Verslag vergadering Commissie voor Brussel en de Vlaamse Rand en Dierenwelzijn
Verslag
De heer Vandenhove heeft het woord.
De ‘welzijnskip’ is alweer een nieuwe benaming – ze vinden van alles uit. Bovendien is het een benaming die heel dubbelzinnig geïnterpreteerd zou kunnen worden.
Eerder hadden we het in deze commissie over het afschaffen van plofkippen, naar het voorbeeld van Nederland. Ik heb daar zelf een aantal vragen over gesteld. In Nederland is men veel strenger op dat vlak en heeft men een verbod uitgevaardigd. Colruyt heeft nu de vlucht vooruit genomen en wil zoveel mogelijk van zijn kippenvleesassortiment omschakelen naar zogenaamde welzijnskippen. Tegen 2026 wil de keten dat het aanbod in de winkel volledig de normen volgt van de Better Chicken Commitment. Dat houdt in dat elke kip ruim 40 procent meer ruimte krijgt in de stal, dat ze daglicht krijgen, dat ze op een meer natuurlijke manier leven met zitstokken en piksubstraten en dat de kippen ook in de stal geboren worden. Dat zijn allemaal verbeteringen die eigenlijk de standaard zouden moeten zijn.
De winkelketen en de landbouwers sluiten ook een akkoord dat een eerlijke en zekere prijs verzekert. Dit zou ook goed zijn voor de volksgezondheid aangezien er minder antibiotica nodig zijn. Ik vind het dus een heel goed initiatief van deze winkelketen.
Ik heb daarom de volgende vragen, minister.
Hoe ver staat u in het overleg met de grootwarenhuizen over het uitdoven van plofkippen?
Onlangs antwoordde u op een vraag over het dierenwelzijnslabel in het algemeen. Maar hoe zit het concreet met het dierenwelzijnslabel voor kippen? Ik denk namelijk dat hier een belangrijke link te maken is met het initiatief van deze warenhuisgroep.
Ik verwacht niet dat u in detail zult ingaan op de volgende vraag, want dat hebt u zonet al gedaan. Hoe ver staat het met het aanbrengen van dit onderwerp in het kader van het EU-voorzitterschap?
Minister Weyts heeft het woord.
Dank u. Wat de huidige regelgeving betreft, is er de Europese Richtlijn 2007/43/EG van de Raad van 28 juni 2007 tot vaststelling van minimumvoorschriften voor de bescherming van vleeskuikens. Deze richtlijn zorgt ervoor dat binnen de 27 lidstaten deze dieren onder voorwaarden gehouden worden die een minimum aan dierenwelzijn beogen. Meer dan vijftien jaar na het vastleggen van die regels groeit het besef – hoop ik toch – dat die normen aan actualisering toe zijn en dat we die moeten aanscherpen. Ik heb al geprobeerd om dat op de agenda van de Europese Commissie te zetten, samen met mijn collega’s van Duitsland, Nederland, Zweden, Denemarken en de twee andere gewesten van dit land – de zogenaamde ‘Vught-groep’. We hebben getracht om dat onder de aandacht te brengen van de Europese Commissie via een ‘position paper’ met daarin onze verwachtingen aangaande nieuwe welzijnsregels voor landbouwdieren, waaronder vlees- en legkippen maar evengoed ook kalkoenen, varkens, kalveren, vlees- en melkrunderen, konijnen en ook honden en katten. Er is wat overlap met de vraag van daarnet betreffende de finale keuze van de Europese Commissie inzake de twee voorstellen van verordening.
Vanuit de bezorgdheid van de consumenten zijn er inmiddels ook afspraken gemaakt met verschillende grote afnemers van kippenvlees, zoals Kentucky Fried Chicken, IKEA, Unilever, Hotels enzovoort om strengere eisen te stellen aan de omstandigheden waarin vleeskippen gefokt worden. Dit heeft zich vertaald in een Better Chicken Commitment. Voor alle duidelijkheid: het gaat hier om een privé-initiatief – dat ik echt wel ondersteun – waarbij grote spelers zich vrijwillig verbinden om met ingang van 2026 hogere eisen te stellen aan hun leveranciers van kippenvlees. Het is dus wel een engagement voor de toekomst. In Vlaanderen hebben ALDI, Albert Heijn, Carrefour, Delhaize, Colruyt en Lidl zich reeds geëngageerd. De betere normen hebben onder andere betrekking op een tragere groeisnelheid, andere rassen, zitstokruimte, verrijking, meer licht in de stal en een lagere bezettingsdichtheid, weliswaar nog niet de 40 procent waarover u het hebt. Boeren zullen dus moeten investeren in meer eten en in een lager aantal kippen, die ze gedurende een langere periode houden aangezien ze traaggroeiend zijn. Dit zal gepaard gaan met zekere meerkosten.
Parallel daaraan ontwikkelen wij een dierenwelzijnslabel, waarmee we hopelijk vroeger klaar zullen zijn en waarmee we hogere normen inzake dierenwelzijn vooropstellen. Zoals gezegd, zullen we starten met varkens en vervolgens verdergaan met kippen. Dat label zou wel al voor januari 2026 ingevoerd moeten kunnen worden, dus nog voor dit engagement. Het loopt er wat parallel mee en het dient uiteindelijk dezelfde doelstelling: aan de consument een keuze bieden om vleeswaren te kopen die een productieproces achter de rug hebben waarbij er meer aandacht besteed wordt aan dierenwelzijn.
De heer Vandenhove heeft het woord.
Dank u wel, minister. Dit was eigenlijk het antwoord dat ik wilde horen. Wat dat betreft ben ik dus heel positief. Ik heb nog wel een vraag. U zegt dat u eerder klaar zult zijn dan 2026 met dat dierenwelzijnslabel, dus ook wat kippen betreft. Hebt u daarvoor een specifieke timing voor ogen? Dat is wel belangrijk, denk ik, al ben ik al tevreden als het 2026 zou worden. Ik zou zeggen: elke dag eerder is goed voor het dierenwelzijn in het algemeen en voor de kippen in het bijzonder.Â
Minister Weyts heeft het woord.
Dat zal volgend jaar zijn. Ik heb dat zelf niet in de hand, vermits het een privaat initiatief is dat ik wel stimuleer en wil aansturen. Momenteel is men bezig met de lastenboeken: men is heel gedetailleerd aan het uitwerken aan welke vereisten men moet voldoen om aanspraak te kunnen maken op dat dierenwelzijnslabel. Alle partners zijn nog steeds aan boord, dus ook Comeos, de retailsector. Ik zou wel graag in het voorjaar al een en ander kunnen toelichten en ook een call kunnen lanceren richting de landbouwers, ook al gaat het label niet onmiddellijk van start. Ze kunnen zich dan alvast voorbereiden, want als ze daarin willen instappen, zal dat natuurlijk wel wat investeringen vergen. Het zou goed zijn dat ze zich daarop kunnen voorbereiden en dat we al in enige mate van detail kunnen meedelen welke vereisten we vooropstellen en hoe het label eruit zal zien.
De heer Vandenhove heeft het woord.
Dank u wel voor het antwoord.
De vraag om uitleg is afgehandeld.