Verslag vergadering Commissie voor Onderwijs
Verslag
De heer Warnez heeft het woord.
Vanuit de Vlaamse Vereniging van Studenten (VVS) verscheen een standpunt inzake inclusie van internationale studenten. Ik denk dat we het erover eens zijn dat internationale studenten een positieve impact hebben op ons onderwijs en onze samenleving tout court. We zijn een kenniseconomie, en dan is het internationaliseringsaspect heel belangrijk. In het regeerakkoord staat dat we de Europese initiatieven steunen die het Erasmus+-programma willen versterken en verruimen. Uitwisselingsstudenten zijn hier dus meer dan welkom.
Het is natuurlijk wel belangrijk dat die uitwisselingsstudenten hier goed opgevangen worden. En juist daar wringt het schoentje. VVS klaagt aan dat het moeilijk is voor internationale studenten om te participeren. Zo is de informatie in de studentensteden erg versnipperd. Uitwisselingsstudenten krijgen bepaalde informatie van de stad, andere dan weer van de instelling. Daarom stelt VVS voor om een centraal informatiepunt te voorzien in elke studentenstad, zoals er al een is in Leuven.
Een ander punt is de kennis van het Nederlands. Veel internationale studenten geven juist aan dat ze het jammer vinden dat ze terug naar huis gaan zonder iets van kennis van het Nederlands. De drempel is volgens VVS het feit dat dit enkel extracurriculair kan. Verder pleit VVS voor tweetalige fysieke en digitale communicatie naar studenten toe. Er zijn aanbevelingen, maar ik licht er hier een paar uit.
Het is belangrijk dat we als Vlaanderen aantrekkelijk blijven voor internationale studenten.
Minister, hoe kijkt u naar de situatie van de internationale studenten en de door VVS geponeerde standpunten over de nood aan meer inclusie van internationale studenten? Ziet u internationale maatregelen die in andere landen gelden en die ons beleid kunnen inspireren? Zult u de universiteiten aansporen om een centraal punt per studentenstad op te richten?
Minister Weyts heeft het woord.
Ik heb kennisgenomen van het rapport van VVS over de inclusie van internationale studenten in het Vlaamse hoger onderwijs. Het is positief om te zien dat studenten zich inzetten voor dit onderwerp.
Het rapport biedt heel wat inzichten. Ik erken de positieve impact van internationale studenten op ons onderwijs en onze samenleving, maar besef ook dat de slinger niet te ver mag doorslaan, zoals nu in Nederland gebeurt. Dat blijkt ook uit boeiende gesprekken met mijn collega Dijkgraaf, die vaststelt dat er een nefaste invloed is op onderwijs, de woningmarkt en in bepaalde steden zelfs op sociaal weefsel.
We moeten ervoor zorgen dat Vlaanderen leefbaar blijft. Het mooie aan Erasmus is dat er een wisselwerking is, we wisselen namelijk twee studenten uit voor een semester. In dat semester komen er dan x-aantal koten in Vlaanderen vrij waar de inkomende Erasmusstudenten kunnen intrekken. Het mooie aan Erasmus is dat je proeft van andere talen en culturen. Ik treed VVS volmondig bij dat het niet goed is om internationale studenten te gaan afzonderen en dat er aandacht moet zijn om hen goed te mixen, zodat ze van elkaar en de Vlaamse studenten kunnen leren. Het omgekeerde geldt natuurlijk ook voor de Vlaamse studenten. Ik moet zeggen dat universiteiten en hogescholen met hun talencentra al een goed aanbod hebben richting buitenlandse studenten. Er moet misschien gekeken worden of dat beter gecommuniceerd kan worden.
Wanneer het gaat over het aantrekken van buitenlandse studenten, los van programma’s zoals Erasmus+, dan denk ik dat we moeten zorgen dat we niet in situaties zoals die in Nederland terechtkomen. Ik las gisteren nog over een onderzoek van Nuffic waaruit blijkt dat slechts een op de vier buitenlandse studenten na zijn of haar studies in Nederland blijft. Het argument dat je die studenten aantrekt om de tekorten op onze arbeidsmarkt op te vullen, is bijgevolg relatief.
Ik blijf vastberaden om een gebalanceerde aanpak te hanteren, waarbij zowel wordt ingezet op de Nederlandse taal, op inclusie vanuit het universeel ontwerp als het behouden en versterken van de essentiële pijlers inzake kwaliteit van ons onderwijsstelsel.
Op het gebied van het oprichten van centrale informatiepunten per studentenstad, denk ik vooral dat de hogeronderwijsinstellingen zelf verantwoordelijk zijn voor het praktische aspect van de studentenvoorzieningen. Die studentenvoorzieningen hebben we nu ook structureel extra middelen toegekend, ik denk 6 miljoen euro.
