Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Vraag om uitleg over het advies van het Agentschap voor Natuur en Bos over de aangepaste aanvraag van INEOS voor Project ONE
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
We lezen in Apache dat de eindconclusie van het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) bij de aangepaste vergunningsaanvraag voor Project ONE van INEOS een ongunstig advies is: "Onvermijdbare en onherstelbare schade van het Vlaams ecologisch netwerk (kan) niet met zekerheid uitgesloten worden."
Het is nu aan de Gewestelijke Omgevingsvergunningscommissie (GOVC) om dit ongunstig advies mee te nemen in haar totaaladvies. Die GOVC heeft zich alvast meer tijd gekocht: de beoordelingsdatum is uitgesteld naar 12 december. Daarna volgt de beslissing of INEOS al dan niet een vergunning krijgt voor Project ONE.
Ik verwijs ook naar het expertenadvies bij het advies van de Raad van State bij het voorstel van decreet Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) "om aan het advies van ANB uitdrukkelijk een bindend karakter toe te kennen wanneer het advies in het kader van de habitattoets ongunstig luidt. Thans wordt dit bindend karakter door de rechtspraak reeds afgeleid uit art. 4.3.3 VCRO."
Nog in het voorstel van decreet Programmatische Aanpak Stikstof wordt een reeks artikelen toegevoegd die de mogelijkheid bieden om in de loop van de vergunningsaanvraag de passende beoordeling te wijzigen: artikel 90, 91 en 92. Maar uw eigen dienst beoordeelt de gewijzigde passende beoordeling nu ongunstig. Bovendien blijkt de passende beoordeling opgesteld op basis van verouderde drempelwaardes en zijn ook de drempelwaardes, zoals opgenomen in het voorstel van decreet Programmatische Aanpak Stikstof, nog steeds niet in werking.
Kunt u uberhaupt nog een vergunning afleveren voor dit project als u dit alles op een rijtje zet?
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Op 28 november 2023 raakte bekend dat – ik citeer Apache – het “Agentschap voor Natuur en Bos met een negatief advies voor de bijgewerkte aanvraag van Ineos opnieuw een bom legt onder Project ONE”. Letterlijk zou in het advies van het ANB staan dat “de ontwerptekst niet gunstig geadviseerd kan worden”, maar “aangevuld dient te worden”.
Voor tal van soorten en habitattypes in tal van speciale beschermingszones zouden bijkomende inlichtingen of toelichtingen nodig zijn, ondanks een biodiversiteitsbijlage van 938 bladzijden bij het project-MER (milieueffectrapport).
Hoe dan ook zou het advies stellen dat “het Agentschap voor Natuur en Bos op basis van voorliggend dossier over onvoldoende informatie beschikt zodat een betekenisvolle aantasting van de instandhoudingsdoelstellingen van de speciale beschermingszone en onvermijdbare en onherstelbare schade van het Vlaams ecologisch netwerk niet met zekerheid kan uitgesloten worden”.
Ik ga u niet vragen, minister, of het geel schorpioenmos een geldige reden is om Project ONE te kelderen en ook niet of tienduizend bladzijden biodiversiteitsbijlage wel zouden volstaan om het ANB in staat te stellen advies te verlenen. Maar het roept wel veel vragen op, dus bij dezen wil ik u graag enkele vragen stellen.
Is het kenbaar gemaakte advies een ongunstig advies, een gunstig advies mits voorwaarden of geen advies en dus eigenlijk een gunstig advies? In die zin moet ik ook vaststellen dat er op Twitter vanuit medewerkers van het ANB heel wat discussies zijn ontsproten waarover ik me veel vragen stel. Hebt u al een juridisch advies gevraagd, of zult u dat nog doen, om na te gaan of voor belangrijke economische sectoren, zoals de chemische industrie of de landbouw, gebruikgemaakt kan worden van artikel 6, lid 4 van de Habitatrichtlijn, dat stelt dat een project ondanks een ongunstige beoordeling van de gevolgen voor een gebied toch kan doorgaan als er geen alternatieven zijn, als er dwingende redenen zijn van groot openbaar belang en als er compensaties zijn om de samenhang van Natura2000 te waarborgen. Op welke manier zult u een kader voor passende beoordeling ter beschikking stellen dat werkbaar is voor elke aanvrager die wil investeren in Vlaanderen en dat de garantie geeft dat er niet willekeurig gehandeld wordt in de beoordeling, alsook dat niet elke aanvrager aan zijn lot wordt overgelaten om naar eigen goeddunken de passende beoordeling op te maken?
