Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
Collega’s, deze vraag is een niet tijdig beantwoorde schriftelijke vraag die is omgezet naar een vraag om uitleg.
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Collega’s, ik zal beginnen met te zeggen dat de antwoorden op mijn schriftelijke vraag net in mijn mailbox zijn beland. Het ging om een vraag over de schuilhuisjes aan de bushaltes in West-Vlaanderen, waarbij ik een overzicht vroeg van alle haltes in West-Vlaanderen, een overzicht van de haltes die sinds 2018 een nieuwe accommodatie kregen, een overzicht van alle haltes in West-Vlaanderen die uitgerust zijn met een zonnepaneel of een groendak, en een overzicht van de subsidies die in de voorbije vijf jaar betaald zijn voor het plaatsen van schuilhuisjes.
Ik heb snel eens gekeken wat er in het antwoord vervat zit. De reden waarom ik de vraag gesteld heb, minister, is dat reizigers graag in comfortabele omstandigheden op hun bus of tram wachten. Er zijn inspanningen om steeds kwaliteitsvollere accommodatie te ontwikkelen. Het zijn steden en gemeenten die willen investeren in bushaltes en die ook vragen om subsidies. Ik heb een overzicht gekregen van de investeringen van 2018 tot vandaag, 2023. Ik merk op, minister, dat daar in 2018 een budget voor was van 876.364 euro. Dat wordt wat aangehouden. Dan is het wat minder. Maar dan zien we dat er in 2023 slechts een budget van 57.000 euro voorzien is. Dat is heel veel minder dan de bijna 900.000 euro in 2018. Wat is de reden daarvoor?
Als we mensen warm willen maken voor het openbaar vervoer, zetten we het best ook haltes of accommodatie die ervoor zorgt dat mensen in het droge kunnen wachten op de bus. Zeker met de hervormingen die nu op til zijn of worden uitgevoerd, moeten mensen ook wel wat langer wachten op de bus. Hoe kijkt u naar het ontwikkelen van accommodatie die aangepast is en die ervoor zorgt dat burgers op een gemakkelijke en comfortabele manier de bus of de tram kunnen nemen?
Minister Peeters heeft het woord.
Mevrouw Vandromme, bedankt voor uw vragen. Het waren inderdaad een aantal schriftelijke vragen, maar u weet ook dat de veelheid aan details een enorme workload betekent. U vroeg naar een overzicht van alle haltes, met daar dan een aantal specifieke kenmerken bij. Door het feit dat we meer dan 30.000 haltes hebben, was dat een enorme workload en daardoor zijn de vragen laattijdig beantwoord. Ik wil daar nogmaals mijn excuses voor aanbieden, maar anderzijds weet u ook dat wij alleen al vorig jaar meer dan 1700 schriftelijke vragen hadden. Als ik kijk naar de andere collega's binnen de Vlaamse Regering, hebben die er duizend of minder. Niemand komt aan een dergelijk hoog aantal schriftelijke vragen. Tegelijkertijd weet u dat alle antwoorden geven op die schriftelijke vragen voor al onze administraties een enorme workload is. De eerste bijlage van deze schriftelijke vraag had 183 pagina's (bijlage 1 en bijlage 2). (Opmerkingen)
Ik wil dat ook wel aan alle parlementsleden zeggen: de workload daarvan voor onze administraties is enorm. Het is het recht van de parlementsleden om vragen te stellen, maar een dergelijke detailgraad is natuurlijk heel veel.
We hebben inmiddels op alle vragen een antwoord gegeven.
Wat betreft uw eerste vraag: het overzicht zit in de bijlage. Ik kan die gegevens vandaag ook aan de commissievoorzitter geven, omdat ze hier nu ook ter beschikking zijn via een vraag om uitleg.
De Lijn houdt de reden van de plaatsing of vervanging niet bij. Als er een ongeval of zo gebeurt, en een schuilhuisje is volledig vernietigd, dan wordt dat natuurlijk vervangen. Soms is het ook verouderd of dergelijke. Maar men gaat niet specifiek afvinken wat voor 30.000 schuilhuisjes de reden is.
De Lijn kan enkel antwoorden voor de gesubsidieerde schuilhuisjes, en niet voor alle andere.
Een onderscheid per provincie, ook daarvan geeft De Lijn mee dat het niet mogelijk is omdat alle subsidies gecoördineerd worden door het Departement Mobiliteit en Openbare Werken (DMOW) en in het overzicht staan ook onder andere vuilnisbakken, fietsenstallingen, het wegnemen van schuilhuisjes en dergelijke.
