Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Verslag
De heer Ronse heeft het woord.
Minister, dit is toch vrij goed nieuws: er zijn minder dan honderdduizend werkloze 50-plussers. Dat is een daling van 6 procent ten aanzien van een jaar geleden. De laatste twee jaar wordt die groep kleiner. Nu, dat zijn federale cijfers. Als we in Vlaanderen kijken, zien we gelukkig een gelijkaardige tendens. In november 2023 waren er 210.153 werkzoekenden zonder werk. Dat is een stijging van 15,3 procent met een jaar geleden. Ongeveer een op de vier, of 53.000 onder hen, zijn 50-plussers. Heel opvallend is dat we in alle leeftijdscategorieën een stijging optekenen, behalve bij de 60- tot 64-jarigen. Daar zien we een daling van maar liefst 5,5 procent.
Wat is de reden van die opmerkelijke daling? Betekent dit dat die leeftijdscategorieën minder snel de arbeidsmarkt verlaten en dus meer aan de slag zijn? Wat is de impact van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT) op een vervroegde uittrede uit de arbeidsmarkt? VDAB zet meer in op het activeren van oudere werklozen. Hoe lonen die inspanningen?
Minister Brouns heeft het woord.
Collega, net als u stemt het mij uiteraard zeer tevreden dat we een daling zien van het aantal werkzoekende 60-plussers: van 21.389 in november 2022 naar 20.214 in november van dit jaar. Wat mij betreft, heeft de verhoogde aandacht voor het activeren van ouderen en SWT’ers die we aan VDAB vroegen, daar zeker iets mee te maken. Het ziet ernaar uit dat de inspanningen van VDAB naar die groep van mensen ondertussen rendeert.
Naast de maatwerkaanpak, die losstaat van het criterium leeftijd, kunnen werkzoekenden met nood aan intensieve begeleiding sinds augustus van dit jaar aan de hand van een voucher zelf kiezen door welke organisatie ze zich laten begeleiden. Een aantal partners heeft zich gespecialiseerd in de begeleiding van oudere werkzoekenden. VDAB kiest daarnaast, zoals u weet, voor een snelle preventieve benadering van nieuw instromende uitkeringsgerechtigde werkzoekenden. Die preventieve aanpak werd recent nog versneld. Ongeveer twee weken na hun inschrijving als werkzoekende, worden oudere werkzoekenden voor de eerste keer gecontacteerd en heel gericht doorverwezen voor verdere dienstverlening.
Sinds ruim een jaar werkt VDAB binnen de dienstverlening aan werkzoekenden met nieuwe statussen dienstverlening, waardoor alle werkzoekenden, ook de ouderen, sneller en strikter kunnen worden gevolgd. Tot slot stimuleert VDAB werkgevers, onder andere via een aantal campagnes, om inclusief te zijn en eveneens kansen te geven aan de oudere werkzoekenden.
We zien nog geen daling van de instroom van werkzoekenden in deze leeftijdscategorie. Uw hypothese dat 60-plussers minder snel de arbeidsmarkt verlaten en dus meer aan de slag zijn, kan ik op basis van deze cijfers dus nog niet onderschrijven.
We blijven de inspanningen voor die specifieke doelgroep continueren en volgen de verdere evolutie van de cijfers op de voet. Ik ging trouwens vorige maand in dialoog met 60-plussers over hoe zij naar de arbeidsmarkt van vandaag en van de toekomst kijken en vroeg hun wat hen zou kunnen versterken. Het was een zeer boeiende avond, waaruit ik vooral heb onthouden dat er nog heel veel goesting is om te werken. Dat moeten we dus ook kunnen overbrengen aan onze werkgevers.
Het is geen geheim dat ook ik een zeer koele minnaar ben van het instrument SWT. Vanuit onze eigen bevoegdheden kunnen we daar op dit ogenblik echter niet omheen. Wat wel opvalt en ons tegelijk gunstig stemt, is dat SWT’ers een steeds kleinere groep zijn in de totale werkloosheidscijfers. In november van dit jaar waren er 3936 SWT’ers op de 210.153 werkzoekenden zonder werk. Dat is net geen 2 procent. Een jaar eerder waren dat er nog 5397 op ruim 180.000, of meer dan 3 procent. In november 2021 ging het nog over 3,7 procent. Op twee jaar tijd is het aantal SWT’ers dus met 40 procent gedaald. Dat is een goede trend. SWT vormt dus duidelijk meer en meer de uitzondering dan de regel.
De heer Ronse heeft het woord.
Wat dat laatste betreft: dat zijn er nog altijd bijna vierduizend te veel. Dat zijn allemaal kansen om arbeidsmarktplaatsen in te vullen, dus ik hoop echt dat dat kan worden uitgedoofd.
Voor de rest ga ik akkoord met uw beschouwingen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.