Verslag vergadering Commissie voor Onderwijs
Verslag
De heer Warnez heeft het woord.
Dat er een beperkte deelname is aan het levenslang leren in ons onderwijs, zeker in ons hoger onderwijs, is vandaag geen nieuws. We zien dat heel veel mensen aarzelen om er een extra bachelor- of masterdiploma bij te nemen, omdat het niet zo evident is om het hoger onderwijs te combineren met een job en een gezinsleven. In dat opzicht bieden microcredentials wel een oplossing voor dit probleem, omdat dat kortere trajecten zijn die in het hoger onderwijs ook wel gecertificeerd zijn.
De Vlaamse Onderwijsraad (Vlor) heeft daarover een advies gegeven op 26 oktober 2023 dat pleit voor en aangeeft dat er nood is aan een hoogwaardig aanbod van microcredentials. De Vlor suggereert een aantal dingen, eerst en vooral om de definitie van microcredentials wettelijk te verankeren, zodat onderwijs- en opleidingsinstellingen begrijpen wat ze aanbieden en in welke vorm, werkgevers weten wat het is, en er een bepaalde waardering van kan worden ingeschat. Daarnaast pleiten ze ook voor meer transparantie en de degelijke kwaliteitszorg die in het Vlaamse onderwijs toch wel heel cruciaal is en waarvoor het hoger onderwijs ook wel bekend staat.
Ongeveer anderhalf jaar geleden, in april 2022, had ik het hier in deze commissie ook over microcredentials in het hoger onderwijs. U gaf toen aan dat er al een Voorsprongfonds is dat bijdraagt aan de stimulering van microcredentials. We zien ook steeds meer microcredentials opduiken in het hoger onderwijs. Maar u gaf ook aan, minister, dat tegen eind 2023 een visie gepresenteerd zou worden waarin microcredentials in het hoger onderwijs opgenomen zouden worden. Eind 2023 zijn we net gepasseerd. Vandaar dat ik een aantal vragen heb voor u, minister.
Hebt u uw visie op levenslang leren voltooid, en hoe zijn microcredentials daarin geïntegreerd?
Bent u van plan om zowel microcredentials als hun definitie decretaal te verankeren in decreetgeving?
Wat is uw visie op de erkenningsprocedure voor microcredentials en hoe plant u de kwaliteitsborging?
Welke inzichten hebt u opgedaan uit de projecten die gefinancierd zijn door het Voorsprongfonds met betrekking tot de implementatie van microcredentials?
Minister Weyts heeft het woord.
Mijn administratie bekijkt de resultaten van alle projecten van het Voorsprongfonds in dezen en legt momenteel de laatste hand aan een visie op levenslang leren. Daar zit natuurlijk ook mijn voorstel met betrekking tot microcredentials in vervat. Ik ga daarmee ook naar de Vlaamse Regering. Dat is de cadans: ik ga eerst naar de Vlaamse Regering en dan kom ik daarmee ook naar het Vlaams Parlement.
Ik geef u natuurlijk al wel mee dat de thematiek voor ons belangrijk is, en dat we daaromtrent in het verleden ook al stappen vooruit hebben gezet. We nemen dat ook mee in het kader van het lopend Europees voorzitterschap. We zullen ook een conferentie rond levenslang leren organiseren. Dat is toch ook een van de ‘flagships’ van het voorzitterschap. Tijdens deze conferentie verkennen we enkele thema's met betrekking tot motivatie en institutionele barrières wat betreft het deelnemen aan levenslang leren binnen de Europese onderwijsruimte en krijgt ook het thema van de microcredentials een belangrijke plaats.
Op de eerste dag zullen de volgende onderwerpen met betrekking tot levenslang leren aan bod komen: motivatie, validatie, organisatie, governance/beheer, financiering en de balans tussen leven, werken en leren. Op de tweede dag zullen de uitdagingen met betrekking tot de digitale en groene transitie centraal staan en zullen we onderzoeken wat levenslang leren kan betekenen voor deze transities.
Binnen deze conferentie zal er ook ruimte zijn om onze Vlaamse inspanningen met betrekking tot levenslang leren te belichten. Hierbij denk ik aan het Partnerschap Levenslang Leren, het Voorsprongfonds Hoger Onderwijs en Edusprong.
In essentie komt de vraag nog enigszins te vroeg, in die zin dat de administratie de laatste hand legt aan de evaluatie van de projecten van het Voorsprongfonds, inclusief een visie met betrekking tot levenslang leren en microcredentials.
De heer Warnez heeft het woord.
