Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
De heer Bex heeft het woord.
Collega’s, minister, deze vraag had eigenlijk evengoed aan bod kunnen komen in de commissie Brussel, want ze is nogal specifiek gericht op de situatie van één jeugdhuis, die in het Brusselse toch bijzonder belangrijk is, omdat we de Nederlandstalige aanwezigheid daar willen behouden. We weten dat elke stap achteruit er vaak een stap is die nooit meer vooruit wordt gezet, of waarvoor de volgende stap vooruit heel veel tijd vraagt.
Er zijn spanningen tussen Jeugdhuis Tongeluk en het gemeentebestuur van Ganshoren en daardoor is de toekomst van dat jeugdhuis onzeker. Tongeluk is al tientallen jaren een vaste waarde en betekent veel voor de Nederlandstalige jeugd in en rond Ganshoren. Maar de gemeenteraad van Ganshoren heeft op donderdag 23 november beslist om de huurovereenkomst stop te zetten.
We moeten er niet flauw over doen, Tongeluk heeft een moeilijke periode achter de rug. Dat wordt ook bevestigd door Stefaan Kaberuka, coördinator van koepelorganisatie Entree, die de Brusselse jeugdhuizen ondersteunt. Er is een jong, onervaren bestuur geweest dat er af en toe de kantjes vanaf gelopen heeft. Zo waren er klachten van overlast door feestjes en afval.
Entree zegt zelf dat ze de bezorgdheden van de gemeente begrijpen, maar noemt de beslissing te drastisch. Entree stelde, met ondersteuning van de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC), een plan voor om de relaties met de buurt te herstellen. Men zou het jeugdhuis kort sluiten en daarna de werking opnieuw starten met een interim-bestuur van ex-bestuurders die meer ervaring hebben, om zo de nieuwe jongeren onder goede begeleiding de werking te laten verderzetten. Door de stopzetting van het huurcontract krijgt Entree niet de kans om dat plan uit te voeren. De jongeren hebben eind oktober te horen kregen dat de lokalen op 6 november leeg moesten zijn en dat de gemeente de sloten zou veranderen. Ze hebben dan ook de lokalen leeg gemaakt.
De gemeenteraad heeft nu besloten om het huurcontract te beëindigen met een opzegtermijn van 6 maanden. Op 31 mei 2024 wordt alles definitief, minister. Volgens schepen Beghin van Ganshoren blijft het wel de bedoeling om de plek voor te behouden voor een jeugdhuis, maar dat biedt weinig garanties, in onze ogen. Twee jaar geleden moest een Franstalige scoutsgroep een lokaal verlaten, dat vervolgens werd toegewezen aan de groendienst.
Een van de redenen waarom ik vandaag ook bij u kom, minister, is omdat schepen Beghin zegt dat er al anderhalf jaar vergaderingen lopen met onder andere uw kabinet. Daarom wou ik u een aantal vragen stellen, zowel in uw hoedanigheid als minister van Jeugd, maar minstens evenveel in uw hoedanigheid als minister van Brussel.
Hoe kijkt u naar de beslissing van de gemeente Ganshoren om het huurcontract van Jeugdhuis Tongeluk op te zeggen?
Welke garanties zijn er volgens u dat er op dezelfde locatie een nieuw Nederlandstalig jeugdhuis zal komen?
Hebt u inderdaad bemiddeld, en gebeurde dat eerder vanuit de invalshoek Jeugd dan wel vanuit de invalshoek Brusselse Aangelegenheden?
Bent u van plan om te bemiddelen tussen Entree en de gemeente Ganshoren om alsnog een oplossing te vinden waarbij de werking van Jeugdhuis Tongeluk voortgezet kan worden?
Minister Dalle heeft het woord.
Collega, bedankt voor uw vraag in deze mooie commissie Jeugd. Normaal zien we elkaar in de commissie Brussel.
Het is uiteraard betreurenswaardig en heel jammer wanneer eender welk Nederlandstalig jeugdwerkinitiatief in Brussel zou verdwijnen.
