Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Vraag om uitleg over onrechtmatige boetes voor laattijdige autokeuring
Verslag
Mevrouw Mertens heeft het woord.
Minister, vanaf 15 juni 2023 schrapte u de boetes voor laattijdige keuring tot één maand. U wilde hiermee tegemoetkomen aan de burgers die een boete moesten betalen omdat ze niet tijdig een afspraak konden maken bij de keuring vanwege de lange wachttijden.
Daarnaast kondigde u aan dat wie tussen 1 januari 2023 en 15 juni 2023 een boete aangerekend kreeg, die kan terugvorderen via het Departement Mobiliteit en Openbare Werken. Deze maatregel is van kracht tot 1 september 2024.
Uit cijfers die ik opvroeg bij u, minister, bleek dat minstens 167.277 voertuigen zich maximum één maand te laat aanboden bij de keuring tijdens de maanden januari tot en met mei van dit jaar. Dit houdt in dat er voor een bedrag van 1.622.586,90 euro aan boetes werd geïnd.
Dit cijfer staat in schril contrast met het aantal boetes die werden teruggevorderd. Er kwamen 165 aanvragen tot terugbetaling van de boete vanwege laattijdige keuring binnen. Dat komt eigenlijk overeen met 0,1 procent. Daarvan werd dan nog eens 10 procent afgekeurd, meestal omdat het over een langere laattijdigheid ging dan enkel de eerste maand. In totaal werden er slechts 149 boetes terugbetaald. Dat is goed voor een bedrag van 1445,30 euro.
Minister, hoewel u de boete voor laattijdige keuring tijdelijk hebt opgeheven, komt daarbij dat het keuringsbewijs ondertussen wel vervalt. Een paar telefoontjes met de politie en met verzekeringsmaatschappijen leren me dat, als iemand te laat naar de keuring gaat, die voor de politie en verzekeringen wel degelijk met een ongekeurde wagen rijdt, wat zeer gevaarlijke gevolgen kan hebben.
Veel mensen weten dat niet, minister. Ze gaan ervan uit dat ze in orde zijn, omdat u hebt gezegd dat ze later naar de keuring mogen gaan, want ze krijgen toch geen boete. Bij een politiecontrole of bij het passeren van een ANPR-camera (Automatic Number Plate Recognition) zal de politie dus een boete opvragen van 116 euro. Die boete kan men dan achteraf betwisten, als men kan aantonen dat de burger binnen een redelijke termijn een afspraak heeft bij de keuring, maar daar komt opnieuw heel wat papierwerk bij kijken, en een hele rompslomp. Dan kun je nog maar hopen dat er geen ongeval gebeurt met die wagen, want dat zou nog serieuze problemen kunnen opleveren bij de verzekeringsmaatschappij.
Daarom heb ik nog de volgende vragen, minister. Wat is volgens u de reden waarom er zo weinig boetes wegens laattijdige keuring werden teruggevorderd? Gaat u bijkomende maatregelen nemen om de mogelijkheid van het terugvorderen van de boetes onder de aandacht te brengen?
Hoe gaat u vermijden dat burgers een politieboete oplopen? Gaat u in overleg met de politie, of gaat u de geldigheid van die keuringsbewijzen verlengen? Dan wat die redelijke termijn betreft waarover de politie spreekt: weet u precies welke termijn ze daarmee bedoelen?
Mevrouw Robeyns heeft het woord.
Minister, collega Mertens heeft het allemaal perfect geschetst, dus ik moet dat allemaal niet opnieuw inleiden. Ik kan gewoon mijn vragen stellen.
Wat is de oorzaak waarom de klanten aan de kassa van het keuringscentrum toch 9,7 euro hebben moeten betalen, terwijl dat eigenlijk niet hoefde? Waren de keuringscentra dan niet voldoende op de hoogte van het uitstel dat u hebt toegekend?
Dan heb ik dezelfde vraag als collega Mertens. Waarom werden er maar 149 boetes teruggevorderd? Gaat u eventueel extra maatregelen nemen? Tot slot: gaat u er ook op inzetten om autobestuurders te informeren dat rijden met een vervallen keuringsbewijs een overtreding is, en dus wel gevolgen kan hebben bij een politiecontrole, of voor de verzekeringen bij een ongeval?
Minister Peeters heeft het woord.
Bedankt voor de vragen, dat geeft mij tegelijkertijd de mogelijkheid om een en ander te duiden.
