Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
Minister, rubberkorrels zullen in de toekomst niet meer gebruikt mogen worden op onze kunstgrasvelden. Dat besloot de Europese Commissie. De korrels zijn gemaakt van oude vermalen autobanden en bevatten verschillende kankerverwekkende stoffen en zware metalen zoals zink en kobalt. Ze komen terecht in de natuur en kunnen zo de gezondheid van mens en dier schaden. De Europese Commissie heeft nu besloten microplastics in kunstgrasvelden niet langer toe te staan. Er wordt evenwel een overgangsperiode van acht jaar voorzien. Sportclubs hebben dus nog enige tijd om op zoek te gaan naar alternatieven. In Vlaanderen beschikken we over ongeveer achthonderd kunstgrasvelden, waarvan zo'n driehonderd bestrooid zijn met rubberkorrels. Dat is 37 procent.
Minister, kunt u de beslissing van de Europese Commissie even toelichten? Moeten rubberkorrels binnen de acht jaar vervangen worden door ander instrooimateriaal? Zo ja, moet het rubber dat al op de kunstgrasvelden ligt, worden verwijderd of mag dit blijven liggen? Indien dit verwijderd moet worden, hoe zullen de clubs dit moeten financieren?
Zult u de bestrooiing met rubber van Vlaamse kunstgrasvelden zo snel mogelijk stopzetten?
Hoe zult u de komende jaren sportclubs ondersteunen bij het vervangen van rubberkorrels door een veilig alternatief?
Minister Weyts heeft het woord.
Ik zal misschien even duiden wat er precies beslist is. Het gaat voor alle duidelijkheid enkel en alleen over een zogenaamde ‘ban on sale’. De Europese Commissie heeft beslist dat de verkoop van rubber instrooimateriaal verboden wordt en dit binnen acht jaar, dus in 2031. Het is dus niet zo dat de materialen over acht jaar overal van de velden verwijderd moeten zijn. Sportclubs die een veld hebben met rubber instrooimateriaal, zullen dit niet moeten ontmantelen.
Er is inderdaad een vrij ruime overgangsperiode. De Europese Commissie heeft deze ingeschreven om houders of exploitanten van kunstgrasvelden voldoende tijd te geven om de omschakeling naar een alternatief voor het rubber instrooimateriaal te maken.
Concreet hebben clubs met kunstgrasvelden met het betrokken rubber instrooimateriaal meer dan één optie. Je kunt ten eerste gewoon je kunstgrasveld blijven gebruiken tot het einde van de levensduur. De levensduur is meestal zo’n twaalf jaar, waarna het aan vervanging toe is. Er zullen velden zijn die het einde van hun levensduur nog niet bereikt hebben in 2031, maar de Europese Commissie geeft zelf het advies om gewoon voldoende rubbermateriaal in te kopen, zodat je een voorraad hebt tot het einde van de levensduur van je veld. Er komt dus alleen een verbod op verkoop en clubs mogen ook na 2031 nog rubber instrooimaterialen gebruiken.
Je kunt er ten tweede, als je dat zelf wilt, ook voor kiezen om meteen de rubber instrooimaterialen te vervangen door alternatieven. Wij ondersteunen clubs die hiervoor kiezen. Voor het verwijderen van rubber is er in Sportspurt, een investeringsprogramma, een groepsaankoop voorzien, zodat je gebruik kunt maken van echt voordelige tarieven.
Er is ook een derde optie. In de Sportspurt zijn eveneens groepsaankopen opgenomen voor het vervangen van de kunstgrasmat of voor een geheel nieuw kunstgrasveld, dit uiteraard met alternatieve instrooimaterialen.
Naast de bestaande groepsaankopen wordt er een nieuwe groepsaankoop opgestart voor de aankoop van alternatieve instrooimaterialen. De groepsaankopen waar rubber instrooimateriaal werd aangeboden, hebben we uiteraard aangepast. Het aanbod rubber instrooimateriaal hebben we uit de raamovereenkomsten gehaald. We hebben daartoe stappen gezet zodra er definitieve duidelijkheid was over de beslissing op Europees niveau.
Daarnaast communiceert Sport Vlaanderen de nieuwe regelgeving aan de sector. De communicatie gaat niet enkel over het verbod, maar ook over welke alternatieven er zijn en welk aanbod wij formuleren op het vlak van Sportspurt en de groepsaankopen.
