Verslag vergadering Commissie voor Brussel en de Vlaamse Rand en Dierenwelzijn
Verslag
De heer Vandenhove heeft het woord.
Voorzitter, dat ik ineens drie vragen samen heb, heeft te maken met het einde van het jaar. Het is bijna een tegen allen of allen tegen een, maar dat is zeker niet de bedoeling.
Vanaf volgend jaar is België, en dus ook Vlaanderen, voorzitter van de Raad van de EU. Daardoor kunnen we een aantal prioriteiten naar voren schuiven, ook inzake dierenwelzijn. Volgens een recente Eurobarometer is 84 procent van de Europeanen van mening dat landbouwdieren beter moeten worden beschermd. Ook is 84 procent van de ondervraagden van mening dat ingevoerd vlees zich aan de Europese wetgeving inzake dierenwelzijn moet houden. Er zijn dus alleszins bij de bevolking heel duidelijke ambities om het dierenwelzijn of het beleid ter zake binnen Europa te verbeteren.
– Mercedes Van Volcem treedt als voorzitter op.
Binnen het huidige EU-beleid ligt de nadruk vooral op het reguleren van het transport van dieren en een evaluatie van de bestaande wetgeving. Dierenwelzijn, zeker in de landbouwsector, gezien het kruisverband met die sector, is een beleidsdomein dat baat heeft bij een Europese aanpak. Gelijke normen voor landbouwdieren zorgen ervoor dat de lidstaten geen concurrentienadeel ondervinden als ze het dierenwelzijn willen beschermen. Ondertussen bijna een jaar geleden waren we het in deze commissie eens dat de EU veel meer kan doen voor het dierenwelzijn. Het beleidselement bij uitstek is natuurlijk dat er na de Europese verkiezingen een specifieke bevoegdheid Dierenwelzijn zou komen, met een specifieke commissaris.
Minister, vandaar mijn vragen. Welke concrete prioriteiten schuift u naar voren inzake het dierenwelzijn voor dit EU-voorzitterschap? Welke stappen wilt u zetten na de zogeheten ‘fitness check’ – ik heb er daarnet uit geciteerd – van de Europese dierenwelzijnswetgeving tijdens het voorzitterschap? Welke prioriteiten ziet u voor de landbouwdieren? Is er daarover overleg met uw collega, de minister van Landbouw? Welke prioriteiten ziet u voor huisdieren?
Minister Weyts heeft het woord.
Ik ben het er natuurlijk absoluut mee eens dat er op Europees vlak inzake dierenwelzijn wel wat kansen liggen. Ik denk dat we op dat vlak ook een goed voorbeeld zijn. Vlaanderen is erin geslaagd om van Dierenwelzijn, dat aanvankelijk zowat een federale restbevoegdheid was, een volwaardige bevoegdheid te maken, waarin we het voortouw nemen. Helaas is Dierenwelzijn op Europees niveau nog altijd wel een restbevoegdheid, al dan niet gekoppeld aan Volksgezondheid dan wel Landbouw. We hebben daar in de afgelopen periode ook staaltjes van gezien. Er was aanvankelijk een actualisatie van de EU-wetgeving inzake dierenwelzijn gepland in het werkprogramma van de Europese Commissie van 2023. Aanvankelijk werden vier initiatieven vooropgesteld, namelijk inzake het vervoer van dieren, het slachten van dieren, dieren gehouden voor economische doeleinden en een dierenwelzijnslabel. Dat werd echter uitgesteld en vervolgens ook inhoudelijk sterk gereduceerd. Vandaag liggen er nog maar twee voorstellen van verordening op tafel. Dat gaat enkel over de herziening van de verordening inzake het welzijn van dieren tijdens vervoer en de verordening inzake het welzijn van honden en katten en hun traceerbaarheid. Hier lijkt dus duidelijk sprake van enige koudwatervrees. Men heeft ervoor gekozen om bepaalde andere belangen, lees economische belangen en mogelijk landbouwbelangen, te laten voorgaan op het dierenwelzijn.
Dat hoeft ons natuurlijk niet te ontmoedigen. Ik denk dat we ambitieus moeten blijven. Gelukkig hebben we daarvoor ook bondgenoten binnen de Europese Unie. Het EU-voorzitterschap is inderdaad een uitgelezen kans om dierenwelzijn op de agenda te zetten, ook al weet je natuurlijk dat je als voorzitter niet zomaar vrij spel hebt.
