Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking en Toerisme
Verslag
De heer Slagmulder heeft het woord.
Mijn fractie heeft over Zuid-Afrika al verschillende vragen gesteld door collega Deckmyn en mezelf. De Afrikaners staan onder druk. Het lijkt er keer op keer opnieuw op dat de regering systematisch het Afrikaans en de Afrikaner identiteit naar de rand van de maatschappij wil duwen. Ze wil de Afrikanercultuur systematisch uitwissen. Uit nieuwe berichten vanuit Zuid-Afrika blijkt dat de ANC-regering, met steun van de Economic Freedom Fighters (EFF), maatregelen treft om effectief het Afrikaans als taal uit de klaslokalen te weren. Dat gebeurt met drogredenen.
In 2013 werd onder andere beslist om het onderwijssysteem te herzien in de zogenaamde Basic Law Amendment Act (BELA). Nog niet zo lang geleden werd ook beslist om het onderwijs daar meer te centraliseren. Dat houdt in dat het schoolbestuur van plaatselijke oudergemeenschappen naar het hoofd van het provinciaal onderwijsdepartement wordt overgeheveld. Dat heeft dan tot gevolg dat het taal- en toelatingsbeleid van scholen elders wordt beslist. Dat wordt dan gebruikt of misbruikt om het schoolsysteem verder te verengelsen.
In de commissie van dinsdag 13 december 2022 zei u, minister-president, het volgende: “Vlaanderen heroriënteerde zijn samenwerking met Zuid-Afrika van een ontwikkelingssamenwerking naar een meer algemene samenwerking. De focus op taal zal worden versterkt.” U kaartte aan dat Vlaanderen verschillende initiatieven en projecten steunt die de uitwisseling tussen de Nederlandse en Afrikaanse taal en cultuur bevorderen.
Vandaar mijn volgende vragen aan u, minister-president.
Bent u op de hoogte van de druk die opnieuw opgevoerd wordt op het cultureel erfgoed en de taal van de Afrikaners? Zult u contact opnemen met Zuid-Afrika om bezorgdheden te uiten over de rechten van de Afrikaanstalige minderheid?
U beloofde de focus op taal te versterken. Wat is er ondertussen concreet op dat vlak gebeurd? Ziet u daar een evolutie?
Ten slotte, er werd door collega Deckmyn reeds over Akademia en Sol-Tech gesproken, particuliere onderwijsinitiatieven in het Afrikaans. Is er reeds contact geweest met deze of gelijkaardige initiatieven? Zult u naar aanleiding van recente gebeurtenissen zelf contacten proberen te leggen, indien dat nog niet gebeurd zou zijn?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Gelet op de taalverwantschap tussen Nederlands en Afrikaans bestaat een samenwerking met een aantal instellingen in Zuid-Afrika via de Taalunie, soms ook met ondersteuning van de Vlaamse diplomatieke vertegenwoordiging in Pretoria. Zuid-Afrika heeft twaalf officiële talen, waarvan Afrikaans de derde grootste officiële taal is. Historisch gezien had het een sterke positie in het openbare leven, maar die is in de loop van de afgelopen decennia verminderd.
We dienen in deze samenwerking rekening te houden met de snel wijzigende situatie van het Afrikaans in Zuid-Afrika en op het Afrikaanse continent in zijn geheel. In Zuid-Afrika vindt een discussie plaats rond de vraag of het Afrikaans een inheemse taal is. Organisaties als de Afrikaanse Taalraad beklemtonen dat het Afrikaans weliswaar banden heeft met het Nederlands, maar evengoed banden heeft met andere invloeden en talen, zoals de Afrikaanse Khoisantalen, en dat het ook gesproken wordt door een diverse groep die voor meer dan de helft niet-blank is. In deze context dienen we genuanceerd om te gaan met Vlaamse ondersteuning voor het Afrikaans als taal.
Hierbij wil ik ook graag toevoegen dat de Zuid-Afrikaanse minister van Cultuur tijdens een onderhoud bij de zending naar Zuid-Afrika in 2022 expliciet vroeg om ook aandacht te besteden aan de andere talen in Zuid-Afrika.
