Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking en Toerisme
Verslag
De heer Aerts heeft het woord.
Minister-president, het internationale Energiehandvestverdrag, of het Energy Charter Treaty (ECT), is een verdrag uit de jaren 90 waardoor fossiele-energiebedrijven de Europese lidstaten met grote schadeclaims kunnen bestoken wanneer ze het gebruik van fossiele energie terugdringen.
Het is dus een verdrag uit de jaren 90, en ik ondervroeg u daar ongeveer een jaar geleden ook al over. U gaf toen aan dat u nog geen werk wilde maken om uit het Energiehandvestverdrag te stappen, maar eerder te willen inzetten op de modernisering van het verdrag. U gaf toen aan dat u zich daarbij aansloot bij de toenmalige analyse van de Europese Commissie en de overgrote meerderheid van de Europese lidstaten. Dat betekende ook dat u zich binnen de intra-Belgische coördinatie zou verzetten tegen een uitstap.
Minister-president, ondertussen is de situatie ernstig veranderd. De Europese Commissie heeft namelijk het afgelopen jaar vastgesteld dat de modernisering niet lukte en heeft zich dus geheroriënteerd en gezegd dat ze toch uit dat Energiehandvestverdrag moet stappen en ze roept haar lidstaten ook op om hetzelfde te doen. Er is ook een VN-rapporteur over mensenrechten en milieu die daar een uitspraak over gedaan heeft en een sterk rapport over gemaakt heeft waarin hij onder andere zegt dat geheimzinnige internationale arbitrageprocessen een belangrijk obstakel zijn geworden voor de dringende acties die nodig zijn om de wereldwijde milieu- en mensenrechtencrisissen aan te pakken. Ook zij stellen dus ernstige vragen bij dit Energiehandvestverdrag.
Zeker aangezien al onze buurlanden hebben aangegeven het verdrag te willen verlaten en hetzelfde eigenlijk gesteld is in het Europees Parlement, heb ik nog de volgende vragen voor u, minister-president.
Welke positie neemt uw regering op dit moment in over dit Energiehandvestverdrag, en dat binnen de directie-generaal Europese Zaken en Coördinatie?
Steunt u het voorstel dat de Europese Commissie aan de Raad heeft voorgelegd tot terugtrekking van de EU uit dit ECT?
Zult u de Europese Commissie ook volgen in haar voorstel dat lidstaten zich het best zoveel mogelijk gezamenlijk en op gecoördineerde wijze terugtrekken uit dit ECT?
Indien u er toch voor zou pleiten dat zowel de EU en/of België in het ECT blijven, kunt u dan wat meer gedetailleerde toelichting daarover geven, waarom u dat investeringsbeschermingsregime van het ECT verdedigt?
Daarover heb ik drie concrete vragen. Waarom bent u van mening dat arbitragepanels die achter gesloten deuren vergaderen, beter geschikt zijn om de belangen van de Europese industrie en de energiesector te dienen dan de nationale justitie van de Europese lidstaten? Waarom verschilt u van mening met de analyse van de Europese Commissie, maar evengoed van de VN-rapporteur, en acht u dus eigenlijk het verdere verblijf in het ECT toch compatibel met onze klimaatdoelstellingen? Waarom is het volgens u beter om in het Energiehandvestverdrag te blijven en op die manier de transitie van onze energiesector toch nog te kunnen realiseren?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Mijnheer Aerts, ik ga uw vragen samen beantwoorden.
De Europese Commissie stelde uitdrukkelijk dat het resultaat van de herziening van het Energiehandvestverdrag voldoet aan de eisen die door de Europese lidstaten zelf waren vooropgesteld in het onderhandelingsmandaat. De relevante diensten van de FOD Buitenlandse Zaken maakten dezelfde analyse. Net als de meerderheid van de EU-lidstaten concludeer ik dus dat een instap in het gemoderniseerde akkoord de beste keuze zou zijn.
Daarenboven bestaat in de Raad van de Europese Unie geen gekwalificeerde meerderheid voor een uitstap uit het Energiehandvestverdrag. Dat duidt erop dat er geen meerderheid van de lidstaten is die het verdrag incompatibel acht met de Europese klimaatdoelstellingen.
Het gemoderniseerde ECT zou bescherming bieden aan investeringen in een brede waaier aan economische activiteiten in de groene en de hernieuwbare-energiesectoren. Het is des te meer in lijn met de klimaatdoelstellingen daar het akkoord een toezegging omvat om het Klimaatverdrag van Parijs uit te voeren. Het verdrag bevestigt dit in een nieuw artikel over duurzame ontwikkeling, inclusief een uitvoerbare bemiddelingsprocedure als het artikel niet wordt nageleefd. Ook het ‘right to regulate’ van de verdragsluitende partijen wordt opnieuw bevestigd in een afzonderlijk artikel. Hierin waarborgt het verdrag het recht om maatregelen te nemen ter verwezenlijking van legitieme beleidsdoelstellingen, zoals de strijd tegen de klimaatverandering, en de energietransitie.
