar men probeert alleszins via een andere weg dan de officiële te slagen in een examen. Een fraudeur staat niet voldoende stil bij de risico’s van zich in het verkeer te begeven zonder voldoende kennis van de wegcode. U zou het aan de fraudeur zelf moeten vragen.
Op basis van de ervaringen en het aanvoelen van de examencentra geven zij aan dat kandidaten die betrapt worden vaak, onvoldoende Nederlands verstaan. Zij willen dus mogelijk een examen met audiovertaling omzeilen of kennen ook niet voldoende Frans, Duits of Engels om voor een examen in die taal te slagen.
De wetgeving betreffende uitsluitingen wegens fraude, die we inderdaad reeds op 1 september 2021 hebben ingevoerd, doet wat ze moet doen. Kandidaten die betrapt worden op fraude, worden voor twaalf maanden uitgesloten van de examens. Dat is een goede zaak: het roept een halt toe aan mensen die willen frauderen. Het werkt enorm ontradend.
We zullen fraude of pogingen hiertoe natuurlijk nooit helemaal kunnen uitsluiten, maar we blijven communiceren dat fraude aanleiding kan geven tot uitsluiting. We blijven alles monitoren en bekijken welke innovatieve zaken men wil ondernemen om te frauderen om dat een halt toe te roepen en de kans op fraude tot een absoluut minimum te herleiden.
Mevrouw Mertens heeft het woord.
Dank u, minister, voor uw antwoorden.
We zien dat het slaagpercentage van het theoretisch examen van 53,1 procent in 2016 gedaald is naar 37,9 procent in 2022. We vermoeden inderdaad ook dat de tolk die weggevallen is en het moeilijker worden van de examens ermee te maken kunnen hebben.
Er worden meer vaststellingen van fraude gedaan, bijvoorbeeld in Antwerpen en Limburg. Misschien weet u dat niet. Is daar een verklaring voor?
De heer Bex heeft het woord.
Ik houd het zeer kort. Fraude moet natuurlijk te allen tijde bestreden en voorkomen worden, en in die zin steun ik de vraag van de collega. Ik denk wel – en ik wil het gewoon nog eens benadrukken zonder nu een specifieke vraag te hebben of een antwoord te verwachten – dat we moeten vermijden dat een examen om een rijbewijs te halen voor iemand die de taal niet zo goed kent, eerder een taalexamen wordt dan een rijexamen. Want het is toch vaak heel belangrijk om ook professioneel aan de slag te kunnen. In dat opzicht denk ik dat we daar een goed evenwicht in moeten vinden, maar dat staat volledig los van de vraag of je fraude moet aanpakken. Dat moet natuurlijk altijd gebeuren.
De heer Verheyden heeft het woord.
Minister, de meeste vragen die op mijn lijstje staan zijn al gesteld. Ik had nog één vraag die niet gesteld is. Worden de examencentra waar meer fraude wordt vastgesteld – het gaat dan vooral over steden: Antwerpen, Brussel – extra gemonitord rond dat probleem? Wordt er meer op ingezet, zodat dat toch wel stevig aangepakt wordt?
Minister Peeters heeft het woord.
Collega's, we moeten duidelijk vaststellen dat men voorheen geen tools had. Als iemand fraudeerde, werd die de dag zelf uitgesloten maar kon hij een paar weken later terugkomen. Nu hebben we de tool, zodat die persoon die betrapt wordt, twaalf maanden wordt uitgesloten. Dat geeft een ontradend effect, en ik denk dat dat op zich belangrijk is.
Omdat de examencentra nu ook een tool hebben en iemand kunnen uitsluiten, vermoed ik dat ze nu ook alerter zijn bij het vaststellen van fraude, en dat dat ook net de reden is dat men sneller mensen detecteert. U vraagt waarom het net in Antwerpen en Limburg is. Het zal daar misschien wat eerder van de examencentra zelf afhangen, maar ik vermoed dat men nu veel alerter is omdat men een stok achter de deur heeft en ook weet dat men fraudeurs twaalf maanden kan uitsluiten. In die zin werkt dat dus wel.
Een volledige digitalisering zal nog meer oplossingen bieden, en ik denk ook dat we daarvan blijvend werk moeten maken. Ik heb daartoe alleszins de opdracht gegeven aan onze administratie.
En elk examencentrum, mijnheer Verheyden, moet doen wat het wordt opgelegd. Wij waren vragende partij voor een strengere aanpak. Als er fraude wordt vastgesteld, moet de politie ook telkens ingelicht worden. We gaan er dus van uit dat alle examencentra alert genoeg zijn. Ze hebben nu een stok achter de deur. Als er fraude wordt vastgesteld, dan wordt de persoon in kwestie twaalf maanden uitgesloten en wordt de politie ook ingelicht. Het is dan in het verdere vervolg kijken wat ermee gebeurt.
Mevrouw Mertens heeft het woord.
Dank u, minister, voor uw antwoord. Fraude moet inderdaad bestreden worden. De verkeersveiligheid is ermee gemoeid. Het is goed dat men nu alert is voor fraude, dat het aangepakt wordt en dat een kandidaat een jaar lang niet meer mag deelnemen aan het examen. Dat kunnen we alleen maar toejuichen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.