Jullie weten dat er veel problemen waren bij de keuringscentra om een afspraak te krijgen. Dat is één. Jullie weten ook dat de keuringscentra – en niet het Departement Mobiliteit en Openbare Werken – een extra toeslag aanrekenden als mensen zich te laat aanboden in een keuringscentrum. Die toeslag voor één maand is 9,70 euro. Doordat de keuringscentra geen fatsoenlijk afsprakenbeheer hadden, de mensen niet de mogelijkheid gaven om tijdig afspraken te maken of hen verplichtten om urenlang in een rij te staan aanschuiven, hebben wij inderdaad de maatregel genomen om ervoor te zorgen dat die toeslag wegviel. Een toeslag die wegvalt, betekent natuurlijk niet dat uw keuringsattest zonder meer geldig is. Ik denk dat dat altijd zo gecommuniceerd is en dat dat ook altijd duidelijk is. ‘Nemo censetur …’: iedereen wordt geacht de wet te kennen. Dat wil ik toch wel eerst heel duidelijk stellen.
Mevrouw Mertens, u zegt dan dat in de periode van januari 2023 tot en met 15 juni ten onrechte nog een toeslag of een boete werd aangerekend. Ja, dat heb ik ergens gelezen. Nu, er was toen geen sprake van een onterechte aanrekening van een toeslag, absoluut niet. Als men vindt dat er overmacht in de zaak is, kan men altijd bij het Departement Mobiliteit en Openbare Werken een klacht indienen en kan men die terugslag terugvorderen.
Wat hebben wij gezegd? Het feit dat de werking van de keuringscentra niet comme il faut verliep, en men niet tijdig afspraken kon maken, daarvan hebben wij gezegd tegen de administratie dat ze dat als overmacht beschouwt. Op grond daarvan kunnen mensen die voor 15 juni een toeslag hebben moeten betalen, alsnog overmacht inroepen en een terugbetaling krijgen. Dat is de communicatie geweest.
Dat weinig mensen in hun pen kruipen om 9,70 euro terug te vorderen? Ik denk niet dat het aan ons is om dan te gaan zeggen dat we daar nog wat meer reclame voor moeten gaan maken. Ik denk dat dat de houding is van vele Vlamingen: “Oké, voor 9 euro, ik heb die toeslag betaald, ik ben het allang vergeten.” Maar soit, dat daar niet veel mensen voor in de pen kruipen, ik denk niet dat je dat de administratie kunt verwijten. Het was geen automatisch recht op terugbetaling; wanneer men de vraag stelde, dan kreeg men ze ook. En inderdaad, ruim 160.000 mensen hebben dat gedaan, en hebben die toeslag ook teruggekregen.
Van wanbeleid of dergelijke kan hier absoluut geen sprake zijn, vind ik. We hebben dat gewoon gedaan als maatregel om eigenlijk te focussen op het afsprakenbeheer bij de keuringscentra, om er opnieuw voor te zorgen dat men daar verbeteringen creëert. Vandaar dat het ook een tijdelijk recht is.
Wat die aantallen betreft, heb ik in het verleden al heel wat statistieken aangereikt, zowel in deze commissie alsook in antwoord op de vele schriftelijke vragen hierrond. Ik wil u nogmaals meegeven dat het laattijdig aanbieden bij keuringscentra in een normaal jaar schommelt tussen 16 en 20 procent van het totaal aantal keuringen. Dat is een belangrijke nuancering bij de cijfers die jullie geven. Het getal van 167.000 voertuigen die in de periode van januari 2023 tot 15 juni 2023 maximaal één maand te laat werden aangeboden, omvat naar schatting 159.000 voertuigen die sowieso in normale omstandigheden te laat voorgereden zouden zijn. Dat verklaart waarom het aantal ingediende aanvragen tot terugbetaling wegens laattijdigheid nooit 167.000 kan zijn. Dat toch even ter correctie.
Ten slotte vraagt u of ik nog van plan ben om bestuurders te informeren over de mogelijke gevolgen van het rijden met een ongeldig keuringsbewijs. Welnu, ik denk dat iedereen dat weet: als uw keuringsbewijs niet geldig is, dan moet u zich zo snel mogelijk in regel stellen, want dan loopt u natuurlijk het risico op een boete, maar ook op andere gevolgen. Als een ongekeurd voertuig aanleiding geeft tot een ongeval – en dan moet je natuurlijk ook nog wel het causaal verband en de aansprakelijkheid kunnen aantonen – dan kan dat gevolgen hebben.