Het gemoderniseerde ECT zou de verdragsluitende partijen in staat stellen nieuwe investeringen in verband met fossiele brandstoffen uit te sluiten van investeringsbescherming en de bescherming van reeds bestaande investeringen geleidelijk af te schaffen. De uitfasering van de bescherming voor bestaande en nieuwe investeringen in fossiele brandstoffen zal binnen een korter tijdsbestek plaatsvinden dan bij een terugtrekking uit het ECT. De bestaande investeringen in fossiele brandstoffen zullen na tien jaar worden afgebouwd onder de gemoderniseerde regels in plaats van na twintig jaar bij uitstap onder de huidige regels. Nieuwe investeringen in fossiele brandstoffen zullen na negen maanden reeds worden uitgesloten. Naast de compatibiliteit met de klimaatdoelstellingen onderstreep ik dat het gemoderniseerde ECT in lijn gebracht is met de recentste EU-praktijk inzake investeringsbescherming.
Verder zullen de UNCITRAL-regels (United Nations Commission on International Trade Law) inzake transparantie in verdrag gebaseerde arbitrage tussen investeerders en staten, beter bekend als de Mauritius Conventie, worden toegepast in geschillen tussen investeerders en verdragsluitende partijen. Daarnaast biedt het nieuwe verdrag een duidelijke oplossing voor de problematiek van arbitragezaken tussen EU-lidstaten, alsook extra bescherming tegen ‘frivolous claims’. Dat zijn lichtzinnige vorderingen die bedoeld zijn om de tegenpartij lastig te vallen of om een procedure te vertragen.
Het gemoderniseerde ECT introduceert bijkomende transparantie: de processtukken zullen openbaar worden gemaakt en de hoorzittingen zullen publiek toegankelijk zijn. Ten slotte verbetert het gemoderniseerde ECT de positie van de Vlaamse investeringsrelaties in de energiesector met BLEU-BIT-partners (Belgisch-Luxemburgse Economische Unie-bilateral investment treaty). Een nieuwer verdrag heeft immers voorrang op een ouder verdrag. Dat laatste zou verduidelijkt kunnen worden door middel van een verklaring.
U begrijpt dat het gemoderniseerde ECT op veel vlakken een duidelijke verbetering is vergeleken met het huidige akkoord, en daarom steunt deze regering, net als heel wat andere Europese lidstaten, het gemoderniseerde akkoord. Kiezen voor een collectieve uitstap uit het oude ECT zou er ook toe leiden dat de investeringsbescherming die u incompatibel acht met onze klimaatdoelstellingen, via een zogenaamde ‘sunset clause’ nog twintig jaar blijft voortduren.
De heer Aerts heeft het woord.
Minister-president, tenzij ik het verkeerd gehoord heb, hebt u gezegd dat de Europese Commissie nog wel gelooft in dat ECT-verdrag, terwijl er toch een communicatie is van juli 2023, dus van deze zomer, waarin zij stellen dat het aangeraden is om zich op gecoördineerde wijze terug te trekken uit dat Energiehandvestverdrag. Ondertussen is er dus ook nog de VN-rapporteur voor mensenrechten en milieu geweest die ook ondubbelzinnig het Energiehandvestverdrag een slechte zaak heeft genoemd voor de energietransitie. Voor de gesprekken over de modernisering had het internationale klimaatpanel dat ook al gezegd. Ondertussen wordt hier ook het risico duidelijk. Italië bijvoorbeeld heeft een claim van 200 miljoen euro aan zijn been omdat het weigert olie- en gasboringen voor een deel van zijn kust toe te staan. Nederland heeft een claim van meer dan een miljard euro aan zijn been omdat het de steenkoolcentrales vroeger zou willen sluiten. Volgens de website van de Wereldbank heeft zeer recent, eind oktober, de Klesch Group een arbitragezaak aangespannen tegen de Europese Unie, waarbij het volgens Duitse nieuwssites gaat om een uitbater van olieraffinaderijen in de Europese Unie die om belastingredenen zijn hoofdkwartier naar de Britse Kanaaleilanden heeft verhuisd. Het gaat dan om het aanvechten van het beleid bij noodinterventies tegen hoge energieprijzen. Het gevaar wordt duidelijk. De Europese Commissie heeft dan beslist om zich eruit terug te trekken.