Minister Demir heeft het woord.
Ik wil duidelijk stellen dat niet alles wat op Apache staat, correct is. Dat geldt trouwens voor alle kranten, maar ik heb me er wel een beetje aan geërgerd hoe ook volksvertegenwoordigers er onmiddellijk mee aan de slag gaan omwille van hun agenda. Ik zou dus toch wel vragen om daarmee op te letten.
Het ANB heeft in verband met de passende beoordeling en het MER van INEOS gewoon – ik denk dat dat ook normaal is – bijkomende vragen gesteld. Het betreft geen advies over de omgevingsvergunningaanvraag, het is dus geen eindconclusie zoals mevrouw Schauvliege stelt. Ik vind dat niet meer dan normaal. Als er een passende beoordeling MER wordt opgemaakt en een administratie moet een beslissing nemen en heeft nog een aantal vragen, dan moeten die wel gesteld worden. Anders zou het weer te routinematig zijn, het is nooit goed. Ik vind het goed dat een administratie vooraleer ze een uitspraak doet, een eindconclusie in het dossier opstelt, nog een antwoord vraagt op een aantal vragen. Dat heeft het ANB gedaan, en dat is voor alle duidelijkheid ook zijn taak.
Een project waarvan op grond van artikel 6 van de Habitatrichtlijn of artikel 36 ter van het Natuurdecreet blijkt dat het een betekenisvolle aantasting zal veroorzaken, kan enkel doorgang vinden indien een strikte afwijkingsprocedure, de zogenaamde ADC-toets, wordt gevolgd. Het project zal in dat geval enkel kunnen doorgaan als is voldaan aan drie voorwaarden: ten eerste dat er geen alternatieven voorhanden zijn, ten tweede dat er een dwingende reden van groot openbaar belang aanwezig is, en ten derde dat er compenserende maatregelen worden genomen.
Deze afwijkingsprocedure toepassen zal geen evidentie zijn voor individuele projecten, aangezien telkens moet worden aangetoond dat een individueel project van groot individueel belang is. Voor zover bekend, werd dit tot op heden enkel toegepast bij infrastructuurprojecten of grote ruimtelijke uitvoeringsplannen.
Ik vrees dat er valse hoop gekoesterd wordt als de verwachting zou zijn dat de voortzetting van het geheel van veehouderijen beschouwd kan worden als iets wat via de afwijkingsprocedure toegestaan kan worden vanwege een dwingende reden van groot openbaar belang. Je zou dan al het groot economisch belang, ook op langere termijn, voor Vlaanderen moeten aantonen. Dat is dus wel een belangrijk gegeven, denk ik.
Hierbij moet dan ook worden aangetoond dat er geen minder schadelijke alternatieven zijn en moeten er bovendien compensaties worden gevonden. De toepassing van de afwijkingsregeling van artikel 6, lid 4, lijkt me er dan ook niet toe te mogen leiden dat het een instrument wordt om, door alles op te trekken naar het niveau van een hele sector, een volledige sector geen noodzakelijke reductie-inspanningen meer zou moeten doen.
Dan ga ik nog in op de laatste vraag van mevrouw Rombouts. Willekeur is inderdaad het laatste wat we willen. Net daarom is het van groot belang dat er dringend een kader moet zijn waar iedereen zich aan moet houden, een Stikstofdecreet dat de regels rond stikstofuitstoot en depositie ten gevolge van activiteiten vastlegt. In de Programmatische Aanpak Stikstof en het recente politieke akkoord over de decretale doorvertaling ervan werden afspraken gemaakt rond de manier waarop een passende beoordeling zal kunnen worden opgemaakt binnen de contouren van een goedgekeurd decreet. Ik denk dat het ook belangrijk is dat we daar invulling aan geven voor eenieder die een aanvraag zal doen. Hiervoor zal de Vlaamse overheid een aantal tools ter beschikking hebben staan die dan gebruikt kunnen worden door vergunningsaanvragers. Dat zit er dus allemaal aan te komen.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, sta me toe te zeggen dat dit een vreemde gang van zaken is. INEOS dient een nieuwe passende beoordeling in na een arrest van de Raad voor Vergunningsbetwistingen. Daarna wordt er een decreet in het parlement ingediend, met artikel 90, 91 en 92, die in de mogelijkheid voorzien om de passende beoordeling en cours de route aan te passen. Vervolgens dient INEOS een nieuwe passende beoordeling in en voegt dat toe aan het dossier, laat daaromtrent een openbaar onderzoek voeren, waarop het ANB die passende beoordeling bekijkt en vragen stelt bij de aannames.
