Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking en Toerisme
Verslag
De heer Verbeurgt heeft het woord.
Voorzitter, minister-president, ook van mijn kant mijn beste wensen. We hebben elkaar dit weekend al gezien in mijn thuisstad Mechelen, welke sinds dit weekend de hoofdstad van Europa is. Mijn thuisstad Mechelen is ook de woonplaats van het ere-Vlaams parlementslid die de aanleiding gaf tot deze vraag.
Toen het nieuws naar buiten kwam, heb ik een korte vraag ingediend. Ondertussen hebben we wat meer informatie. Het feit dat ik een korte vraag heb ingediend, biedt mij de mogelijkheid om toch een paar zaken in perspectief te plaatsen wanneer het gaat om buitenlandse beïnvloeding.
Ik denk dat we in deze discussie heel helder moeten stellen waarover het gaat. We zijn een open economie. Per definitie werken we samen met landen die misschien niet altijd onze normen en waarden delen, maar het zou fout zijn om ons af te sluiten van elke economie die niet voldoet aan onze normen en waarden. Ik denk dat het wel onze ambitie moet zijn om waarden zoals arbeidsvoorwaarden en dergelijke, internationaal te verspreiden. Politieke beïnvloeding mag niet gelijkgesteld worden met economische samenwerking, maar we mogen niet naïef zijn. Er zijn elementen zoals concurrentievervalsing met zeer grote staatssubsidies, zoals we bijvoorbeeld in China zien. We moeten ook de strategische autonomie in rekening brengen als het gaat over samenwerking met economieën die misschien minder onze belangen genegen zijn.
Een tweede element waarmee het niet verward mag worden, is dat er altijd nood is aan politiek overleg en diplomatie. Ook met landen waar we het minder mee eens zijn, moeten er kanalen zijn om overleg te voeren.
Collega's, dit neemt echter niet weg dat, wanneer er buitenlandse mogendheden hier de politieke agenda proberen te beïnvloeden, we zeer waakzaam moeten zijn. Voor het kerstreces zijn we geconfronteerd met berichtgeving in de internationale media dat een ere-parlementslid van dit huis meer dan drie jaar als informant zou hebben gewerkt als informant voor de Chinese geheime dienst. Dat bleek uit een reeks sms-berichten die een aantal internationale kranten in handen kreeg. De bedoeling was om discussies in Vlaanderen en binnen de Europese politiek te beïnvloeden, bijvoorbeeld over de vervolging van de Oeigoeren en het hardhandig optreden tegen de protesten in Hongkong door de Chinese overheid. Dergelijke beïnvloeding, zeker tegen betaling, is iets wat ons zeer moet verontrusten.
Minister-president, mijn vraag aan u is zeer helder: op welke manier kunt u, als minister-president in de Vlaamse Regering en in overleg met de Federale Regering, het risico beperken dat de politieke discussies in dit parlement, of in Vlaanderen, beïnvloed worden door betaling van buitenlandse mogendheden?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Collega Verbeurgt, u hebt me in april 2023 een gelijkaardige vraag gesteld. Die ging toen over contacten tussen Vlaamse politici en het Kremlin. In de inleiding van deze vraag om uitleg verwijst u naar contacten tussen een Vlaams politicus en de Chinese geheime dienst. Op uw vraag van vorig jaar antwoordde ik dat onderzoek naar linken tussen buitenlandse machten en Vlaamse politici binnen de bevoegdheid van de Staatsveiligheid valt.
Op uw huidige vraag rond de inperking van de beïnvloeding van politieke discussies door buitenlandse machten, verwijs ik in eerste instantie eveneens naar de Staatsveiligheid. Als minister-president van Vlaanderen dien ik binnen mijn bevoegdheden te blijven, en hierin hebben we, voorlopig wat mij betreft, nog geen bevoegdheden.
Ik benadruk echter met klem de deontologische code van het Vlaams Parlement, waaraan zowel parlementsleden als de leden van mijn regering gebonden zijn. Specifiek zijn artikel 3, over de waardigheid van het politiek mandaat, en artikel 5, over het vermijden van belangenvermenging, van uiterst belang. Ik verwacht van alle collega’s, in het parlement en in de regering, dat ze deze deontologie en waarden hoog in het vaandel dragen. Aldus kan het risico op beïnvloeding door buitenlandse machten enigszins beperkt worden.