De huidige Europese wetgeving werd aangenomen tussen 1998 en 2009. Uit de fitness check die werd uitgevoerd in het kader van de van-boer-tot-bordstrategie, kon worden geconcludeerd dat de wetgeving echt wel aan actualisering toe is, alleen al op basis van de groei van de wetenschappelijke kennis en de maatschappelijke verwachtingen. We hebben ook gezien dat er soms een gebrek is aan indicatoren om het dierenwelzijn afdoende te meten.
Zowel de afdeling Dierenwelzijn als de Permanente Vertegenwoordiging van Vlaanderen bij de EU is momenteel de door Europa gepubliceerde voorstellen aan het bekijken en aan het nagaan of die voorstellen in lijn zijn met onze doelstellingen.
Tijdens het voorzitterschap worden er raadswerkgroepen georganiseerd, waarbij het thema dierenwelzijn en de nieuwe voorstellen behandeld worden in een werkgroep dierenwelzijn en zoötechniek. Momenteel bekijken we met de andere gewesten welk voorstel we eerst zullen behandelen in de raadswerkgroepen. Hopelijk blijft het echter niet daartoe beperkt. We zullen dus proberen ook een beperking op het vervoer van dieren over lange afstanden en een evolutie naar het vervoer van dierlijke producten in plaats van levende dieren op tafel te leggen. Wat de gezelschapsdieren betreft, kijk ik vooral naar een overkoepelende identificatie- en registratieplicht voor honden en katten binnen de EU, naar minimumvoorschriften voor honden- en kattenfokkers en naar Europese afspraken over de handel in die dieren.
Daarnaast zijn er toch ook nog enkele objectieven, zoals dierenwelzijn op veehouderijniveau, dierenwelzijn op het moment van de slacht, en een label voor dierenwelzijn. Dat zijn dus allemaal thema’s die we toch ter sprake willen brengen. De Europese Commissie had aanvankelijk de intentie om daar voorstellen over te publiceren, maar uiteindelijke zijn die on hold gezet vanwege een vermeende te grote impact op de landbouwsector.
Onze wensen en eisen zijn, zoals u weet, in verschillende ‘position papers’ aan de Commissie bezorgd. Dat zijn position papers die we samen hebben ingediend met de Vughtgroep. Dat is een uitgebreid verlanglijstje, we gaan daar dus aan de kar blijven trekken. Naast de raadswerkgroepen die we voorzien, organiseer ik ook zelf een dierenwelzijnsevent. Dat heet ‘Call to care for animal welfare’. Dat is bedoeld als een eerste Europees netwerkevent waar verschillende EU-officials, experten en stakeholders samenkomen. De Europese commissaris heeft toegezegd om daar ook aanwezig te zijn, daar het publiek toe te spreken en de gepubliceerde voorstellen uit de doeken te doen. Ook daar gaan we dus wat verder dan het gebruikelijke, en trachten we met zo’n event andere thema’s buiten het formele circuit op de agenda te plaatsen.
De heer Vandenhove heeft het woord.
Dank u wel, minister, voor uw uitgebreide antwoord. Ik ben inderdaad tevreden dat u verder wilt gaan dan de twee punten die de EU nu aanhaalt. U noemt het koudwatervrees, maar ik vergelijk het een beetje met de recente geschiedenis van het beleidsdomein Dierenwelzijn in België en Vlaanderen: eigenlijk zou het volledig losgeweekt moeten worden van het beleidsdomein Landbouw, zodat een bevoegde commissaris zich daarmee zou kunnen bezighouden. Het is goed dat u de korf meer volstopt dan de EU zelf doet, maar ik wil er dan toch op aandringen dat we zeker en vast de nadruk leggen op die twee punten, over onder andere het transport van landbouwdieren en alles wat de huisdieren betreft.