Zo zegt het ANB bijvoorbeeld dat cumulatieve effecten onderzocht moeten worden en dat moet worden nagegaan wat de impact van bijkomende emissies is op de algemene trend. Dat betekent dat er een netto daling moet zijn op de trend, wat met andere woorden wel degelijk een bom legt onder een goedkeuring van die passende beoordeling. Als ik het goed begrijp, is dat een tussentijdse beoordeling van het ANB en zegt u nu dat die passende beoordeling nogmaals aangepast kan worden op maat van het advies van het ANB. Betekent dat dan dat er opnieuw een openbaar onderzoek zal plaatsvinden? Of hoe ziet u dat eigenlijk? Voor mij is het heel duidelijk dat die administratie heel veel vraagtekens plaatst bij de stikstofuitstoot van INEOS en het moeilijk heeft om daar positief mee om te gaan, omdat het helemaal niet strookt met hun opdracht.
Minister, als de passende beoordeling aangepast moet worden op basis van het advies van het ANB, kan dat dan procedureel nog wel? Kunt u met andere woorden nog een vergunning verlenen op basis van het traject dat nu is gelopen?
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Ik moet dus ook afleiden dat het over een tussentijds advies of iets in die aard gaat. Collega Schauvliege heeft daaromtrent enkele vragen gesteld. Ik ben ook benieuwd naar wat de voortgang van het dossier met zich meebrengt. Is het de bedoeling dat er nu nog eens een aangepaste beoordeling volgt? Hoe is het verdere loop van dit dossier op procedureel vlak voorzien? Ik meen dat het ANB een advies kan geven, maar ik was er niet van op de hoogte dat het ook een tussentijds advies kan afleveren.
Het is een beetje bijzonder om te moeten vaststellen dat u heel specifiek verwijst naar veeteelt, terwijl mijn vraag in dezen veel ruimer is gesteld. Ik begrijp dat u aangeeft dat u daar niet meteen mogelijkheden ziet. U zwijgt over andere industrieën. Ik weet niet of daar wel mogelijkheden te zien zijn. Ik denk alleszins dat dat artikel de mogelijkheid biedt om, ook op Vlaams niveau, om een aantal zaken te onderzoeken en te kijken welke belangrijke elementen er zijn. Ik denk dus dat we dat niet zomaar links mogen laten liggen.
Ik ben blij dat u vandaag aangeeft dat we een kaderpassende beoordeling moeten maken. U weet dat ik daar al geruime tijd naar vraag. Als ik echt naar het tussentijds advies kijk en de inhoud daarvan, dat voor sommigen beter uitkomt dan voor anderen, ben ik er echt bezorgd over op welke manier we in Vlaanderen enerzijds naar een betere natuurkwaliteit gaan streven en anderzijds onze economische activiteiten kunnen blijven uitoefenen. Dit advies slaat alles neer wat het menselijke leven en economische activiteit met zich meebrengen en maakt eigenlijk alles onmogelijk. Ik denk niet dat dat de keuze is waar wij voor staan of de politiek waar wij voor willen gaan. Ik ben er in ieder geval ten zeerste van overtuigd dat het voor mijn partij niet de weg is die we willen inslaan. Het is heel belangrijk om dat debat ten gronde te voeren, om zo tot redelijke besluitvorming te kunnen komen.
De heer Coenegrachts heeft het woord.
Ik merk op dat iedereen het artikel van Apache heeft gelezen, maar blijkbaar hebben weinigen de bijlage gevonden waar het advies letterlijk is afgedrukt. Misschien moet ik het citeren. Er staat: “Het Agentschap voor Natuur en Bos beschikt op basis van voorliggend dossier over onvoldoende informatie zodat een betekenisvolle aantasting van de instandhoudingsdoelstellingen van de speciale beschermingszone en onvermijdbare en onherstelbare schade van het Vlaams Ecologisch Netwerk niet met zekerheid kan uitgesloten worden.” En dan vraagt men om die nota aan te vullen met bovenstaande opmerkingen, en voorlopig gaat het dan niet gunstig geadviseerd worden. Zo staat het erin.
Ik wil het hier niet hebben over deze specifieke vraag, deze specifieke vergunningsaanvraag of dit specifieke advies, maar het toont voor mij wel het volgende aan. Als een multinational 800 pagina’s produceert aan wetenschappelijk onderzoek, en het ANB zegt dat het onvoldoende is, dan hebben we – en ik treed collega Rombouts en de minister bij – echt nood aan een kader om de passende beoordeling werkbaar te maken als instrument. We gaan daar later op moeten vertrouwen. Ook als het decreet er komt, zal die passende beoordeling moeten worden gebruikt. Het moet een werkbaar instrument worden, ook daarna, zodat de effecten op de natuurgebieden correct kunnen worden ingeschat.