Ik verneem dat de relatie tussen het jeugdhuis enerzijds en de buurt en het gemeentebestuur anderzijds, al anderhalf jaar onder druk staat door aanhoudende klachten over overlast en afval.
Entree, de koepelorganisatie die de negen jeugdhuizen van Brussel ondersteunt, trad op als bemiddelaar tussen het jeugdhuisbestuur en het gemeentebestuur. Zij erkennen dat er wel degelijk sprake was van een reële overlastproblematiek door de feestjes die in het jeugdhuis werden georganiseerd.
Er werd op dit moment afgesproken dat er voorlopig geen events meer plaatsvinden. Samen met Entree werd er aan een plan gewerkt om met een interim-bestuur een doorstart te maken, na een stilteperiode tot 1 februari 2024. Tot 1 september zou dan een proefperiode lopen.
De schepen van Nederlandstalige Aangelegenheden van Ganshoren, Philippe Beghin, heeft verklaard dat hij de locatie wil voorbehouden voor een nieuw jeugdhuis. Dat is uiteraard een goede zaak en ik hoop dat het gemeentebestuur van Ganshoren hierbij voldoende oog heeft voor participatie van de jeugd van Ganshoren. Dat is wel waar het uiteindelijk over gaat. De bestemming blijft natuurlijk wel een lokale bevoegdheid, in handen van het gemeentebestuur.
U peilde naar mijn eigen rol daarin als minister van Jeugd of Brussel. Het is zo dat de betrokken schepen ons heeft gecontacteerd naar aanleiding van de communicatie over mijn beslissing met betrekking tot de geprofessionaliseerde jeugdhuizen die werken rond bovenlokale projecten. Het is niet zo dat er al lange tijd overleg is geweest met mijn kabinet, maar we zijn wel gecontacteerd. U weet dat ik enkele weken terug de beslissing heb genomen om tientallen bovenlokale jeugdwerkingen – open jeugdwerkingen en jeugdhuizen – te erkennen. In Brussel is Entree er daar een van, naast Toestand.
Op dat moment heeft de schepen ons gecontacteerd. Ik heb die boodschap van de schepen ook doorgegeven aan mijn administratie, met dien verstande dat wij niet bevoegd zijn voor de lokale jeugdhuizen in Brussel, waarvan we er negen hebben. Ik heb die negen jeugdhuizen niet erkend of gefinancierd. Ik doe dat niet. Ik zal dat ook in de toekomst niet doen, omdat dat lokale initiatieven zijn. Ook in Vlaanderen geven we alleen erkenning en financiering aan bovenlokale jeugdhuizen en jeugdwerkinitiatieven. De specifieke situatie van Toestand in Brussel is er zo een.
De specifieke situatie van Entree, is dat zij de koepel zijn van die negen lokale Brusselse jeugdhuizen. In die hoedanigheid financieren we hen, maar specifiek ten aanzien van die lokale jeugdhuizen, is dat een zuiver lokale aangelegenheid. Dus mijn tussenkomst ten aanzien van Entree, doe ik als minister van Jeugd.
In de beide hoedanigheden – als minister van Jeugd en als minister van Brussel – ben ik zeer bekommerd om die negen lokale jeugdhuizen. Het belangt mij absoluut aan, maar het is niet mijn bevoegdheid om hun te financieren of daarin tussen te komen. Dat is een taak van lokale besturen
Zoals gezegd ondersteunen we Entree voor het opzetten van bovenlokale projecten. Die vinden onder meer plaats in die negen Brusselse jeugdhuizen, maar de ondersteuning en opvolging van die plekken is dus de bevoegdheid van de lokale besturen en de VGC. Dat neemt niet weg dat mijn administratie binnen de grenzen van de bevoegdheid ook contact opneemt met Entree.
Naar aanleiding van de beslissing om Entree het volledige gevraagde bedrag in de erkenning toe te kennen, is er ook een signaal vanuit mijn administratie geweest dat er wel een contact komt, omdat het advies eigenlijk was om hun financiering niet zo hoog te zetten. Ik heb beslist om dat wel te doen, maar wel met de vraag naar de administratie toe om Entree te contacteren met een aantal werkpunten.
