Verslag vergadering Commissie voor Binnenlands Bestuur, Gelijke Kansen en Inburgering
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
De heer Warnez heeft het woord.
Om aan te tonen dat digitalisering echt belangrijk is, minister, laat ik u de andere kant zien. We zijn een partij van enerzijds-anderzijds, vandaar dat we nu het digitaliseringsverhaal brengen. Digitalisering is uiteraard iets waar we met z’n allen achter staan en we hebben in deze legislatuur een aantal heel mooie projecten gehad via het project Gemeente zonder gemeentehuis.
Recent kwam er een project van de stad Kortrijk, in samenwerking met een aantal gemeenten en gesteund door Vlaanderen, in de media. Het ging over een chattool die vragen beantwoordt zonder toezicht van een persoon. Je hebt een vraag, je stelt die aan de chattool en die geeft de antwoorden. Eigenlijk is dat een heel efficiënte manier van werken waarover burgers tevreden kunnen zijn. De stad Kortrijk investeerde zelf 111.000 euro en ook de Vlaamse overheid gaf de nodige centen via de EU-relancemiddelen. Via die chatbot kunnen burgers bijvoorbeeld vragen wat de openingsuren van bepaalde stadsdiensten zijn, waarna ze automatisch een antwoordje krijgen. Het voorbeeld van dergelijke dingen is dat men dat 24 op 7 kan doen; men kan altijd die chatbot gaan raadplegen.
Tegen december wil men de chattool ook linken aan ‘Mijn Burgerprofiel’, waardoor je ook meerdere websites van de stad Kortrijk zou kunnen gebruiken. Uiteindelijk is het zelf de bedoeling om via de chatbot documenten te kunnen aanvragen, een afspraak te maken en dat soort zaken, waardoor we een heel mooie manier hebben om mensen die liever niet naar het gemeentehuis komen maar van thuis uit willen werken, ook heel goed van dienst te zijn.
Uw voorganger heeft in de Krant Van West-Vlaanderen, een heel belangrijke krant, minister, gezegd dat de tool uitgerold wordt in heel Vlaanderen, te beginnen met de Leiedalregio – dat is het gebied rond Kortrijk –, maar ik heb bijvoorbeeld geen weet – dat heeft hij toen niet gezegd in de krant – van een eventuele uitrol bij Vlaamse overheidsdiensten.
Hoe staat u tegenover deze innovatie?
Bent u van plan om het plan ook terug te koppelen naar de burgers en daar feedback over te gaan vragen om te kijken hoe zij daartegenover staan?
Ziet u ook bepaalde nadelen, risico’s of gevaren aan de chatbot? Ik denk aan de inbreuken op de privacy.
Zal de chatbot ook kunnen worden gebruikt op de websites van Vlaanderen zelf en voor de dienstverlening van Vlaanderen zelf?
Tot slot, is er een planning met betrekking tot de verdere uitrol in regio Leiedal, maar vooral ook in de rest van Vlaanderen? Kunt u daar al iets over zeggen? Wat zijn uw verwachtingen?
Minister Rutten heeft het woord.
Dank u wel, collega Warnez, ik zal uw vragen gebundeld beantwoorden, als dat goed is.
U hebt het goed geschetst: de virtuele Assistent van Kortrijk en twaalf andere lokale besturen is een primeur in Vlaanderen. Artificiële intelligentie (AI) – daarnet hadden we het nog over digitalisering, we zijn al een stap verder in de lokale dienstverlening – helpt natuurlijk ook om dingen makkelijker en gebruiksvriendelijker te maken. U hebt daarvan trouwens een aantal goede voorbeelden geschetst.
Het is ook een voorbeeld van samenwerking in een regio, in dit geval de referentieregio Zuid-West-Vlaanderen. In Kortrijk is men daarmee bezig, maar ze zijn niet de enigen: ook in Wichelen en Rumst zijn er projecten.
U vroeg me naar de terugkoppeling naar de burgers. Wat vindt de burger ervan? Als de stad Kortrijk en de omliggende gemeenten samen dat initiatief nemen, hebben zij het project in de hand en dan zijn zij ook het best geplaatst om aan hun burgers eerst te gaan vragen wat hun ervaringen zijn. Het zou een beetje raar zijn dat wij hier vanuit Brussel ons ginder gaan moeien, maar ik neem aan dat dat wel in hun projectaanpak zit, dat ze dat wel zullen doen, dat we dat dan wel gaan vernemen en dan kunnen meenemen. Ik vind het in elk geval een terecht punt.
Het is een nieuwe technologie en dat wil zeggen dat ze ook nog niet altijd matuur is, nog niet altijd op punt staat en in die zin houdt ze effectief ook risico’s in. Die gaan van foute informatie, iets wat slecht begrepen werd, slechte data tot oneigenlijk gebruik van die data. Het blijft dus altijd een beetje alert zijn en er omzichtig mee omgaan. Maar goed, het is iets nieuws – dat is de definitie van innovatie – en gaandeweg, naarmate het meer gebruikt wordt, zie je dan dat het beter en beter wordt. Er moet altijd iemand de eerste zijn.
