Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
Mevrouw Fournier heeft het woord.
Na de bespreking van de begroting kreeg ik een bericht van het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV) met een update over het complex project Ieper-Veurne. De verschillende stakeholders worden uitgenodigd op een gesprek om hun vragen te formuleren nu de onderzoeksfase kan worden opgestart.
Net voor het zomerreces stelde ik u een vraag over het complex project verbinding Ieper-Veurne. Ik liet weten kritisch te zijn voor wat er de voorbije vijf jaar gebeurd is. We hebben in 2021 de inspraakronde van 2017 overgedaan. Uiteindelijk heeft de Vlaamse Regering beslist op 14 juli 2023 de goedkeuring te geven aan de startbeslissing over het complex project verbinding Ieper-Veurne. Dit leidt dus nu naar het opstarten van de onderzoeksfase.
In deze onderzoeksfase zitten verschillende mogelijkheden zoals de optimalisatie van de verbinding Ieper-Veurne tussen Vleteren en de Noorderring (N38), maar ook alternatieven via de N369 via Boezinge. Van de doortrekking van de A19 lees ik niets meer en toch was dit in 2021 opnieuw de te onderzoeken piste, terwijl iedereen wist dat het niet kon.
In de communicatie staat ook een passage die vragen oproept: “Daarnaast is het de opdracht van de vervoerregio om verder uitwerking te geven aan de mobiliteitsvisie voor de gehele regio op lange(re) termijn, rekening houdende met alle vervoermiddelen. Dit Regionaal Mobiliteitsplan was recent onderwerp van een openbaar onderzoek en wordt binnenkort definitief goedgekeurd door de vervoerregioraad en de Vlaamse minister van Mobiliteit en Openbare Werken.”
Daarom had ik graag het volgende geweten, minister. Wat is er nu concreet veranderd ten opzichte van het participatietraject van minister Weyts? Wat is er in deze legislatuur gerealiseerd of beslist? Vindt u de studiekosten te verantwoorden voor de vooruitgang die u geboekt hebt? Hoe ziet u de rol van de vervoerregio in dit alles? Worden er bijkomende middelen vrijgemaakt?
Minister Peeters heeft het woord.
Dank u voor uw vragen, mevrouw Fournier. We hebben het er al over gehad bij de beleids- en begrotingstoelichting (BBT); toen had u ook al vragen over de N8. Het is ook een belangrijk dossier. Het werd door het Rekenhof mee aangekaart begin van deze legislatuur in verband met de missing links in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV). Daar was ook de verbinding van de N8 in opgenomen, en zo werd het mee bepaald in ons regeerakkoord.
Een verschil tussen het participatietraject van 2021 en dat van de vorige legislatuur is dat de participatie en het actorenoverleg in de verkenningsfase verbreed werd. Daarnaast werd het voorkeursscenario uit het participatietraject 2017-2018 door een aantal regionale stakeholders in vraag gesteld, aangezien zij verwezen naar een bredere problematiek van de ontsluiting van de Westhoek, namelijk een vlotte economische ontsluiting van de Westhoek. De resultaten van het traject van vorige legislatuur werden niet politiek bekrachtigd, terwijl het participatietraject van 2021 tot een startbeslissing voor een complex project heeft geleid dat in de zomer van 2023 werd goedgekeurd door de Vlaamse Regering.
Er is de afgelopen jaren niet stilgezeten rond de N8 Ieper-Veurne. Het deelvak Veurne van de E40 tot aan de grens met Alveringem – ik hoop dat ik dat goed uitspreek – is volop in uitvoering. Volgens de planning zal er tegen augustus 2025 4,4 kilometer van de N8 heringericht zijn. De start- en projectnota’s of het voorontwerp voor de deelvakken Alveringem-Oostvleteren en Oostvleteren-Woesten werden afgerond. Nu worden deze verfijnd in functie van de gewestelijke verordening Hemelwater en Klimaatadaptatie, waarna de grondverwervingen kunnen worden verdergezet en de omgevingsvergunningsaanvragen kunnen worden voorbereid.
Eind 2020 werd het studietraject opgestart dat van het kruispunt van de Noorderring van de N38 en de Pilkemseweg te Ieper een ongelijkvloers kruispunt moet maken. Binnen het ontwerp geïntegreerd investeringsprogramma (GIP) 2024 en de doorkijk 2025-2026 werden ook heel wat budgetten voorzien, zoals de uitvoering van het wegvak Oostvleteren-Woesten of de aanleg van een fietsbrug op het kruispunt van de N38 met de Pilkemseweg in Ieper.
