Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
Mevrouw Mertens heeft het woord.
We worden in de pers regelmatig geconfronteerd met berichten over aanvaringen tegen bruggen over waterwegen. Vlaanderen telt momenteel 807 bruggen die in het beheer zijn van De Vlaamse Waterweg (DVW). In de periode van 2018 tot en met 2022 vonden er 25 aanvaringen tegen bruggen plaats. Dat zijn er gemiddeld vijf per jaar. Uit een schriftelijke vraag die ik op 6 juli stelde, blijkt dat er in de eerste helft van dit jaar, dus van 1 januari tot en met 30 juni al negen aanvaringen tegen bruggen over waterwegen plaatsvonden. Dat cijfer is dus erg hoog als we de vergelijking maken met de vijf voorgaande jaren. Ik zeg het nog eens: in de eerste helft van dit jaar waren er bijna dubbel zoveel aanvaringen tegen bruggen.
De gevolgen zijn niet te onderschatten. Het gaat vaak niet alleen om schade aan de infrastructuur, aan die brug, maar het zorgt ook voor stremming van de scheepvaart. Zo was er bij negen van de aanvaringen tegen bruggen in vijf gevallen stremming van de scheepvaart. Daarnaast kan het ook zijn dat er wegomleidingen moeten plaatsvinden als de stabiliteit van de brug in het gedrang gekomen is en dat er herstellingswerken moeten worden uitgevoerd. Dat heeft natuurlijk ook consequenties voor omwonenden, maar vooral ook voor lokale handelaars wanneer die brug afgesloten wordt en op die manier huizen en winkels voor lange tijd niet bereikbaar zijn. De kosten kunnen ook hoog oplopen. Die varieerden van 429,50 euro tot 1.803.379 euro.
Uit het antwoord op mijn schriftelijke vraag blijkt ook dat de oorzaken van de aanvaringen tegen bruggen kunnen variëren: ofwel wordt de hoogte verkeerd ingeschat, ofwel is een kraan blijven openstaan, wordt het rode scheepvaartsein genegeerd, enzovoort.
We zien ook dat het vaak dezelfde bruggen zijn die meerdere keren aangevaren worden. Ik denk bijvoorbeeld aan de bruggen ter hoogte van de Kruispoort in Brugge. Er zijn de bruggen ter hoogte van Temse.
Minister, kunt u verklaren hoe het komt dat er op een half jaar tijd al dubbel zoveel aanvaringen tegen bruggen waren dan normaal gezien op een heel jaar? Bent u van mening dat die aanvaringen hadden kunnen worden voorkomen? Ziet u een verband? Gaat u actie ondernemen om het aantal aanvaringen te laten zakken?
Minister Peeters heeft het woord.
Mevrouw Mertens, dank u wel voor uw vragen. U weet dat we heel veel bruggen hebben boven onze waterwegen, meer dan vijfhonderd beweegbare, maar ook nog heel veel vaste brugconstructies. Ik denk dat we ruim een duizendtal bruggen over onze waterwegen hebben.
Er loopt alleszins binnen De Vlaamse Waterweg op dit ogenblik een initiatief om de calamiteiten in de ruime zin te reduceren. Op 20 oktober werd in dit verband nog een overleg gehouden tussen De Vlaamse Waterweg en de vertegenwoordigers van de binnenvaartsector. Mogelijke oorzaken van de recente calamiteiten en mogelijke oplossingen werden er onderling besproken.
Uit de lijst van mogelijke oplossingen werden een aantal items geselecteerd die prioritair aangepakt zullen worden. Een aantal acties beogen het reduceren van het aantal aanvaringen tegen bruggen. De voorgestelde acties zullen in onderling overleg met de varende sector verder worden uitgerold en uitgevoerd.
Zo worden in 2024 onder andere volgende acties ingepland. Ten eerste worden gerichte sensibiliseringsacties en communicatiecampagnes uitgerold betreffende de intoxicatie en het doorvaren bij een rood of groen licht, conform het scheepvaartreglement. Ten tweede is er het operationaliseren van de meldingsplichten voor incidenten, schade en hindernissen in het water, met het oog op het ontwikkelen van een overzichtsdatabank, het in kaart brengen van kritische punten en de monitoring. Een derde actie is het scherpstellen van het proces betreffende de communicatie tussen de scheepvaartbegeleiders en de schippers bij de aanvraag van beweegbare kunstwerken en het doorvaren van het kunstwerk. Een vierde actie is het uniformiseren van het taalgebruik tussen schepen en de communicatie tussen wal en schip. Tot slot is er het in kaart brengen van de technologische mogelijkheden om de veiligheid en de communicatie via de marifoons en het automatic identification system (AIS) te verbeteren. Kortom: dat zijn heel wat acties.
Op middellange en lange termijn worden verder ook nog technische oplossingen onderzocht en uitgewerkt. Op basis van de beschikbare data en ontwikkelingen worden vervolgacties bepaald.
Al die gezamenlijke initiatieven zullen alleszins bijdragen tot een veiligere binnenvaart en ze moeten aanleiding geven om het aantal incidenten, het aantal aanvaringen met bruggen alleszins te verminderen.