De promotie van het Afrikaans als onderwijs- en cultuurtaal in Zuid-Afrika zelf is uiteraard een Zuid-Afrikaanse bevoegdheid. Vlaanderen kan hier enkel betrokken worden op hun vraag en via bestaande structurele verbanden, zoals de overeenkomst tussen de Taalunie en de Afrikaanse Taalraad die in 2020 ondertekend werd.
Dit alles neemt echter niet weg dat het Afrikaans een heel belangrijk thema is en blijft in onze samenwerking met Zuid-Afrika. In Vlaanderen is de belangstelling voor samenwerking met Zuid-Afrika, en specifiek voor de studie van het Afrikaans, zeer levendig. De Universiteit Gent neemt hier een voortrekkersrol in, met het Gents Centrum voor het Afrikaans en de Studie van Zuid-Afrika. Via de Taalunie onderhouden we contacten met Zuid-Afrika over het Afrikaans.
In het kader van de geheroriënteerde samenwerking met Zuid-Afrika en mijn zending naar het land in 2022, waarbij verschillende activiteiten over het Afrikaans plaatsvonden alsook ontmoetingen met Afrikaanse organisaties, werd inderdaad afgesproken om in de culturele samenwerking met Zuid-Afrika de focus op taal te versterken.
Vlaanderen ondersteunt reeds verschillende initiatieven van Afrikaanstalige organisaties, zoals de Afrikaanse Taalraad en de Zuid-Afrikaanse Academie voor Wetenschap en Kunst, die nadrukkelijk tot doel hebben om het Afrikaans te promoten en te versterken in verschillende maatschappelijke, politieke en culturele domeinen.
Vlaanderen zet daarnaast in op projecten en initiatieven die de uitwisseling tussen de Nederlandse en Afrikaanse taal en cultuur tot doel hebben. Een recent voorbeeld is De Schrijverswerf, een project van het kunstenfestival Vrystaat Kunstefees 2022 om een gemeenschap van schrijvers, dichters en theatermakers in Vlaanderen, Nederland, Zuid-Afrika en Suriname te creëren die zijn verbonden door het Nederlands en het Afrikaans. Een ander sprekend voorbeeld is de wisselende Leerstoel Nederlands aan de departementen Afrikaans en Nederlands van Zuid-Afrikaanse universiteiten.
De diplomatieke vertegenwoordiging van Vlaanderen in Zuid-Afrika onderhoudt goede relaties met deze organisaties, evenals met de departementen Afrikaans van Zuid-Afrikaanse universiteiten.
Zoals reeds vermeld heeft de Taalunie in 2020 een raamovereenkomst afgesloten met de Afrikaanse Taalraad. In opvolging van deze overeenkomst werd een werkplan 2021-2024 opgesteld, waarover ook werd afgestemd met verschillende partners in Zuid-Afrika. Het plan geeft aan wat de Taalunie, samen met anderen, in Zuid-Afrika wil doen, en hoe dat bijdraagt aan de algemene doelstellingen en krachtlijnen van de Taalunie als organisatie. Uiteraard zie ik samen met mijn collega-ministers binnen de Taalunie erop toe dat de implementatie van dit werkplan correct verloopt.
Er zijn geen structurele contacten tussen de Vlaamse overheid met Akademia of Sol-Tech, en er worden door ons geen initiatieven van hen ondersteund – ik heb dat de vorige keer ook zo aan de heer Deckmyn gezegd. Ik vraag hen om ons te contacteren. Dus, indien de private instellingen concrete voorstellen zouden indienen, zullen we deze natuurlijk bekijken, en afhankelijk van de meerwaarde en de bijdrage beoordelen.
Op dit moment hebben Akademia en Sol-Tech ook geen structurele contacten gezocht met Vlaamse onderwijsinstellingen. Uiteraard respecteert Vlaanderen de institutionele autonomie van zijn instellingen bij de keuze van hun partners. Dat neemt niet weg dat in Vlaanderen nog grote belangstelling voor samenwerking met Zuid-Afrika bestaat, specifiek voor de studie van het Afrikaans. Als die twee organisaties ondersteuning of iets anders nodig hebben, moeten zij ons contacteren, zoals ik de vorige keer ook al aan de heer Deckmyn gezegd heb.
De heer Slagmulder heeft het woord.