Ik ben dan benieuwd om te vernemen of er sinds juli 2023 nieuwe communicatie rond gekomen is. Ik begrijp dat in het gemoderniseerde verdrag komaf wordt gemaakt met de geslotendeurenpolitiek, wat een kleine stap in de goede richting is, maar dan nog blijft het voor iedereen toch duidelijk problematisch. Vanwaar komt die boodschap van de Europese Unie volgens u en welke timing zit daarop? Hoelang zou de Europese Commissie dat nog wel zien zitten? Ik heb daar recent geen andere communicatie over gezien. Bent u niet bevreesd dat men op deze manier ook in Vlaanderen, België en de Europese Unie van die schadeclaims zoals in Italië en Nederland gaat krijgen? Dat zijn mijn twee vragen. Vanwaar die communicatie en van wanneer dateert die dan? Wat met de claims naar onze industrie toe?
De heer Vanlouwe heeft het woord.
Dank u wel, minister-president, voor uw antwoord. We hebben hierover inderdaad ongeveer een jaar geleden al een vraag gehad en een interessant debat gevoerd. Ik stel vast dat de meerderheid van de Europese lidstaten voor de herziening van het Energiehandvestverdrag is, en niet zomaar de terugtrekking ervan, wat vooral de linkerzijde in Europa en zeker hier in ons land wil. Ik stel vast dat de Vlaamse Regering, als ik uw antwoord goed beluister, hierover op dezelfde lijn zit als de federale overheidsdienst.
Wat ik me wel herinner, is dat er vorig jaar intra-Belgisch wat strubbelingen waren. U hebt toen ook verwezen naar intra-Belgisch overleg. Kunt u misschien wat meer duidelijkheid geven over waar de problemen intra-Belgisch zaten? Maar thans denk ik dat toch alleszins de Vlaamse Regering en de federale overheid hetzelfde standpunt hebben, namelijk een herziening binnen het mandaat, en niet de uittreding uit het Energiehandvestverdrag.
Minister-president Jambon heeft het woord.
Mijnheer Aerts, ik heb gezegd dat de Europese Commissie uitdrukkelijk stelt dat het resultaat van de herziening van het Energiehandvestverdrag voldoet aan de eisen die door de Europese lidstaten zelf waren voorgesteld in het onderhandelingsmandaat. Toch heeft de Europese Commissie voorgesteld om uit te treden, maar een meerderheid van de lidstaten ging niet akkoord. Het een spreekt het ander niet tegen. De Europese Commissie zegt dus dat er onderhandeld is. De lidstaten hebben een onderhandelingsmandaat gegeven. Dat onderhandelingsmandaat is grotendeels ingevuld in het nieuwe Energiehandvestverdrag, en toch drong de Commissie erop aan om uit te treden, maar een gekwalificeerde meerderheid van de lidstaten heeft zich daartegen verzet.
Alle voorbeelden die u geeft van claims die hangende zijn, zijn natuurlijk op basis van het oude, vigerende verdrag. Ik heb daarstraks aangegeven dat de gevaren van die claims heel wat minder zullen zijn.
Mijnheer Vanlouwe, wat de intra-Belgische situatie betreft, weet ik op dit moment eerlijk gezegd niet of er al overleg is geweest op dat vlak. We zullen nog aan de commissie melden of er overleg is geweest en wat de tendens van dat overleg was. Ik heb dat hier niet ‘top of mind’.
De heer Aerts heeft het woord.
Dat is dan toch een belangrijke nuance. De Europese Commissie geeft eigenlijk aan dat de modernisering mislukt is. Vorig jaar hebben we dat in deze commissie besproken, en u zei toen dat u de Europese Commissie daarin volgde. De Europese Commissie onderhandelt over die modernisering en stelt dan als eindadvies aan alle lidstaten voor om er toch maar uit te stappen. Ondertussen is er ook nog dat VN-rapport om eruit te stappen. Alle grote lidstaten stappen er ook effectief uit: Italië, Spanje, Frankrijk, Duitsland. En verder zijn er nog een hele hoop andere landen: Polen, Luxemburg, Nederland, Slovenië, Denemarken, Portugal, Ierland. Die hebben allemaal unilateraal aangekondigd dat zij er toch uit gaan stappen. Ik hoop toch echt dat we ons daarbij kunnen aansluiten en dat we dat verzet vanuit Vlaanderen staken, want het is toch wel heel duidelijk dat de grote landen, de Europese Commissie, de VN en toch een heel aantal West-Europese landen dit geen goed idee meer vinden.
Wij blijven dus aandringen en blijven het vooral onbegrijpelijk vinden dat u dit instrument, dat door de fossiele industrie gebruikt wordt om het klimaatbeleid van landen aan te vallen, mee in stand houdt voor België en Vlaanderen. Ik sta met verstomming te kijken, vooral omdat de claims mee betaald zullen moeten worden door de Vlaamse belastingbetalers, zodra die ook op ons afgevuurd worden.
De vraag om uitleg is afgehandeld.