Wat uw laatste vraag betreft, verwijs ik naar het overleg dat plaatsvindt tussen mijn administratie en Entree. Het is niet mijn ambitie om sterker op te treden tussen de gemeente en Entree, omdat dat ook niet mijn taak is. Ik denk niet dat dat zou helpen. Het is absoluut de bedoeling dat men lokaal tot een goede beslissing komt. Ik heb daar ook vertrouwen in dat men zich bewust is van het belang van die situatie.
De heer Bex heeft het woord.
Ik dank de minister voor zijn antwoord. Hij is eerder ingegaan op de rol van Entree, dan op de toekomst van het jeugdhuis in concreto. Maar het moet me toch van het hart, minister – en ik denk dat u die mening deelt – dat wanneer we negen Nederlandstalige jeugdhuizen hebben, het absoluut de ambitie moet zijn om ook in de toekomst negen Nederlandstalige jeugdhuizen te behouden in Brussel.
Er staat er eentje onder ongelofelijke druk. De huurovereenkomst is zelfs al opgezegd, ondanks het feit dat u zegt dat er een programma is voorzien tot en met september na die afkoelingsperiode. Kan dat programma doorgaan na de opzeg van die huurovereenkomst? Dat lijkt me een zeer grote vraag. Ik zou denken van niet. Het jeugdhuis is ondertussen ook leeggemaakt.
Het is al vaker in de Commissie voor Brussel zo geweest dat ik zelf de vraag krijg van collega’s om eens te praten met lokale schepenen. Collega Vanlouwe die gemeenteraadslid is in Ganshoren is hier jammer genoeg niet bij, want hij zou met vuur de toekomst van dat jeugdhuis verdedigen, zelfs al spelen ze daar soms muziek waar hij zelf niet op zou staan te dansen. Maar u zou ook zelf direct contact kunnen opnemen met uw partijgenoot, met de lokaal bevoegde schepen, om te zeggen dat we ten minste die nieuwe kans moeten geven. De opzeg van een contract kan altijd teruggeroepen worden. Laat ons tenminste de kans van die proefperiode aan dat jeugdhuis geven.
Mijn vraag is heel concreet of u naast de administratieve contacten – die zich eerder toespitsen op de samenwerking met Entree – zelf ook de nodige politieke contacten met het lokale gemeentebestuur onderneemt – en u hebt daar uitstekende contacten – om dat proefprogramma van zes maanden mogelijk te maken?
Mevrouw Perdaens heeft het woord.
Dank u, collega, voor uw gastvraag in de commissie. We treden u daarin bij.
Het lijkt inderdaad een drastische beslissing van het gemeentebestuur van Ganshoren. We vragen ons natuurlijk wel af hoe lang die problemen aanslepen, vooraleer tot zo’n drastische beslissing wordt overgegaan. Ik kan me voorstellen, of ik druk toch de hoop en het vermoeden uit, dat men daarvoor niet over een nacht ijs is gegaan. De kern van de zaak blijft natuurlijk wel dat een van de negen jeugdhuizen die onder de vlag van Entree varen, dreigt te verdwijnen. Dat is een aderlating voor de Vlaamse jeugd in Brussel en bijgevolg, zoals u terecht aanhaalde, een bezorgdheid van collega Vanlouwe en de rest van onze fractie.
Minister, de situatie duidt er ook op dat er nood is aan deftige ondersteuning van de Vlaamse jeugd die in het Brusselse jongerenleven engagementen wenst te nemen. Er werd gekaderd dat het een jonge ploeg is die fouten heeft gemaakt, mogelijk ook vanwege hun jeugdig enthousiasme. Welke signalen vangt u op over dat engagement en de nood die er is om daarin bijgestaan en gesteund te worden, heel concreet wat betreft de Vlaamse jeugd in Brussel?
Minister Dalle heeft het woord.
De vraag om engagement op te nemen is er, en die hebben we met de beslissing van enkele weken geleden ook heel duidelijk beantwoord.