Ik ben heel blij met de oproep van VVS om meer aandacht te schenken aan het belang van het aanbieden van mogelijkheden voor internationale studenten om de Nederlandse taal te leren, niet alleen voor hun academische succes, maar ook voor hun algehele integratie in de samenleving in Vlaanderen.
Zowel de centra voor volwassenenonderwijs ‘CVO’s) als de universitaire talencentra hebben een ruim aanbod waar studenten op kunnen intekenen. Ik begrijp dat dit dan op dit moment enkel extracurriculair is, maar niets staat de universiteiten in de weg om nauwer te gaan samenwerken en dit enerzijds op te nemen in het onthaalbeleid van de instelling, zoals volgens mij vandaag al vaak gebeurt – denk hierbij aan een intensieve cursus Nederlands in de weken voorafgaand aan het academiejaar – maar dit anderzijds ook intracurriculair mogelijk te maken. Tijdens zulke onthaalweken kunnen de inkomende studenten de universiteit, de stad en elkaar al leren kennen. Zo kunnen ze al wat wennen aan het leven als universiteitsstudent in Vlaanderen. Dat zal de start van het academiejaar voor die groep vlotter maken en de Erasmuservaring rijker.
De heer Warnez heeft het woord.
Minister, ik volg u uiteraard dat de slinger niet mag doorslaan. Nederlandse toestanden moeten we in elk geval vermijden. Maar essentieel daarbij is dan dat studenten die naar hier komen, zich ook aanpassen aan ons onderwijs. Dat is ook de reden, denk ik, waarom je naar hier komt: om je wat aan te passen en daarvan te leren. En dan zijn ten eerste informatie en ten tweede Nederlands wel absoluut noodzakelijke schakels.
Ik begrijp dat u daarbij vooral de verantwoordelijkheid bij de instellingen zelf legt. Ik begrijp ook dat zij een grote verantwoordelijkheid dragen. Zij ondernemen ook al een aantal stappen, maar ik denk toch dat het zinvol is om daar samen met de Vlaamse Interuniversitaire Raad (VLIR) en de Vlaamse Hogescholenraad (VLHORA) en VVS even over te spreken. Misschien zijn er toch centrale maatregelen mogelijk, al is het één website die ervoor zorgt dat de student doorverwezen wordt naar de juiste plaatsen. Ik weet het niet, maar ik denk wel dat het een topic is om met hen te bespreken.
Mevrouw Tavernier heeft het woord.
Ik heb zelf het voorrecht gehad om in het buitenland een uitwisseling te doen, met name in het zuiden van Zweden, in Lund. Ik kijk daar met een glimlach op terug. Het was een sprong in het onbekende, dat is waar: een ander land, een andere cultuur, een andere taal, een andere universiteit, andere klasgenoten. Maar dat is natuurlijk deel van het avontuur. En dat was een bewuste keuze.
Naast die ingesteldheid is het natuurlijk belangrijk dat je je ook thuis gaat voelen. Ik denk dat het instrumentarium vanwege het beleid daartoe relatief beperkt is. Je moet echt wel naar de instellingen kijken. Als ik terugkijk op mijn ervaring, heb ik heel veel gehad aan de studentenclubs, die enorm open waren ten aanzien van internationale studenten, en ook aan het onthaalbeleid van de instellingen zelf. Die hebben een groot aanbod aan cursussen Zweeds, waar ik ook op ingetekend heb.
Als ik het goed begrijp, is dat ook waar het schoentje nu wringt. VVS roept op om dat aanbod Nederlands te vergroten. Ik denk dat we daar alleen maar oren naar kunnen hebben en dat kunnen toejuichen. Ik denk dat het ook een heel goede zaak is dat internationale studenten zelf vragen naar een groter aanbod Nederlands. Dat is inderdaad alleen maar bevorderlijk voor de integratie en om je beter thuis te kunnen voelen. Ik hoop dan ook dat VVS met dat standpunt naar de VLHORA zelf zal trekken.
Minister Weyts heeft het woord.
Ik wil nog een laatste bemerking meegeven. Ik was vergeten te zeggen dat we ook ‘Study in Flanders’ hebben als centraal punt dat een overzicht biedt ten aanzien van het volledige programma dat onze onderwijsinstellingen hebben. Ik ben dat zelf nog eens gaan bekijken. Het biedt ook heel praktische tips en tricks en richtlijnen over hoe men aan onze hogeronderwijsinstellingen terechtkan voor een aanbod, ook een anderstalig aanbod. Ik was hier ook aan het kijken voor cursussen Nederlands. Ik weet niet of dat erop staat. Dat moet ik nog eens uitdokteren.
De heer Warnez heeft het woord.
Dank u wel voor uw antwoord, minister. Ik kan alleen maar aansluiten bij collega Tavernier: studentenclubs zijn voor heel veel dingen goed.
De vraag om uitleg is afgehandeld.