De cijfers van 2022 zijn inderdaad 837.000 euro. In 2023 is dat minder. Ik heb daarover vermoedens, maar kan dat niet met zekerheid zeggen. Het cijfer van die 57.000 euro is het cijfer dat we gekregen hebben van het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV). U weet dat er daarnaast ook nog heel veel schuilhuisjes zijn op gemeentewegen. Ik vermoed dus dat het hier alleen gaat over die langs gewestwegen. Maar wat dat betreft zal ik de nodige informatie bijkomend moeten opvragen bij De Lijn zelf. Ik vermoed dat veel te maken heeft met de hertekening en uitrol van Hoppin, van basisbereikbaarheid, wat natuurlijk een enorme impact heeft op heel wat schuilhuisjes. Want als we straks overal een verandering gaan aanbrengen met bijvoorbeeld alleen al rittenbladen, kun je bij wijze van spreken zeggen dat er voor elk schuilhuisje een interventie is geweest.
Ik probeer dus alle vragen tijdig te beantwoorden. Maar de hoeveelheid heeft natuurlijk ook een enorme impact.
Dank u wel, minister. Ik denk dat we al blij zijn dat u geen 183 pagina’s voorgelezen hebt.
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Excuses aanvaard, minister. Ik weet dat men in de politiek graag bovenaan het lijstje staat. Het is misschien een tip om de meest gevraagde politica of minister te zijn, het kan misschien een aanzet zijn voor een nieuw lijstje.
Ik ben zeer benieuwd waarom er maar 57.000 euro voorzien is voor die bushaltes. Want ik ben echt wel voorstander. U bent bij mij op bezoek geweest en weet hoe uitgestrekt ons gebied is, minister. Als we spreken over basisbereikbaarheid, dan is het nemen van een bus een minimale dienstverlening, en dat betekent dan goede bushaltes, een goede accommodatie en comfortabele omstandigheden. Dat is het minimum minimorum. Ik hoop dus oprecht dat dat niet betekent dat dat een desinvestering is in die bushaltes, maar ik wacht op uw antwoord. En het is ondertussen inderdaad bezorgd aan alle leden.
De heer Keulen heeft het woord.
Minister, gewoon voor de duidelijkheid, langs gemeentewegen is het de gemeente die zorgt voor die schuilhuisjes, langs gewestwegen is dat AWV, dacht ik. Ik weet niet of De Lijn zelf schuilhuisjes heeft. Ik denk dat het de wegbeheerder is die de schuilhuisjes plaatst. Iedereen in de buitenwereld denkt aan De Lijn als het gaat over schuilhuisjes, maar De Lijn stopt daar. De halte-infrastructuur is voor de wegbeheerder. Dat is wat het ook zo moeilijk maakt om daar een globaal overzicht van te hebben, want ik begrijp dat ook afgedankte schuilhuisjes langs de gewestwegen finaal terechtkomen bij de gemeentelijke technische diensten, die zich dan ook meestal afvragen wat ze daar nu verder mee moeten. Ik heb de indruk dat dat veeleer een praktijk is die in de loop der jaren is gegroeid en waar ook niemand zich verder vragen bij stelt. Het is begrijpelijk dat u aangesproken wordt vanuit De Lijn, maar De Lijn stopt daar.
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Misschien aanvullend, in de vraagstelling stond inderdaad wel dat het Departement Mobiliteit en Openbare Werken (MOW) en de gemeenten eigenaar zijn. (Opmerkingen van Marino Keulen)
Minister Peeters heeft het woord.
Dat klopt. Vandaar dat ik daarstraks ook al zei dat de cijfers voor het jaar 2023 alleen de cijfers zijn die zijn aangereikt door het Agentschap Wegen en Verkeer met betrekking tot de bijdrage die zij hebben gedaan. Die 57.000 euro, dat is wat zij hebben geïnvesteerd in schuilhuisjes langs gewestwegen, maar daarnaast kunnen de gemeenten een subsidie krijgen voor schuilhuisjes langs de gemeentewegen, en dat finale bedrag hebben we nog niet voor 2023, denk ik. Vandaar die nuance, maar het klopt wat u zegt, mijnheer Keulen. De schuilhuisjes worden geplaatst door de wegbeheerder. Men kan daar een subsidie voor krijgen. AWV krijgt natuurlijk geen subsidie, want dat is Vlaamse overheid, maar de gemeenten kunnen wel een subsidie krijgen. We hebben daar tegelijk ook het Masterplan Toegankelijkheid aan gekoppeld, waarbij men ook nog eens een subsidie krijgt als men ze toegankelijk maakt voor mensen met een beperking.
Ik was vergeten te vragen of er collega’s waren die wilden tussenkomen. Collega Keulen heeft dat ondertussen gedaan, maar ik vraag het toch nog eens aan de andere collega’s. Neen?
De vraag om uitleg is afgehandeld.