Ik noteer ten slotte dat de Deontologische Commissie van het Vlaams Parlement op 22 december 2023 is samengekomen om zich te buigen over een vergelijkbare zaak. Ik volg de verdere uitkomst van het onderzoek met de nodige aandacht verder op. Het specifieke veiligheidsaspect zit bij de Staatsveiligheid.
De heer Verbeurgt heeft het woord.
Dank u wel, minister-president. U verwijst naar een eerdere vraag en het is inderdaad niet de eerste keer dat gewezen wordt op de risico’s van buitenlandse beïnvloeding. Het is ook inderdaad zo dat de federale overheid en de Staatsveiligheid hier een belangrijke rol in te spelen hebben. Voor zover ik heb begrepen, zitten we hier met een gerechtelijk onderzoek waar geen uitspraken in deze of gene richting kunnen worden gedaan.
We zien in het buitenland dat het niet steeds gaat over politici, maar ook over topambtenaren die benaderd worden. Dit valt misschien wel meer binnen uw bevoegdheid. Op welke manier wordt er binnen de Vlaamse administratie gewaakt over de toepassing van de deontologische code voor topambtenaren en het beperken van de risico’s voor beïnvloeding door buitenlandse mogendheden? Hebt u een zicht hoe dat concreet wordt nageleefd?
De heer Deckmyn heeft het woord.
Ik zou erop willen wijzen dat het standpunt van onze partij daaromtrent klaar en duidelijk en ondubbelzinnig is weergegeven. Ik vind het belangrijk om aan te geven dat er geen enkele tolerantie kan zijn voor iemand die in eigen land een buitenlandse agenda probeert uit te voeren. Wat China betreft, zijn we als Vlaams Belang altijd al kritisch geweest. We hebben zelfs gewaarschuwd voor buitenlandse beïnvloeding.
Zelf heb ik vorige maand hierover een vraag aan de minister-president gesteld, u weet het nog goed. Ik vind het nogal pijnlijk om geconfronteerd te worden met dergelijke zaken, want ik heb vorige maand formeel aan u, minister-president, een vraag gesteld om bij de federale overheid aan te dringen om 53 Chinese spionnen uit te wijzen. Ik denk dat onze houding wat dat betreft, niet duidelijker kan zijn.
Minister-president Jambon heeft het woord.
Wat betreft de vraag van collega Verbeurgt, kan ik antwoorden dat topambtenaren ook door een deontologische code, waar dergelijke zaken in staan, gebonden zijn. Het is dan aan het lijnmanagement om daarop toe te zien. Dan stelt zich natuurlijk de vraag naar de top-topambtenaren, waar niemand boven staat. Daar verwijs ik naar de onderzoeken met betrekking tot deontologisch correct gedrag in de selectieprocedure.
Op een bepaald moment is natuurlijk iemand ‘den baas’. De minister moet daar mee op toezien, maar soms is er geen baas meer over de baas. In principe is het de verantwoordelijkheid van het lijnmanagement om daarop toe te zien. Men heeft uiteraard de deontologische code ondertekend.
De heer Verbeurgt heeft het woord.
Dank u wel, minister-president. Wat in deze belangrijk is, en wat ook in deze zaak de trigger is geweest, is wanneer er plots wijzigingen zijn in standpunten, wanneer standpunten afwijken van wat men zou verwachten. Dat zagen we ook in dit dossier: plots werden standpunten ingenomen die toch wel wat bevreemdend waren. Het is belangrijk om dit binnen de administratie te monitoren, zeker als er aangaande internationale dossiers plots gewijzigde standpunten worden ingenomen.
Wat dit geval in concreto betreft, is het duidelijk dat de partij in kwestie vandaag afstand probeert te nemen. Het ere-parlementslid was tot voor kort een regelmatig geziene gast in dit huis, zowel in het restaurant als in de koffiekamer. Nu zeggen dat men daar niets mee vandoen heeft, daar stel ik mij grote vragen bij. In Mechelen is allang geweten dat de man vaak in het buitenland en in dubieuze kringen vertoefde. Toen is er door de partij op geen enkel moment ingegrepen. De positieve kant in mij zegt me dat het voortschrijdend inzicht is, maar ik denk dat het toch vooral schadebeperking is om te proberen het dossier niet groter te laten worden.
We kijken tot slot vooral uit naar het gerechtelijk dossier en de verdere stappen van de Deontologische Commissie daaromtrent.
De vraag om uitleg is afgehandeld.