Verslag vergadering Commissie voor Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid
Verslag
De heer Vandenhove heeft het woord.
Voorzitter, collega's, minister, ik heb een vraag over een aankondiging die u een tijdje geleden hebt gedaan waarbij u in een subsidie tot 40.000 euro voorziet voor landbouwers die hun activiteiten willen verbreden zonder uit te breiden. Zo wilt u boeren aanzetten om bedrijfsplannen op te stellen met nieuwe verdienmodellen die gericht zijn op economische leefbaarheid en ecologie. De verbreding van activiteiten kan gaan over het openen van een hoevewinkel, een zelfplukboerderij, hoevetoerisme, groenteabonnementen enzovoort. Op deze manier kan een boer extra inkomsten genereren zonder daarvoor te moeten ‘groeien’. Ik denk dat het een heel goed initiatief is.
Het resultaat hiervan moet zijn dat boeren meer toekomstgerichte bedrijfsplannen opzetten die van duurzame aard zijn en tegelijkertijd rekening houden met de milieu- en klimaatambities van Vlaanderen. Het past perfect in de ideeën en de vragen die Vooruit iedere keer stelt.
Minister, hoeveel boeren hebben tot nu toe aanvraag gedaan op de subsidie of zijn reeds begonnen met het uitwerken van een bedrijfsplan? Zijn er al vragen gekomen zodat u een zicht hebt op de eventuele interesse?
Verwacht u dat deze financiële steun een succes wordt, gelet op de onzekerheid waarin boeren leven door het stikstofdossier? Ik begrijp het voorstel van subsidie, maar vreest u niet dat boeren eerder afwachtend zijn vooraleer ze investeren om hun activiteiten te verbreden, zeker ook na het nieuws van de laatste dagen.
Hoe ziet een bedrijfsmodel dat subsidie kan krijgen, er concreet uit? Aan welke voorwaarden moet worden voldaan? Met andere woorden: wordt elk dossier individueel beoordeeld of welke categorieën worden gehanteerd in de beoordeling?
Minister Brouns heeft het woord.
Op 6 oktober 2023 heeft de Vlaamse Regering haar definitieve goedkeuring gegeven aan het besluit van de Vlaamse Regering betreffende steun tot de opstart van of omschakeling naar een toekomstgerichte duurzame ondernemingsstrategie op een landbouwbedrijf of kortweg de VLIF-verdienmodelmaatregel (Vlaams Landbouwinvesteringsfonds).
Begin november is het de bedoeling om over deze maatregel bijkomend te communiceren en de eerste aanvraagperiode aan te kondigen, die zal lopen van 1 november 2023 tot 31 januari 2024. Er zullen de komende jaren telkens nieuwe aanvraagperiodes worden opengesteld. Het is echter nog te vroeg om aan te geven hoe succesvol de oproep effectief zal zijn.
Ik besef goed dat het heel wat ondernemerschap en durf vraagt om te veranderen van verdienmodel, en het is zeker ook niet weggelegd voor elke ondernemer of elk bedrijf. Maar we willen de landbouwers die dit wel zien zitten, een extra duw in de rug geven.
Met deze maatregel wordt geen steun gegeven voor de opmaak van een bedrijfsplan zelf, maar voor de uitvoering ervan, op voorwaarde dat het bedrijfsplan leidt tot de opstart van of de omschakeling naar een duurzame bedrijfsactiviteit.
Binnen de steun voor advisering via de kennisportefeuille, die ook een onderdeel is van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) voor de periode 2023-2027 en die vanaf begin volgend jaar zal worden uitgerold, is er echter ook steun mogelijk voor het ontwikkelen van een langetermijnvisie voor het landbouwbedrijf. Eenmaal die visie bepaald is, kan ook steun worden aangevraagd voor de opmaak van een bedrijfsplan om deze visie te realiseren.
Deze verschillende steunvormen kunnen eveneens worden gecombineerd met de VLIF-investeringssteun voor bijvoorbeeld investeringen in verbreding waarvoor de steun in het nieuwe GLB opgetrokken werd van 30 procent naar 40 procent, met nog eens 10 procent extra voor jonge landbouwers onder 40 jaar.
Niet voor alle verdienmodellen zullen even zware investeringen noodzakelijk zijn. Bepaalde verdienmodellen vragen misschien geen of nauwelijks investeringen. Het zijn inderdaad onzekere en moeilijke tijden om de stap naar bijkomende investeringen te zetten. Wanneer investeringen geen of slechts een beperkte stikstofemissie met zich meebrengen, zou de vergunningverlening evenwel gemakkelijker moeten kunnen verlopen.