Minister, de visie komt eraan. We gaan natuurlijk richting het einde van de legislatuur. Ik heb dan ook een eerste vraag. Is het dan de bedoeling dat we deze legislatuur vanuit die visie ook nog iets kunnen realiseren? Of ziet u dat eerder als een aanzet richting een nieuw regeerakkoord, wie dat dan ook moge schrijven?
Daarnaast heb ik nog twee concrete vragen over dat levenslang leren en specifiek de microcredentials. Is het de bedoeling om in die visie ook al die kwaliteitsborging te voorzien, om te bekijken hoe we ervoor zorgen dat de kwaliteit van die microcredentials wordt gegarandeerd? De Vlor maakt zich daar immers toch wel wat zorgen over. Zal dat gegarandeerd zijn zoals we dat vandaag weten? Als je vandaag een master of bachelor volgt, is dat toponderwijs, topkwaliteit. Dat moet natuurlijk ook zo zijn bij die microcredentials.
Tot slot verwijs ik naar de financiering. Dat is iets dat altijd weer naar boven komt. Is het de bedoeling om binnen die visie na te denken over een aparte financiering van microcredentials? Bij de Vlor leeft de zorg dat dat met middelen uit het reguliere aanbod gebeurt. Zou daar een apart financieringskanaal voor kunnen worden voorzien?
De heer Daniëls heeft het woord.
Minister, collega's, het thema levenslang leren is inderdaad cruciaal. De N-VA heeft daar in het verleden al op gewezen, en ook op de postacademische vorming. Ik ben dan ook blij dat ons hoger onderwijs daarop inzet, in alle segmenten, en niet alleen met volwaardige opleidingen zoals master-na-masteropleidingen (manama's) en bachelor-na-bacheloropleidingen (banaba's), maar ook met die microcredentials, die kleinere, meestal kortdurende opleidingen van tussen de acht en de dertien studiepunten – dat is zowat het hoofdvolume dat je tegenkomt. Daar staat ook een certificaat tegenover.
We kunnen er wel nog meer op inzetten. Het Europese voorzitterschap lijkt me een goed moment om de Vlaming, de burger daarmee vertrouwd te maken, maar ook onze hogeronderwijsinstellingen aan te moedigen om dat nog meer bekend te maken. Ik merk vandaag dat mensen daarvan te weinig op de hoogte zijn, aan de ene kant degene die de opleiding zoekt, maar aan de andere kant ook onze werkgevers, die voor opleiding en vorming nog te veel in eigen gremia kijken en te weinig partnerschappen aangaan met onze hogeronderwijsinstellingen.
Ik verwijs ook naar de sectorfondsen in het kader van vorming en opleiding die daar wat mij betreft ook voor kunnen worden gebruikt. Dat zou een goede druk op de knop kunnen zijn om die verdere, ruimere vorming die er in Vlaanderen op vele vlakken al bestaat, nog meer bekendheid te geven, zowel bij wie zoekt als bij de werkgevers.
Minister Weyts heeft het woord.
Wel, ik moet een slag om de arm houden, gelet op de creatie van de visietekst die nog bezig is. Het is zelfs de vraag of decretaal ingrijpen überhaupt nodig is. We moeten ons geen begoochelingen maken: voor deze regeerperiode zal dat alleszins niet meer lukken. Het lijkt mij wel belangrijk om een fond, een basis te leggen met betrekking tot de visie dienaangaande, inclusief de kwaliteitsborging, zonder dat we daar naar al te grote administratieve lasten gaan. Ten tweede moeten we daarbij rekening houden met de Europese onderwijsruimte, zeker in dit geval met betrekking tot de erkenning buiten onze grenzen. Die zal ook een rol spelen.
Sta mij toe om geen voorafnames te doen inzake de financiering of te zeggen wie of wat zal moeten opdraaien voor eventuele extra kosten. Ook daar moeten we bekijken wat de visie concreet zou kunnen inhouden vooraleer we voorafnames doen.
De heer Warnez heeft het woord.
Minister, ik begrijp dat u een slag om de arm houdt. Anderzijds vind ik het toch een klein beetje ontgoochelend dat we deze legislatuur niets meer zullen doen omdat het slechts bij een visietekst blijft.
Ik geloof oprecht in het stimuleren van die microcredentials. Het is zoals collega Daniëls zegt: de perceptie is vandaag dat als je een dure opleiding volgt, het liefst met een Engelstalige titel en georganiseerd door een private partner, het een goede opleiding is. Nochtans hebben we ons hoger onderwijs dat van topkwaliteit is en ook dat label heeft. We moeten mensen en werkgevers toch vooral naar dat hoger onderwijs sturen in plaats van naar die dure, private, Engelstalige opleidingen die er voor mijn part gerust mogen zijn, maar die niet altijd dezelfde kwaliteit kunnen bieden als onze universiteiten en hogescholen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.