Met de politie ga ik uiteraard geen afspraken maken. Wij hebben maatregelen genomen om tot een ordentelijkere regeling te komen inzake het afsprakenbeheer van de keuringsbewijzen, niet meer en niet minder. Het is een tijdelijke maatregel, om ervoor te zorgen dat men zo snel mogelijk tot een performant en goed afsprakenbeheer kan komen.
Mevrouw Mertens heeft het woord.
Dank u, minister. Ik vind het toch heel straf dat u een maatregel invoert om tegemoet te komen aan de lange wachtrijen bij de keuring, zodat mensen zich niet in bochten moeten wringen om bij de keuring te geraken omdat de wachttijden heel lang oplopen, maar als mensen dan het risico lopen om een politieboete te krijgen of in de problemen te komen met hun verzekeringsmaatschappij, zegt u dat iedereen geacht wordt de wet te kennen. Wat hebt u dan eigenlijk gedaan om mensen te helpen die naar de keuring moeten en daar niet op tijd geraken? In mijn ogen eigenlijk helemaal niets, alleen maar een beetje verwarring gezaaid bij die mensen. Ik heb zelf drie weken geleden mijn groene herinneringskaart gekregen. In sommige keuringsstations kan ik effectief nog altijd niet voor de vervaldatum van mijn keuringsbewijs geraken, dus het is en blijft nog altijd een probleem.
Met betrekking tot het aantal boetes dat teruggevorderd werd, wil ik nog zeggen dat ik toen gemerkt heb dat het niet eens op de website van Vlaanderen opgenomen was dat mensen een boete konden terugvorderen vanwege die lange wachtrijen en die situatie van overmacht. Na mijn parlementaire vraag werd die informatie aangepast, maar dan vraag ik me toch af hoe dat kan, minister, dat zelfs die website niet aangepast werd. Hoe kunnen burgers op de hoogte zijn van het terugvorderen van die toeslag of boete, als het niet eens op de website staat?
Een tweede bezorgdheid die ik heb, betreft de lange wachttijden. Ik gaf net al aan dat je in een heel aantal keuringsstations nog steeds heel lang moet wachten vooraleer je daar terechtkunt. Met de roetfiltertesten en met de wagens die vanaf 1 december moeten worden aangeboden voor herkeuring, gaan er per jaar nog eens honderdduizend herkeuringen bij komen. Minister, welke maatregelen werden er genomen om die honderdduizend bijkomende herkeuringen te kunnen verwerken in de keuringscentra?
Mevrouw Robeyns heeft het woord.
Minister, als ik het goed begrepen heb, is die toeslag vanaf 15 juni effectief niet meer aangerekend door de keuringscentra en gaat het louter over de periode van 1 januari tot 15 juni. Het is dus niet zo dat vanaf 15 juni de communicatie naar de keuringscentra niet duidelijk was. Het gaat gewoon over het stukje van 1 januari tot 15 juni.
Voor de ene is 9,7 euro veel, voor de andere is dat niet veel. Het blijft 9,7 euro. U beslist om die maatregel ook met terugwerkende kracht in te voeren. (Opmerkingen van minister Lydia Peeters)
Het is toch met terugwerkende kracht? U beslist het op 15 juni en u zegt dat het ingaat vanaf 1 januari. Dat is dus toch met terugwerkende kracht, tenzij ik het niet goed begrepen heb. Dat wil toch zeggen dat mensen daar op zich recht op hebben. Ik vind het dan toch wel opmerkelijk dat de mensen dat niet weten. Ofwel is het omslachtig om het aan te vragen, dat kan het natuurlijk ook nog zijn.
Ik had één stuk niet goed begrepen. Ik heb er ook geen probleem mee om dat toe te geven. Vanaf 15 juni is het dus wel degelijk goed verlopen en zijn er geen foutieve aanrekeningen gebeurd. Dan was mijn eerste vraag dus niet terecht. Maar ik heb begrepen van collega Mertens dat die communicatie ondertussen toch een stuk verduidelijkt is, dus dat is dan goed.
Minister Peeters heeft het woord.
Collega's, u kunt het hebben over de communicatie. Wij hebben op 15 juni 2023 een spoedbericht verstuurd met de boodschap dat er geen toeslag meer mocht worden aangerekend voor mensen die een maand te laat waren om zich aan te bieden, omdat het afsprakenbeheer van de keuringscentra volledig fout liep.
Dan vraagt u naar de periode tussen januari en 15 juni. Op het moment dat je die beslissing neemt, ga je natuurlijk klachten krijgen van mensen die in april of in mei naar het keuringscentrum zijn geweest en wel nog die toeslag hebben betaald. Daarom hebben we aan het departement gevraagd om dat te erkennen als een situatie van overmacht. En dat heeft het departement ook gedaan.