Dit toont volgens mij ook aan dat er nood is aan een decreet dat ook drempels invoert die het niet moeilijker maar gemakkelijker maken voor de kleine uitstoters om vergund te geraken. Er is werk voor de meerderheid, als ik het sentiment goed heb begrepen, maar er is ook werk voor de regering, om ervoor te zorgen dat het instrument van passende beoordeling werkbaar wordt voor iedereen.
Minister Demir heeft het woord.
Ik sluit me aan bij wat collega Coenegrachts heeft gezegd. In het decreet willen we ook invulling geven aan de passende beoordeling. Want nu zijn het 800, soms 500 of 400 pagina’s. Ik denk dat ook de tool die dan ter beschikking is voor eenieder, belangrijk is. Voor het overige: de diensten, de administraties doen dat vaker. Als er onvoldoende informatie is, en men wil bijkomende informatie om elk risico uit te sluiten, dan vraagt de administratie bijkomende informatie. Dat wordt nog gedaan. Nogmaals, ik denk dat het niet meer dan normaal is dat ze dat doen. Het pleit voor hen om het dossier zo goed mogelijk te doen.
Voor het overige is het niet de gewoonte, voorzitter, om het uitgebreid over lopende vergunningsdossiers te hebben. Het was al choquerend genoeg dat een en ander foutief op Twitter heeft gecirculeerd, en ook op Apache. Ik denk dat het komt door de agenda van sommigen. Daar doen wij niet aan mee.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, wij hebben over de vergunningverlening van het INEOS-dossier geen lessen van u te leren. Ik denk dat de uitspraak van de Raad voor Vergunningsbetwistingen duidelijk genoeg was. Het was achteloos, routinematig werk. Er wordt nu een passende beoordeling opgemaakt van 800 pagina’s. Het is niet omdat er 800 pagina’s worden geproduceerd dat het kwaliteitsvol werk is. Ik ga daar geen uitspraak over doen, maar het is niet het aantal pagina’s dat bepaalt of het goed is of niet, het is wat erin staat.
De opmerkingen van het Agentschap voor Natuur en Bos zijn duidelijk. Het heeft heel ernstige vragen bij de fundamenten waarop dat dossier is opgebouwd. Dus lijkt het mij, als dat in dezelfde lijn verder gaat, dat dit een onvergunbaar dossier is, alleen al op basis van het stikstofdossier. (Opmerkingen van minister Zuhal Demir)
Minister, als u dit project zo hard wilt, dan had men zorgvuldiger moeten omspringen met de manier waarop dat proces is opgebouwd. Dat is absoluut niet het geval. Ik denk dat u daar beter lessen uit zou trekken, in plaats van met een beschuldigende vinger te wijzen.
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Collega’s, dat administraties aangeven waar er een knelpunt is bij de opmaak van hun dossier, daar kan ik me principieel enigszins nog wel in vinden, als dat voor iedereen op dezelfde manier gebeurt.
Ik heb de afgelopen jaren heel wat passende beoordelingen gezien. Ik heb heel wat mails en vragen aan het Agentschap voor Natuur en Bos gezien, waarbij het dan niet over multinationals ging, maar waarbij het ging over kleinere bedrijven – zelfs over veel kleinere uitstoters – maar waarbij er op geen enkele manier overleg mogelijk was, en waarbij er gewoon koudweg negatief advies werd gegeven, zelfs zonder dat de passende beoordeling eigenlijk effectief inhoudelijk werd beoordeeld in het advies.
Dat betreur ik immens. Ik vind dat niet correct vanuit de overheid. In dezen wil ik dus vragen dat iedereen vandaag op dezelfde manier correct wordt behandeld bij zijn dossier, of het nu een grote multinational is die of een klein bedrijf dat op zich al op een goede, correcte manier zijn omgevingsvergunning wil aanvragen.
Dus, minister, in dezen blijf ik een beetje met de vraag zitten over hoe we dat procedureel correct moeten afbakenen, want ik zie duidelijke verschillen in toepassing bij het ANB. Ik zou dus willen vragen om daar meer stroomlijning in te krijgen, om daar meer transparantie in te krijgen, zodat iedereen op een gelijkaardige manier wordt behandeld.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.