Wat uw collega van Landbouw betreft: ik zal hem er zelf over ondervragen. Ik weet natuurlijk wel dat de achterban van de minister van Landbouw niet zo happig is om Dierenwelzijn los te weken van Landbouw. Daar ging ook heel de discussie binnen België en Vlaanderen over voor het domein een Vlaamse bevoegdheid werd. Volgens mij is dat echt iets dat fundamenteel zou moeten gebeuren als we een stap vooruit willen zetten op het vlak van dierenwelzijn in Europa. Ik kijk er inderdaad naar uit om te zien wat de reactie is van de andere landen op de voorstellen die u zult doen, en die nu niet onmiddellijk vervat zitten in de ambitie van de Europese Unie over wat er de komende zes maanden zou moeten wijzigen.
Mevrouw Sterckx heeft het woord.
Minister, ik was ook aangenaam verrast door uw antwoord, want ik had het programma voor het Belgische voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie doorgelezen, en daar vond ik maar één alinea in terug die over dierenwelzijn gaat. Het is nochtans een 53 bladzijden tellend programma. Daarin staan eigenlijk maar drie concrete dingen. Dat is dat we tijdens het Belgische voorzitterschap werk willen maken van de herziening van de wetgeving inzake dierenwelzijn, en dat we dat willen verderzetten zoals het in Europa al is gestart. Daarnaast staat erin dat we het voorzitterschap willen gebruiken om voorstellen omtrent dierenwelzijn te bevorderen, met de bedoeling om de praktijken binnen de EU te harmoniseren. Tot slot is ook het welzijn van gezelschapsdieren enorm belangrijk voor het Belgische voorzitterschap.
U hebt hier daarnet een hele uiteenzetting gedaan, maar ik heb daar eigenlijk heel weinig in teruggevonden over wat u wilt doen om bijvoorbeeld de broodfok aan te pakken, wat nu toch wel een gigantisch probleem is binnen Europa. U zegt altijd dat we daar Europese maatregelen in moeten treffen, bijvoorbeeld in verband met de controles in andere landen en hoe ze daar honden fokken. Hoe gaat u dit op Europees vlak proberen aan te pakken?
Minister Weyts heeft het woord.
Wat dat laatste betreft, die algemene formulering, begrijp ik ook wel – ik weet niet van wanneer het document waaruit u citeert, dateert – dat het een algemene formulering is, eenvoudigweg omdat het ongetwijfeld op het moment van de redactie niet duidelijk was wat de voorstellen van de Europese Commissie zouden zijn. Men heeft daar lang mee gewacht, men heeft dat eerst in de tijd uitgesteld en vervolgens inhoudelijk ook beperkt, met uiteindelijk nog maar twee focussen.
Als het dan heel concreet gaat over de hondenfok, denk ik net dat de eerste stap die we moeten zetten, bestaat uit een Europese harmonisatie inzake traceerbaarheid. Dat is het begin, als het gaat over de handel op Europees niveau: Europese unificatie, harmonisatie op het vlak van traceerbaarheid en het hanteren van gemeenschappelijke criteria voor identificatie. Dat is wel degelijk iets dat ik ook op de agenda wil zetten.
Ik ben het er evenzeer mee eens dat we in de toekomst moeten komen tot een samenstelling van de Europese Commissie met een aparte titulatuur voor Dierenwelzijn, losgekoppeld van Landbouw en Economie. In de schoot van de Vlaamse Regering is dat geen issue meer. Dat is inderdaad een discussie geweest in 2014, toen die bevoegdheid pas overgedragen werd aan ons. Toen stelden we ons de volgende vragen. Waar gaan we dat onderbrengen? Gaan we dat als een aparte titulatuur toekennen aan een minister? Koppelen we dat los van Landbouw? Die horde is genomen, en daarover bestaat geen discussie meer. Ik denk dat dat na mijn eerste beleidsperiode als minister van Dierenwelzijn ook nooit meer ter discussie gesteld is, door geen enkele partij, bij geen enkele onderhandeling. Dat is dus een omgedraaide bladzijde – en maar goed ook. Ik hoop dat we dat voorbeeld kunnen exporteren naar het buitenland, naar de Europese Unie.
De heer Vandenhove heeft het woord.
Dank u wel voor uw antwoord, minister. Wat dat laatste betreft, ben ik het volmondig met u eens: we moeten inderdaad proberen om ons model, waarbij het een aparte bevoegdheid is die totaal losstaat van Landbouw en waarbij er indien nodig over gesproken wordt met elkaar, uit te dragen in de EU.
De vraag om uitleg is afgehandeld.