Enkele jaren geleden hadden weinig mensen deze beslissing van de Europese Commissie verwacht. Ik denk dat er mogelijk wel wat mensen van geschrokken zijn. Maar alles bij elkaar denk ik dus dat dit niet tot grote schokken of tot grote problemen in Vlaanderen hoeft te leiden.
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
Minister, dank u wel. Uw antwoord verwondert mij toch wel enigszins. Ik vind dat u daar zeer licht overgaat, terwijl men duidelijk heeft kunnen aantonen, wat wij al jaren horen en zeggen, dat er kankerverwekkende rubberkorrels in de kunstgrasvelden zitten. Onze kinderen spelen daarop en nemen dat mee via hun schoenen naar huis. Dan zou er toch een duidelijkere verplichting, die er nu wel komt vanuit Europa, ook vanuit Vlaanderen moeten zijn om clubs te ondersteunen om veel sneller van die vieze kunstgrasvelden met die kankerverwekkende rubberkorrels af te geraken. Ik begrijp niet dat er een verhaal komt dat iedereen maar een beetje verder mag doen. Iedereen weet dat dit kankerverwekkend is maar we laten het liggen, we laten onze jeugd daarop spelen.
Er zijn wel groepsaankopen, maar een groepsaankoop is nog altijd een aankoop. We hebben het al vaak gezegd: clubs hebben niet de middelen om al die velden zelf te vervangen. Ik snap dus niet dat er geen nieuw subsidieprogramma komt om zo snel mogelijk die vieze kankerverwekkende velden te vervangen door velden waarop het gezond is om te sporten. Ik dacht dat wij hier altijd de lijn van gezond sporten in Vlaanderen nemen. Wat u nu zegt, gaat daar eigenlijk lijnrecht tegenin. Men kan nog acht jaar wachten, het moet allemaal niet en de clubs die niet willen, kunnen die vieze rubberkorrels nog blijven aankopen. Ik vind het eigenlijk niet kunnen dat u daar als minister van Sport niet tegenin gaat.
Mijn vraag is dan welk tijdspad u voorziet. Wanneer zullen alle kunstgrasvelden in Vlaanderen eindelijk vervangen zijn door veilige kunstgrasvelden die niet kankerverwekkend zijn? Want als iedereen zomaar wat verder mag doen, wanneer komt daar dan een einde aan?
De heer Muyters heeft het woord.
Ik wil hier toch een paar dingen wat nuanceren. Het kunstgrasveld met rubber ingestrooid is niet kankerverwekkend, omdat je erop speelt en omdat je misschien wat rubber aan je schoenen mee naar huis neemt. Er is altijd naar voren gekomen in de studies van Europa dat dit pas kankerverwekkend zal zijn als je daarvan eet, als je die korrels in je lichaam krijgt. Het zou kunnen dat kleine kinderen dat misschien nu en dan doen, maar het is niet met een keer daar iets van op te nemen, dat je kanker krijgt. Ook dat is niet het geval. Maar als voorzorgsmaatregel heeft Europa, na vele jaren de normen verstrengd te hebben, uiteindelijk beslist om toch maar uit voorzichtigheid deze maatregel te nemen. Dit maakt dat de kunstgrasvelden, die – laat ons dat niet vergeten – voor vele clubs de redding zijn om ervoor te zorgen dat er voldoende jonge spelertjes kunnen spelen en trainen, kunnen blijven bestaan en stelselmatig kunnen worden vervangen. Want die velden slijten ook. Die moeten opnieuw worden ingestrooid. Dan kunnen die alternatieven worden gebruikt.
Dus spreken over kankervelden? Dat zijn terminologieën waar ik mij totaal niet achter zet. Ik steun wel de maatregel zoals die door Europa naar voren is geschoven als voorzorg, maar niet de manier waarop dit hier naar voren is gebracht.
Minister, ik denk dat u de juiste weg bewandelt, met name de clubs informeren over de wettelijkheid en de maatregelen die vanuit Europa worden opgelegd en de mogelijkheden die er zijn om met ondersteuning al vroeger tot oplossingen te komen.
De heer Annouri heeft het woord.