Wij volgen dat vanuit de Vlaamse overheid op de voet: er is het AI Competence Center, dat speciaal is opgericht om een AI-strategie van de Vlaamse overheid te ontwikkelen en te bewaken. Daar is ook een werkgroep voor opgericht en die zorgt niet alleen voor afstemming tussen de Vlaamse entiteiten, ook de lokale besturen zijn daarin vertegenwoordigd. Zo zijn we direct mee en is het niet los van elkaar, een issue dat straks nog in een andere vraag zal terugkomen.
Er is ook het Kenniscentrum Data & Maatschappij, met vertegenwoordigers van drie universiteiten. Wat ik kan doen als minister van Binnenlands Bestuur, is vooral goed informeren – ik dank u voor de vraag, want dat helpt natuurlijk op deze manier. Dat is ook de reden waarom de lokale besturen in de werkgroep zitten. We gaan nog een stapje verder: vanaf begin 2024 zal het Agentschap Binnenlands Bestuur (ABB) samen met de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) en experten uit het veld een echte denkdag organiseren over artificial intelligence en hoe dat kan worden gebruikt binnen lokale besturen om de kennis en klantvaardigheid van de lokale besturen te vergroten. Daar informeer ik u later meer over, maar bij dezen weet u al dat dat op de agenda staat.
Wat betreft uw vraag over de website van de Vlaamse overheid: dat is, dat weet u, de bevoegdheid van de minister-president. In principe kan het. Ook Vlaanderen is aan het bekijken om de technologie te hanteren, maar dat laat ik dus best aan hem. Wat betreft de uitrol in de rest van Vlaanderen, neemt het relanceplan Lokaal Digitaal, ook onder de bevoegdheid van de minister-president, het voortouw.
Voilà, ik denk dat ik u daarmee al heb geholpen.
De heer Warnez heeft het woord.
Dat klopt.
De diensten van het gemeentehuis vallen wel onder uw bevoegdheid. Een belangrijke doelstelling was de uitrolbaarheid naar andere gemeenten. Als ik het bekijk als schepen van Digitalisering in Wingene, dan wil ik dat ook. Dat is de goesting van de gezonde beleidsmaker. Als je ziet dat het elders goed is, dan wil je dat ook. Vandaar ook mijn vraag, minister, naar de uitrolbaarheid in Vlaanderen.
U zult de minister-president nog niet uitvoerig kunnen spreken hebben, maar hiermee hebt u meteen een agendapuntje dat u met hem kunt opnemen. Zorg ervoor dat het er snel komt, als het allemaal goed werkt, natuurlijk. Want al wat je doet, doe het goed. We moeten ervoor zorgen dat de tool in orde is, maar als het goed werkt, moeten we ervoor zorgen dat het voor iedere gemeente ter beschikking is.
De heer Aerts heeft het woord.
Collega Warnez, dit is een terechte vraag. Ik begrijp dat u dat als lokale mandataris in uw gemeente wilt hebben. Het is zeker een agendapunt om met de minister-president te bespreken.
Maar ik wil ook iets anders benadrukken. Als we een denkdag rond AI met lokale besturen doen, dan kan die een grotere kracht hebben als we dat als Vlaamse overheid ook opnemen. U zegt dat dat een bevoegdheid is van de minister-president, maar dat zou ik toch samen zien. Lokale besturen en de Vlaamse administraties kunnen ervan leren.
De Vlaamse administraties zijn vaak moeilijker bereikbaar, omdat ze nu eenmaal minder loketwerking hebben, of alleszins verderaf staan van de ‘eigen voordeur’. Ik denk dat er een interessante wisselwerking kan zijn. Door het op te schalen met de Vlaamse – en waarom ook niet de provinciale? – overheid zal het sneller kunnen worden uitgerold dan wanneer we het enkel en alleen in het mandje van de lokale besturen leggen.
Minister Rutten heeft het woord.
Ja, er is een spreekwoord dat zegt: “Alleen ga je snel, samen geraak je verder.” Hier is het een beetje een combinatie van de twee. Maar er wordt natuurlijk samengewerkt. Ik wou er alleen op wijzen dat de uitrol van het project Lokaal Digitaal onder de bevoegdheid van de minister-president valt. Het is wel degelijk de bedoeling dat de ‘Gemeente zonder gemeentehuis’-trajecten en de case van de virtuele assistent, een van de op te schalen projecten is. Niet alleen in Wingene, in heel veel andere gemeenten heeft men gezegd dat als het werkt, zij het warm water niet meer opnieuw moeten uitvinden en dat ze het graag willen hebben. Ik ben er zeker van dat ook de minister-president dat denkt, maar ik zal het met hem opnemen. Dank voor de suggestie.
De heer Warnez heeft het slotwoord.
Ik dank de minister voor haar antwoord en engagement.
De vraag om uitleg is afgehandeld.