Landbouwers moeten een volledig bedrijfsplan indienen via het aanvraagformulier, waarbij ze op een hele reeks vragen moeten antwoorden. Het sjabloon zal samen met de lancering van de eerste aanvraagperiode beschikbaar worden gemaakt op de website. Aan de hand van de ingediende aanvraag zal de jury de verschillende selectiecriteria een score geven.
De selectiecriteria zijn opgenomen zowel in het GLB-Strategisch Plan als het hierboven vermelde besluit van de Vlaamse Regering. De selectiecriteria zijn de volgende: de mate waarin het bedrijfsmodel van de nieuwe activiteiten economisch, ecologisch en sociaal duurzaam is; de mate waarin het bedrijfsmodel van de nieuwe activiteiten vernieuwend is op Vlaams niveau; de mate waarin het bedrijfsmodel van de nieuwe activiteiten economisch haalbaar is; de inhoudelijke en economische kwaliteit van het omschakelings- of opstartplan.
Vanaf het openstellen van de eerste aanvraagperiode zal deze informatie, samen met een aantal voorbeelden, ter beschikking worden gesteld aan de subsidieaanvragers via een handleiding die te downloaden zal zijn op de website van het Departement Landbouw en Visserij (DLV).
Voor wat betreft de voorwaarden waaraan het bedrijf moet voldoen, is het zo dat na het uitvoeren van het bedrijfsplan, op het moment dat men de betalingsaanvraag indient, het bedrijf moet voldoen aan de criteria van een actieve landbouwer met een minimale verdiencapaciteit van 7500 euro .
Om een forfaitair steunbedrag van 20.000 euro te kunnen ontvangen, moet worden aangetoond dat met de door de jury weerhouden activiteiten minstens een omzet van 20.000 euro behaald werd. De steun wordt verhoogd tot 40.000 euro als deze omzet meer dan 40.000 euro bedraagt.
De heer Vandenhove heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw uitgebreid antwoord, waaruit we kunnen afleiden welke de precieze voorwaarden zijn.
Als ik het goed begrijp, is er wel degelijk een surplus ten opzichte van alle maatregelen die er tot nu toe bestonden in het kader van het VLIF. Dank u voor uw antwoord.
De heer Steenwegen heeft het woord.
Collega Vandenhove, ik dank u voor de vraag.
We hebben zelf ook al vaak aandacht gevraagd voor die eerdere maatregelen en de huidige, omdat we het belangrijk vinden dat de verbreding en die nieuwe verdienmodellen kansen en steun krijgen.
Minister, u zegt het vaak zelf dat een aantal van die bedrijven niet altijd de weg weten naar die subsidies. Vaak zijn het ook bedrijven die geen zware investeringen nodig hebben of niet zwaar willen investeren, maar andere noden hebben. Kleinere bedrijven willen bijvoorbeeld geen nieuwe tractor maar een tweedehandse en dan komt men niet in aanmerking voor die investeringssteun. De opmaak van het bedrijfsplan lijkt me ook belangrijk. Hoe kunnen we mensen begeleiden en ondersteunen om die stappen te zetten? Het VLIF speelt hier een rol in.
Minister, via welke kanalen – u zegt dat het binnenkort wordt aangekondigd en dat het ingaat vanaf 1 november – bent u van plan om die aankondiging te doen? Bent u ervan overtuigd dat u op die manier de bedrijven waarop u mikt en waarvan u hoopt dat ze erop zullen inspelen, kunt bereiken? In het verleden heeft die maatregel heel weinig succes gehad en is het budget weinig aangesproken.
De heer Van Hulle heeft het woord.
Ik heb twee korte vragen of bemerkingen.
Wat is het totale budget? Het is mij ontgaan, maar het is belangrijk om te weten.
Mijn tweede bemerking is een beetje argwanend. U zegt dat men 20.000 euro subsidie kan krijgen en dat men daarvoor een omzet van minstens 20.000 euro moet garanderen. Stel dat ik 20.000 euro omzet haal en dat ik hiervoor 20.000 euro krijg, dan zou het wel eens kunnen dat ik daar gretig gebruik van maak. Misschien zijn we als overheid te gul in het geven van subsidies.
Vandaar mijn vraag naar evaluatie. Als ik het goed begrijp, is het een call en wordt in eerste instantie het beste project gegund en daarna het volgende. Hoe gebeurt de evaluatie en door wie?
Minister Brouns heeft het woord.
Voor de evaluatie zijn de criteria benoemd. Een jury, waar ook het Departement Omgeving deel van uitmaakt, zal beoordelen.
Het is altijd belangrijk om de bekendmaking zo breed mogelijk te doen via de website, persbericht, het studiebureau. Het is wel de bedoeling dat er gebruik van wordt gemaakt. Het zal dus zo breed mogelijk worden gecommuniceerd.
De vraag om uitleg is afgehandeld.