Nu, ik kan al die initiatieven die onderling afgesproken zijn tussen De Vlaamse Waterweg en de binnenvaartsector alleen maar toejuichen. Ik hoop alleszins dat dat het aantal aanvaringen drastisch vermindert. Net zozeer als met aanrijdingen op de weg, hebben aanvaringen op de waterweg heel veel te maken met onoplettendheid, het negeren van signalen. Ook daar zullen hopelijk al die acties, die campagnes ertoe bijdragen dat dat drastisch vermindert.
Mevrouw Mertens heeft het woord.
Dank u, minister, voor het uitgebreide antwoord. De acties die er komen in samenwerking met de schippers en De Vlaamse Waterweg, kunnen we alleen maar toejuichen. Wat de oorzaak betreft, haalde u menselijk gedrag en onoplettendheid aan, maar hoe komt het dan dat er plots zo’n grote stijging is? Het gaat bijna om een verdubbeling van het aantal aanvaringen. Wilt u dan zeggen dat men steeds onvoorzichtiger en onoplettender wordt? Ik kan die grote stijging niet verklaren en ik hoop dat u dat wel kunt.
De heer Verheyden heeft het woord.
Minister, het is een feit dat binnenschepen steeds groter worden. Uiteraard verhoogt dat ook ergens het risico op ongevallen met bruggen. Ik ben van Bornem, wat vlak naast het Zeekanaal Brussel-Schelde ligt, een drukbevaren route. Daar hebben zich al verschillende calamiteiten voorgedaan. Ik ken nogal wat van die brugwachters. Vaak staan schippers onder hoge werkdruk en hebben die lange dagen, maar ook die brugwachters en sluiswachters trekken aan de alarmbel. Deze week was er een staking in verband met de hervorming van het ambtenarenstatuut, maar er is ook al een staking geweest met betrekking tot de werkomstandigheden van die brug- en sluiswachters.
We hadden het daarstraks over automatisatie. Niemand heeft een probleem met de automatisatie van al die bruggen en sluizen, maar men heeft er wel een probleem mee dat vaak één sluis- of brugwachter verschillende bruggen en sluizen tegelijk in het oog moet houden. Dat verhoogt natuurlijk het risico op fouten en mogelijke ongevallen.
Die mensen trekken al langer dan vandaag aan de alarmbel met betrekking tot de werkdruk en de veiligheid. Dat zijn niet echt veilige toestanden. Zij voorkomen veel meer ongevallen dan er gebeuren – gelukkig maar – door hun adequaat optreden. Maar tegelijkertijd trekken ze aan de alarmbel, omdat er eigenlijk toch wel te weinig personeel is om dat allemaal op een goede manier op te volgen.
Mijn vraag is dan ook of u naar de grieven van die sluis- en brugwachters luistert. Bent u van plan om bijkomende personeelsleden aan te werven? Wat ook vaak gebeurt, is dat nieuwe sluiswachters, die pas in opleiding zijn, veel te snel voor de leeuwen gegooid worden en op hun eentje al dat verkeer moeten opvolgen. Bent u van plan nieuwe sluiswachters niet te snel alleen voor de leeuwen te gooien?
Minister Peeters heeft het woord.
Ik denk dat ik vrij kort kan zijn. Ik heb daarstraks al gezegd dat er meer dan vijfhonderd beweegbare kunstwerken zijn. Dat gaat over sluizen en beweegbare bruggen. Men is in cijfers inderdaad van vijf naar negen aanvaringen gegaan. Voor elke individuele aanvaring wordt er onderzocht wat de oorzaak is. Net zoals dat voor de weg geldt, kan dat aan onoplettendheid liggen, kan dat aan een menselijke fout liggen. Het kan aan van alles liggen, maar het wordt alleszins telkens case per case onderzocht. Dat wil ik eerst heel duidelijk meegeven.
Mijnheer Verheyden, u legt onmiddellijk de link met de workload bij de sluiswachters, en het feit dat sluiswachters te snel voor de leeuwen worden gegooid. Ik kan die link vandaag niet leggen. Ik luister uiteraard naar de grieven van iedereen. Ik sta altijd open voor dialoog en overleg, maar ik kan vandaag zeker niet concluderen dat de ongevallen puur en alleen te wijten zouden zijn aan sluiswachters die een te hoge werkdruk hebben. Heel vaak heeft het ook gewoon te maken met inschattingsfouten van de schippers. Kortom: ik ga die conclusie vandaag niet maken. Ik denk dat je, net zozeer als bij ongevallen op de weg, ook bij ongevallen op de waterweg telkens eerst een grondige analyse moet laten maken van wat de reden was en hoe het ongeval had kunnen worden voorkomen. Heel vaak gaat het over menselijke impact en gedrag. Een seconde onoplettendheid of een inschattingsfout kan soms verstrekkende gevolgen hebben. Ik denk dat we dat case per case moeten bekijken en we daar nu geen algemene conclusies uit kunnen trekken. Opnieuw: ik sta open voor elk overleg. Dat ga ik zeker met niemand uit de weg. (Opmerkingen van Wim Verheyden)
Mevrouw Mertens heeft het woord.
Minister, het is goed dat elke aanvaring uitgebreid onderzocht wordt. Ik denk ook dat dat zeker nodig is. Toch moeten we heel aandachtig zijn voor het stijgend aantal ongevallen. Rekening houdend met de modal shift, zal het verkeer over het water alleen maar toenemen, en dan is het ook heel belangrijk dat alles in goede banen blijft lopen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.