Minister, ik wil me aansluiten bij de nuancerende opmerking van collega Muyters. We hebben hier vorige legislatuur, toen enkele van die onderzoeken uitkwamen, veel debatten over gevoerd, omdat het iets is wat de moeite waard is om over na te denken. Ik denk dat wat Europa heeft beslist, inderdaad een verstandige keuze is. Er is geen onmiddellijke blootstelling als je keer op keer op die terreinen komt, maar het is verstandig, als er effectief schadelijke zaken zijn, om dat gewoon helemaal uit te sluiten op termijn en ervoor te zorgen dat er een minimumrisico is, een nulrisico, dat kinderen daarmee in contact komen. In die zin denk ik dat de keuze die gemaakt is, de juiste is.
Ik heb wel een vraag. Ik kan me inbeelden dat heel veel clubs, spelers en ouders misschien zelf met vragen zitten of dit wel veilig is. U gaat informeren, maar is er ook ruimte voorzien voor ouders, kinderen en clubs die zelf vragen hebben? Wordt dat ergens gebundeld? Is daar een draaiboek voor? Hebt u gemerkt dat er meer vragen zijn gekomen naar aanleiding van de beslissing die is genomen en de mogelijke schadelijke effecten? Op welke manier wordt hun een antwoord geboden om ervoor te zorgen dat iedereen de juiste informatie krijgt en weet waar het wel en niet over gaat?
Minister Weyts heeft het woord.
Ik sluit me aan bij de nuanceringen die zijn aangebracht. De Europese Commissie handelt hier op grond van het voorzorgsprincipe. Dat is goed. Eigenlijk komt dit neer op een gefaseerd uitdoofbeleid. Dat is de piste die men in dezen bewandelt, wat goed is en wat wij mee stimuleren door het aanbieden van die groepsaankopen, die heel voordelig zijn voor de clubs, de gemeenten en voor wie dan ook die erop wil inschrijven om te voorzien in voordelige alternatieven.
Trouwens, ter duiding van het voorzorgsprincipe en dat er geen aanleiding is tot een grote paniekreactie: aanvankelijk had men een overgangstermijn van zes jaar vooropgesteld op het niveau van de Europese Commissie maar men heeft die uiteindelijk verlengd tot acht jaar. Dit om maar te duiden dat er geen onmiddellijke paniek nodig is. Het gaat inderdaad om een gefaseerd uitdoofbeleid, waar we ons kunnen achter scharen.
Enkele jaren geleden nog werden de synthetische en kunstgrasvelden aanbeden. Dat was het nieuwe walhalla. We gaan niet wat we voorheen hebben aanbeden, nu plots verketteren, maar we maken wel werk van een gefaseerd uitdoofbeleid en we zorgen ervoor dat de nodige communicatiemiddelen ter beschikking worden gesteld aan de clubs. Want het kan inderdaad best zijn dat er in hoofde van clubs, personeel en iedereen die betrokken is bij de werking van de club maar ook bij de ouders en spelers, wel wat vragen zullen rijzen. We proberen kant-en-klaar communicatiemateriaal ter beschikking te stellen aan de clubs, zodat zij dat op een laagdrempelige manier ook intern kunnen communiceren naar zowel spelers, leden als ouders.
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
Minister, dank u wel. U nuanceert en u zult informeren. Dat is wel het minste wat u kunt doen, denk ik. Ik zie dat er geen draaiboek voor informatie klaarligt. Ik vind niet dat u zeer ernstig neemt wat uit al die onderzoeken is gebleken en dat u eigenlijk toelaat dat kinderen en jongeren nog jarenlang sporten op velden die kankerverwekkende rubberkorrels bevatten. Ik ben nog schepen van Sport geweest, dus ik ken de waarde van kunstgrasvelden. Ik ben een enorme voorstander. Maar wij zijn met Vooruit uiteraard ook voorstander van gezond sporten. Ik had hier op zijn minst toch een ondersteuning van de clubs verwacht, die verder gaat dan een groepsaankoop om deze ongezonde manier van sporten een halt toe te roepen. De toekomst zal uitwijzen wie hierover gelijk heeft. Ik denk dat het een zeer ernstig probleem is dat danig wordt onderschat.
De vraag om uitleg is afgehandeld.