Ter herinnering, tijdens de vorige beleidsronde van de bovenlokale jeugdhuizen kreeg de toenmalige Jeugdhuizen Ondersteuning Brussel (JHOB), dat nu Entree heet, het maximumbedrag van 100.000 euro. Voor de nieuwe periode 2024 tot 2027 hebben ze ook ingediend en vroegen ze het maximumbedrag van 115.000 euro. Mijn departement heeft geadviseerd om ze 100.000 euro toe te kennen, dus 15.000 euro minder dan gevraagd. Ik heb daarop de beslissing genomen om toch 115.000 euro toe te kennen, gezien de uitdagingen in Brussel en de nood aan kwaliteitsvolle ondersteuning van de negen verschillende jeugdhuizen. Dat is, denk, collega Perdaens, een stuk van het antwoord. We hebben die vraag gekregen, en we hebben dat gedaan. Voor mij is het wel een belangrijke voorwaarde naar Entree toe, dat ze extra inzetten op de ondersteuning van de lokale jeugdhuizen, naast de bovenlokale projecten die ze zullen realiseren. Daarover gaat mijn departement in gesprek met Entree.
Waarom herhaal ik dat hier, in antwoord op de vraag van collega Bex? Dat is namelijk omdat wij de middelen hebben gegeven aan Entree om in dit soort dossiers op een professionele manier om te gaan met die negen jeugdhuizen en het overleg met het gemeentebestuur goed te organiseren. Ik hoop en verwacht dat de komende maanden het gemeentebestuur, het bestuur van het jeugdhuis Tongeluk in Ganshoren en Entree verder in dialoog gaan om tot een oplossing te komen en ervoor te zorgen dat er effectief ook volgend jaar een jeugdhuiswerking kan zijn. Dat is wat ik hoop en verwacht.
Er is, zoals gezegd, al contact geweest tussen mijn kabinet en de schepen van Nederlandstalige aangelegenheden. Het lijkt me wel geen goede zaak dat ik mij daar verder in zou moeien. Dat is echt een lokale aangelegenheid. De schepen is zich absoluut bewust van het belang en steunt de vraag om op die locatie een jeugdhuisactiviteit verder te kunnen uitbouwen, op een betere manier dan in het verleden en in een goede verstandhouding met de buurt. Maar ik zal hem niet zeggen hoe dat lokaal moet worden georganiseerd. Wij steunen hem om dat te doen, we steunen Entree om dat te ondersteunen. Maar ik ga in die onderhandelingen niet tussen komen. Ik denk dat dat ongezond zou zijn en dat is ook niet mijn taak en mijn rol. Ik doe dat ook niet in andere steden en gemeenten.
Wij hebben honderden lokale jeugdhuizen, overal in Vlaanderen en in Brussel. Het is de taak van die lokale besturen en de lokale jeugdhuizen om dat in goede verstandhouding te doen. Ik reken erop dat de verschillende partijen zich op een professionele manier opstellen om vooruit te gaan, met als doelstelling: een Vlaamse of een Nederlandstalige jeugdhuiswerking in Ganshoren, in goed overleg met de gemeente en de buurt.
De heer Bex heeft het woord.
Ik dank de minister voor zijn antwoord. Formeel heeft hij gelijk, en het is goed dat hij Entree alle middelen heeft gegeven om die rol ook effectief waar te nemen. Alleen – specifiek in de Brusselse context – denk ik dat we allemaal goed weten dat het gemakkelijker is om een huurcontract op te zeggen voor een Nederlandstalig jeugdhuis, dan om er een nieuw te sluiten.
Dus ik roep de minister wel op om via informele weg – en ik denk dat we dat allemaal moeten doen, met alle Nederlandstalige partijen – toch de nodige contacten te leggen, zodat de werking van dat Nederlandstalig jeugdhuis kan blijven plaatsvinden op die locatie.
Zoals ik al zei: een stap achteruit zetten, is makkelijker dan een stap vooruit zetten. We moeten allemaal samen aan één zeel trekken om dat jeugdhuis daar te houden.
De vraag om uitleg is afgehandeld.