Wat betreft de studiekosten die gespendeerd werden tijdens de verkenningsfase van het complex project: die hebben geleid tot een startbeslissing, waardoor we kunnen zeggen dat dit geen verloren uitgaven waren.
Een complex project vraagt veel studiewerk, cocreatie en draagvlakvorming. Er is een nieuwe overlegstructuur. Het is de bedoeling om te komen tot finale oplossingen, terwijl men in het verleden heel vaak via planprocessen lange tijd studeerde en men te maken kreeg met de Raad van State die het proces geheel of gedeeltelijk vernietigde. Hier was de vernietiging gedeeltelijk waardoor een aantal projecten kunnen doorgaan; voor het vernietigde gedeelte zoeken we nog naar een goede en maximale ontsluiting. We werken verder aan het draagvlak om ook hier te komen tot wat ons is opgedragen: de missing link conform het RSV en zoals opgenomen in het regeerakkoord tot een goed einde te brengen.
Mevrouw Fournier heeft het woord.
Minister, u weet dat ik doorgaans positief ben over uw beleid, maar – ik heb het al gezegd bij mijn vorige vraag enkele maanden geleden – in dit dossier ben ik niet zeer positief. Het klopt dat er bepaalde zones in uitvoering zijn, dat er werken bezig zijn naar verkeersveiligheid, naar doorstroming, maar dat werd in de vorige legislatuur al beslist.
U zegt dat er in het participatietraject van minister Weyts door enkele regionale stakeholders stukken in vraag werden gesteld. Dat klopt gedeeltelijk. Van de 23 stakeholders toen, waren er twee die enkele trajecten in vraag stelden. ‘That’s it.’ Twee van de 23. Nu is het traject weer opgestart met meer stakeholders.
Ik heb hier een vraag- en antwoordenfiche van AWV. Ik lees even voor. “De startbeslissing geeft in het bijzonder groen licht voor de onderzoeksfase die als doel heeft om het beste alternatief te filteren uit een brede waaier van alternatieven. Daarvoor moet de verschillende alternatieven op een geïntegreerde manier onderzocht en afgewogen worden. Het beste alternatief wordt geformuleerd in het voorkeursbesluit.”
Dit lijkt nog een heel lange weg, minister. Ik versta de complexe situatie van een complex dossier, maar je moet maar inwoner zijn van een van die steden of dorpen langs die route. Al meer dan zestig jaar is er sprake van een vernieuwing, van een nieuwe baan, een nieuwe verbinding tussen Ieper en Veurne. Ik heb het gevoel, minister, dat hier veel tijd en geld verloren gegaan is door die bijkomende studie. Ik weet dat u al stappen gezet hebt, minister, maar ik hoop dat er snelheid in het dossier komt zodat we eindelijk aan de mensen van Brielen, Elverdinge en Woesten een traject kunnen voorleggen dat leefbaar is voor iedereen.
Ik heb geen bijkomende vragen maar een grote bezorgdheid vanuit West-Vlaanderen rond de verbinding Ieper-Veurne. Zet toch vaart achter dit project. Hopelijk komt er in de volgende legislatuur geen nieuwe minister die weer alles in vraag stelt zodat we terug naar af gaan inzake deze verbinding. Hopelijk worden er nog fundamentele stappen gezet en kunnen we eindelijk overgaan tot concrete acties en trajecten.
Minister Peeters heeft het woord.
Ik begrijp uw bekommernis, mevrouw Fournier. Zo hebben we helaas meerdere dossiers. Ik verwijs naar Ronse met de N60 en naar het complex project Noord-Zuid in Limburg. Die liggen al decennialang op de tafel. Het Rekenhof maakt melding van 31 soortgelijke dossiers.
Als men mij vraagt om iets te doen, dan doe ik dat ook. Twee stakeholders gingen toen niet akkoord, één persoon kan de hele boel tegenhouden. Dat is gebeurd in Ieper en de Raad van State heeft het planproces gedeeltelijk vernietigd en dan kun je niet verder. Vandaar dat we geprobeerd hebben om de neuzen in dezelfde richting te krijgen. In juli hadden we een startbeslissing; ik hoop dat we nu snel verder kunnen met de uitvoering van het complex project en in de Westhoek vooruitgang kunnen boeken.
De vraag om uitleg is afgehandeld.