Hoeveel mensen hebben dan effectief een aanvraag ingediend? Ik denk dat het er op dit ogenblik net geen tweehonderd zijn die in de pen zijn gekropen om te zeggen dat ze de toeslag die ze in maart of in april moesten betalen, terug willen. Die zijn in de pen gekropen en vragen die 9 euro terug. Heel veel andere mensen zijn niet in de pen gekropen. Je kunt zeggen dat dat aan de communicatie ligt. Oké, ik kan aan het Departement Mobiliteit en Openbare Werken, dat zijn eigen communicatieteam heeft, vragen om daar nog eens wat beter over te communiceren. Ik kan dat ook aan de keuringscentra vragen, maar zij zullen niet geneigd zijn om dat te gaan doen.
Ik vind alleszins – maar sommigen klaarblijkelijk niet, mevrouw Mertens – dat het heel duidelijk op de website van het Departement Mobiliteit en Openbare Werken staat.
U zegt dat u nog geen afspraak kunt maken in drie verschillende keuringscentra. Dat is juist een probleem waar ik een tegemoetkoming op wil hebben. Vandaar dat ik er ook blijf op inzetten dat je de mogelijkheid moet hebben om vrij voor te rijden, en dat je niet verplicht bent om een afspraak te maken, zoals sommigen wel willen doen. Ik wil dus dat de twee mogelijkheden blijven om tijdig een afspraak te maken, of vrij voor te rijden. Bij vrij voorrijden moet je je normaal in regel kunnen stellen, en kun je op de dashboards kijken of er lange wachtrijen zijn.
De roetfilter, mevrouw Mertens: alstublieft, ik weet dat u zich verzet tegen de roetfiltertest. Ik wil u dan ook eens even vragen dat u terugkijkt naar uw voorganger – toen was dat collega Ceyssens – die hier aan het roepen was dat die roetfiltertest onmiddellijk moest worden ingevoerd, ongeacht het feit dat er nog geen roetfiltertests waren of dat men het in Brussel en Wallonië niet wilde. Ik zie u neen schudden, maar ik zie ook uw communicatie telkens over roetfilterfraude en over roetfilters, en over al het slechte dat wij de mensen zouden aandoen. Sorry, maar een klein beetje eerlijkheid alstublieft. Praat misschien eens met uw voorganger, met collega Ceyssens van destijds, die als eerste mee stond te roepen om te pleiten voor die roetfiltertest. Stop dus alstublieft met daarover te klagen.
Mevrouw Mertens heeft het woord.
Minister, ik klaag helemaal niet over die roetfiltertesten. Wat ik wil aanhalen over die roetfiltertesten is dat ze deftig moeten gebeuren. Laatst in de plenaire vergadering gingen alle partijen daarmee akkoord. Wat ik hier vandaag wilde aanhalen over die roetfiltertesten, was dat er honderdduizend extra herkeuringen bij zullen komen, wat een invloed zal hebben op de wachttijden voor de keuring. Mijn vraag aan u was dus wat u zult doen aan de extra toevloed van wagens die gekeurd zullen moeten worden. Wat gaat u dus doen om nog langere wachttijden te vermijden?
Dan kom ik terug op de kern van het probleem hier, dus die onterechte boetes en de lange wachttijden. Ik denk inderdaad dat we daarover moeten spreken hoe dat probleem zal worden opgelost. Mensen die nu niet tijdig naar de keuring kunnen gaan, gaan er nu van uit dat ze een maand extra tijd hebben. Als ze dan de politie tegenkomen, lopen ze tegen de lamp. Dat kan toch niet? Dat zijn toch gekke toestanden?
Minister, ik zeg het u nog eens: los het probleem van die lange wachttijden op.
Mevrouw Robeyns heeft het woord.
Minister, voor alle duidelijkheid en om misverstanden te vermijden, denk ik dat het goed is dat u die toeslag tijdelijk hebt opgeheven. De reden daarvoor vind ik ook goed. Er is nog iets dat ik verwarrend vind. Als ik het goed heb begrepen geldt het vanaf 15 juni, en werkt het niet met terugwerkende kracht. Het is eigenlijk een gentlemen’s agreement. Als mensen dan toch binnen die termijn betaald hebben, kunnen ze dat terugvorderen, maar dan wordt er niet … Het is iets ertussenin. Voor mij is dat een grijze zone. Ik heb het nu iets beter begrepen, waarvoor dank.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.