Dank u, minister-president, voor uw uitgebreide antwoord. Het is zeker en vast goed dat er in Zuid-Afrika heel wat contacten onderhouden worden. Het is natuurlijk niet evident. Als de Zuid-Afrikaanse regering iets beslist, kunnen wij daar dat beleid vanuit Vlaanderen niet zomaar veranderen. Dat betekent natuurlijk niet dat we het niet kunnen aankaarten. Het feit is dat de Afrikaner cultuur en de taal toch wel systematisch gewist worden. Ik ben zelf al verschillende keren in Zuid-Afrika geweest, en ik heb het ook met eigen ogen kunnen vaststellen. Wij zullen daar dan ook vanuit onze fractie vragen over blijven stellen. Ik denk dat dat niet mag en kan worden ontkend of allemaal geminimaliseerd mag worden.
Daarnaast zijn er ook de vele ‘plaasmoorde’ in Zuid-Afrika. Dat is hier ook al verschillende keren aan bod gekomen, ook het feit dat bepaald Afrikaner cultureel erfgoed zoals het onderhoud van kerkhoven, waar slachtoffers van concentratiekampen liggen, compleet verwaarloosd wordt van overheidswege, waarschijnlijk zelfs bewust.
Ik wil het toch wat ruimer opentrekken, minister-president. In Zuid-Afrika werden in oktober enkele nieuwe procedures goedgekeurd voor 2024, in verband met exportquota in het kader van economische partnerovereenkomsten tussen Zuid-Afrika en de Europese Unie en tussen Zuid-Afrika en het Verenigd Koninkrijk. Dat gaat dan over Zuid-Afrikaanse bedrijven die een exportvergunning verkregen hebben van het Departement of Trade Industry and Competition.
Tot daar is er geen probleem, maar als je dan de teksten van die nieuwe procedures leest, zie je dat die vergunningen in verband met export naar de Europese Unie gegeven worden aan bedrijven die hoog scoren op de Broad-Based Black Economic Empowerment status, en dat is een beleid van de Zuid-Afrikaanse regering om de economische participatie van zwarten of gekleurde mensen te bevorderen. Het gaat dus expliciet over huidskleur, alsof er dus in Zuid-Afrika bijvoorbeeld geen arme of economisch achtergestelde blanke mensen wonen.
Dat betekent dus ook dat boerderijen of bedrijven die te wit zouden zijn, nooit zo’n vergunningen zouden kunnen krijgen om binnen die verdragen te kunnen exporteren naar de Europese Unie. Dat is volgens mij toch regelrecht anti-blank racisme. Dat is zuivere discriminatie op basis van huidskleur waardoor blanke boeren steeds moeilijker kunnen participeren in de Zuid-Afrikaanse economie. Mijn vraag aan u, minister-president, is hoe u daar naar kijkt. Bent u van plan om dat ook eens nader te bekijken en bent u bereid om dat aan te kaarten bij de Zuid-Afrikaanse ambassadeur en de Europese Unie? Dank u.
De vraag staat natuurlijk wel erg ver van het onderwerp over de Afrikaanse taal. Ik kijk naar de minister-president.
Minister-president Jambon heeft het woord.
Inderdaad, ik zie de link met het onderwerp van uw vraag niet. U kunt altijd het bord zo vergroten. Ik zal mij eens informeren over wat u hier zegt en ik ben nooit te beroerd om met ambassadeurs over eender welke thema’s te spreken, maar ik zal het eens nader bekijken. Ik heb daar op dit moment geen commentaar op te geven.
De heer Slagmulder heeft het woord.
Ik dank u omdat u dat eens zult bekijken, minister-president. Ik zal daar volgende keer dan een nieuwe vraag over stellen, want ik vind wat daar momenteel allemaal gebeurt in Zuid-Afrika alleszins onaanvaardbaar, en ik vind het ook onze historische plicht om dat toch mee op te volgen. Wat Akademia en Sol-Tech betreft, hoop ik alleszins dat daar toch op een of andere manier een samenwerking komt. Ik heb begrepen dat van daaruit de vraag nog niet gekomen is, maar goed, misschien dat die vraag nog komt en dan hoop ik inderdaad dat daar iets uit voortvloeit.
De vraag om uitleg is afgehandeld.